TWEEDE BLAD.
Vervolg Nieuwstijdingen.
VERSLAG der, Vrijdag 22 Sept. ge
houden, buitengewone, algemeene Vergade
ring van Nieuw Leven" te HEER-HU GO-
WAARD.
Mochten we nog steeds geene melding maken
van- een flinken aanvoer van sluitkool op de vei
lingen van „Nieuw Leven", dit feit gaf aanleiding
tot het uitschrijven eener vergadering. Slechts
één punt was op het convocaat geplaatst, n.l.de
Koolveiling.
Van de ruim 80 leden der vereeniging waren
30 ter vergadering verschenen, alsmede enkele
belangstellenden.
De voorz., de hr. Brugman, opent do verg.
met den wensch, dat de besprekingen mogen
leiden tot degelijke besluiten en dat de uit
voering dier besluiten gunstige resultaten mogen
hebben voor de koolbouwers in't algemeen, voor
de leden der vereeniging in 't bijzonder.
De hr. Wonder erlangt 't woord tot lezing der
notulen van de laatstgenoemde vergadering. Deze
worden goedgekeurd en onder dankzegging voor
de nauwkenrige teboekstelling, geteekend. De
Voorz. brengt verslag uit over het verhandelde
in de Bestuursverg. van „Niedorper Koggen" en
deelt mede, dat het H. B. niet kon treden in 't
voorstel van „Nieuw Leven", waar deze veree
niging met zulke besliste voorwaarden kwam
aandragen. 't,Gevolg is geweest, met den meest
bekwamen spoed eene eigen koolveiling in 't leven
te roepen. En na een paar weken zijn ;we
nu hier vergaderd, ter bespreking van het eenige
punt der agendazeker eenniet onbelangrijk punt.
Verder wijst hij er op, dat bij de oprichting
der vereeniging duidelijk en klaar de toestanden
van voorheen en die van tegenwoordig in „De
Streek" zijn geschetst en met elkaar vergeleken.
Dat die vergelijking sterk pleit voor den tegen-
woordigen toestand, vooral, wanneer 't oog wordt
geslagen op de wijze, waarop voorheen en die,
waarop thans de landbouwer daar zijne producten
te gelde maakt.
Ons is, zegt hij verder, met schrille kleuren
geteekend, hoe nog maar weinige jaren geleden
de producten, die niet op den akker verkocht
werden, met den schipper werden meegegeven,
die ze dan te gelde maakte. Wat men er voor
thuis kreeg, was soms een luttel bedrag. Door
de uitbreiding van het spoorwegverkeer echter
zijn nieuwe toestanden geboren en van deze
maakt men dan, door deugdelijke voorlichting
van enkele flinke personen, een voordeelig ge
bruik. De landbouwer in „De Streek" heeft
leeren inzien, dat de beste manier, om zijne
producten in klinkende munt oin te zetten, is,
ze te doen afslaan op de veilingen. Maar dan
dient er ook ééndracht te wezen, oordeelde men
daar zeer terecht, en thans brengt iedere bou
wer zijne producten naar de veiling, en met
gunstig resultaat.
Verder wijst hij op Sint Pankras. Toen de
tijd was genaderd, dat men daar een aanvang
kon maken met het mes in de kool te zetten,
sloot men eene overeenkomst, waarbij bepaald
werd, de sluitkool algemeen te gaan veilen en
wie erkent niet, dat men daarvan de beste uit
komsten heeft mogen zien?
Spreker acht volstrekt niet te stout, te bewe
ren, dat men juist door die aaneensluiting min
stens 1 gld. per 100 stuks meer gemaakt heeft,
dan wanneer de oude gewoonte was gevolgd van
te leveren op bestelling. De handen in elkaar
geslagen, wordt ons door deze voorbeelden toe
geroepen, toegeschreeuwd mocht er wel gezegd
worden en toch hier blijft men doofhoerende
doof en ziende blind. Wat toch ervaren we hier?
