Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken. N°. 42. (Eerste blad). Zondag 15 October 1899. 8e Jaargang. J. EL KEIZER. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Dit nummer bestaat uit twee bladen. De betcekenis der Bacteriën in de Natuur en in de Nijverheid. Feuilleton. mm GESCHEIDEN, NIEUWE ft C01I1AIT. Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag. ABONNEMENTSPRIJS voor Noordscharwoude, Oudkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk per drie maanden 50 ct-, franco p. post 60 ct. UITGEVER: BUREEL: Hooi'dscli&i'woiide PRIJS DER ADYERTENTIËN: Van 15 regels 30 ct.9 elke regel meer ct. Brieven rechtstreeks aan den Uitgever. Het populair wetenschappelijk tijdschrift, „Vra gen van den Dag", onder redactie van Dr. H. Blink, uitgever S. L. van Looy te Amsterdam, opent zijn léden jaargang met een artikel van Dr. J. W. Jenny Weyerman over ziekteverwek kende bacteriën en desinfectie. In de 2e. afl. van denzelfden jaargang wordt door dezelfde hand eene beschrij ving gegeven over bacteriën die in de huishouding der Natuur een nnttige rol vervullen. Van de zeer belangrijke bijzonderheden die worden medegedeeld omtrent de practische resul taten, welke het wetenschappelijk onderzoek heeft verkregen, deelen wij enkele mede, als bijdrage tot vermeerdering der kennis omtrent de in het tweede onderwerp besproken bacterie-soorten. Als er van belangrijke resultaten gesproken wordt, moeten wel in de eerste plaats die ge noemd worden, welke op landbouwkundig gebied verkregen zijn. Allen kennen wij de sprookjes, waarin van kaboutertjes verteld wordt, die in de aarde zouden leven en wier hoogste geluk het was als zij goede, arbeidzame menschen konden helpen. Het microscoop heeft ons werkelijk die kabou tertjes leeren kennen en laten zien. De stoutste droomen der oude dichters bleken werkelijkheid. Thans naar de werkelijkheid. Er zijn vrucht bare en onvruchtbare akkers. Wanneer is een akker vruchtbaar Als de planten, welke wij er willen telen, welig groeien en veel en goede vruchten voortbrengen, noemt men een akker vruchtbaar, dat is bekend. Een plant kan echter niet groeien, als niet alles wat hij aan voedsel noodig heeft, voorhanden is in den bodem en in 29.) Robert strekte de armen uit, hq opende den mond als wilde hq iets roepen, maar achter zich hoorde hij zware voetstappen naderen, die hem tot bezin ning brachten en hij verwijderde zich snel. Het was trouwens niets, een politieagent die zqn ronde deed. Het vluchtige visioen van Bernard De Prabert, den zwakken, droevigen, neerslachtigen grijsaard, had een diepen indruk op Robert gemaakt en twijfel in hem opgewekt. Die man, zoo ziek en moedeloos als hq daar voor hem verschenen was, kon zich niet zoo krachtig te gen zijn verzoek om een vrijgeleide hébben verzet en hem een onverbiddelijk veto hebben toegeroe pen. De gezant der Vereenigde Staten had hem per telegraaf op de hoogte gehouden van hetgeen er aan het ministerie en de prefectuur van politie te Parijs was voorgevallen. In het eerst bestond er niet het minste bezwaar tegen zijn verzoek en de gunstige beschikking scheen zoo goed als zeker, maar eensklaps had een mach tige invloed er zich tegen verzet en in plaats van een gunstige beschikking volgde er een bitse weige ring, met bedreiging tot arrestatie, zoo de banne ling het mocht wagen, toch in Frankrijk terug te keeren. En niettemin was hij gekomen. Hij begreep thans dat er het een of andere ge heim stak achter de weigering der Fransche over heid en een inwendige stem fluisterde hem toe, dat zijn broeder, die brave Bernard, hem niet zoo ruw had kunnen terugstooten, zich zoo meedoogenloos, zoo onverzoenlijk had knnnen toonen. Er kwam een begeerte in hem op, te onderzoeken of hq zich niet bedroog, of de twee broeders Du- hesme, beiden door dezelfde ramp getroffen, geen slachtoffers waren van een laaghartige intrige, die de lucht. Wanneer niet dat alles in den bodem voorhanden is, moeten wij, als wij een oogst willen verzamelen, het er inbrengen. De boer, die het best zijn land bewerkt en bemest, krijgt den besten oogst. Hem helpen de kaboutertjes. Ziehier hoe dit geschiedt. De aardbodem wordt dagelijks bedekt door een laag afval, afkomstig van planten en dieren. Zooals wij weten, ver dwijnt die afvalna eenigen tijd vinden we daarvan in den regel niets terug. Gelukkig, want op den duur zou de mensch tusschen al dien afval immers niet kunnen leven. Waaraan heb ben wij dat