BIJVOEGSEL
van de Jieuwe Langedijker Courant"
van Zondag 6 Augustus 1899.
Vervolg Nieuwstijdingen.
Veeziekte.
In de gemeenten Oudorp, Oude Niedorp, Aals
meer en Heerhugowaard zijn nieuwe gevallen
van mond- en klauwzeer voorgekomen. Bij de
veehouders G. Wijdenes Spaans te Oudorp en
C. Kieft te Zuid- en Noordschermer is de ziekte
geweken.
De hardnekkige dienstweigeraar.
Van Wendt, de milicien, die niet dienen wil.
is door den krijgsraad te Haarlem veroordeeld
tot 8 maanden militaire gevangenisstraf.
A la Munchhaussen!
Een jager in Limburg was reeds van den vroe
gen morgen op jacht en had zijn geheelen voor
raad hagel verbruikt. Vele schoten waren mis
geweest, doch ook menig haasje was verhuisd
naar de weitasch van onzen jager. Daar bemerkte
hij nog een respectabelen langoor, die, kort bij
een boom gezeten, in philosofische bespiegelingen
verdiept, de nadering van den jager niet scheen
te bemerken.
Hoe die nog te bemachtigen?
Goede raad was duur!
Hij grijpt in een zijner zakken en vindt een
grooten nagel, zooals de hoefsmid ze gebruikt.
Fluks dien op 't geweer geladen, en ..juist
toen langoor zijn biezen pakte pat!
Het schot was raak. De nagel was door het
oor van den haas in den boom gedreven, en
langoor stond vastgenageld!
Onze jager gaf hem nu op zijn gemak den
genadeslag en palmde triomfantelijk den vetten
jachtbuit in.
Leelijk verzuim!
Arie Bey, geboren in 1869 te Zoeterwoude,
wiens inschrijving voor de nationale militie voor
die gemeente in het jaar 1888 was verzuimd,
is door gedeputeerde Staten voor den dienst als
nog aangewezen en voor 2 jaar ingelijfd bij het
4de regt. infanterie.
Voorwaar geen prettig buitenkansje voor den
betrokken persoon, die van plan was in het hu
welijksbootje te stappen, waardoor het verzuim
zijner inschrijving aan het licht kwam!
Ook een tentoonstelling.
Het echtpaar A. P. G. te Broek (Fr.) werd
in het vorig jaar, in de maand Augustus, ver
rast door de geboorte van drielingen, van wie
één genoemd werd naar de Koningin. H. M.
verraste het echtpaar toen met eene gift. De
kinderen zijn sedert flink opgegroeid en verheu
gen zich ook thans nog in eene goede gezond
heid. Daar velen belangstelling toonden om de
jonggeborenen te zien, hadden eenige heeren be
sloten om daar toe de gelegenheid open te stel
len. Op den verjaardig van H. M. de Koningin-
Moeder zijn de kleinen te Dokkum te zien ge
weest.
Te Egmond aan Zee spoelde Zondag
morgen het lijk aan van een daar thuis behoo-
rende visschersvrouw. Haar man was ter haring
vangst en daar zij een nog jeugdig kindje had,
gingen de bewoners haar huis binnen, doch von
den de kleine niet. Men vermoedde nu, dat ook
het kind met de moeder verdronken zou zijn en
na den geheelen dag gezocht te hebben, spoelde
ook het lijkje van het kind. De grootmoeder de
zer vrouw verdronk indertijd in een waterput en
haar moeder in een sloot bij Egmond aan den Hoef.
Een curieuse vondst deed men in het bosch
onder Hilversum. Verborgen in het zand bij
een boom vond men een slagersbusje, waarin
ruim tweeduizend gulden in geldswaardig papier.
Bij onderzoek bleek, dat dit blikken busje door
twee landloopers in een winkel was gekocht. De
politie nam het geld, dat vermoedelijk van dief
stal afkomstig is, in beslag en zet haar onder
zoek voort.
Land- en tuinbouwkunde.
De acte examens land- en tuinbouwkunde zijn
thans geëindigd. Voor de landbouwkunde hadden
zich aangemeld 42 candidaten, waarvan 21 slaag
den; 14 werden afgewezen, 5 kwamen niet op,
terwijl 2 zich tijdens het examen terugtrokken.