Nog geene maand geleden vergaderden ongeveer
40 onzer leden en toen werd de vraag„zullen
er koolveilingen worden gehouden aan 't station
Noordscharwoude met een, naar 't scheen,
welgemeend „ja" beantwoord. Na slechts enkele
veilingen laten sommigen zich door de hande
laars bewegen tot levering, naar beweerd wordt
boven den marktprijs. Maar ziet men dan niet
in, dat dit een zeer duidelijk bewijs is, dat de
handelaar liever den ouden toestand gehandhaatd
wil zien, waarbij hij de meeste voordeelen kan
behalen, al was 't maar alleen hierom, dat hij
niet door concurrentie van zijn medehandelaars
tot 't besteden van hoogere prijzen genoodzaakt
wordt. Waren we slechts van een paar handelaars
afhankelijk geweest, geloof maar vrij, dat onze
veilingen reeds in de geboorte waren gesmoord.
Die toeleg is echter mislukten zullen nu de
landbouwers zelf ons pasgeboren wicht laten
doodhongeren P
Wie daaraan meedoet, schaadt ongetwijfeld
zich zeiven in de beurs, doch ook anderenneen,
vooral anderen.
Laten we de zaken, zooals die op 't oogenblik
staan eens goed onder de oogen zien, me dunkt
ieder moet dan tot de overtuiging komen, dat er
wel wordt gehandeld in 't belang van den han
delaar, doch niet voldoende in 't belang der land
bouwers. En nu, m. h., zegt de voorz. geef ik
gaarne 't woord aan een ieder, die zich geroe
pen acht, ons den weg te wijzen om te komen
tot eene goede oplossing van het vraagstuk:
„Hoe moet het verder met onze veilingen gaan?"
De hr. Jb. Pool deelt als zjjne ervaring mee,
dat hij al een paar malen op de veiling is ge
weest, doch een kwartje minder kreeg voor zijne
kool, dan dengene, die op bestelling leverde. Spr.
schrijft dit toe aan gebrek aan concurrentie. Hij
hoopt ten zeerste, dat de veiling zal doorgaan,
want bij levering moet men soms ook wel dagen
en dagen wachten, eer het den handelaar voegt,
de bestelde kool te ontvangen. Ook dat gaat wel
eens hortend en stootend.
De hr. Wonder komt op tegen 't beweren,
dat de markt ten onzent meestal minder is, dan
elders. Voor bepaald puike kool krijgt men ook
op onze veiling goed geld.
En waar door den handelaar soms een
kwartje boven de markt aan „brengers" wordt
uitgeloofd, daar geschiedt dit om de landbouwers
over te halen, daarmee door te gaan.
De voorz. Stellig zjjn hier in ons midden land
bouwers, die kunnen bevestigen of aan leveraars
werkelijk meer wordt uitbetaald, dan de markt
prijs. Die bevestiging wordt gegeven. En vraagt
hij nu, waarom geschiedt dit? In de eerste plaats
trok het zijne aandacht, dat reeds bij de eerste
veiling door handelaars pogingen tot levering in
't werk werden gesteld. Opmerkelijk ook, dat
vooral bij groote koolbouwers hierop werd aan
gedrongen. Evenwel acht hij dit volstrekt geen
wonder; want, al is hij geen koolbouwer, hij
weet zeer goed, wat iedereen bekend isuit een
groot koolveld snijdt men lichter een paar wagens
puike kool, dan uit een klein veld.
Dus doende krijgt de handelaar alvast een goed
deel der beste kool ia handen; de aanvoer van
goede kool kan op de veiling zoodoende niet
heel groot zijn, hetgeen alweer tot gevolg heeft,
dat vreemde handelaars de veiling niet bezoeken.
Ieder weet toch, dat met een aanvoer van enkele
duizende kooien de handelaar van verre op eene
veiling geene zaken kan doen. En gaat hij
voort, hier voor me liggen brieven van handelaars
uit andere plaatsen, die juist om den geringen
aanvoer geen heil in marktbezoek zien. En onze
bekende handelaars. Och de landbouwers bren
gen hun als 't ware 't geld thuis. Menige veiling
is gepasseerd, waarop door een der grootste han
delaars geene enkele partij werd gekocht. Hij
had niet meer noodig, dan men hem beliefde „te
leveren". Alzoo de concurrentie, alle concurrentie
op onze veiling gedoo'd.
Ziet, mijnh.dat zou voor de veiling de
doodsteek worden, en die moogt ge toch niet
toebrengen aan eene zaak door u zeiven en in
uw eigen belang in 't leven geroepen. Waar
men de. schuld van minderen bloei onzer markt
op den handelaar zou willen werpen, daar is men
aan het verkeerde adres, de schuld huist bij u
zeiven. De handelaar zoekt zijn voordeel en dat
is in hem niet te misprijzen, maar zoekt gij dan
zelf ook uw voordeel, niet voor 't oogenblik al
leen, doch ook voor de toekomst. En dit zult ge
vinden, wanneer ge breekt met het oude en voor
u zeiven te zamen „nieuw leven" schept.
