Brieven uit „de Streek,"
Van hier en ginds.
na het gebruik van het middagmaal (vleesch en
groente). Alleen de heer des huizes is voor de
verschijnselen gespaard gebleven. Hoewel deze
wel van het vleesch, doch niet van de groente
genuttigd heeft, 't dus voor de hand ligt de oor
zaak in de groente te zoeken, houdt de genees
heer pertinent staande, dat dit een geval van
vleeschvergiftiging is. De slager, van wien
het vleesch afkomstig was, is een geheel betrouw
baar man.
Op Walcheren, waar men aardappelen
van puike kwaliteit kweekt, is men over 't al
gemeen zeer tevreden over de opbrengst. De
„muizen", die daar evenals elders het meest ge
wild zijn en gewoonlijk 5 cent per vijfkop meer
opbrengen, dan andere, léveren niet alleen een
goed beschot, maar maken ook mooie prijzen.
Wij ontvingen het Programma voor de
Tentoonstelling en Paardenmarkt op 11 Septem
ber 1899 te houden door de Afdeeling Zijpe
van de Hollandsche Mij. Landbouw te Schager-
brug.
Ter mededeeling worden opgeroepen. No. 1
Paarden, merrie ot ruin. No. 2 Veulens, gebo
ren in 1899, onverschillig van welk geslacht.
No. 3. De beste Melkkoe, niet afgewisseld. No.
4. Kalfvaarzen, geboren 1898. No. 5. Hokke-
lingstieren, geboren in 1898. No. 6. Zes Fok
schapen. No. 7. Zes Lammeren. No. 8. Een hok
Varkens, minstens 2 stuks in te zenden.
Pluimgedierte te zenden minstens 2 kippen
en 1 haan. No. 9. Inlandsche kippen. No. 10.
Leghorns. No. 11. Zilveren Wyandotten. No. 12.
Kriel kippen.
De prijzen wisselen af van fl.50 tot f 10.-
De aangifte van inzending moet voor den
len September bij den Secretaris der afdeeling,
den Heer J. van Leverink, geschieden.
De verloting zal plaats hebben op Dinsdag 12
September 1899, 's morgens 10 uur.
Té Arnhem is* opgericht de afdeeling
Aruhem van de Vereeniging voor Lijkverbran
ding. Tot voorzitter werd benoemd mr. J. A. van
Gilse, tot ondervoorz. mr. A. J. Kronenberg en
tot secr.-penningm. de heer P. Evekink.
Candidaatstelling Gemeenteraad.
NOORDSCHARWOUDE. Candidaten de hee-
renK. Hoff, C. Kleijer, C. Opperdoes (aftr.) en
D. Pool. (Stemming voor twee leden).
OUDKARSPEL. Zonder stemming herkozen
de heerenC. Eecen Pz. en Fr. de Boer Pz.
ZUIDSCHARWOUDE. Candidaten de heeren
K. Zeeman (aftr.), P. Molenaar (aftr.), Jb. Berk
hout (aftr.), P. Kostelijk en C. Jz. Bak. Er moet
dus stemming plaats hebben (voor 3 leden).
BROEK OP LANGEDIJK. Candidaten de
heerenA. Dirkmaat, J. Spaans (aftr.), Jb. Kos
telijk (aftr.), R. Slot (aftr.), A. Glas en J. de
Groot. Er moet dus stemming plaats hebben (voor
3 leden).
ZIJPE. Zonder stemming herkozen de heeren
A. J. Bakker, J. van Beusekom, G. Nieuwland
en Jb. de Moor.
SCHAGEN. Zonder stemming herkozen de
heerenW. Roggeveen Cz., C. Asjes, C. A. Hoog-
schagen en C. N. Vlaming.
NIEUWE NIEDORP. Candidaten de heeren
H. Dekker, D. Kuilman (aftr.), H. Schoorl, J.
van der Stok (aftr.), J. Strijbis Az. en W. C.
Visser (aftr.) Stemming (voor 3 leden) 11 Juni.
OUDE NIEDORP. Candidaten de heerenP.
Borst (aftr.), P. Bos (aftr.), J. Ligthart, C. Over
Kz. en J. Stam (aftr.). Dus moet stemming (voor
3 leden) plaats hebben.
