djjker Goirant,"
TtUiiST
i
JHRHOP,
JDKARSPEL.
ïijur:::!""
He A]
NnnrrH ^°men
en, regelings-
'aanisioHiam
ran
VI
bij J. JONG Noordscharwoude.
J. JONG 't Veld.
meent
WOU
ter k<
bende]
MAAJ
in dez
gen
vijf ur
Bui
1
a
t Wa
Zacll
1 Zacl
Kou
tji Sunl
n Sant
S3 Stui
Moet
m ©Zeef
j 0) Blee
k S Bleeiard' diem
j +j ngekomen,
J i< Bieeiden.
J 0 OroLoggt plaats
k wensche-
k fl .^'raadzaal de
i o zin
J f 0ni i
J U d door een
k TLen afbreuk
k Jhrij voorzat.
k rfl 'e personen
k iet Oudkar-
uiterst
rhinderen,
stige (o. i.
ig aan Bur-
f© de t zich even
houdend waar de
J ang van za-
Cl 11 S (hunne wo-
odzaakt zag
■eceptie was
Noords^,, gelegen-
16, 2.n misbruik
>anklanken
UUI "wereld ge-
Credi^woor men
/en, Cou
7 -ukt behoeft
potll€n61üQ commis-
_r .mengesteld
V00r. U. to 00,'
J"e", wo Woven
bank nea,lesgldc.
La. \Vrdige wijze
le opzichten
■w programma
met 't oog
Janomen, dat
jurant in de
R. Ja programma
q |>eten we ons
h edenmorgen
gezui\
I ni'tolnito^ t(Jn nut(;e)
Oien we ons
l dit verslag
te nemen.
J we niet te
Vraag, weike
van der burgerij
i zij klokke
len krachtig
ze feestzaal,
Na 't plaats
't fanfare-
«xrolojl vW»
dat Ge hier in ruime mate zult mogen vinden achting, liefde
waardeering.
Wees gezegend in uwen nieuwen werkkring! Wat zullen
we hier zeggen van Oudkarspel?! Geruchten hebben de ronde
gedaan, die laten we maar zeggen -voor onze gemeente
minder vleiend waren. Zal ik, als burger dezer gemeente, Oud
karspel gaan verheffen? Neen, dat wil ik niet. Doch, wat ik
hier gaarne doe, is dit: mijne eigen ervaring raadplegen. En
wanneer ik dan bedenk, dat ik gedurende mijn zestienjarig
verblijf alhier in deze gemeente heb ondervonden veel goeds
en veel reden tot blijdschap, als ik me herinner den steun en
de medewerking, die ik vele malen mocht ervaren, als ik me
voor den geest stel mijn 25-jarige ambtsvervulling, hoe men
hier getracht heeft mij en de mjjnen dien dag tot een heerlij
ken, onvergetelijken dag te maken, waar ik mocht vinden in
deze gemeente zooveel genegenheid, zooveel liefde, daar moet
't mij hier van 't hart: Oudkarspel is niet, waarvoor men 't
heeft willen laten doorgaan. Zie, Ed. Achtb., waar het vorige
jaar allerwege met groote opgewektheid de kroning onzer ge
liefde Koningin is gevierd, daar is ook Oudkarspel niet achter
gebleven. Ook onze gemeente heeft toen getoond, feest te kun
nen vieren zoo, dat we er van mochten zeggen 't is geweest
een waardig, schoon, edel feest. En daarom wensch ik U toe,
Geachte Burgemeester, ditheb goeden moed en uwe
gemeentenaren zullen uwe verwachtingen niet beschamen. Zie,
dagen zijn gekomen en dagen zijn heengegaan; wanneer Ge
zult hebben gewijd uwe krachten, wanneer ge zult hebben
getoond uw beleid, ik twijfel er niet aan, of spoedig zal 't U
wezen, zoo, dat Ge zult zeggen en gevoelenik woon te mid
den van mijn volk.
't Ga u welLeve onze BurgemeesterDonderend applaus
Een tot drie malen toe herhaald: „Leve de Burgemeester!"
door al de aanwezigen, gevolgd door een even hartelijk „Leve
de Dominé hoera
't Fanfarecorps speelt: Lang zal hij leven! men rijst op
van zjjne plaats en stemt algemeen hiermee in.
