Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken. Zondag 27 Augustus 1899. 8e Jaargang. J. H. KEIZER. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Nieuwstijdingen. Feuilleton. WB11B 3SSCHEIDEN. NIEUWE m LMGEDI MANT, Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag. ABONNEMENTSPRIJS voor Noordscharwoude, Oüdkarspel, Züidscharwoude en Br. op Langedijk per drie maanden 50 et., franco p. post ÖO ct. UITGEVER: BUREEL: Noordscharwoude. PRIJS DER ADYERTENTIËN: Yan 15 regels 30 ct.9 elke regel meer ct. Brieven rechtstreeks aan den Uitgever. SSij dit nummer behoort een bijvoegsel, VERSLAG der algemeene vergadering van „Nieuw leven" gehouden 25 Aug. in „DE HENGSTMAN." Een dertigtal leden had gehoor gegeven aan de oproeping tot deze vergadering. De hr. Brugman opent de bijeenkomst, den wensch daarbij uitsprekende, dat de werkzaam heden door aller welwillende medewerking goed van stapel mogen loopen. Hij deelt mee, dat door onvoorziene omstan digheden de notulen der laatst gehouden verg. zullen moeten worden aangehouden tot de eerst volgende. Ingekomen stukken worden, als van weinig belang voor kennisgeving aangenomen. Aan de orde wordt gesteld punt 2 der agenda Het vormen van een bond van landbouwver- eenigingen. Door den voorz. wordt dit punt in geleid. Hij deelt mede, dat over dit punt reeds met een enkel woord is gesproken in eene ge combineerde verg. der verschillende vereeniging- gen en men er veel voor gevoelde. Verder zet hij uiteen, hoe zulk een bond zou moeten ont staan en werken. Hij is van oordeel, dat, nu in de a.s. algem. vergadering van Niedorpe.r Kog gen 't voorstel in behandeling wordt genomen ter ontbinding dezer vereeniging, 't de juiste tijd is, de vorming van een bond ter sprake te brengen. Verschillende sprekers verklaren zich voor de vorming van een bond. De voorz. merkt op, dat er twee wegen kun nen worden ingeslagen; het uitschrijven eener gecombineerde verg. door de vereeniging „N.L." of wel, het voorstel ter tafel brengen op de al gem. verg. van „N. Koggen". De hr. Van der Goes vraagt een meer duide lijke uiteenzetting van het doel, dat men met de oprichting van zulk een bond beoogt. Heeft men hierbij alleen op 't oog het marktwezen Hij deelt der verg. mede dat verschillende kooplui beslist weigeren de markt te Winkel b.v. te bezoeken en geeft als zijne meening te kennen, dat die afzonderlijke markten wel zullen ver dwijnen, evenwel toegevende, dat zeop'toogen- 22.) Parbleu, dat is lastig, want ik wil zelfs niet dat ie mand mij bq oom Jacques zal zien binnentreden. Dat is geen bezwaar, luitenant, ik zal dien mos terdjongen wel meetroonen. Hebt ge nog iets naders verriomen, Martineau? Jawel, luitenant. Die oom Jacques is een leepe vos. Niemand heeft hem zien uitgaan ot thuiskomen, noch vannacht noch vanmorgen. Dit drommelsche kasteel, geheel naar de middeleeuwsche methode gebouwd, moet bepaald verscheidene geheime uitgangen heb ben. Het zou dus nog verduiveld lastig zijn het be wijs te leveren, dat hij de twee moordaanslagen heeft gepleegd, al zijn wij daar ook nog zoo vast van overtuigd. Dat bewjjs hebben wij voorloopig ook niet noodig en als wij er een wilden hebben, dan zou het hor loge nog van dienst kunnen zijn. Jawel, jawel, dat is waar, luitenant, maar toch Wat bedoelt ge, Martineau? Dat ik eigenlijk lang niet op mijn gemak ben, lui tenant, nu ik zie dat wij met zulk een uitgereken- den schelm te doen hebben. Och kom, we zullen hem wel onschadelijk maken, zeide Filip op onverschilligen toon. Hij was zoo gelukkig, zoo vol vertrouwen in de toe komst, dat hjj aan niets wilde gelooven dan aan zjjn geluk en al het overige even luchthartig opnam. 