Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken.
N°. 22.
Zondag 28 Mei 1899.
8e Jaargang.
N ieu wstij dingen.
Feuilleton.
W1IIB GESCHEIDEN.
NIEUWE S
ÜHSIUktR C01R4VT
Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag.
ABONNEMENTSPRIJS
voor Noordscharwoude, Oüdkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk
per drie maanden 50 et-, franco p. post 60 ct.
UITGEVER:
J. II. KEIZER.
BUREEL:
I oord scha r won d e
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels 30 ct., elke regel meer ct.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Brieven rechtstreeks aan den Uitgever.
Woensdag 24 Mei vergaderde, in het lokaal
van J. Bood te Kerkbuurt, deafdeeling „Ha
renkarspel" der Landbouw- en Handelsvereni
ging. De Voorzitter deelde den leden mede, dat
op de onlangs ingediende verzoekschriften, tot
verbetering van het vaarwater op sommige plaat
sen, door de betrokken besturen gunstig was be
schikt. Door den Heer Blad werd verslag uit
gebracht van hetgeen in de op 28 Pebr. j.l. te
Broek op Langedijk gehouden algemeene ver-
gedering, besproken was, o.a. ook het nadeelig
saldo, hetwelk de rekening over 1898 had op
geleverd en de wijze, waarop het H.B, dat te
kort hoopte te kunnen dekken. Besloten werd,
in de eerstvolgende vergadering daarover van
gedachten te wisselen en daaromtrent een besluit
te nemen.
Hoofddoel van de vergadering was de bespre
king van het voorstel van het H.B.„een lijst
aan te leggen, vermeldende de namen van die
kooplieden, die in gebreke bleven, om van bij
leden der vereeniging gekochte groente, betaling
te doen."
Dit denkbeeld vond algemeene instemming bij
de aanwezige ledenzij achtten een zoodanige
lijst een uitstekend middel ter waarschuwing.
In enkele opzichten evenwel wilde de vergade
ring verder gaan, dan door het H.B. was voor-
Zij wenschte den maatregel ook toegepast te
zien op huurders van akkers voor den koolbouw.
Verder was zij van oordeel, dat een koopman,
die het gekochte niet betaalt, aan één landbou
wer reeds zooveel schade kan berokkenen, dat
het wenschelijk mag geacht worden, anderen te
waarschuwen, door hem op de lijst te plaatsen.
Ook meende zij, dat iemand de voorgestelde
bepalingen kennende, elk jaar één bouwer op
zijn geld kan laten wachten, zonder ooit gevaar
te loopen, op bedoelde lijst te komen.
Of er kooplieden zijn, die met voorbedachten
rade zoo zouden handelen
Zou men niet geneigd zijn, uit dezen drang
tot verscherping der bepalingen af te leiden, dat
de leden der afdeelingen meermalen minder aan
gename ervaringen hebben opgedaan?
Diefstal aan boord.
Aan boord van het a.s. „Koningin Regentes"
van de Stoomvaart-Maatschappij Nederland, den
Hjj wendde zich tot een bediende en beval hem
Ga aan den kapelmeester zeggen, dat hij zijn
vroolijkste wals inzet, een van Strauss.
Mejuffrouw Valentine De la Reynie zag Aurélien
met bewondering aan.
Goed gesproken, zeide zij in geestdrift, gij hebt
duizendmaal gelijk en ge toont een man van uw tijd
te zijn, mijnheer Aurélien.
Het doet mij genoegen, mejuffrouw, dat ge het
zoo met mij eens zijt, antwoordde Aurélien koel.
Terwijl hij deze woorden sprak, dwaalde de blik
van den jongen man zoekend rond naar zijn nicht
Marguérite. Hjj vond haar in een verwijderden hoek
van het salon, waar zij op fluisterenden toon met
luitenant Filip stond te praten. Hij beet zich op de
lippen en fronste de wenkbrauwen van toorn.