Een algemeen debat ontstaat, waarin reeds
verschillende stemmen opgaan voor verplichte
veiling, en waarbij wordt gewezen op het feit,
dat besliste voorstanders van veiling zich daar
zoo spoedig van hebben laten afbrengen en daar
door de zaak hebben tegengewerkt.
Op eene vraag van den hr. J. de Boer Pz. of
men bij verplichte veiling ook de gele en witte
zou moeten laten afslaan, wordt geantwoord, dat
het niet wenschelijk geacht wordt daarvoor ver
plichting op te leggen.
De voorz. vraagt nog eens, of deze verg.,
even als eene vorige, veiling niet te verkiezen
acht boven leveren, welke vraag met „ja" wordt
beantwoord. Dan, zegt hij, moeten we een gezonde
oplossing trachten te vinden, om daartoe te ko
men. Hij is van oordeel, dat wanneer een 15
of 20 personen in deze verg., waaronder toch
verscheidene groote koolbouwers, een contract
aangaan, om, althans voor een bepaalden tijd,
uitsluitend de kool te doen veilen, vele anderen
zullen volgen en de veiling als gevestigd be
schouwd kan worden. Tevens twijfelt hij er dan
geen oogenblik aan, of handelaars van verre
zullen op de veiling trachten zaken te doen.
De hr. Wonder maakt de opmerking, dat kool
bouwers uit andere plaatsen, op 't oogenblik nog
gebruik makende van onze veilingen, hiermede
welhaast zullen ophouden, wanneer de leden van
„Nieuw leven" zelf de zaak niet beter steunen.
Hij zou personen kunnen noemen, die beslist
ter veiling zouden komen, wanneer de aanvoer
van „N. L." zelve grooter werd.
In beginsel verklaren zich reeds velen voor
't sluiten van een dusdanig contract.
Na eenig over en weer praten blijkt, dat men
't wenschelijk acht het te sluiten contract voor-
loopig te doen gelden tot einde October, welk
voorstel ten slotte dan ook door den heer Mee-
reboer wordt gedaan.
En als 't eens niet beviel wordt er gevraagd.
Wel, geeft de voorz. ten antwoord, dan kan door
eene verg. van contractanten, het besluit ver
nietigd worden.
De hr. Tesselaar brengt in 't midden of men
dan de kool van andere plaatsen, die geleverd
wordt over 't hoofd ziet. Neen, wordt van ver
schillende kanten geantwoord, maar die is er ook
andere jaren en dan gaat toch ook onze kool
weg. Terecht werd ook nog opgemerkt, dat de
kool uit De Waard nog al gewild wordt door
den handelaar.
De hr. Bier vraagt, of 't niet beter zou zijn
op een vroeger uur te markten.
Hem wordt er op gewezen, dat juist dit uur
is gekozen, om handelaars van elders gelegenheid
te geven de markt te bezoeken.
De voorz. vraagt of de verg. nog langer over
de zaak wenscht te spreken, of wel, dat men kan
overgaan tot het nemen van besluiten.
Het voorstel van den hr. Meereboer wordt
nu gewijzigd aan de verg. voorgelegd. Het luidt
thans: Het contract wordt aangegaan tot einde
October, doch een vierde der contracten hebben
't recht de uitschrijving eener verg. te eischen,
waarin dan bij meerderheid van stemmen door
de contracten wordt uitgemaakt, of het contract
geldend zal blijven, of wel verbroken zal worden.
Met algemeene stemmen wordt dit voorstel aan
genomen.
Vervolgens brengt de voorz.de vraag ter tafel,
óf en zoo ja welke boete er moet gesteld worden op
het niet nakomen van dit contract. Na eenige
besprekingen neemt men 't voorstel aan van den hr.
Wonder, n.l. deze boete te stellen op één gld.
per 100 kooien, die geleverd worden op bestelling.
Niemand verklaart zich tegen dit voorstel. De
voorz. hoopt, dat van niemand deze boete zal
moeten worden geheven, doch stelt voor, waar
dit wel 't geval mocht blijken te zijn, die boeten
te storten in de kas van 't marktbeheer, wat al
gemeen wordt goedgevonden.
