BIJVOEGSEL van de „Nieuwe Langcdijker Courant' van Zondag 11 September 1899. Vervolg Nieuwstijdingen. Niet kiesch! De Bossche correspondent van het H b 1. schrijft In Noord-Brabant wachten ons steeds verras singen. Verleden voorjaar werd, zooals men weet, tot veler verbazing „Voerman Henschel" ver boden nu wordt dagelijks op de kermis eene opvoering van het Lijden van Christus geduld en „het geachte publiek hiermee het nieuwste en elegantste voorgesteld", zooals de strooibillet- ten van den Bioscope-Benner vermelden. Het draaiorgel roept het publiek met zijn stootende toonen naar binnen, de stoomfluit van Tewe's carrousel schatert zijn akeligen lach daartusschen, het volk joelt en zingt en daarbij wordt het Lij den van Christus vertoond alsof 't een kermis grap was! De autoriteiten toonen weinig fijn gevoel te bezitten. Wielernieuws. Ter gelegenheid van de wielerfeesten te Alk maar, zullen Zondag van verschillende plaatsen in Noord-Holland bondstochten georganiseerd worden, waaromtrent „De Kampioen" van deze week, nadere bijzonderheden bevat. Bureau Sociale Adviezeu. Maandag is dan dit bureau gesticht. De vergadering, in een der zalen van Krasna- polsky te Amsterdam, was flink bezocht. Voorzitter was de heer Mr. Kerdijk, die mede deelde, dat er nu zijn toegetreden 512 leden, 125 donateurs of begunstigers en 28 vereenigingen. De inkomsten bedragen per jaar f5260 ruim. Nog te weinigmaar toch genoeg om met goede hoop deze zaak te beginnen. Vooral nu een zoo bekwaam man als Prof. Treub tot directeur werd benoemd. We hebben op het Sociale terrein behoefte aan licht. We hebben nog het waskaarsenlicht en we moeten noodig het electrische hebben. Er is in onze maatschappij in den weg van orde nog veel te verbeteren, wanneer men maar altijd precies weet, waar het eigenlijk mankeert. We hebben hoop, dat dit bureau ons onpar- tijdig en degelijk zal kunnen voorlichten op het breede terrein des maatschappelijken levens. „V.W." De school voor reclame. In Friesland hebben verschillende hoofden van scholen franco per post een pakje reclamekaar ten voor de pillen en de zalt van Holloway ont vangen, om die aan de kinderen uit te reiken. In een bijgevoegd schrijven werd nog een schil derij aangeboden, groot 91 bij 63 cM., voorstel lende het koninklijk college Holloway en het portret van Holloway. Een ander. Nader is gebleken, dat de in „Hotel Central" te 's-Gravenhage aangekomen logeergast niet is Mathieu Dreyfus, maar een koopman uit Parijs, die denzelfden familienaam draagt. Een laagheid. Te Zuidwolde (Gr.) zijn voor een paar nach- fen zeven paarden en Donderdag-nacht negen paarden de staarten tot aan het leven toe afge sneden. Adders en slangen. Uit Drente wordt geschrevon: Dat de verschijning van adders en slangen op vele plaatsen in de provincie, waar zij vroeger veelvuldig voorkwamen, in de laatste jaren aan merkelijk afneemt, bewijst vooral de tegenwoor dige en aanhoudend droge zomer. Op sommige plaatsen, o.a. te Schoonloo, gem. Rolde, wemelden de slangen vroeger bij tientallen in de mest der heideschapen, die van natuur warm en droog is, en in Augustus naar het land wordt gebracht. Thans komen de slangen daar zelden meer voor. Ook de adders zijn er veel minder talrijk dan vroeger. Tevens werden hier vele hazelwormen gezien, waarvoor ten onrechte bij de landbouwers groote vrees heeft bestaan. Een oud Drentsch rijmpje zegt: Yoor een edder (adder) Ga ik niet verder, Yoor een slang Ben ik niet bang. Maar komen de heez'worms J) in het land Dan zegt de klok 2) van bam bam De sterke vervolging der adders en slangen en het verbeteren en ontginnen van woeste gron den, waarin deze voorkwamen, wordt als voor naamste oorzaak van het afnemen beschouwd. 