TWEEDE BLAD. Vervolg Nieuwstijdingen. VERSLAG der, Vrijdag 22 Sept. ge houden, buitengewone, algemeene Vergade ring van Nieuw Leven" te HEER-HU GO- WAARD. Mochten we nog steeds geene melding maken van- een flinken aanvoer van sluitkool op de vei lingen van „Nieuw Leven", dit feit gaf aanleiding tot het uitschrijven eener vergadering. Slechts één punt was op het convocaat geplaatst, n.l.de Koolveiling. Van de ruim 80 leden der vereeniging waren 30 ter vergadering verschenen, alsmede enkele belangstellenden. De voorz., de hr. Brugman, opent do verg. met den wensch, dat de besprekingen mogen leiden tot degelijke besluiten en dat de uit voering dier besluiten gunstige resultaten mogen hebben voor de koolbouwers in't algemeen, voor de leden der vereeniging in 't bijzonder. De hr. Wonder erlangt 't woord tot lezing der notulen van de laatstgenoemde vergadering. Deze worden goedgekeurd en onder dankzegging voor de nauwkenrige teboekstelling, geteekend. De Voorz. brengt verslag uit over het verhandelde in de Bestuursverg. van „Niedorper Koggen" en deelt mede, dat het H. B. niet kon treden in 't voorstel van „Nieuw Leven", waar deze veree niging met zulke besliste voorwaarden kwam aandragen. 't,Gevolg is geweest, met den meest bekwamen spoed eene eigen koolveiling in 't leven te roepen. En na een paar weken zijn ;we nu hier vergaderd, ter bespreking van het eenige punt der agendazeker eenniet onbelangrijk punt. Verder wijst hij er op, dat bij de oprichting der vereeniging duidelijk en klaar de toestanden van voorheen en die van tegenwoordig in „De Streek" zijn geschetst en met elkaar vergeleken. Dat die vergelijking sterk pleit voor den tegen- woordigen toestand, vooral, wanneer 't oog wordt geslagen op de wijze, waarop voorheen en die, waarop thans de landbouwer daar zijne producten te gelde maakt. Ons is, zegt hij verder, met schrille kleuren geteekend, hoe nog maar weinige jaren geleden de producten, die niet op den akker verkocht werden, met den schipper werden meegegeven, die ze dan te gelde maakte. Wat men er voor thuis kreeg, was soms een luttel bedrag. Door de uitbreiding van het spoorwegverkeer echter zijn nieuwe toestanden geboren en van deze maakt men dan, door deugdelijke voorlichting van enkele flinke personen, een voordeelig ge bruik. De landbouwer in „De Streek" heeft leeren inzien, dat de beste manier, om zijne producten in klinkende munt oin te zetten, is, ze te doen afslaan op de veilingen. Maar dan dient er ook ééndracht te wezen, oordeelde men daar zeer terecht, en thans brengt iedere bou wer zijne producten naar de veiling, en met gunstig resultaat. Verder wijst hij op Sint Pankras. Toen de tijd was genaderd, dat men daar een aanvang kon maken met het mes in de kool te zetten, sloot men eene overeenkomst, waarbij bepaald werd, de sluitkool algemeen te gaan veilen en wie erkent niet, dat men daarvan de beste uit komsten heeft mogen zien? Spreker acht volstrekt niet te stout, te bewe ren, dat men juist door die aaneensluiting min stens 1 gld. per 100 stuks meer gemaakt heeft, dan wanneer de oude gewoonte was gevolgd van te leveren op bestelling. De handen in elkaar geslagen, wordt ons door deze voorbeelden toe geroepen, toegeschreeuwd mocht er wel gezegd worden en toch hier blijft men doofhoerende doof en ziende blind. Wat toch ervaren we hier? Nog geene maand geleden vergaderden ongeveer 40 onzer leden en toen werd de vraag„zullen er koolveilingen worden gehouden aan 't station Noordscharwoude met een, naar 't scheen, welgemeend „ja" beantwoord. Na slechts enkele veilingen laten sommigen zich door de hande laars bewegen tot levering, naar beweerd wordt boven den marktprijs. Maar ziet men dan niet in, dat dit een zeer