De bedienden hadden de gordijnen opengeschoven,
die voor de breede porte-brisée hingen, welke toe
gang verleende tot de balzaal, waar het orkest de
eerste maten van de wals deed hooren.
Aurélien deed eenige schreden naar de plaats waar
Marguérite stond, maar, uit vrees van een weigering,
zag hij van zijn voornemen af om haar ten dans te
vragen en keerde terug naar Valentine.
Mag ik u voor dezen wals engageeren vroeg hij
Gaarne, antwoordde de jonge dame en greep
den arm, dien Aurélien haar aanbood, terwijl haar
gelaat straalde van trots.
Aurélien, die volstrekt geen acht sloeg op de
vreugde, waarmede het meisje zijn uitnoodiging aan
nam, boog zich naar het oor van oom Jacques, die
nog steeds naast hem liep, wees hem met een
blik naar Marguérite en Filip en fluisterde hem toe
Houd die twee daar in het oog.
Goed.
Vervolgens ging Aurélien met zijn dame de balzaal
in, het geheele gezelschap volgde hem en weldra
29en April van Amsterdam naar Java vertrok
ken, werd ontdekt, dat een kistje met goudgeld,
geborgen in de specie-kamer van dat stoomschip,
uit die specie-kamer verdwenen was.
Tijdens de vaart van het stoomschip door het
Suezkanaal, werd bevonden, dat een der opva
renden zich des nachts, in de nabijheid van
Ismaïla, van boord had verwijderd.
Hij werd opgespoord, gevat, en bekende toen,
dat hij het kistje had gestolen en het in het
Suezkanaal over boord had geworpen.
De plaats waar hij het over boord wierp, werd
door hem aangewezen, en wordt thans alles ge
daan om het colilo terug te vinden.
Herhalingsonderwijs.
Het bezwaar dat tegen verplicht herhalings
onderwijs wordt aangevoerd, bestaat in de vrees
voor het in donker naar en van schoolgaan van
jongens en meisjes te zamen.
De heer Veenstra, hoofd der openbare school
te Noordwolde, geeft een eenvoudig middel aan
de hand om dit bezwaar te overwinnen. Men
geve den jongens dat onderwijs van 1 November
tot 1 Maart en aan de meisjes van 15 Maart
tot 15 Juli. Dan gaan de jongens en meisjes
niet samen naar en van school en behoeven de
meisjes niet in donker te loopen.
Te Haarlem is bij den heer V. in de
brievenbus gevonden het geopende couvert van
een aan hem geadresseerden brief, afkomstig uit
O.-Indië. Op het couvert ontbraken ook de ze
gels. Zich op straat begevende, vond hij ook den
verscheurden brief, en toen hij zooveel als mo
gelijk was van den inhoud kennis nam. bleek
het dat in den brief een wissel, groot f200 was
geweest, die echter ontbrak.
De politie is met de zaak in kennis gesteld.
Veeziekten.
In de „St. Ct." No 116 is opgenomen de staat
der gevallen van besmettelijke veeziekten gedu
rende de maand April 1.1. Daaruit blijkt, dat,
voor zoover mond- en klauwzeer betreft,
het getal gevallen in de navolgende provinciën
In Nooord-Brabant 205 bij 18 eigenaars;
in Gelderland 658 bij 52 eig.in Zuid-IIol-
land 2194 bij 91 eig.; in Noord-Holland 231
bij 34 eig. [o.a. 46 bij 4 in Haarlemmermeer]
in Zeeland 40 bij 3 eig.; in Utrecht 228 bij
9 eig.; in Friesland 492 bij 11 eig.; in
zweefden de paren rond op de vlugge maten der mu
ziek.
In het salon bleven slechts weinige personen over,
waaronder kapitein Barillet, die een flesch cham
pagne was machtig geworden en zich in een hoekje
daarmee troostte.