SINT MAARTEN. Zonder stemming herkozen
de heerenK. Blom, J. Dekker Tz. en W.
Schermerhorn.
WINKEL. Candidaten de heeren: A. Nobel
(aftr.), Abr. Sloos (aftr.) en C. Meurs. Stemming
(voor 2 leden) moet dus plaats hebben.
DIRKSHORN. Zonder stemming herkozen de
aftr. loden, de heerenJ. Swan, C. Groot en J.
Schoorl.
HEER IIUGOWAARD. Candidaten de hee
ren: D. Appel, (aftr.) P. van Rijn, Jb. Met en
Jb. van der Oord. Stemming (voor 2 leden) moet
dus plaats hebben.
Het is te voorzien, dat het een zeer scherpe
strijd zal worden voor één zetel tusschen de drie
laatstgenoemde heeren.
SINT PANCRAS. Candidaten de heerenL.
van den Vijzel (aftr.), J. Schuit (aftr.), Jb Slij-
ker en Jb. Rujjs. Er moet dus stemming plaats
hebben (voor 3 leden).
WARMENHUIZEN. Tot candidaten zijn ge
steld de heeren: T. Hoogeboom en J. de Geus Jz.
(aftr. leden) en K. Slot.
OUDORP. Herkozen G. Admiraal en J. Buren.
HENSBROEK. Herkozen de heerenC. Koe-,
man, P. Schuit en S. Vlaar.
ALKMAAR. Candidaten zijn de heeren
le kiesdistrict: P. A. KootJ. de Lange C.Jz.
en W. F. Stoel Sr.
2e kiesdistrict: J. M. de Sonnaville en J. de
Wit Dz.
3e kiesdistrict J. H. Blum, G. T. M. van den
Bosch, H. Coopmans en M. Uitenbosch.
In ieder kiesdistrict zijn twee plaatsen te ver
vullen.
LXXXVIII.
22—29 Juni. Sedert eenige dagen heerscht
aan „de Streek" weder eene prettige drukte,
's Morgens vroeg rept ieder zich naar het veld,
om de bekende muisjesaardappelen te rooien
en 't is alsof er een wedstrijd wordt gehou
den wie daarmede zijne mand het snelst heeft
gevuld. Op de meeste akkers rooit 't niet ge
makkelijk omdat, door weinig regen, de grond
zeer hard is geworden. Toch zijn er bouwers
en arbeiders die elk half uur eene zoogenaamde
kaakmand, d. i. H.L. weten te vullen. Te
gen 1 ure ziet men volgeladen schuiten in de
richting van Hoogkarspel ter markt gaan een
uur daarna trekken ze in grooten getale naai
de hoofdmarkt te Bovenkarspel, terwijl einde
lijk tegen 4 en 5 ure, de stroom zich naar
Broekerhaven en Enknuizen richt.
Bovenkarspel kreeg weder ruimschoots haar
deel.
Reeds Vrijdag 21 dezer kwamen aldaar 3992
halve H.L. ter markt. Den daaropvolgenden
dag was de aanvoer belangrijk minder, omdat
te Grootebroek eene katholieke feestdag werd
gevierd en werden 2753 halfinudden genoteerd.
Maandag werd weder met frisschen moed ge- j
rooid en passeerden 4846V2 halve H.L. de vei
ling. Was deze aanvoer reeds vrij belangrijk,
toch werd deze Dinsdag weder met 697 zak
overtroffen. Nog hadden we blijkbaar het top
punt niet bereikt, want Woensdag werd het j
record, dat sedert het vorig jaar op 6070 stond,
geslagen en werd dit gebracht op 6471 ]/2 halve
H.L. üf deze aanvoer nog weder door grootere
zal worden gevolgd, is bezwaarlijk te beoor-
deelen, doch dat deze de eerstvolgende twee
weken zeer belangrijk zal zijn en 5 h 6000
zak meermalen zal worden aangeboden, dat is
vrij zeker. Ook de naburige markten, te Enk
met een lief stemmetje 't een of ander te bestel
len, en spoedig daarna te bemerken dat zij
haar portmonnaie had verloren Maar dat was
niets. De winkelier kende immers gravin ot me
vrouw die of die wel; nu ma zou't wel betalen
en anders, dat was nog veel beter, bij thuiskomst
zou zij den huisknecht direct sturen om het ver
schuldigde te voldoen.