Voor de acte tuinbouwkunde waren 8 candida
ten, waarvan 6 slaagden en 2 werden afgewezen.
Voor de middelbare acte landbouwkunde slaagde
de eenige candidaat, voor het acte examen hout-
teelt M. O. de twee candidaten.
De tegen ds. A. De Koe, te Helder, door
officieren der zeemacht ingediende klacht wegens
opzetteljjke beleediging vau het marine-personeel
is door het klassiekaal bestuur te Alkmaar onge
grond bevonden.
bestuur van het Rijksmuseum te Am-
Sterdam gaat nog steeds voort, opgaven te ver
strekken van het aantal bezoekers, ofschoon be
kend is, dat dit aantal op geen enkele wjjze wordt
geconstateerd en alleen de bedienden aan den
ingang, die parapluies en wandelstokken in ont
vangst nemen, er aan 't einde van den dag een
slag in slaan.
Dat gaat zoo:
Hoeveel zouden we zeggen, vandaag?
Och, zeg maar wat, honderd
we^ie^•011aerd.a^e,, "*"'g
Twee honderd, laat naar je kijken
het ™",cl,il deeta b»°-
JÈ**- ™U 160 diM' t0'
Zaak Haas -Van Hall.
De uitspraak.
Woensdag werd dit proces, hetwelk eenig is en
misschien eenig zal blijven in de annalen van de
Nederlandsche rechtspraak, voor de Amster-
damsche rechtbank beëindigd. Vele belangstellen
den, zoowel in de zaal als op de tribune woon
den, evenals eenige ad vocaten, de terechtzitting bij.
De voorlezing van het vonnis nam geruimen
tijd in beslag, doordat hierin nog eens alle feiten
in den breede en de getuigenverklaringen wer
den nagegaan.
In de eerste plaats werd behandeld de leening
van den commissionnair B e ij e r aan Haas
waarvoor Haas in betaling heeft gegeven effecten
van den Chalons-Orléans-spoorweg, welke later
bleken waardeloos te zijn. De rechtbank over
wegende, dat uit het getuigenverhoor gebleken
is, dat Haas wist dat deze effecten niet aan de
beurs te Amsterdam worden verhandeld en dat
het niet is aan te nemen dat hij zich niet van
de echtheid van deze vreemde effecten had ver
gewist, concludeert dat Haas geweten heeft, dat
de effecten waardeloos waren.
In de zaak Zu Spaur overweegt de recht
bank, dat de feiten ten laste gelegd aan beide
beklaagden, niet zijn bewezen met 't oog op 't
feit dat de verklaringen van de getuigen Zu Spaur
en Jacobs tegenstrijdig luiden, waarom zij beide
beklaagden voor dit feit vrijspreekt.
Eveneens werden beide beklaagden vrijgespro
ken voor het ten laste gelegde in de zaak
Heldringen en Pierson, omdat ook hier het
overtuigend bewijs niet geleverd is.
Ten slotte kwam in behandeling de zaak Span
jer, waarin Van Hall alleen beklaagde is. De voor
lezing van de getuigenverklaringen in deze zaak
hield vooral lang aan, daar ook nog verschillende
brieven tusschen v. Hall, Haas, Spanjer enz. wer
den voorgelezen. De rechtbank acht voldoende be
wezen, dat Spanjer is opgelicht en dat de wissels
hem gegeven van misdrijf afkomstig waren. Van
Hall heeft hier kennis van gehad wat blijkt uit
de correspondentie door hem met Haas gevoerd.
De rechtbank concludeerde dan ook dat Van
Hall zich heeft schuldig gemaakt aan heling,
daar hij wist dat de beide personen, met wie hij
omging en die hij zelf' aanduidde als „Robert
en Bertram", geen betrouwbare personen waren
en zonder middelen, zoodat hij kon weten dat
de door hen aangeboden effecten niet op eerlijke
manier waren verkregen.