1) Hazelwormen. 2) De doodsklok. Knollenvoeding. Op de Friesche zandgronden verbouwden de veehouders telken jare vele knollen, om dezen aan 't vee op te voederen. Dit voedsel was goed koop. Nu de boterfabrieken overal zijn verrezen en de boeren daaraan hunne melk leveren, neemt het knollenverbouw af, want door het gebruik der knollen is de melk der koeien van mindere kwaliteit, wat natuurlijk zeer ongunstig op de boter werkt. "Wel heeft men door pasteuriseeren getracht hierin verbetering te brengen, maar te vergeefs. De boter van melk der koeien, die met knollen gevoederd, is en blijft eenigszins bitter, hard en wit, waardoor ze in waarde daalt. Om nu zoo veel mogelijk goede melk te leveren aan de fabrieken, zien de veehouders af van het voe deren met knollen. Kolven. De nationale wedstrijd van den Nederlandschen Kolfbond, gehouden te Goes bij gelegenheid van de algemeene vergadering, werd den 12 dezer voortgezet. De uitslag was: Korpswedstrijd I. Zaanstreek, van Koog a/d Zaan, met 3542. De Prins van Oranje te Goes, met 287 punten. Personeele wedstrijd. I. H. Bliek te Goes, 133 p.; 2. N. van Calcar te Koog a/'d Zaan, 125; Joh. Molhoek te Goes, 123; C. Kossen te Koog a/d Zaan, 122; en C. Bij post te Ilaringcarspel, 119 punten. Hoogste getal punten met den sajetten bal, H. Bliek te Goes. Na den wedstrijd deden de kolvers een rijtoer door de omstreken van Goes. De wedstrijd, die nu afgeloopen is, heeft be wezen, dat er in ons land nog volhardende be oefenaars van het kolven zijn. Opmerkelijk dat er onder hen weinig of geen jongelui zijn. Ons lijkt dit spel voor geposeerde lui ook veel beter dan het voetbalspel der jongelieden. Het kolven is het spel bij uitnemendheid voor het platteland, waarbij het kaartspelen in een herberg vol tabaks rook het ver moet afleggen. Als de Nederlandsche Kolfbond met alle krach ten het kolfspel bevordert, doet hij een hoogst nuttig werk, omdat het kolven oog en hand oefent, de spieren staalt, een kalm temperament en een onschuldigen gezelligen omgang bevordert. „N. R. Ct." Waarschuwing tegen buitenlandsche loterijen. Een geacht ingezetene uit een dorpje in Noord- Holland, ontving dezer dagen bericht dat op zijn lot in een buitenlandsche loterij één der hoofd prijzen was gevallen. De berichtgever, een heer per fiets, voorgevende uit Amsterdam van het kantoor komende, wilde den z. n. gelukkigen winner wel de noodige stukken verschaffen tot het halen der groote som gelds, doch niet dan tegen betaling van i 150.En deze zou nog een lot met groote prijs verschaffen, tegen beta ling van nog f150.Onder een glaasje wijn gedronken op den gelukkigen winner werden de f300.voorgeteld. De geluksbode vertrok per fiets en is totnog toe niet gevonden; noch het kantoor waar het geld te halen was. Aangifte bij de politie te Am sterdam volgde, doch alles te vergeefsch. Men zij op zijn hoede! Huldeblijk aan kapitein en mevrouw Dreyfus. Uit een zeer de aandacht trekkende uit stalling in het winkelraam van het magazijn der Haagsche porselein- en kunstaardewerk-faoriek „Rozenburg", in de Parkstraat te s' Gravenhage, blijkt, wat tot dusver niet bekend was, dat zich in de residentie een comité van dames heeft ge vormd om aan den martelaar van het Duivels eiland en mevrouw Dreyfus een bewijs van sym pathie te geven. Is de uitspraak van den krijgsraad te