't Is goed, 't is goed. luitenant, maar laten we toch vooral de voorzichtigheid niet uit het oog ver liezen, hernam Martineau. Ik stel me niet veel goeds voor van het bezoek, dat gij oom Jacques wilt brengen. Waarom niet? .Nu, ik week het niet, luitenant, maar gjj zijt drif tig en hij een schurk die voor niets terugdeinst. Wees maar niet bang, mijn jongen, het is niet meer dar» een beleefdheidsbezoek. Een beleefdheidsbezoek? Wel zeker hij behoort tot het gezin van mijnheer blik schade doen aan de hoofdmarkt. De Voorz. geeft te kennen, dat 't moeilijk is, zoo voetstoots in alle onderdeelen een plan voor te leggen, 't Hoofddoel is, allen, die beslist aan 't station Noordscharwoude willen markten, sa men te brengen. Elke vereeniging blijft bestaan en werkt meer plaatselijkterwijl door en uit de verschillende vereeuigingen een Hoofdbestuur wordt gekozen, dat de zaken meer 't algemeen betreffende behandelt, en optreedt namens al de aangesloten vereenigingen. Er moet meer in vloed worden toegekend aan de landbouwers zelf als belanghebbenden. Men besluit, dit punt ter sprake te brengen in de a.s. algem. verg. van „N. K." Voor men overgaat tot de behandeling van punt 3: Bespreking met 't oog op de algem. verg. van „N. K.", wordt een druk discours ge houden over den toeweg naar 't station, en al gemeen is men van gevoelen, dat eene bestrating als van den oprit bij de Verlaatsbrug hier wel 't best zou voldoen. Bij de behandeling van punt 3, wordt door den voorz. meegedeeld, wat in „N. K." gaande is. De verg. benoemt de heeren P. Wonder Pz., S. Brugman en N. Pool tot hare afgevaardigden, terwijl den leden van „N. L.", die tevens nog lid zijn van „N. K.", wordt aanbevolen, deze verg. bij te wonen. Zonderling acht men bet, dat „N. L." nog geene oproeping tot deze verg. heeft ontvangen, terwijl dit met gewone leden wèl 't geval is. De Secr. deelt mede, dat er nog al eens eene algem. verg. van „N. K." is ge passeerd, waarvoor „N. L." geen convocaat heeft ontvangen. De heer Wonder acht 't wenschelijk in die algem. verg. een voorstel te doen, tot aankoop of aanbesteding van manden. De voorz. wijst er op, dat dergelijke zaken z. i. zoo juist tot haar recht knnnen komen bij 't bestaan van een bond. Verschillende leden van „N. L." melden zich reeds aan voor eene grootere of kleinere partij, en er wordt besloten, dit puut ter sprake te bren gen in de algem. verg. Blijkt „N. K." niet voor de oprichting van een bond te zijn, dan zal dpor „N. L." eene verg. met dat doel worden uitgeschreven en als vergaderplaats wordt alsdan aangewezen het café „De Tijd" van den heer Koopman. Door den Voorz. wordt nu punt 5 der agenda ingeleid: „Voorstel tot het houden van morgen veilingen van sluitkool door „Nieuw Leven" aan De Prabert en ik dien hem toch wel kermis te ge ven van mijn verloving met mejuffrouw De Briais, die ook tot dat gezin behoort. Zou het toch maar niet beter zjjn als wij terug keerden, luitenant? vroeg Martineau. Neen, zeker niet. Nu, zooals ge wilt, luitenant. Wees dan zoo goed hier even te wachten, dan zal ik den toegang tot zijn kamer vrijj maken. Martineau ging een zijgang in, terwjjl Filip ach terbleef. Weldra ontmoette de soldaat een lakei, die daar op post stond en zich vreeselijk verveelde. Mar tineau zette een onnoozel gezicht, sloeg de hand aan zijn kepi en vertelde den knecht, dat hjj in de gan gen van het kasteel verdwaald was geraakt. Eerst wilde de bediende hem den weg beschrijven dien hjj gaan moest, maar Martineau hield zich ot hjj er niets van begreep en verzocht of de lakei niet even met hem mee zou willen gaan. Breng mij maar naar mjjnheer August, den botte lier, met wien ik zooeven heb kennis gemaakt, zeide Martineau, en die mjj een glas wjjn heeft ingeschon ken, zoo lekker als ik het in mjjn leven nog niet ge proefd heb. Mjjnheer August heeft nog een half volle flesch bjj zich en wanneer ik nu een goed woordje bjj hem doe, dan zal hjj die zeker voor ons drieën wel uitschenken. De lakei, gestreeld door het vooruitzicht van een extra glas wjjn en zonder vermoeden dat Martineau met zijn domme gezicht hem om den tuin leidde, stemde in het verzoek toe. Maar een paar minuten, mjjn goede heer, zeide Martineau. Och, wel vjjf als ge wilt, zeide de bediende onver schillig, ik sta hier toch maar voor doe niet. Zij gingen heen, en Martineau putte zich uit in dankbetuigingen en had geen woorden genoeg om zijn bewondering uit te drukken over de uitgestrekt heid van Sain-Colomban. Filip zag hen heengaan en snelde toe. In een paar seconden was hjj aan de deur, die de bediende zooeven had verlaten, hij trad binnen, ging door een antichambre en bereikte zoo de kamer van oom Jacques. Deze lag te bed. 