duidelijk bewijs is, dat de handelaar liever den ouden toestand gehandhaatd wil zien, waarbij hij de meeste voordeelen kan behalen, al was 't maar alleen hierom, dat hij niet door concurrentie van zijn medehandelaars tot 't besteden van hoogere prijzen genoodzaakt wordt. Waren we slechts van een paar handelaars afhankelijk geweest, geloof maar vrij, dat onze veilingen reeds in de geboorte waren gesmoord. Die toeleg is echter mislukten zullen nu de landbouwers zelf ons pasgeboren wicht laten doodhongeren P Wie daaraan meedoet, schaadt ongetwijfeld zich zeiven in de beurs, doch ook anderenneen, vooral anderen. Laten we de zaken, zooals die op 't oogenblik staan eens goed onder de oogen zien, me dunkt ieder moet dan tot de overtuiging komen, dat er wel wordt gehandeld in 't belang van den han delaar, doch niet voldoende in 't belang der land bouwers. En nu, m. h., zegt de voorz. geef ik gaarne 't woord aan een ieder, die zich geroe pen acht, ons den weg te wijzen om te komen tot eene goede oplossing van het vraagstuk: „Hoe moet het verder met onze veilingen gaan?" De hr. Jb. Pool deelt als zjjne ervaring mee, dat hij al een paar malen op de veiling is ge weest, doch een kwartje minder kreeg voor zijne kool, dan dengene, die op bestelling leverde. Spr. schrijft dit toe aan gebrek aan concurrentie. Hij hoopt ten zeerste, dat de veiling zal doorgaan, want bij levering moet men soms ook wel dagen en dagen wachten, eer het den handelaar voegt, de bestelde kool te ontvangen. Ook dat gaat wel eens hortend en stootend. De hr. Wonder komt op tegen 't beweren, dat de markt ten onzent meestal minder is, dan elders. Voor bepaald puike kool krijgt men ook op onze veiling goed geld. En waar door den handelaar soms een kwartje boven de markt aan „brengers" wordt uitgeloofd, daar geschiedt dit om de landbouwers over te halen, daarmee door te gaan. De voorz. Stellig zjjn hier in ons midden land bouwers, die kunnen bevestigen of aan leveraars werkelijk meer wordt uitbetaald, dan de markt prijs. Die bevestiging wordt gegeven. En vraagt hij nu, waarom geschiedt dit? In de eerste plaats trok het zijne aandacht, dat reeds bij de eerste veiling door handelaars pogingen tot levering in 't werk werden gesteld. Opmerkelijk ook, dat vooral bij groote koolbouwers hierop werd aan gedrongen. Evenwel acht hij dit volstrekt geen wonder; want, al is hij geen koolbouwer, hij weet zeer goed, wat iedereen bekend isuit een groot koolveld snijdt men lichter een paar wagens puike kool, dan uit een klein veld. Dus doende krijgt de handelaar alvast een goed deel der beste kool ia handen; de aanvoer van goede kool kan op de veiling zoodoende niet heel groot zijn, hetgeen alweer tot gevolg heeft, dat vreemde handelaars de veiling niet bezoeken. Ieder weet toch, dat met een aanvoer van enkele duizende kooien de handelaar van verre op eene veiling geene zaken kan doen. En gaat hij voort, hier voor me liggen brieven van handelaars uit andere plaatsen, die juist om den geringen aanvoer geen heil in marktbezoek zien. En onze bekende handelaars. Och de landbouwers bren gen hun als 't ware 't geld thuis. Menige veiling is gepasseerd, waarop door een der grootste han delaars geene enkele partij werd gekocht. Hij had niet meer noodig, dan men hem beliefde „te leveren". Alzoo de concurrentie, alle concurrentie op onze veiling gedoo'd. Ziet, mijnh.dat zou voor de veiling de doodsteek worden, en die moogt ge toch niet toebrengen aan eene zaak door u zeiven en in uw eigen belang in 't leven geroepen. Waar men de. schuld van minderen bloei onzer markt op den handelaar zou willen werpen, daar is men aan het verkeerde adres, de schuld huist bij u zeiven. De handelaar zoekt zijn voordeel en