Rennes ook niet geweest gelijk vermoedelijk deze dames met zooveel anderen in gansch Europa hadden gehoopt en verwacht, toch zal het huldeblijk de zer dagen aan de echtgenoote van den kapitein worden toegezonden. Het dames-comité bestaat uit: barones dou airière De Constant Rebecpuede dames P. Del- prat en E. Rose; gravin C. Van Hogendorp en gravin M. Van Hogendorp, die instemming von den bij nog een 50-tal andere Haagsche dames. Dit huldeblijk bestaat uit een schoon tableau, waarvan het midden geheel wordt ingenomen door de handteekeningen van alle dames, die aan dit bewijs van sympathie wenschten mee te doen. In fijne kleuren bevat het verder geheel een zinnebeeldige herinnering aan de Dreyfus-zaak. In de eerste plaats een opgaande zon, symboli- seerende het doorbreken van het licht van het goddelijke recht; dan de weegschaal, zinnebeeld der gerechtigheid, omsloten door een lelie, het symbool dor onschuld, waaronder zich echter kronkeld een afschuwelijke slang, waarmede de valschheid zinnebeeldig wordt voorgesteld. Een zonnig Hollandsch landschap, aangevende de na tionaliteit van de geefsters, vormt een liefelijk tafereel op dit tableau, waarvoor als randversie ringsmotief is gebezigd de roos met doornen, een zinnebeeld, dat kapitein en mevrouw Dreyfus maar al te goed zullen kennen. Als opschrift prijkt op de plaat: „Témoignage de haute estime et de la plus vive sympathie, au capitaine et a madame Alfred Dreyfus." Fin de siècle. Uit Gasselternijveenschemond wordt aan de „Ass. Ct." geschreven Op het adres onzer ingezetenen, om straatver lichting, is door den Raad dezer gemeente af wijzend beschikt, aangezien de aangeboden som te klein was. Het bestuur wil voor verlichting zor gen, zoo de ingezetenen zorgen voor de palen en lantaarns. Schade door booze geruchten. Onlangs is, zooals men zich herinnert, op zeer geheimzinnige wijze het bericht verspreid, dat onder het personeel van het Parijsche magazijn Bon Marchó pestgevallen waren waargenomen. Later bleek dat hier niets van aan was. Het bericht heeft zeer veel schade berokkend aan de onderneming, te wier nadeele het vermoede lijk door een concurrent in Perzische tapijten te Parijs zelf in de wereld is gezonden. De expeditie van Van Gend Loos, die hier te lande belast is met de verzending voor de Bon Marché, heeft een groot getal paklietten moeten retour- neeren, daar de bestellers ze niet wenschen te ontvangen, terwijl anderen ze eerst door de politie lieten ontsmetten. („Tijd.") Buitenland. De zaak Dreyfus en alles wat daar mede samenhangt. Opnieuw gevonnisd. De tijding, die ons met blijdschap vervulde, en die wij ons haastten onzen lezers bekend te maken, al deden wij dat onder alle voorbehoud uit eene zekere vrees, bleek een loos gerucht te zijn, waarschijnlijk voortgesproten uit de begeerte naar vrijspraak. Al heel spoedig, nadat het vorig nr. verspreid was geworden, zeide ons een telegram, dat ka pitein Dreyfus opnieuw was veroordeeld, en wel tot 10 jaar gevangenisstraf. De dagbladen meld den ons later de volledige uitspraak van den Krijgsraad en met 2 tegen 5 stemmen bleek het vonnis te zijn gevallen. Zoowel onder do vrienden der waarheid en der rechtigheid in Frankrijk, als overal in het buitenland, wellicht een enkele buitengesloten, heeft dit nieuwe vonnis groote verontwaardiging verwekt en geen wonder. In plaats van met be wijzen, tastbare bewijzen te komen aandragen, heeft men niets anders dan vermoedens uitge sproken. Inplaats van stukken over te leggen, die de schuld van Dreyfus