De hr. Meereboer acht 't wenschelijk, dat ook
landbouwers buiten de vereeniging staande dit
contract teekenen. De voorz. en Secr. geven te
kennen, dat daarvoor zeker enkelen te vinden
zullen zijn, en dat reeds sommigen er toe zijn
aangezocht.
Namens den hr. Entins wordt gevraagd, hoe
het staat met het lossen van de geveilde kool
Is de verkooper verplicht, die te brengen, waar
het den kuoper belieft. Meegedeeld wordt, dat
de lossing moet plaats hebben, óf aan het station
Noord-Scharwoude, óf aan het naastbijzjjnde vaar
water.
De voorz. vraagt, of nog iemand iets in 't
midden heeft te brengen met 't oog het te slui
ten contract. Daar niemand hier over meer 't
woord verlangd, wordt het contract voorgelezen.
Dit luidt als volgt:
Ondergeteekenden verklaren, op verbeurte van
één gulden per honderd geleverde kooien, tot 1
November achttien honderd negen en negentig,
geen kool meer te zullen leveren op bestelling,
doch ze te doen veilen aan den afslag van „Nieuw
leven."
Bij rondvraag verklaren zich ongeveer 25 aan
wezigen bereid tot onderteekening van het con
tract, terwijl omtrent verschillende niet aanwe
zigen wordt beweerd, dat zij stellig ook daarvoor
te vinden zullen zijn.
Bij de rondvraag deelt de hr. Jb. Pool mede,
dat hij en zijn tafelgenooten iemand weten, die
voor 4 guld. als afslager zou willen optreden.
De Yoorz. merkt gp, dat in de vorige verg.
is benoemd een afslager, die tevens, volgens 't
algemeen gevoelen, als keurmeester kon optre
den. Bovendien is de afslager-keurmeester aan
gesteld tot weder opzeggings toe, zoodat deze
verg. in dit opzicht geene beslissing zou mogen
nemen. Immers moest dan eerst de opzegging
geschieden, en 't voorstel daartoe zou op het con
vocaat geplaatst dienen te worden. Toch vindt
hij 't wenschelijk, dat de hr. Pool den naam
van bedoelden persoon aan de verg. meedeelt,
deze kan dan oordeelen, of het aanbod overwe
ging verdient. Men vergete echter niet, dat de
persoon in quaestie bepaald iemand moet wezen
die roet kennis van zaken moet kunnen optre,
den. De hr. Pool verneemt, dat bedoelde persoon
geen koolkenner is. De hr. Tesselaar meent, dat
voor de kool veiling geen keurmeester noodig is.
Uit de bespreking, die nu volgt, valt op te
maken, dat het velen niet bekend is, wan
neer de keurmeester beslissend kan optreden.
Door den voorz. wordt nu meegedeeld, dat de
kool op de veiling wordt verkocht, zooals de ge
laden wagen of schuit zich voordoet. Blijken de
onderlagen minder goed te zijn, dan de zichtbare,
zoodat van bedrog sprake kan zijn, (wat zich
helaas al reeds voor gedaan heeft) dan heeft do
kooper recht den keurmeester bij de lossing te
roepen, die dan beoordeelt, of er gekort, of zelfs
de koop te niet gedaan moet worden. Meent een
verkooperdat de handelaar (of diens volk) mis
bruik maakt van het z g. uitschieten, (en dit
schijnt reeds plaats gehad te hebben) dan roept
de verkooper den keurmeester en deze beslist
of die uitschieting recht en billijk is.
En daarom, wordt door een der aanwezigen
zeer terecht opgemerkt, is wel degelijk een
keurmeester noodig, en een goede ook. Hij juist
moet de man zijn, die knoeierij van beide kan
ten onmogelijk moet maken. Zonder keurmeester
zou een handelaar b.v. wel kool van 3 gld. voor
4 kunnen mijnen, want hij zou zooveel kooien
kunnen uitschieten, dat de overgeblevene ruim
schoots aan de waarde kwamen. En moet
daartegenover ook eene verkooper, die een mooie
laag kool of wat dan ook, op het gezicht plaatst
en daaronder prullengoed herbergt, niet gestraft
worden Dat is de taak, de plicht van den
keurmeester.