dat is in hem niet te misprijzen, maar zoekt gij dan zelf ook uw voordeel, niet voor 't oogenblik al leen, doch ook voor de toekomst. En dit zult ge vinden, wanneer ge breekt met het oude en voor u zeiven te zamen „nieuw leven" schept. Een algemeen debat ontstaat, waarin reeds verschillende stemmen opgaan voor verplichte veiling, en waarbij wordt gewezen op het feit, dat besliste voorstanders van veiling zich daar zoo spoedig van hebben laten afbrengen en daar door de zaak hebben tegengewerkt. Op eene vraag van den hr. J. de Boer Pz. of men bij verplichte veiling ook de gele en witte zou moeten laten afslaan, wordt geantwoord, dat het niet wenschelijk geacht wordt daarvoor ver plichting op te leggen. De voorz. vraagt nog eens, of deze verg., even als eene vorige, veiling niet te verkiezen acht boven leveren, welke vraag met „ja" wordt beantwoord. Dan, zegt hij, moeten we een gezonde oplossing trachten te vinden, om daartoe te ko men. Hij is van oordeel, dat wanneer een 15 of 20 personen in deze verg., waaronder toch verscheidene groote koolbouwers, een contract aangaan, om, althans voor een bepaalden tijd, uitsluitend de kool te doen veilen, vele anderen zullen volgen en de veiling als gevestigd be schouwd kan worden. Tevens twijfelt hij er dan geen oogenblik aan, of handelaars van verre zullen op de veiling trachten zaken te doen. De hr. Wonder maakt de opmerking, dat kool bouwers uit andere plaatsen, op 't oogenblik nog gebruik makende van onze veilingen, hiermede welhaast zullen ophouden, wanneer de leden van „Nieuw leven" zelf de zaak niet beter steunen. Hij zou personen kunnen noemen, die beslist ter veiling zouden komen, wanneer de aanvoer van „N. L." zelve grooter werd. In beginsel verklaren zich reeds velen voor 't sluiten van een dusdanig contract. Na eenig over en weer praten blijkt, dat men 't wenschelijk acht het te sluiten contract voor- loopig te doen gelden tot einde October, welk voorstel ten slotte dan ook door den heer Mee- reboer wordt gedaan. En als 't eens niet beviel wordt er gevraagd. Wel, geeft de voorz. ten antwoord, dan kan door eene verg. van contractanten, het besluit ver nietigd worden. De hr. Tesselaar brengt in 't midden of men dan de kool van andere plaatsen, die geleverd wordt over 't hoofd ziet. Neen, wordt van ver schillende kanten geantwoord, maar die is er ook andere jaren en dan gaat toch ook onze kool weg. Terecht werd ook nog opgemerkt, dat de kool uit De Waard nog al gewild wordt door den handelaar. De hr. Bier vraagt, of 't niet beter zou zijn op een vroeger uur te markten. Hem wordt er op gewezen, dat juist dit uur is gekozen, om handelaars van elders gelegenheid te geven de markt te bezoeken. De voorz. vraagt of de verg. nog langer over de zaak wenscht te spreken, of wel, dat men kan overgaan tot het nemen van besluiten. Het voorstel van den hr. Meereboer wordt nu gewijzigd aan de verg. voorgelegd. Het luidt thans: Het contract wordt aangegaan tot einde October, doch een vierde der contracten hebben 't recht de uitschrijving eener verg. te eischen, waarin dan bij meerderheid van stemmen door de contracten wordt uitgemaakt, of het contract geldend zal blijven, of wel verbroken zal worden. Met algemeene stemmen wordt dit voorstel aan genomen. Vervolgens brengt de voorz.de vraag ter tafel, óf en zoo ja welke boete er moet gesteld worden op het niet nakomen van dit contract. Na eenige besprekingen neemt men 't voorstel aan van den hr. Wonder, n.l. deze boete te stellen op één gld. per 100 kooien, die geleverd worden op bestelling. Niemand verklaart zich tegen dit voorstel. De voorz. hoopt, dat van niemand deze boete zal moeten worden geheven, doch stelt voor, waar dit wel 't geval mocht