't station Noordscharwoude." Hij wjjst erop, dat in eene vroegere vergadering reeds over 't wen- schelijke dezer veilingen is gesproken dat elders (Sint Pankras) op zeer goede resultaten kan wor den gewezen dat 't H. B. van „N. K." 't aan tal markten aan 't station terug gebracht heett tot 2 per week en voor sluitkool eiken dag vei ling dient gehouden te worden, redenen, waarom dit voorstel op de agenda wordt geplaatst. Al aanstonds maakt men bezwaar tegen mor- gemeilingen. Vrij algemeen is men van gevoelen, dat deze veilingen na den middag dienen ge houden te worden. Na eene levendige discussie, acht de voorz.'t wenschelijk eerst te beslissen over de vraag„zul len veilingen voor sluilkool worden gehouden Met algemeene stemmen wordt hiertoe besloten. Eiken dag? met een algemeen „ja" beantwoord. Aan den hr. Van dor Goes wordt gevraagd welke tijd hij voor den aanvang dezer veilingen 't meest geschikt acht. Op diens advies wordt besloten de markt te half drie te doen aanvangen. „Nu", m.h. zegt de voorz. „rest ons nog het korstje van de laatste boterham. Door wie zul len deze veilingen worden gehouden door Nieuw Leven of door N. Kogge?" De heer De Boer, en velen met hem, zouden 2% voor marktgeld to hoog achten. YïÈ verschillende zijden maakt men bezwaar tegen 't groote personeel van „N. K." bij de veilingen tegenwoordig. Algemeen is men van gevoelen, dat de koolveilingen zeer wel door 2 peisonen zouden kunnen worden gehouden en men acht dan 1% marktgeld bij eenigen aan voer voldoende ter bestrijding van de kosten. Tevens wordt de opmerking gemaakt, dat voor keurmeester iemand dient te worden aangewezen, die met dit artikel volkomen bekend is, hetgeen men niet meent te kunnen verwachten van iemand uit eene plaats, waar nog weinig aan den kool- bouw is gedaan. Een algemeen debat ontstaat, waarbij reeds stemmen opgaan, dat deze veilingen zeer goed kunnen uitgaan van „N. L"; van andere zjjde wordt aangedrongen met 't PI. B. van „N. K." over do zaak te spreken. Het betuur stelt voor, dat de afgevaardigden naar de Algem. Verg. zich naar de, Zondag a.s. te houden, verg. van het II. B. van „N. K." zullen begeven, om daar de zaak te bespreken en dan .te handelen in den geest der gehouden besprekingen. Toen hjj den jongen officier zoo onverwacht zag binnenkomen, sprong hjj verschrikt overeind, zijn gelaat werd doodsbleek, hjj sloeg de oogen neer en sidderde van arigst. Zjjn lippen bewogen zich, maar hij kon geen woord uiten. Filip plaatste zien voor zjjn bed, zag hem door dringend aan en zeide met gedempte stem Ellendeling, ik weet wat ge vannacht en van morgen gedaan hebt. Ik zou het recht hebben u neer te schieten als een dollen hond, maar ont houd goed wat ik u zeggen zal. Wanneer ge ooit, verstaat ge, wanneer ge ooit weer iets onderneemt of een lagen valstrik wilt spannen tegen mejuffrouw Marguerite De Briais of tegen mjj, dan zal ik uw zwarte ziel naar den duivel zenden, ik zelf, bier. met deze hand, hebt ge dat begrepen, Jacques Hil- son Op mjjn eer als officier, zweer ik u, dat ik u zou dooden zonder eenige spjjt of wroeging, neem u dus in acht. Filip Dormelles keerde zich om en verliet weder het vertrek, terwjjl oom Jacques, halfdood van angst, zich onder de dekens verborg en het klamme zweet afdroogde, dat hem op het voorhoofd stond. Op het voorplein van het kasteel gekomen, moest Filip even wachten op zjjn getrouwen Martineau, die zich in een der bediendelokalen met den bot telier en den lakei te goed deed aan den wijn van Saint-Colomban. Zoodra Martineau evenwel zijn luitenant zag, liet hjj de wjjnflesch en zjjn nieuwe vrienden in den steek en snelde naar buiten. Wjj kunnen vertrekken, Martineau, zeide Filip, toen de soldaat buitenkwam, ik ben gereed. Goed luitenant. Martineau had in een oogwenk het paard weer voor het tentwagentje gespannen en zjj verlieten het kasteel Saint-Colomban. Filip Dormelles straalde van geluk, alles was bo ven verwachting afgeloopen. Bij een kromming van den weg viel er eensklaps een roos in het rijtuig, voor de voeten van Filip en toen deze naar boven keek, zag hjj Marguerite op den top van een twintig meter hooge rots staan, die eenigszins over den weg helde. Blijkt 't H. B. niet genegen deze veilingen te houden op voorwaarden door „N. L." gesteld, dan zal deze vereeniging zelfs de genoemde vei lingen doen plaats hebben, en ieder, onverschil lig bij welke vereeniging men is aangesloten, (voorloopig zelfs ook niet leden) tot dezen afslag toelaten. Voor 't geval van zelf te moeten optreden, acht de verg. 