De rechtbank concludeert verder, dat geen ter
men aanwezig zijn tot vernietiging van do dag
vaarding. Zij verklaart Haas schuldig aan het
boven ten laste gelegde misdrijf sub. a, verklaart
Haas en Van Hall beiden onschuldig aan het
ten laste gelegde sub. b en c, en verklaart ten
slotte Van Hall schuldig aan het ten laste ge
legde sub. d en veroordeelt Ph. Haas wegens
oplichting tot eene gevangenisstraf van drie ja
ren met aftrek van de preventieve hechtenis,
zijnde zes maanden, en mr. F. A. van Hall tot
eene gevangenisstraf van drie jaren zonder aftrek
der preventieve hechtenis.
Het voorlezen van de uitspraak werd door be
klaagde Van Hall met gekruisde armen en strak
gelaat aangehoord. Geen spier vertrok hij.
Wat Haas betreft, deze stond een weinig voor
overgebogen met beide handen leunend op het
beschuldigdenbankje. Bij de uitspraak scheen zijn
hoofd nog een weinig lager te zakken.
Naar wij vernemen, zal Mr. Van Hall in hoo-
ger beroep komen van het vonnis, Woensdag
door de rechtbank gewezen; aangezien de ver
dediger van Haas uitstedig is, kan deze omtrent
het beroep nog niet beslissen.
Nieuwe Postzegels.
Het „U. Dbl." schrijft:
De nieuwe postzegels zijn in omloop gekomen.
Dat wil natuurlijk nog niet zeggen, dat wie thans
postzegels koopen gaat, nieuwe ontvangt De voor
raad oude i3 aan de verschillende kantoren nog
zóó groot, dat een nieuwe op een brief voorloo-
)ig nog wel een groote bijzonderheid zal blij-
cen te zijn.
Het hart van menig verzamelaar zal natuur
lijk overvloeien van verlangen naar deze novi
teiten. Daar is reden voor. Want de nieuwe zijn
zoo bjjzonder fraai uitgevoerd, zoowel wat de
teekening als wat de kleur betreft, dat de Ne
derlandsche postzegels op dit oogen blik zeker met
de fraaiste op één lijn gesteld mogen worden,
ja, zelfs bovenaan staan.
De buste der Koningin is fraai ontworpen, en
en is genomen naar het bekende portret in Kro-
ningsornaat, het hoofd getooid met een diadeem.
Buitengewoon fraai zijn.de postzegels, die in
twee kleuren gedrukt zijn, b.v. die van 25 cents
in blauw en rood. De postzegels van vijf cent,
in de wandeling steeds „blauwe" postzegels ge
noemd zijn thans rood. Daar zal men dus nog
aan moeten wennen. Ook de duurdere zegels zijn
zeer fraai van tint.
Tegelijkertijd zijn ook nieuwe briefkaarten in
omloop gebracht. De binnenlandsche zijn groen,
de buitenlandsche rood. Het zegel is op deze
nieuwe niet zooals thans met de smalle zijde,
van den rechthoek naar beneden geplaatst.
Het „Vad." deelt omtrent de nieuwe zegels
nog het volgende mede:
De zegels van y2, 1, 2 en 2V2 cent zijn in
geheel nieuwe teekening met groot cijfer in een
iggend ovaal; die van 3, 5, 7y2, 10, 12>/2 15,
20, 22]/2, 25 en 50 cent gelijken op den kro
ningszegel van een f 1, maar in veel kleiner for
maat; de 22y2, 25 en 50 ct. zijn tweekleurig
De hoogere waarde van f2.50 en f5 zijn pre
cies in dezelfde teekening als de kroningszegels
van f1.
De y2 c. is violet, de 1 c. rood, de 2 c. bruin,
de 21/2 c. groen, de 3 c. geel, de 5 c. rose, de
7y2 c. bruin, de 10 c. lilagrijs, de 121/2 c- blauw,
de 15 c. geelbruin, de 20 c. groen, de 22'/2 c.
groen en bruin, de 25 c. blauw en rood, de 50
bruin en brons, de f 2.50 lila en de f 5 wijnrood.
Een adellijke erfenis.
In 1798 vestigde zich te Oosterhout (N.-B.)
een uit Zwitserland om politieke redenen uitge
weken magistraat, die twee jaar later huwde.