blijken te zijn, die boeten te storten in de kas van 't marktbeheer, wat al gemeen wordt goedgevonden. De hr. Meereboer acht 't wenschelijk, dat ook landbouwers buiten de vereeniging staande dit contract teekenen. De voorz. en Secr. geven te kennen, dat daarvoor zeker enkelen te vinden zullen zijn, en dat reeds sommigen er toe zijn aangezocht. Namens den hr. Entins wordt gevraagd, hoe het staat met het lossen van de geveilde kool Is de verkooper verplicht, die te brengen, waar het den kuoper belieft. Meegedeeld wordt, dat de lossing moet plaats hebben, óf aan het station Noord-Scharwoude, óf aan het naastbijzjjnde vaar water. De voorz. vraagt, of nog iemand iets in 't midden heeft te brengen met 't oog het te slui ten contract. Daar niemand hier over meer 't woord verlangd, wordt het contract voorgelezen. Dit luidt als volgt: Ondergeteekenden verklaren, op verbeurte van één gulden per honderd geleverde kooien, tot 1 November achttien honderd negen en negentig, geen kool meer te zullen leveren op bestelling, doch ze te doen veilen aan den afslag van „Nieuw leven." Bij rondvraag verklaren zich ongeveer 25 aan wezigen bereid tot onderteekening van het con tract, terwijl omtrent verschillende niet aanwe zigen wordt beweerd, dat zij stellig ook daarvoor te vinden zullen zijn. Bij de rondvraag deelt de hr. Jb. Pool mede, dat hij en zijn tafelgenooten iemand weten, die voor 4 guld. als afslager zou willen optreden. De Yoorz. merkt gp, dat in de vorige verg. is benoemd een afslager, die tevens, volgens 't algemeen gevoelen, als keurmeester kon optre den. Bovendien is de afslager-keurmeester aan gesteld tot weder opzeggings toe, zoodat deze verg. in dit opzicht geene beslissing zou mogen nemen. Immers moest dan eerst de opzegging geschieden, en 't voorstel daartoe zou op het con vocaat geplaatst dienen te worden. Toch vindt hij 't wenschelijk, dat de hr. Pool den naam van bedoelden persoon aan de verg. meedeelt, deze kan dan oordeelen, of het aanbod overwe ging verdient. Men vergete echter niet, dat de persoon in quaestie bepaald iemand moet wezen die roet kennis van zaken moet kunnen optre, den. De hr. Pool verneemt, dat bedoelde persoon geen koolkenner is. De hr. Tesselaar meent, dat voor de kool veiling geen keurmeester noodig is. Uit de bespreking, die nu volgt, valt op te maken, dat het velen niet bekend is, wan neer de keurmeester beslissend kan optreden. Door den voorz. wordt nu meegedeeld, dat de kool op de veiling wordt verkocht, zooals de ge laden wagen of schuit zich voordoet. Blijken de onderlagen minder goed te zijn, dan de zichtbare, zoodat van bedrog sprake kan zijn, (wat zich helaas al reeds voor gedaan heeft) dan heeft do kooper recht den keurmeester bij de lossing te roepen, die dan beoordeelt, of er gekort, of zelfs de koop te niet gedaan moet worden. Meent een verkooperdat de handelaar (of diens volk) mis bruik maakt van het z g. uitschieten, (en dit schijnt reeds plaats gehad te hebben) dan roept de verkooper den keurmeester en deze beslist of die uitschieting recht en billijk is. En daarom, wordt door een der aanwezigen zeer terecht opgemerkt, is wel degelijk een keurmeester noodig, en een goede ook. Hij juist moet de man zijn, die knoeierij van beide kan ten onmogelijk moet maken. Zonder keurmeester zou een handelaar b.v. wel kool van 3 gld. voor 4 kunnen mijnen, want hij zou zooveel kooien kunnen uitschieten, dat de overgeblevene ruim schoots aan de waarde kwamen. En moet daartegenover ook eene verkooper, die een mooie laag kool of wat dan ook, op het gezicht plaatst en daaronder prullengoed herbergt, niet gestraft worden Dat is de taak, de plicht van den keurmeester. Neen, zegt deze spreker, maakt uwe markt zoo, dat