Daarna geeft 't fanfarecorps nog een nr. ten beste, wat een
luid applaus verwerft, waarop de zangers aantreden en ten
gehoore brengen: Welkomstlied, Het Volkslied en Aan den
Schepper, 't laatste van Mozart. Een levendig applaus doet
zich hooren na elk nr.
De hamer begint den Voorz. de handen te jeuken, waarom
hij de vraag doet, of een dor aanwezigen wellicht nog een
woord heeft te spreken. Wijl niemand zich aanmeldt, hervat
hij, welnu Dames en Heeren, dan wil ik toch 't woord geven
en doe dit dan maar aan me zelf.
Pierson heeft eens gezegd: „Sympathie is heerlijk, vooral
wanneer die komt van jeugdige harten." We hebben daar ge
hoord die schoone liederen, we luisterden meer met innig ge
not naar dat altijd schoone Volkslied, waarin we zegen vragen,
zegen voor land en Koningin. We vragen zegen, best, maar
vergeten we niet de handen uit de mouwen te steken. Zie,
onze gemeente is een deel van ons vaderland, in zooverre kun
nen we allen iets bijdragen tot 't welzijn van ons vaderland.
Wanneer we dus dat lied zingen, leggen we feitelijk meteen
de belofte af, iets te willen doen, al moet dit dan zijn in klei
nen kring, iets tot heil van ons land. En bij het zingen, im
mers zongen onze harten daar zoo even mede, en legden we
dan ook eene beloften af aan onzen nieuwen Burgemeester, als
vertegenwoordiger onzer Koningin. Zeker, ongetwijfeld wil ieder
onzer doen, wat hij kan; we willen beantwoorden aan onze
levenstaak, we willen vervullen met liefde onze plichten als
Vinrirora ftnwp orompontp en 't daardoor nnztin Burgemeester sre-
1°L 'PI9^
bjubj }oq joop
uann?g -Q uq
jioq op joo^
10 (iq.iBnp qoj}
ioa eSipnoAueo
a\ ^qoo^ o(j
oouoS jodsjB^
nu 'ya-z jBp
Bp 'uoqoo; uo;
Soq 0} Sinjfij
V'3'Z ™<>X
sbjS uoo IJOUI
tOA uo qosnotu
Suiuoqoj uo;
IBBp ijlMJOJ,
)2joom uoqqoq
'Opjjz OjOOIOlJ
qoop 'u(jz oj
j}iuo 'uoJOMoq
)0[oSjb pioqSi}
pfhpuBqjOAO si
Joop inpBJiJ
opaa uo ;sni .uiope soqv
ipuiuioq qs.to&z q, rao jqo uoo jooq
siogjnq uftz uba uoppitu oj uoo^v
'pui.iA uoo qoq lodsie^pno eoo^v
'uoief uba je; pueqsftq Avn queqog
;uOAO.ip ozuo ui .xoiq uiojqoAv jjotq uiojqo^
.'puo^s uepftjq .zoop dö uioqja^
'puoui joj[b qm qïfuipi mo^o^ q,
i UOAO.IQS JO|(B suo fjz qqoejpuog;
'pSno.iA uba qs.ioq op qioojS uoq y'
'pSnof pioqsft.ig ;uouio(5( uo^oojg
iqoB[ouuoz 'joaoo[ puojnoy
'uouojq nu !}8O0j 3[ft(jooq suo ?uios
•Sep opftjq 'puoSozoS soo^
'uouo^oqnf ^oui qoojSoq qsoojW
•paooqoSuBB pjoAv opjooq uo^ooiq^uo ^oui uo Suipnoq
opuBB?s UI -qjqoy -pa-z joop qjoiijoq 'uoSuiz oj ooi (1po;nsnioq
"I9jA" 8pnBB}8Jopuo ^oq '[ooqos jop pjooq puo^eni 'st^ aooq
nop uba Suipioj jopuo '-q?qoy jop^'z uio pjo^sogdo ^snoqdjo"
dBqos[ozaSSuBz siodsaeqpno puo^s SueSdo nop uba opfizjoj,
•nasein mono