Tot zoo lang moest de winkelier 't maar boeken.
Met honigzoet lachje, eenigszins verlegen,
voegde zij aan dit praatje toe, dat het haar zoo
vreeselijk speet, haar beursje niet bij zich te heb
ben, omdat zij onderweg nog iets moest koopen.
Gedienstig leende de winkelier aan de dame(?),
die hij vertrouwde, en wie men niet kon aanzien
dat het een sluwe oplichtster was, die reeds hare
sporen op dit gebied had verdiend. Twee malen
toch hadden de gevangenisdeuren zich reeds voor
korter of voor langer tijd achter haar gesloten
en ook nu moet zij nog een straf ondergaan.
't Kunstje van koopeD en leenen, zonder ooit te
betalen, werd met goed gevolg door dejuffrouw
vertoond, totdat zij, misschien bij vergissing eer
gisteren 't grapje wilde bedrijven in een winkel
waar zij eenige dagen te voren op gelijke wijze
oplichting had gepleegd.
De politie werd gewaarschuwd, en toén deze
verscheen, was de dievegge wel reeds lang en
breed verdwenen, maar de winkelier wist genoeg
van haar doen en laten af, om te weten in welk
stadsgedeelte de meeste kans bestond de dame(?)
te vatten.
Na een paar uren slaagde de winkelier er dan
ook in zijn „klant" aan te houden en over te
leveren aan den politieagent. Op handige wijze
had hij het spoor gevonden. Zij werd aangehou-
in een huis aan de Hooigracht, waarvan de be
woner uitstedig was en waar de juffrouw op be
zoek was bij het dienstpersoneel.
Bepaalde voorliefde voor het een of andere
voorwerp bleek „Corrie" dit is de voornaam
van de oplichtster niet te hebben, want na
hare aanhouding werd er heel wat gevonden, dat
vermoedelijk door oplichting in haar bezit was
gekomen. Chocolade, reukwater, zilveren lepels,
ringen en allerlei snuisterijen om nog niet
eens te spreken van het geld, dat zij overal leende
waren van hare gading.
Alleen in het Noordeinde moeten niet minder
dan zes winkeliers bedrogen zijn.
Kalmpjes beklom Maandag de heer Louis
Bouwmeester den Drachenfels aan den Rijn om
te genieten van het heerlijke vergezicht dat daar
is te bewonderen, toen hij plotseling verrast werd
door een ovatie van een 60-tal landgenooten.
Het waren leden der Sint Josephsgezellenvereeni-
gingen van Amsterdam en elders, die deel had
den genomen aan het gouden feest hunner ver-
eenigingen te Keulen en tot besluit c en uitstapje
langs den Rijn maakten. Toen zij den vermaar
den landgenoot zagen, werd weldra een „lang
zal hij leven!" aangeheven, op zijn voorstel ge
volgd door een „leve de Koningin!" terwijl ten
slotte het oude „Wilhelmus" (met piston begelei
ding) weerklonk door de dreven. Met een hand
druk nam men afscheid van elkaar, doch toen
men efen paar uur later „elkaar weer tegen het
lijf liep" vereerde men den gevierden acteur een
lange Goudsche pijp en werd gezamenlijk ge
dampt, dat het een aard had.
Vergiftigd door vleesch!
Ook in Amsterdam heeft zich een geval
van vermoedelijke vergiftiging door vleeschge-
bruik voorgedaan, hoewel aanvankelijk zonder
nootlottigge gevolgen.
Yan een gezin zijn 5 personen ernstig onge
steld geworden, met hevige braking en diarrhee
alles verbindt ons en beveelt dat wij ons zullen ver
eenigen.
Robert haalde even de schouders op, drukte zijn
broeder nogmaals krachtig de hand en ging heen
zonder hem aan te zien.
Bernard had hem niet weergezien dan voor het
hot van assises van Puy-de-Dóme.
Slechts twee jaren waren er tusschen die beide
data verloopen.