moesten inhouden, kwam men met veronderstellingen aandragen. Dit had echter aan de zaak geen kwaad kunnen doen, n.l., wanneer de krijgsraad maar niet par- tjjdig ware opgetreden. Juist daarom was de verdediging zóó sterk en had zij gelegenheid de generaais in het nauw te brengendoch hierin ligt de partijdigheid van de rechters, dat zij, juist dan, wanneer de verdediging bezig was het getuigenis der vertegenwoordigers van het leger te niet te doen, haar het woord ontnam. Maar voor het oog der beschaafde wereld is Dreyfus toch vrijgesproken. Meer dan ooit is gebleken, dat er'is gekuipt, het recht met voe ten is getreden, dat er andere schuldigen bestaan, maar wier rang te veel invloed oefent, wier graad een te groote betoovering uitwerkte, om daaraan te ontkomen. Doch l'affaire is hiermede nog niet uit. Dat Kapitein Dreyfus vrij zal ko men, daaraan schijnt niemand te twijfelen, maar volkomen gerehabiliteerd, ten volle in zijn eer hersteld dèt zal de groote worsteling zijn, die na deze uitspraak opnieuw zal beginnen. Labori, die door dit proces, wegens zijn schit terende houding, wereldberoemd is geworden, bracht de droeve tijding aan den kapitein over, die en begrijpelijk is 't na zooveel lijden blijk baar met kalmte den uitslag vernam. „Troost mijn arme vrouw," zei hij, „en zeg haar, dat ik met evenveel moed zal blijven uitzien naar het oogenblik der verlossing." Ook Mevrouw Dreyfus ontving de verpletterende tijding met eene gelatenheid, waartoe alleen het vaste geloof aan de onschuld van haar man en de plicht, die als moeder op haar rust, haar in staat kan stellen. Alles schjjnt echter nog geenszins verloren. De heer Jules Andrade, proffessor aan de uni versiteit te Montpellier, heeft aan den minister van justitie een brief geschreven, met bijvoeging van een document, waaruit volgens hem de on schuld van Dreyfus duidelijk blijkt. De professor schreef drie weken geleden den kolonel Jouaust een brief, waarin hij zeide dit document tor be schikking van de rechters te willen stellen, doch deze verwaardigde zich niet te antwoorden. Clémenceau deelt in de „Aurore" mede, dat er in het geheime dossier een beslist bewijs was, dat Esterhazy in dienst was van het drievoudig Verbond, en niet Dreyfus. Een telegram n.l., niet voor de Fransche regeering bestemd, maar onderschept, waarin door een ambassadeur wordt gezegd Gij kunt publiek en in alle zekerheid verklaren, dat wij nooit de minste relatie, direct noch indirect, met Dreyfus hebben gehad. Wat Esterhazy betreft, gij zult voorzichtig handelen met over hem het stilzwijgen te bewaren. Maar er is meer. Een der mannen, die al lang niet van zich heeft laten hooren, maar die men niet licht vergeet wegens zijn edelmoedig gedrag in deze zaak; de schrijver van den brief „J'ac- cuse," die zooveel sensatie te weeg bracht, maar die tevens heeft geleid tot den weg van licht en waarheid heeft weer eens van zich laten hoo ren. Men leze het uittreksel van een brief, dien Zola in de „Aurore" heeft geplaatst onder het motto: „Het vijfde bedrijf." Aan het eind daar van zegt hij en we zijn dus wat te wachten, zoo het recht ook dan nog niet zijn beloop heeft ge had „Den 23en November zullen wij te Versail les zijn. Als dan nog geen recht is gedaan, zullen wij opnieuw hulp bieden. Mijn waarde, mijn dappere Labori zal daar het pleidooi uitspreken, dat hij te Rennes niet heeft kunnen houden en niets zal verloren gaan. Ik zal hem niet tot zwijgen brengen. Laat hij slechts de waarheid zeggen, zonder vrees mij te benadeelen, want