uw keurmeester alleen keurmeester zij en hem dit een bestaan oplevert, dan zal hij er zich met hart en ziel aan kunnen wijden! Ver keerde toestanden moeten worden bestreden, ge zonde daarvoor in de plaats worden gesteld. De hr. Tesselaar vraagt opheldering over het stellen van een plaatsvervanger door den afslager. De voorz. deelt mee, dat dit door den Markt meester is goed gevonden, omdat de afwezigheid van den afslager in 't belang der veiling was. Voor dergelijke zaken kon toch moeielijk een be stuursvergadering worden belegd. De handen van het Dagelijksch Bestuur zouden ook al te zeer gebonden kunnen worden. Wil men echter besluiten, dat de aangestelde afslager beslist altijd moet optreden, dan moet men een voorstel in dien geest aan de vergade ring doen. De voorz. deelt nog mede ;in den loop der maand Juli een verzoek aan de Holl. Spoorw. Maatsch. te hebben gericht tot invoering van het z.g. speciaal tarief voor aardappelen vervoer van 't station Noordscharwoude. Hierop is een weigerend antwoord bekomen. Nog wordt gevraagd of de veiling van z.g. uitschot geoorloofd is. Deze vraag wordt beves tigend beantwoord. Alleen dan worden produc ten van de veiling geweerd, wanneer er sprake moet zijn van bedrog. Voorz. en Secr. brengen nog een enkel punt ter sprake, n.l. de plaats van betaling. Op de eerste veiling is, na voorlezing van het markt- reglement, den aanvoerders der kool gevraagd, waar ze die betaling 't wenschelijkst achten en algemeen was men van gevoelen, dat de naast bijzjjnde gelegenheid, daarvoor de aangewezen plaats is, n.l. een der kantoren in het gebouw, van de heeren Frank en Trompetter. Gaarne echter legt men dezelfde vraag nog eens voor aan deze vergadering waar dan toch een 25 aanvoerders tegenwoordig zijn. Al dadelijk gaan velen stemmen op voor de plaats, waar nu de betaling geschiedt. De voorz. eischt echter eene bepaalde beslissing en verzoekt ieder, die er vóór is, de betaling ergens anders te houden, op te staan. Daar niemand oprijst, is met algemeene stemmen besloten, voort te gaan met de betaling op genoemde plaats te houden. Nog rest ons, zegt de voorz. de sluiting dezer vergadering. Ik acht haar een zeer belangrijke, en waar ik u dank zeggen mag voor uwe op komst en medewerking, daar voeg ik gaarne den wensch er aan toemogen de besluiten, dezen avond genomen, voor onze landbouwers in wer kelijkheid het begin zijn van een „nieuw leven!" Heer Hugo waard. Bij de Dinsdag j.l. gehouden stemming werd de hr. Jb. Swaag ver kozen tot Hoofd-Ingeland van het Ambacht ge naamd Geestmer-Ambacht, ter vertegenwoordi ging van den polder Heer Hugowaard in het Bestuur van genoemd Ambacht. Sint Pankras. De rattencampagne is hier nagenoeg afgeloopen. Slechts een enkele rat wordt van tijd tot tijd nog ingeleverd. In het geheel hebben ongeveer 1600 langstaar ten hun roofzucht met het leven moeten boe ten, dat is aanmerkelijk minder dan 't vorige jaar. De schade, welke dit jaar werd aange bracht, is dan ook, vergeleken bij vorige jaren, gering. Het vroege koolzaad is tegenwoordig org prijzig. De bouwers, die zoo gelukkig zijn en meer zaad geteeld hebben dan zij voor eigen gebruik noodig hebben, kunnen dit, wanneer het ten minste van de echte soort is, tegen een hoogen prijs verkoopen. Zoo besteedt men hier tegenwoordig f 15 voor i/2 kilogram Zaterdag den 16 September, vergaderde in de Weere, gemeente Winkel, bij den Heer W. Kooiman, de afdeeling LutjewinkelWeere van de groenten-vereeniging „de Niedorper Kogge", ter bespreking van de vraag: zal te Lutjewinkel door de afdeeling in vereeniging met de afdeeling Moerbeek het volgende jaar een markt worden opgericht van aardappelen, groen ten, enz.? De oorzitter, de heer J. Breebaart