Luitenant Filip en Marguérite hadden nog slechts
een paar woorden met elkaar gewisseld over de
vreemde gebeurtenissen, die er in hun tegenwoordig
heid hadden plaats gehad. Toen zjj nagenoeg alleen
waren, zeide hij
Gij hebt mij vanmorgen in de vallei desVillards
gezegd, dat ge mij veel te vertellen hadt. Hoofdza
kelijk daarvoor kwam ik hier,
Ja, zeer veel.
Vervolgens wierp zij een blik om zich heen in
bet bijna eenzame salon en hernam
Dat buitengewone voorval heeft ieders aan
dacht afgeleid, geen mensch slaat acht op ons. Kom.
Zij nam den arm van den jongen man en ging
met hem naar buiten.
Tusschen de portière van de danszaal vertoonde
zich het ingevallen gelaat en daarna het magere ge
laat van oom Jacques.
Op de teenen sloop hjj voort, het salon door, den
tuin in en volgde de beide jonge lieden.
Filip en Marguérite bevonden zich reeds op het
terras, waar de verlichting iets zwakker werd, hier
en daar waren de gekleurde lantaarns uitgedoofd,
of vertoonde de illuminatie van vetglazen nog slechts
walmende pitten.
Het meisje zocht de donkerste gedeelten van het
park uit en verwijderde zich van het kasteel.
Geen woord werd er tusschen hen gewisseld.
In het achtergedeelte van het park verhief zich
een rots, geheel door geboomte omgeven.
De vroegere meesters van Saint-Colomban hadden
op die rots een klein fort gebouwd, daar zij van dat
punt een ruim gezicht over den omtrek haddenen
zich tijdig op de hoogte konden stellen, wanneer
vjjandelijke benden het kasteel mochten naderen.
Bernard De Prabert had dit fort, dat eveneens een
bouwval was geworden, niet laten herstellen, maar
doen wegbreken en er een koepel met een breed ter
ras voor in de plaats laten zetten. Voor hen, die de
Overijsel 173 bij 13 eig.; in Groningen 28
1 eig.; in Drente geene; in Limburg
60 bij 6 eigenaars. Over het geheele Rijk alzoo
j 4309 gevallen bij 237 eigenaars.
Hoe het kan tegenloopen!
Iemand die in de Spaarndammerbuurt te Am
sterdam een zaakje heeft geopend, zou Maandag
receptie houden voor zijn aanstaand huwelijk. De
vooruitzichten waren niet slecht. Een broer van
de bruid had al lang zes mooie nieuwe stoelen
beloofd en haar moeder een bed.
De broer gaf nog vóór de receptie zijn stoelen.
Hij had er evenwel niet het rechte plezier van,
want zijn aanstaande schoonbroer vond ze niet
naar zijn zin.
Hierover nu was de broeder van het bruijdje
weer gebelgd. Hij klaagde zijn nood aan mama,
die nu zich voornam van haar kant het beloofde
bed niet te geven, want, zoo zeide zij, daarop
konden ook wel eens aanmerkingen gemaakt
worden. De bruid, ook niet mis, had 180 gulden
opgespaard en die haar moeder ter bewaring ge
geven. Uit weerwraak vroeg zij nu terstond haar
•geld terug.
Maar mama, daarover verstoord, zeide, dat zij
nu niet op de receptie kwam.
Toch had, zooals wij zeiden, Zondag de recep
tie plaats. Er kwamen veel gasten.
Algemeene verbazing, dat bruidjes mama niet
tegenwoordig was.
Gevraag aan de bruid: Komt je moeder niet?
Neen, moeder komt niet.
Wel gek, wat vreemd. Hoe komt dat?
Al dat verwonderd vragen maakte de bruid wel
wat zenuwachtig. Zij ging eens even naar boven
om een glas water te drinken.
Bij het uithalen van haar zakdoek mist zij
haar f180.
Angstig gegil: Ze hebben mij bestolen; mijn
f180 is gestolen!
De politie kwam er bij te pas. De deuren
worden gesloten en alle gasten werden gefouil
leerd.