Van zijn acht kinderen traden er vijf in den
echt, en hun kinderen, voor zooverre zij nog
leven, zijn thans reeds grootouders.
Een van deze kleinkinderen, een lid van den
gemeenteraad te Groningen, stelde een onderzoek
in naar den toenmaligen stand van zijn voorva
deren en kwam tot de verrassende ontdekking,
dat dezen tot den ouden adel behoorden.
Als wettige nakomelingen hebben de leden
der Nederlandsche vertakking nu het oude fa
miliewapen aangenomen, en thans is men bezig
aanspraken te doen gelden op een nalatenschap
van bijna vier millioen gulden. De meeste na
komelingen hier te lande zijn in zeer gunstige
conditiën, doch gebruiken kan men zoo'n som
metje altijd. Wij kunnen hieraan noch toevoegen,
dat de familienaam is Iliibscher.
De Atjehers en „De Hollandsche
Lelie."
In het laatste nummer van „De Hollandsche
Lelie", onder redactie van mevrouw Van Wer-
meskerkenJunius (Johanna van Woude) trok
het volgende onze aandacht, dat wij in een ant
woord der redactie onder de rubriek „Vragen-
bus" vonden:
„Ook de strijd der Atjehers, waar zelfs de
vrouwen meevechten, is volkomen wat onze strijd
tegen de Spanjaarden wasge zegt te recht van
harte te hopen, dat die dappere, trotsche Atjeh
ers winnen en dat het bloed van onze goede
Hollandsche jongens niet langer geofferd wordt
aan onedele bedoelingen, die van mond tot mond
gaan, veel meer dan de daders denken."
Wij hadden van Johanna van Woude een
verstandiger en edeler oordeel verwacht. Want
wat zij ook schreef is niet alleen schromelijk on
juist, maar ook ondoordachte herhaling van schan
delijken laster.
Wij vinden het heel begrijpelijk dat de Atje
hers ons uit hun land trachten te houden, maar
wjj kunnen toch niet hopen, dat „die dappere,
trotsche Atjehers" het winnen zullen. De ver-
gelijking tusschen den Atjeh-oorlog en den tach
tig-jarigen krijg is glad mis. Zij is reeds door
den sentimenteelen heer Van Kol gemaakt. De
heer Brooshooft heeft dien heer daarop toen ge
diend door in herinnering te brengen, hoe°de
mindere man in Atjeh door zijn eigen hoofden
werd behandeld toen die nog onbeperkte heer
schappij over hen voerden.
Als mevrouw Van Wermeskerken die opfris-
sching, die zij kan vinden in onze nummers van
Februari jl., eens aan haar lezeressen wil voor
zetten, dan zullen dezen weldra tot de overtui
ging kotnen dat „die dappere, trotsche Atjehers",
wanneer wij heengingen, elkaar tot een toestand
terug zouden brengen dien mr. Brooshooft terecht
noemde „onteerende slavernij". En door zulk een
voorlichting zou de redactrice meer nut stichten
dan door het bovenaangehaalde stukje dat, heusch,
erg aan de praatjes van een ouderwetsch dames
kransje doet denken, en haast zouden doen wen-
schen, dat de redactrice zich maar liever hield
bij antwoorden als dit, dat in dezelfde „Vragen-
bus" voorkomt: „We kunnen nu geen taartjes
meer eten bij Sprecher op de Keizersgracht', maar
aardige zitjes zijn hier ook wel."
Daarmede worden ten minste geen onjuiste en
kwaadaardige gedachten gevestigd in de hoofden
van jonge meisjes. Hbl."
Een voetreis om de wereld.
Dinsdagmorgen te 6 uur zijn Otto Giers uit Ber
lijn en August Moeddist uit Dorpat van Amster
dam vertrokken, om een voetreis om de we
reld aan te vangen. De heer Giers had een Hin
ken ransel op den rug met reisbehoeften, kaarten
en kompas, terwijl zijn reisgezel met een pho-
tographietoestel was belast. Zij waren gekleed in
bruin loden sportbuis en broek, lange grijs wol
len kousen en bruine schoenen, en werden een
eind weegs uitgeleide gedaan door wandelaars
en wielrijders. Gelijk bij dergelijke tochten, waar
bij het om een weddenschap te doen is, gebrui-
keljjk is, gaan de heeren zonder geld op reis en
zullen zij op weg hun brood moeten verdienen;
de een door reisbeschrijvingen aan de nieuws
bladen te leveren, de ander door pbotographieën
te vervaardigen en te verkoopen te Amsterdam.