De hoogmoedige uitvinder had zijn wettig aandeel
ontvangen van de nalatenschap zijns vaders, om
streeks tachtigduizend francs, een vierde gedeelte
van hetgeen hem te beurt gevallen zou zijn, wan
neer hij niet onterfd was, en deze geheele som had
hij gestoken in de uitvinding, waarmede hij een ge
heele omwenteling wilde te weeg brengen.
Die uitvinding was inderdaad prachtig, maar der
tig jaren te vroeg in toepassing gebracht.
Op de hoogte, die de wetenschap destijds bereikt
had, kon de onderneming zeer moeieljjk slagen, maar
Robert werd gesteund door eenige financiers, man
nen van de beurs, voor wie de val eener maatschappij
soms even winstgevend is als haar welslagen. Zij
lichtten met Robert een vennootschap op, maar toen
deze failleerde, wisten zij zich behendig terug te trek
ken, redden hun aandeelen en lieten Robert Duhesme
alleen tegenover de schuldeischers. Niet slechts dat
zijn vaderlijk erfdeel van tachtig-duizend francs ge
heel verzwolgen werd, maar de ongelukkige uitvin
der stond bovendien nog voor een passief van twee-
honderd-duizend francs.
De schuldeischers van de maatschappij bleven niet
in gebreke inlichtingen in te winnen omtrent de fa
milie van Roberten kwamen zoodoende in aanraking
met het hoofd dier familitie, Bernard Duhesme. Zij
vonden in hem een man, die in zaken zeer eenvou
dige begrippen had: Robert had schulden,die moes
ten betaald worden.
Hij betaalde zonder aanmerking, zoodra men hem
de deugdelijkheid der vordering bewees en hieraan
werd al het geld besteed, dat Robert geweigerd had,
Bernard moest er zelfs nog eenige duizenden francs
uit zijn eigen kas bijvoegen.
Toen Robert deze edele daad vernam schreef hij
een woedenden brief aan z(jn broeder, waarin hij
dezen verzocht zich nooit meer met zjjn zaken in te
laten.
Beleedigd over deze bitsheid en ondankbaarheid,
beschouwde Bernard zijn broeder voortaan als ver
loren en schreef hem nooit meer, ook vroeg hij geen
berichten meer omtrent hem aan zijn handelsvrien
den en correspondenten. Hij verbond zich met een
jongen ingenieur, den heer Celestin Puybarrau, die
juist van de academie was gekomen, en beiden be
gonnen langzaam en omzichtig het belangrijke werk,
dat Bernard te vergeefs getracht had met den avon
tuurlijken Robert op touw. te zetten.
De misdaad te Miramont-la-Montagne, de beschul
diging tegen zijn broeder uitgebracht, het pijnlijke
rechtsgeding voor het hof van assises, besloten met
de veroordeeling van den beschuldigde, brachten
Bernard een zwaren slag toe: Robert een moorde
naar, Robert een dief, Robert een galeiboef.
Bernard Duhesme boog het hoofd zoo dieponder
het gewicht van de schande, alsof hij zelfde schul
dige was, hg trok zich terug in de eenzaamheid en
veranderde van naam.
Hiermede kreeg hij evenwel zijn kalmte, zijn te
vredenheid en zijn levenslast van vroeger niet terug.
Hij werkte onverpoosd en nam de gewoonte aan
elk jaar een groote buitenlandsche reis te doen.
Ongeveer twee jaren zijn er sedert de veroordee
ling van Robert verloopen als wij hem in Schotland
terugvinden, aan het venster van een hotel in Glas
gow, waar h(j opgetogen van bewondering naar een
meisje zat te kijken, dat, in het wit gekleed, zich
behaaglijk in een hangmat wiegde.
Bernard verdiepte zich zoodanig in de beschouwing
van deze blonde schoonheid, dat hij alles om zich
heen vergat. Voor het eerst van zijn leven voelde
hij een bekoring in zich opkomen, een gevoel, waar
aan hij geen weerstand kon geven, dat hem onge
rust en tevens onbeschrijfelijk gelukkig maakte.