Van de receptie was de aardigheid af.
Wat erger is. Het bruidje zei, dat nu de aar
digheid ook van 't trouwen af was en het huwe
lijk nog maar een jaar uitgesteld moest worden.
Het hoen der toekomst!
Uit de broedmachine van den sluiswachter der
Oranje Buitensluis te 's Gravenzade, W. Nales,
is een kuiken te voorschijn gekomen met4poo-
eenzaamheid zochten of een heerlijk panorama wil
den genieten, was dit een uitgezocht punt.
Naar deze plek geleidde Marguérite den jongen
officier.
Het was er doodstil, slechts zwak drongen de luide
tonen der muziek tot hier door.
Mijn God, mompelde Filip, terwijl hij tegen de
steenen bulustrade leunde en de hand van het meisje
in de zijne hield, mijn God, het is mij alsof ik leef
te midden van een droom. Mjjn hoofd duizelt en ik
kan mij niet duidelijk rekenschap geven'van alle ge
dachten die er in omgaan.
Hebt ge nog pijn?
Neen, ik gevoel een soort van heerlijke bedwel
ming, die ik bij niets kan vergelijken, en toch ben
ik eenigszins bevreesd.
Bevreesd?
Ja, ik ben bang, dat ik verkeerd heb verstaan,
toen ik daarginds bewusteloos werd en mijn lippen,
ondanks mijzelven, fluisterdenMarguérite, ik bemin
u, en gjj daarop antwoorddet, zacht, ol zoo zacht:
»Ik bemin u!" Door u bemind te worden ik
ik
Marguérite drukte de hand van den jongen officier
en zeide langzaam, bjjna plechtig:
- Neen, gij hebt mij niet verkeerd verstaan, Filip,
ik bemin u.
Ik bemin u Ik bemin u! herhaalde Filip harts
tochtelijk, terwijl hij de fijngevormde, kleine hand
van Marguérite met kussen bedekte. O! thans heeft
mjjn leven een doel gekregen, een doel waar ik recht
op afga. Ik gevoel in mij een ongehoorde kracht om
alles te bereiken, alles te veroveren en het aan uw
voeten neer te leggen. Ik wil dat gij zult schitteren
met verblindenden glans, dat gjj door iedereen be
nijd, bewonderd en aangebeden zult worden. Mijn
liefde voor u is onbegrensd en bestaat uit vurige be
wondering en diepen eerbied. Uw reine oogen spre
ken tot mjjn hart, uw schoonheid en lieftalligheid be-
tooveren mij, o! Marguérite, wanneer gij mij bemint
zooals ik u, wat zullen wij dan gelukkig zijn.
Zij trachtte den hartstocht te doen bedaren, die
uit elk zijner woorden sprak.
Filip, antwoordde zij, ik ben slechts een een
voudig meisje maar onder mijn vroolijk en vrijmoe
ten en 2 losplaatsen voor het leggen van eieren.
Het beestje is nu 4 dagen oud en levenslustig
als zijn minder bedeelde lotgenooten.
Dat belooft dus een voordeelige kip te worden
dubbel eieren voor huishoudelijk gebruik, dubbel
vleesch voor de keuken en met haar éénen kop,
een kleine eetster!
Eert snuggere!
To Tijsen kwam dezer dagen bij den gemeen
teraad een adres in van een bewoner der bui
tenkom, die het door de post had laten bezor
gen en op de enveloppe 3 postzegels van 5 cent
geplakt had.
Waarschijnlijk had men hem gezegd, dat hij
daarvoor „een zegel van 15 cent" moest nemen
het request zelf was namelijk op ongezegeld pa
pier geschreven.
Vreeselijke oproeping.