Neen, zegt deze spreker, maakt uwe markt
zoo, dat uw keurmeester alleen keurmeester zij
en hem dit een bestaan oplevert, dan zal hij er
zich met hart en ziel aan kunnen wijden! Ver
keerde toestanden moeten worden bestreden, ge
zonde daarvoor in de plaats worden gesteld.
De hr. Tesselaar vraagt opheldering over het
stellen van een plaatsvervanger door den afslager.
De voorz. deelt mee, dat dit door den Markt
meester is goed gevonden, omdat de afwezigheid
van den afslager in 't belang der veiling was.
Voor dergelijke zaken kon toch moeielijk een be
stuursvergadering worden belegd. De handen van
het Dagelijksch Bestuur zouden ook al te zeer
gebonden kunnen worden.
Wil men echter besluiten, dat de aangestelde
afslager beslist altijd moet optreden, dan moet
men een voorstel in dien geest aan de vergade
ring doen.
De voorz. deelt nog mede ;in den loop der
maand Juli een verzoek aan de Holl. Spoorw.
Maatsch. te hebben gericht tot invoering van
het z.g. speciaal tarief voor aardappelen vervoer
van 't station Noordscharwoude.
Hierop is een weigerend antwoord bekomen.
Nog wordt gevraagd of de veiling van z.g.
uitschot geoorloofd is. Deze vraag wordt beves
tigend beantwoord. Alleen dan worden produc
ten van de veiling geweerd, wanneer er sprake
moet zijn van bedrog.
Voorz. en Secr. brengen nog een enkel punt
ter sprake, n.l. de plaats van betaling. Op de
eerste veiling is, na voorlezing van het markt-
reglement, den aanvoerders der kool gevraagd,
waar ze die betaling 't wenschelijkst achten en
algemeen was men van gevoelen, dat de naast
bijzjjnde gelegenheid, daarvoor de aangewezen
plaats is, n.l. een der kantoren in het gebouw,
van de heeren Frank en Trompetter. Gaarne
echter legt men dezelfde vraag nog eens voor
aan deze vergadering waar dan toch een 25
aanvoerders tegenwoordig zijn. Al dadelijk gaan
velen stemmen op voor de plaats, waar nu de
betaling geschiedt. De voorz. eischt echter eene
bepaalde beslissing en verzoekt ieder, die er vóór
is, de betaling ergens anders te houden, op te
staan. Daar niemand oprijst, is met algemeene
stemmen besloten, voort te gaan met de betaling
op genoemde plaats te houden.
Nog rest ons, zegt de voorz. de sluiting dezer
vergadering. Ik acht haar een zeer belangrijke,
en waar ik u dank zeggen mag voor uwe op
komst en medewerking, daar voeg ik gaarne
den wensch er aan toemogen de besluiten, dezen
avond genomen, voor onze landbouwers in wer
kelijkheid het begin zijn van een „nieuw leven!"
Heer Hugo waard. Bij de Dinsdag j.l.
gehouden stemming werd de hr. Jb. Swaag ver
kozen tot Hoofd-Ingeland van het Ambacht ge
naamd Geestmer-Ambacht, ter vertegenwoordi
ging van den polder Heer Hugowaard in het
Bestuur van genoemd Ambacht.
Sint Pankras. De rattencampagne is
hier nagenoeg afgeloopen. Slechts een enkele
rat wordt van tijd tot tijd nog ingeleverd. In
het geheel hebben ongeveer 1600 langstaar
ten hun roofzucht met het leven moeten boe
ten, dat is aanmerkelijk minder dan 't vorige
jaar. De schade, welke dit jaar werd aange
bracht, is dan ook, vergeleken bij vorige jaren,
gering.
Het vroege koolzaad is tegenwoordig org
prijzig. De bouwers, die zoo gelukkig zijn en
meer zaad geteeld hebben dan zij voor eigen
gebruik noodig hebben, kunnen dit, wanneer
het ten minste van de echte soort is, tegen
een hoogen prijs verkoopen.