Hoelang had hjj daar vol verrukking en bevend
van ontroering aan het venster gezeten
Hij meende slechts een paar minuten, in werke
lijkheid meer dan een uur.
Zijn betoovering werd verbroken door de komst
van een man. Ook deze was nog jong, zeer blond
en naar den laatsten smaak gekleed.
Hij naderde de hangmat, sprak een paar woorden
tot de jonge vrouw deze stond langzaam op. leunde
op den schouder van den man en liet zich zoo op
den grond zakken.
Het paar begaf zich arm in arm naar huis en
vèidween daar voor de oogen van Bernard.
Een zoo schoone droom kon niet onaangenamer
worden afgebroken. Bernard voelde een hevige af
gunst en sombere woede in zich opkomen jegens
den jongen man, die in de omgeving van een zoo
bekoorlijk schepsel leefde. Hij bleef nog een kwar
tier lang op dezelfde plek zitten in de hoop dat zij
weer buiten zou komen, maar niets bewoog zich
aan het kleine witte huisje. Toen maakte zich een
brandende nieuwsgierigheid van hem meester, hij
wilde alles weten, inlichtingen vragen en daarom
ging hq naar beneden en sprak den hotelhouder aan.
Deze man wist niet veel omtrent zijn buren, maar
het weinige dat hjj wist was ook voldoende, om
den vrager tot kalmte te brengen.
Ongeveer een maand geleden waren de beide jon
gelieden daar komen wonen in het huisje, dat aan
lord Hollays toebehoorde, zjj heetten Jacques en Fe
licia Hilson en waren broeder en zuster.
- Broeder en zusterriep Bernard uit, weet ge
dat zeker.
O zeer zeker. Trouwens men behoeft hen maar
aan te zien, zij gelgken sprekend op elkaar.
Inderdaad, mompelde Berhard, die zich nu ook
herinnerde, dat er eenige overeenkomst bestond in
hun trekken, in hun gang, waarop hij inheteersts
oogenblik niet gelet had.
Hij loosde een diepen zucht van verlichting.
Vanaf dat oogenblik had Bernard De Prabert
slechfs één gedachte het bekoorlijke schepsel weer
te zien en hij bracht geheele dagen door aan het
venster van zijn kamer, met de oogen begeerig ge
richt op den tuin aan den overkant, maar de schoone
Felicie vertoonde zich niet meer, legde zich niet
meer in de hangmat, in de verkwikkende sehaduw
der lommerrijke kastanjebommen.
Ternauwernood zag hij nu en dan bij lange tus-
schenpoozen haar wit kleedje achter de vensiers
het was, alsof zij wist, dat zij door een begeerig
mannenoog werd bespied en zich daarom voor die
huizen, Broekerhaven en Hoogkarspel kregen
grooteren aanvoer. Zij wisten het dagelijks tot
1000 a 1500 zak te brengen.
Nain het aanbod sterk toe, ook nu ging dit,
als gewoonlijk, met eene daling der marktprij
zen gepaard. Tot Maandag bleef de prijs nog
steeds f 2 en daarboven per 1/2 H.L. Zelfs Dins
dag werd door menig bouwer nog f2 è,f2;05
bedongen, doch Woensdag trad eene vrij sterke
daling in en varieerde de prijs van f 1,40 tot
f 1,80. Te Bovenkarspel kon f 1,50 als de ge
middelde prijs worden aangemerkt, terwijl
Enkhuizen en Broekerhaven zelfs nog ietsla
ger stonden. Hedenmiddag werd weder eene
rijzing geconstateerd en kon fl,50 k f 1,75
worden bedongen.
Aan de knollenmarkt verschenen Maandag
morgen 80000 stuks, die echter zonder uitzon
dering reeds vooraf waren verkocht en slechts
de veiling passeerden, teneinde daardoor boete
te ontduiken. De oorspronkelijke kooper mijnt
in dergelijke gevallen in den regel op de eer
ste vraag van den afslager, doch houdt zich
bij de betaling natuurlijk slechts aan de vooraf
vastgestelde koopsom. Hoewel nu Maandag
morgen door den afslager met f8 per 1000
stuks werd begonnen, werd op die vraag niet
alleen door de oorspronkelijke kooper, doch
ook door andere handelaren gemeind en waren
zij er niet zeer vlug bij, dan gingen ze tegen
dien prijs in andere handen over, wat dan ook
werkelijk geschiedde.