ik heb mijn vrijheid en mijn bloed veil. Voor het Hof van Asisen der Seine heb ik gezworen dat Dreyfus onschuldig is. Ik zweer het voor de geheele wereld, die het nu met mij uitroept. En ik herhaal, de waarheid is op weg, niets zal haar tegenhouden. Te Rennes heeft zij een reuzenstap gedaan. Ik vrees alleen maar dat zij zal komen in een bliksemstraal van de wrekende Nemesis, die het land verwoest, als wij ons niet haasten om haar zelf te doen door breken. En tevens, onbekend is men niet gebleven met de wijze, waarop op de soldatenharten van de leden van den krijgsraad is gewerkt. Majoor Carrière had zich een stillen raadsman mogen toevoegen en had daarvoor uitgekozen Jules Auffray, die inderdaad alle zittingen van den krijgsraad heeft bijgewoond, en die, op de binnenplaats van het lyceum, lange geheimzin nige gesprekken heeft gehouden met den regee- ringscommi8saris, met de getuigen en met de rechters. Deze zelfde Auffray heeft ook verhinderd, dat de uitspraak door den krijgsraad werd gedaan onder den indruk van Demange's pleidooi. Deze zelfde Auffray heeft tijdens het proce Zola de zaal gevuld met officieren en nationalisten. Deze zelfde Auffray was voorts de rechtskun dige adviseur bij de samenkomsten van de gene raals gedurende het proces. De wijze waarop het recht in Frankrijk wordt gekneveld, heeft zooals we reeds zeiden niet alleen groote verwaardiging teweeg gebracht maar men spreekt zelf van het boycotten der Parijsche tentoonstelling van 1900. Groote fabri kanten en Industriëelen hebben zich reeds terug getrokken en vooral in het buitenland is de be tooging sterk. Ook in Nederland zijn daaromtrent stemmen opgegaan, maar die beweging v-indt hier ook geducht tegenstand. In de eerste oogen- blikken van verontwaardiging kan men allicht tot zooiets komen, maar bij kalme overweging moet men tot de overtuiging komen dat men om een klein hoopje rechtverkrachters geen geheele natie mag treffen. Wat Frankrijk heeft ontwik keld in de 30 jaren na zijn verpletterende ne derlaag in 1870, is te veel om het te veroordee- len. Daarom kan men niet beter doen dan kalm afwachten en geve het wat het toekomtver- oordeele men het niet nu het ook blijkt dat het mannen in zijn schoot draagt waarop het trotsch mag zijn. Men moet nu niet uit de hoogte wil len te kennen geven, dat hier nu alles even braaf en rechtvaardig toegaat. Alle tijden door zullen er zwakken zijn en blijven. Al is het proces te Rennes ook het gevolg van monster achtige kuiperijen, Frankrijk zal groot blijven in zijne ontwikkelingen kunstenen wetenschappen. De regeeringcommissari8 bij den krijgsraad te Rennes, majoor Carrière, en de griffier Conpois hebben Woensdag met de gebruikelijke forma liteiten de stukken van het Dreyfusproces aan de permanente leden van den raad van revisie te Parijs overgegeven. Het beroep op dezen raad schijnt sneller te zullen afgedaan worden dan men eerst meende. Men hoopt zelfs, dat reeds Maandag 18 dezer de beslissing zal vallen, waarna vrij algemeen gratie verwacht wordt, ingaande den 15den Oc tober, de vijfde verjaring van Dreyfus' inhech tenisneming. Vervolgens zou, zegt men, de onge lukkige met de zijnen naar het buitenland de wijk nemen, in afwachting, dat zijne trouwe kampvechters met behulp van een „nieuw feit" eene tweede revisie door het Hof van Cassatie en aldus volledig eerherstel bewerken. Zola vreest, dat dit vijfde bedrijf aan Frank rijk, het gevaar zal brengen van eene onthul ling uit den vreemde, voor het betere deel van het Fransche volk even