D z. deelde, nadat hij de vergadering, die door 16, van de 44 leden werd bijgewoond, geopend had en de notulen der vorige gelezen en goedgekeurd waren, mede, dat in een vergadering van de afdeeling Winkel, waarbij het Bestuur der afd. LutjewinkelWeere genoodigd was, de wensch tot samenwerking was te keunen gegeven en die samenwerking door „Winkel" was toegezegd. Aan de besprekingen over 't vestigen eener markt werd nu door verschillende personen deelgenomen, waarbij allen 't er over eens waren, dat Lutje- winkel, gelegen aan tram en vaart, door een flinken rijweg spoedig met Moerbeek verbonden, een bij uitstek gunstig punt voor een markt kan geacht worden. Samenwerking met W inkel werd evenwel als een eerste vereischte beschouwd, waut daardoor kunnen beide markten, n. 1. Win kel eu Lutjewinkel, naast elkander bestaan. De vergadering machtigde daarom het Bestuur met „Moerbeek" en „Winkel" de zaak verder te be spreken en besloot, het volgende jaar de markt te Lutjewinkel te vestigen. Op den stenn van het Hoofdbestuur zal zeker ook gerekend kun nen worden, want de Voorzitter deelde mede, dat dit juist van plan is zich met de tot stand- koming van markten in de plaatsen, waar afdee- lingen bestaan, bezig te houden. Een der leden maakte de opmerking, dat hoe de tramweg maatschappij ook medewerkt om de markt te Winkel te bevorderen en dat zeker ook zal doen, als te Lutjewinkel en misschien op meer plaatsen een markt is, deze toch meer kan doen en wel door het tarief voor 't verzenden van goederen op korte afstanden te verlagen. Door hem was een mand met peren verzonden van de Weere naar Winkel, waarvoor aan vracht moest worden betaald f0,20. Dit is te veel en menigeen zal dan ook daarom voor 't verzenden van vruchten naar de markt van den tram geen gebruik maken. Het is waar, dat die mand voor 't zelfde geld ook naar Wognum kon gezonden worden, maar daar moest ze nu niet wezen. Het verschaffen van de gelegenheid om tegen lager tarief goede ren over een klein traject te verzenden, zal dus zijn in 't belang der markt en in 't belang van den tram. Uit de notulen was gebleken, dat in de vorige vergadering f 4.was toegestaan voor den aan leg van een bak ter teling van bloemkoolplanten. De secretaris deelde evenwel mede, dat deze som verre van toereikend is en daarom werd besloten het maken van den bak uit te stellen, doch te onderzoeken, waar uitstekend bloemkoolzaad te verkrijgen zal zijn. Uit allen aandrang werd den leden op 't hart gedrukt zich nu met kracht op 't telen van aardappelen enz. te gaan toeleggen, opdat groote aanvoer van producten de markt zal doen slagen. De voorzitter dankte allen voor hun opkomst en medewerking en sloot de ver gadering met den wensch, dat de noodige sa menwerking zal verkregen worden en de markt dus zal tot stand komen. Het Fanfarecorps te Winkel is veranderd in een harmonie gezelschap. De goede afloop van 't onlangs plaats gehad hebbend festival, waardoor een aanmerkelijke som in kas is ge komen, benevens de goede indruk door andere harmoniegezelschappen tijdens dat festival ge maakt op de leden van het fanfarecorps, hebben zeker tot die verandering veel bijgedragen. De instrumenten zijn reeds gekocht, zoodat de leden wel spoedig ermede op de hoogte zullen zijnen misschien anderen zich aangetrokken zullen ge voelen ook toe te treden. Te Winkel is Dinsdag de extra tram, die 's avonds te elf uur van Schagen naar Wognum reed na afloop van 't vuurwerk, ontspoord, zoo dat de reizigers verder den weg zonder tram moesten afleggen, wat ook het geval was met hen, die met den laatsten extra tram des nachts om half drie van Schagen vertrokken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1899 | | pagina 3