Aan de bloemkool markt verschenen Maan
dag 200, Dinsdag 2800 en Woensdagmorgen
omstreeks 8000 stuks, die tegen f6 a f 10,50
per 100 stuks werden verhandeld. De kwali
teit valt over 't geheel zeer te roemen. De
verkoop per 100 stuks, zonder toetai, heeft
niet den minsten tegenstand ontmoet, zoodat de
toe- of overtallen tot het verledeue kunnen
worden gerekend.
In de volgende week kan, bij eenigszins
gunstige weersgesteldheid, reeds eene betee-
kenende aanvoer van bloemkool worden tege
moet gezien. Wij kunnen ons dus er reeds op
wapenen, dat de handen terdege uit de mou
wen zullen moeten worden gestoken. Menig
een zal het grootste deel van den dag aan de
markt moeten doorbrengen, om de enorme
hoeveelheden aardappelen en bloemkool tijdig
te verpakken en in de wagons te laden.
K.
Er is altijd veel twist geweest
Of een aap een mensch is of een beest;
En dat verwondert ons ook niet,
Daar men zooveel apen onder de men-
schen ziet.
De Schoolmeester kon het aardig zeggen. Toen
hij deze dichtregelen in een geestige bui neer
schreef, leefde hij nog niet te midden van een
fietsende wereld. Wie weet wat hem dan uit de
pen gevloeid ware. We zijn echter nu alreeds
zoover gekomen dat werkelijk apen fietsen even
als wij. De bekende „apen-professor" Garner heeft
van een onderzoekingsreis in Afrika een zeer
verstandige aap naar Engeland gebracht, die
tegenwoordig in Bellevue Garden te Manches
ter geherbergd wordt. „Konsul" zoo heet het
dier, is een uitstekend wielrijder. Hij leerde het
op een driewieler en rijdt thans op een twee-
wieler, waarvan hij zich bedient als een mensch,
voortdurend bellende. Dat is z'n grootste plei-
zier. Zonder bel heeft het rijwiel voor hem geen
waarde, evenals het leven voor zoo menig onge
huwde jonge man. Maar trouwen ja, wist
onbeschaamde blikken wilde verbergen. Door dit
vergeefsche werd het verlangen van Bernard tot
het uiterste geprikkeld en de eerste vervoering van
hart en zinnen zou in staat zijn geweest hem tot
onherstelbare dwaasheden te verleiden.
Zoo dacht hij er aan over den muur van den tuin
te klimmen, door het venster het huis binnen te
dringen, aan de voeten van de aangebedene neer
te knielen en haar in gloeiende bewoordingen zqn
hartstocht te beschrijven. Doch bij een weinig na
denken kwam hem dat middel wel wat al te mid
deleeuws en te veel in strijd met de Britsche be
grippen van welvoegelijkheid voor.
Wanneer hij eens aan de voordeur schelde en in
beleefde termen een onderhoud vroeg met de bewo
ners van het huisje?
Dit zou een wanhopig besluit zijn en niets uit
werken, want het huis van een Engelschman is
niet zoo voor een ieder toegankelijk, men zou den
vreemdeling zeker niet ontvangen.
Terwijl Bernard zoo zat te peinzen op een mid
del om met het meisje in aanraking te komen,
had hij eenige nuttige waarnemingen gadaan.
Wanneer de schoone Felicia al nooit een voet
buiten de muren van haar tuin zette, ja zelfs
het witte huisje zelden verliet, haar broeder
Jacques daarentegen maakte veelvuldige wande
lingen naar Glasgow.
lederen avond, zoodra de duisternis was ge
vallen, ging hij uit, sloot zorgvuldig de buiten
deur achter zich en sloeg met vluggen tred den
weg naar de stad in.
Gewoonlijk kwam hij 's avonds zeer laat thuis,
soms eerst den volgenden morgen.
Na allerlei plannen, bet een al onuitvoerbaar
der dan het andere, kwam Bernard ten slotte op
een gelukkig denkbeeld.
{Wordt vervolgd.)