smartelijk als vernede rend. Eene vreeselijke boete zou hij dat voor de natie achten. Daarom bezweert hij de Regeering eenen weg te zoeken, die zeker wel te vinden zal zijn, om dien slag in het aangezicht der Fransche justitie te voorkomen. Duitschland mag niet, als met een donderslag, in dat vijfde bedrijf ingrijpen. Duitschland kan Frankrijk elk oogen blik met de stukken om de ooren komen slaan. De Regeering moet zich derhalve haasten. Dat is het betoog van het artikel. Onder het bjjwerk is vooral treffend de beschrijving er van, hoe te Rennes als door eene militaire samenzwe ring het schand-vonnis is vöorbereid. „Op de ongeloofelijkste wijze zijn daar aansla gen gesmeed tegen gerechtigheid en waarheid. Het was eene bende getuigen, die de debatten leidde, avond aan avond bijeenkomend en in stilte de valstrikken beramend voor den volgenden dag. Met leugen op leugen werd, in de plaats van het Openbaar ministerie, het „schuldiggeëischt bedreigd en beleedigd werden wie durfden te genspreken, galons en ordeteekenen oefenden eene onbeschaamde pressie. De rechtbank leed zichtbaar onder die overrompeling van Generaals, en wilde in die chefs geen misdadigers zien. „Voeg daarbij een Openbaar Ministerie, dat zich belachelijk heeft gemaakt en aan het nage slacht een requisitoir heeft gelaten van zinne- looze en misdadige ledigheid, zoo koppig en wreed, dat het haast niet uit een menschelijken geest kan zijn gesproten, maar moet zijn voort gekomen uit het brein van een exemplaar eener nog niet gerangschikte mensch-achtige diersoort! „En dan een verdediger, dien men eerst tracht te vermoorden, aan wien men het woord ont neemt en beveelt te gaan zitten als hij hinder lijk wordt en dien men eindelijk belet het be slissend bewijs te leveren, als hij de eenige ge tuigen wil oproepen, die zekerheid kunnen geven. „En dat schandelijk bedrijf heeft men ruim eene maand doen duren, in tegenwoordigheid van den deerniswaardigen onschuldige, wiens aanblik alleen de steenen aan 't schreien zou brengen. Zijn vroegere kameraden kwamen daar en gaven hem een voor een een schopzijn vroe gere chefs zijn, om zich zeiven uit het tucht huis te redden, hem komen verpletteren onder het gewicht van hun rang, en geen kreet van medelijden is gehoord, geen opwelling van edel moedigheid kwam in die lage zielen. En het is ons dierbaar Frankrijk, dat aan de wereld zulk een schouwspel geeft!" „Het N. v/d. Dag." voegt hieraan dan toe: Men ziet, hij kan het nog. Niet, dat hij iets nieuws zegt, onze lezers weten dat alles óók al lang. Maar hij zegt het als niemand anders. Over de kinderen van kapitein Dreyfus leest men in een Engelsch blad: Zij wachten nog steeds in groote spanning Vader's terugkomst. Geen vermoeden hebben zij van het treurspel, dat hun naam over de geheele wereld heeft bekend gemaakt. Men heeft hun verteld, dat hun vader voor een reeks van jaren voor de Regeering op reis is. Vijf jaren lang is hij nu voor de kinderen in een ver land geweest, waar hij zich van eene ge wichtige en zware taak kwijten moest, die hem voor langen, langen tijd van huis hield. Eindelijk kwam hij toch terug, en hoorden ook de kinderen, dat hij in Frankrijk was. Pierre is nu acht, zijn zusje Jeanne 6 jaar oud. Zij zijn door Mevrouw Dreyfus in groote liefde voor hun afwezigen vader opgevoed, en waren natuurlijk in de wolken toen Vader weer in Frankrijk terug was. Hunne vreugde werd echter dadelijk weer gedempt toen zij hoorden, dat

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1899 | | pagina 5