De ouders van het sedert eenige weken te
's Gravenhage vermiste kind A. P. J. Yan Wee
zei, wonende Kalkoenstraat 20, verzoeken aan
de nieuwsbladen het volgende te plaatsen
„De diepbedroefde ouders van het vermoede
lijk ontvoerde knaapje van 7 jaren, dat ongeveer
een maand geleden te 's Gravenhage werd ver
mist, veroeken beleefd aan de vermoedelijke ont
voerders, hun tot leniging hunner smart zij
het ook bij ongeteekenden brief te willen
bekend maken of hun lief kind nog leeft, in
welken toestand het zich bevindt en wat de toe
komst van hun kind zal zijn. Dit reeds zou hun
een groote troost wezen".
Wreede ooievaars.
Men schrijft uit Ingen (Ned. Bet.) aan de „N.
Arnh. Ct.":
Na alles wat men heeft gehoord en gelezen
over de groote opofferende liefde van ooievaars
tot hunne kinderen, zal 't volgende bijna onge
looflijk schijnen:
Bij een landbouwer alhier moest de kap van
den hooiberg, waarop een ooievaarsnest met vier
jongen zat, vernieuwd worden. In de onmidde-
lijke nabijheid werd nu een paal opgericht en
hierop een noodnest gemaakt. De jongen werden
er in gelegd. Dit stond evenwel den ouden slecht
aan en den ganschen dag waren zij zeer onrustig.
Den volgenden morgen vond men de vier jongen
dood in 'tnest; zij waren door hunne ouders
vermoord
dig uiterlijk schuilt een ernstig en bezonnen karakter.
Zjj zag hem met een allerliefsten glimlach aan.
Hoewel ik nog slechts twintig jaar ben, hernam
zij, heb ik toch reeds veel smart ondervonden en bit
tere ervaringen opgedaan. Van het eerste oogenblik
af, dat ge op het kasteel Saint-Colomban zijt geko
men, gevoelde ik mij tot u aangetrokken door uw
rondborstig en mannelijk voorkomen. Gij verschilt
zoo hemelsbreed van de jongelui, die ik tot dusverre
heb ontmoet voor het meerendeel laffe, ijdele
nietsdoeners -- dat ik reeds dadelijk genegenheid
voor u gevoelde en toch heb ik eerst na lang beraad
en innerljjken strjjd aan die genegenheid toegegeven.
Thans behoor ik u toe met geheel mjjn hart, niet
alleen zal ik gelukkig zjjn o! overgelukkig uw
vrouw te worden, maar tevens ben ik er trotsch op.
Mevrouw Dormelles o! hoe liefelijk klinkt mij die
naam in de ooren. Reeds sedert lang wachtte ik op
uw bekentenis en had ik mijn antwoord gereed. Ik
zag dat die liefdesverklaring u op de lippen lagen
dat ge haar niet durfdet uitspreken en misschien
zoudt ge met uw geheim vertrokken zijn, zoo een toe
val u niet den mond geopend had. Ge ziet dat ik
openhartig ben en u niets verberg. Zoo ge waart heen
gegaan zonder uw hart voor mjj uit te storten, dan
zou mij dat diep ongelukkig hebben gemaakt.
Mijn lieveling!
Maar maar, Filip, het geluk waarvan wjj
droomen zullen wjj niet zonder moeieljjkheden be
reiken.
Gij zijt toch vrij?
Ja en die vrijheid sta ik u voor altijd af, maar
ge nioet weten dat mjjn tante het plan gevoimd
heeft mij te vertinden aan haar zoon Aurélien en
dat zij een oopermachtigen invloed heeft op mijnheer
De Prabert, mjjn voogd. Van dien kant voorzie ik
moeieljjkheden, maar die niet onoverkomelijk zjjn,
het gevaar echter, Filip, het gevaar is Aurélien en
zijn handlanger oom Jacques.
Aurélienriep Filip uit op dreigenden toon.
Ja, mijn neet, die toen ik ten huize van zjjn
vader kwam, inij als een onnoozel klein meisje be
schouwde, dat zijn aandacht niet waardig was, maar
die mij nu sedert zes maanden onafgebroken het
hof maakt en mij onophoudeljjk vervolgt met zjjn