Zoo besteedt men hier tegenwoordig f 15
voor i/2 kilogram
Zaterdag den 16 September, vergaderde in
de Weere, gemeente Winkel, bij den Heer
W. Kooiman, de afdeeling LutjewinkelWeere
van de groenten-vereeniging „de Niedorper
Kogge", ter bespreking van de vraag: zal te
Lutjewinkel door de afdeeling in vereeniging
met de afdeeling Moerbeek het volgende jaar een
markt worden opgericht van aardappelen, groen
ten, enz.? De oorzitter, de heer J. Breebaart D z.
deelde, nadat hij de vergadering, die door 16,
van de 44 leden werd bijgewoond, geopend had
en de notulen der vorige gelezen en goedgekeurd
waren, mede, dat in een vergadering van de
afdeeling Winkel, waarbij het Bestuur der afd.
LutjewinkelWeere genoodigd was, de wensch
tot samenwerking was te keunen gegeven en die
samenwerking door „Winkel" was toegezegd.
Aan de besprekingen over 't vestigen eener markt
werd nu door verschillende personen deelgenomen,
waarbij allen 't er over eens waren, dat Lutje-
winkel, gelegen aan tram en vaart, door een
flinken rijweg spoedig met Moerbeek verbonden,
een bij uitstek gunstig punt voor een markt kan
geacht worden. Samenwerking met W inkel werd
evenwel als een eerste vereischte beschouwd,
waut daardoor kunnen beide markten, n. 1. Win
kel eu Lutjewinkel, naast elkander bestaan. De
vergadering machtigde daarom het Bestuur met
„Moerbeek" en „Winkel" de zaak verder te be
spreken en besloot, het volgende jaar de markt
te Lutjewinkel te vestigen. Op den stenn van
het Hoofdbestuur zal zeker ook gerekend kun
nen worden, want de Voorzitter deelde mede,
dat dit juist van plan is zich met de tot stand-
koming van markten in de plaatsen, waar afdee-
lingen bestaan, bezig te houden. Een der leden
maakte de opmerking, dat hoe de tramweg
maatschappij ook medewerkt om de markt te
Winkel te bevorderen en dat zeker ook zal doen,
als te Lutjewinkel en misschien op meer plaatsen
een markt is, deze toch meer kan doen en wel
door het tarief voor 't verzenden van goederen
op korte afstanden te verlagen. Door hem was
een mand met peren verzonden van de Weere
naar Winkel, waarvoor aan vracht moest worden
betaald f0,20. Dit is te veel en menigeen zal
dan ook daarom voor 't verzenden van vruchten
naar de markt van den tram geen gebruik maken.
Het is waar, dat die mand voor 't zelfde geld
ook naar Wognum kon gezonden worden, maar
daar moest ze nu niet wezen. Het verschaffen
van de gelegenheid om tegen lager tarief goede
ren over een klein traject te verzenden, zal dus
zijn in 't belang der markt en in 't belang van
den tram.
Uit de notulen was gebleken, dat in de vorige
vergadering f 4.was toegestaan voor den aan
leg van een bak ter teling van bloemkoolplanten.
De secretaris deelde evenwel mede, dat deze som
verre van toereikend is en daarom werd besloten
het maken van den bak uit te stellen, doch te
onderzoeken, waar uitstekend bloemkoolzaad te
verkrijgen zal zijn.
Uit allen aandrang werd den leden op 't
hart gedrukt zich nu met kracht op 't telen
van aardappelen enz. te gaan toeleggen, opdat
groote aanvoer van producten de markt zal
doen slagen. De voorzitter dankte allen voor
hun opkomst en medewerking en sloot de ver
gadering met den wensch, dat de noodige sa
menwerking zal verkregen worden en de markt
dus zal tot stand komen.
Het Fanfarecorps te Winkel is veranderd
in een harmonie gezelschap. De goede afloop
van 't onlangs plaats gehad hebbend festival,
waardoor een aanmerkelijke som in kas is ge
komen, benevens de goede indruk door andere
harmoniegezelschappen tijdens dat festival ge
maakt op de leden van het fanfarecorps, hebben
zeker tot die verandering veel bijgedragen. De
instrumenten zijn reeds gekocht, zoodat de leden
wel spoedig ermede op de hoogte zullen zijnen
misschien anderen zich aangetrokken zullen ge
voelen ook toe te treden.
Te Winkel is Dinsdag de extra tram, die
's avonds te elf uur van Schagen naar Wognum
reed na afloop van 't vuurwerk, ontspoord, zoo
dat de reizigers verder den weg zonder tram
moesten afleggen, wat ook het geval was met
hen, die met den laatsten extra tram des nachts
om half drie van Schagen vertrokken.