Mr. Labori.
Naar de „Maasb." verneemt, was mr. Labori,
de bekende advocaat van Dreyfns, dezer dagen
te Rotterdam. Zondag vertoefde hij in het Maas
hotel en had op een appartement boven een café
aan de Korte Hoogstraat een onderhoud met een
persoon, waarbij een tolk uit die gemeente zijne
diensten moest bewjjzen. Het gesprek d ïurde
meer dan een uur en is later hervat. Met wien
Waartoe?
Vervolg Buitenland.
Engeland en Transvaal.
De spanning is nog niet geweken. Nog al tjjd
is de vraag gewettigd: „Waar zal het nog op
uitloopen? Engeland, niet tevreden met de voor
stellen van den Volksraad en de wijzigingen in
de kieswet aangebracht, heeft besloten tot een
onderzoek.
In het Engelsche Lagerhuis heeft Chamberlain
verklaard, dat de aan Transvaal voorgestelde en
quête door een gemengde commissie zal beperkt
worden tot de bijzonderheden der hervormingen,
welke noodig zullen zijn, om den Uitlanders on
middellijk invloed op de wetgeving te verschaffen.
Intusschen drukt de gespannen toestand ten
zeerste op de bevolking. In sommige districten
ziet 't er ellendig uit, wegens den stilstand in
den handel. Engeland berokkend aan de Trans
vaal nogal wat lasten, en dat uitsluitend door de
begeerte naar landbezit. Maar de Transvaal
is er zelf. Tot dusver hebben we dat nog steeds
ondervonden en de overtuiging van President
Kruger's tactvol optreden, gaf aan den
teekenaar Braakensiek het idéé tot eene teeke
ning aan de hand, die de vorige week als bij
voegsel aan „de Amsterdammer" (de groene) was
toegevoegd.
Chamberlain en President Kruger spelen een
partijtje schaak, maar de stand der stukken
van Ohainberlaiu is alles behalve voordeelig en
geeft alle reden te gelooven dat de minister van
Koloniën het spel zal verliezen. De schim van
Bismarck, die op den achtergrond het spel gade
slaat, zegt tegen Chamberlain: Excellentie! „Ik
geloof dat die boer u te plat af is".
Laten we hopen, dat het dien loop geven zal.
Te Berlijn loopt het gerucht, dat de Di it-
sche regeering aan het kabinet te Washington
opheldering heeft gevraafld over de door admi
raal Dewey in een intervieuw met een corres
pondent van den „New-York Herald" uitgedrukte
meening, dat de eerstvolgende oorlog van de Ver-
eenigde Staten gevoerd zou worden met Duitsch-
land. De Duitsche regeering eischt, dat de ad
miraal voor deze uitdruking disciplinair zal wor
den gestraft.
Een schutter, die bij de kieswetonlusten
te Brussel in een vergadering had verklaard
„Men heeft ons 10 patronen gegeven, dat zijn
er drie te veel, want er zijn maar 7 ministers",
fis door den schuttersraad tot een boete van 15
rancs veroordeeld.
Eerst een kleinigheid nog!
De „Java-Bode" schrijft:
De pacificatie van Atjeh is in aantochtBin
nen weinig tjjds kan Z. E. de gouverneur-generaal
Jhr. Van der Wijck het bevredigde wingewest
nederleggen aan de voeten van Neerlands Ko
ningin.
Maar eerst is daarvoor nog een kleinigheid
noodig.
Door het systeem van moorden, plunderen en
branden zijn de drie sagi's van groot Atjeh voor
een goed deel ontvolkt en liggen tal van bouw
gronden braak. Om die weer vruchtbaar te ma
ken, heeft de gouverneur van Atjeh voorgestele
Singkehs te importeeren, dien lieden ieder een
stuk grond ter bebouwing en een voorschot in
geld te geven. Zoodra die gronden na een paar
jaren behoorlijk rentegevend zullen zijn, zouden
die Chineesche boeren dan belasting moeten op
brengen aan de Atjehsche adathoofden, en nog
wat later eerst het voorschot restitueeren aan het
gouvernement en vervolgens ook belasting betalen
aan ons gouvernement.