't gewenscht, reeds nu personen aan te wijzen, die dan als afslager-keurmeester en als markt- en betaalmeester zullen optreden. Na het salaris voor deze voorloopig te hebben vastgesteld, gaat men tot die benoeming over. Voor de vereenigde betrekking van afslager en keurmeester wordt aangewezen de hr. A. de Wit; voor die van markt- en betaalmeester, even eens vereenigd, de heeren P. Wonder en S. Brugman, die elkaar dan naar onderling goed vinden zullen kunnen vervangen en assisteeren. De bereidverklaring dezer heeren wordt met luid applaus begroet. Zoo is het dan een feit geworden, dat ook aan het station Noordscharwoude, beslist in den loop dezer week (we veronderstellen uiterlijk Woens dag) de veilingen van sluitkool zullen aanvan gen, 't zij dan onder de hoede van „N. K.", 't zij door „N. L." Door den heer Entius wordt nog het voorstel geopperd, steeds met rondo getallen ter markt te komen, wat evenwel van verschillende zijden wordt bestreden men acht dit ten eenenmale onmogelijk. Hiermede is de agenda afgewerkt. Na rondvraag sluit de Voorz. deze, z.i. belang rijke verg. met den wensch, dat de gehouden besprekingen en de genomen besluiten mogen leiden tot gunstige resultaten, die althans iets zullen mogen bjjdragen tot de welvaart van den landbouwstand. Heer Hugowaard. In de algemeene verg. van het ouderl. begrafenisfonds alhier, werd tot bestuurslid gekozen de hr. P. Wonder Pz., terwijl werden herkozen de heeren C. Swager en K. Snel. Laatstgenoemde werd gekozen tot Directeur, welke functie vanaf de oprichting door den hr. J. Winkel, thans metterwoon gevestigd te Lambertschaag, was vervuld. Het ledental neemt langzaam weer toe, zoodat dit thans on geveer 500 bedraagt. Voor leden tusschen 6 en 15 jaar oud is aan contributie met inbegrip van administratiekosten in 't afgeloopen boekjaar be taald 26 cent; voor kinderen beneden 6 jaar 12 Hjj raapte de roos op en drukte ze aan zijn lip pen, terwijl het meisje hem glimlachend met de band toewuifde. O! riep hij uit, terwjjl hij de roos in zijn knoops gat stak, wat ben ik gelukkig, deze dag is de schoon ste mijns levens. Martineau glimlachte, ook hij verheugde zich in het geluk van zjjn luitenant, maar daarbij kon hjj echter oom Jacques en zjjn verraderlijke aanslagen niet vergeten. Jawel, luitenant, jawel, zeide hjj, alles is goed gegaan, zoo goed, dat ik bijna bevreesd ben. Bevreesd, waarvoor? Dat de bordjes nog eens verhangen zullen worden 1 Loop heen, goede domkop NEGENDE HOOFDSTUK. Ongeveer drie weken later kwam Aurélien De Prabert tegen 10 uur 's avonds aan het station van Lyon te Parijs, gekleed in een lange, grjjze overjas, met een reisdeken over den arm en vroeg een kaartje eerste klas naar Issoire, Men waarschuwde hem, dat de trein op het punt stond van te ver trekken en hjj snelde in alle haast naar het perron. Toen hjj daar kwam, wilde de hoofdconducteur juist het sein van vertrek geven, men opende nog spoedig een portier voor hem, hjj stapte in en te- gelp zette de trein zich in beweging. Aurélien trok een ontevreden gezicht, toen hjj bemerkte, dat hij niet alleen zat in zijn coupé. Aan het tegenovergestelde portier zat een forsch gebouwd, breedgeschouderd man, behaagljjk inden hoek geleund, met de beenen op de bank tegenover hem. De man scheen het koud te hebben, want hij had den rand van zijn reismuts over zjjn gelaat getrok ken, zoodat alleen zjjn oogen en zjjn mond onbe dekt gebleven waren en de eenigo waarneming, die Aurélien omtrent zjjn reisgenoot kon doen, was, dat deze een vrij langen, grijzen kinbaard en een glad geschoren bovenlip had. Hjj was ai even ontevreden met zijn reisgenoot als Aurélien De Prabert dat was. De duivel hale die indringers, mompelde hij, die altjjd op het laatste oogenblik komen en die men

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1899 | | pagina 1