De ratten vermeerderen zich zóó sterk in
Kopenhagen, dat een prijs van 10 öre per
ingeleverd" dood exemplaar betaald wordt. Er
zijn bureaux geopend, waar men doode ratten
in ontvangst neemt en dus honoreert. Wie er
vier te gelijk brengt, ontvangt gratis een val
met gebruiksaanwijzing.
Uit België.
Dat het op een kabinetskrisis zou uitloopen,
was wel te denken. Voor een proportioneele ver
tegenwoordiging kon VandenPeereboom zijn
stem niet geven. Niettegenstaande de koning ten
zeerste op zijn behoud was gesteld is hij heen
gegaan en met hem de andere ministers. Tot nog toe
is geen nieuw ministerie samengesteld, met welke
men nogal inoeielijkheden schijnt te hebben. De
persoonlijke dienstplicht schijnt het remtoestel
voor de samenstelling te zijn. Er is geen titularis
van oorlog in het leger te vinden.
Voor de andere portefeuilles duren de onder
handelingen nog voort.
In den Franschen minissterraad is verklaard,
dat het onderhoud, hetwelk de eerste president
van het hof van Cassatie met een journalist moet
hebben gehad in de „Echo de Paris" open
baar gemaakt onjuist is weergegeven.
De Javaan en de maansverduistering.
In een Klatensche correspondentie van de
SamarangCt." wordt verklaard hoe de Javaan
een maansverduistering uitlegt.
De Javaan denkt dan dat een reusachtige Boeto
met een groene huidskleur, Boeto-Idje genaamd,
(Boeto is een demon, titan, een reus), een grooten
honger heeft, dat hij den lust in zich voelt zich
aan de maan te vergasten en dit hemellichaam
door zijn keelgat e n wandeling te laten maken,
om zijnen honger te stilen.
Nu denkt de Javaan: als de maan op deze
wjjze verdwijnt, dan is de aarde erg saai en duf,
geen pret, geen pleizier, geen rozengeur en ma
neschijn enz. en dien Boeto-Idje schrik aan te
jagen, slaan zij bij maaneclips op rijstblokken,
paggerstijlen van huizen enz.; schieten geweren
en pistolen af totdat de maan zich weer vertoont
en dan zeggen zij jubelend en lachend de maan
komt nu weer uit den mond van den door ons
lawaai beangsten boeto-idjo, die nu de piek schuurt.
Gemeenten zonder belasting.
In Duitschland zijn een tiental gemeenten,
waar de gelukkige inwoners niet alleen vrij zjjn
van belastingbetalen, maar zelfs per jaar nog
met een aardig sommetje deelen in de baten door
de exploitate van gronden, in gemeente-eigen
dom verkregen.
Freudenstadt in het groot-hertogdom Baden
bijv. is een en zeker niet de minst gelukkige
dezer plaatsen. Zij bezit 2,400 hectaren bosch
en weiland, waardoor niet alleen de inwoners
gratis brandhout hebben en vrij hun vee kunnen
laten grazen, maar bij wijze van nieuwjaarsfooi
per hoofd een som gelds ontvangen van tusschen
de 30 en 40 gulden:
Te Stangenberg zijn eveneens belastingen on
bekend en ontvangt ieder inwoner als zijn aan
deel in de baten van een groot bosch, dat der
gemeente in eigendom toebehoort, elk halfjaar
ongeveer 7 gulden. Te Klingenberg aan de Main
en te Dornstetten in Wurtemberg schiet er voor
elk bewoner 10 mark per jaar over.
Een eigenaardige bergziekte kiest sedert
eenigeu tijd haar offers onder de arbeiders, die
werkzaam zijn aan den aanleg van den spoorweg
op den Jungfrau. Een der ingenieurs, wien
nooit iets gescheeld had, begon, nadat hij tien
dagen op een hoogte van 8000 voet had door-