verdwijnen te danken Aan het onophoudelijk arbeiden van millioenen bij milli- oenen bacteriën. Het microscoop heeft ons inzicht gegeven in die wonderwereld. Want niet maai zoo een bacterie of een bacteriesoort doet dat werk. Daar is samenwerking, juist afgepaste sa menwerking en verdeeling van arbeid tusschen een aantal soorten. Elk daarvan verricht een bepaalde taak. Het is een volmaakte samenwer king. Als resultaat van die samenwerking ont staan uit al dien afval in hoofdzaak drie stoffen: ammoniak, koolzuur en water. Deze drie stoffen zijn uit vier enkelvoudige of grondstoffen samen gesteld, stikstof, koolstof, waterstof en zuurstof. Maar deze stoffen zijn juist diegene, waaruit het nieuwe leven weer moet worden oppebouwd. Deze nu zijn het, welke de plant voor zijn groei noodig heeft. Bacteriën dus bereiden het voedsel voor de nieuwe plant. Niet wij. Als de boer mest brengt op zijn akker zal hij geen oogst krijgen, indien niet eerst de kaboutertjes hun werk doen. Maar daarmee is hun taak niet atgeloopen. Yoor het opbouwen van de nieuwe planten, die op de akker groeien, moet ammoniak gebruikt worden maar niet als zoodanig. Het is er mee, als met het bouwen van een huis. Daar voor is klei noodig, maar in den vorm van stee- nen. Yoor dat de metselaar kan werken moet eerst de steenbakker werken. Zoo bij de planten. Die hebbe» geen ammoniak, maar salpeterzure zouten noodig. De salpeterzure zouten zijn de ten doel had hen van elkaar verwijderd te houden. Deze gedachte ontwikkelde zich langzaam in het brein van Robert en het gevolg er van was, dat hq zqn verblijf te Parqs nog eenige dagen verlengde. Nog een aanleiding had hij, om zijn vertrek uit te stellenRobert verlangde zoo vurig Filip eens te zien. O! van verre slechts, zonder hem aan te spreken, hem alleen te beschouwen zonder dat hij er op lette, om te weten hoe knap, fier, vroolqk en levenslustig hij was. Inderdaad, daarmee zou hq niemand benadeelen. Den volgenden morgen dwaalde hij rond in den omtrek van het ministerie van oorlog, hq had alles, wat juffrouw Dormelles hem verteld had,goed ont houden en zonder veel moeite vond hq den toegang tot het technisch bureau, waar zijn zoon, kapitein Filip, werkte. Hij wist dat de officieren, die aan dezen dienst verbonden waren, binnenkwamen door de deur op den boulevard Saint-Germain, des morgens ten ne gen uur. Tegen dit uur slenterde Robert Duhesme lang zaam langs den boulevaid, schqnbaar zeer verdiept in de lezing van de Times, maar met zenuwach- tigen blik sloeg hq eiken officier gade, die hem voorbqliep. Eensklaps begon hq te beven van hoofd tot voeten. Voor hem uit liep een jonge kapitein der genie, eerst kortgeleden bevorderd, dat zag men aan den glans van zijn nieuwe strepen. Hij was vergezeld van een soldaat van hetzelfde wapen. Onder het loopen gaf de officier aan dien soldaat eenige be velen en de ander antwoordde daarop Jawel, kapitein, zeker, ge kunt op mij rekenen. Robert Duhesme versnelde zijn pas, haalde het tweetal in, liep het voorbq. wierp een blik op het gelaat van den jongen officier en toen hq diens blik ontmoette, was het alsof hem alles toeriep Dat is Filip Dormelles, dat is uw zoon. Ondanks den vrij kouden morgenwind parelde het zweet hem op het voorhoofd en met onvaste schreden liep hq een dertig passen voort zonder dat hq durfde omzien. Toen hq er eindelqk toe besloot een blik achter •steenen, ammoniak is.de klei, bacteriën zijn de steenbakkers. Ontbreken die kleine steenbakkers dan blijft de klei klei, en huizen worden niet gebouwd. En zij ontbreken soms, maar dan is de akker onvruchtbaar. Meer nog doen de bac teriën. Als er geen klei genoeg is, weten zij die ,te halen. In de lucht is heel veel stikstof. Die iweten zij er uit te halen om daarvan ammoniak en vervolgens weer salpeterzure zouten te maken. Aan de wortels van sommige planten, vooral de vlinderbloemige zijn er door bekend, zitten kleine knolletjes. Daar zijn hun werkplaatsen, daar bewaren zij hun voorraad. Mogen wij dit niet een wonderverhaal noemen En welk nut heeft ons deze wetenschap opgeleverd De mensch heeft geleerd die bacteriën te vangen en te kweeken. Hebben wij nu een akker, waarin de goede soorten ontbreken, en die daarom niet vruchtbaar is, dan brengen wij ze er in. Wij strooien ze uit over het land en gehoorzaam gaan zij hun werk doen. Er zijn inrichtingen waar men ze in het groot kweekt en op bestel ling aflevert. Zoo kan de wetenschap de praktijk helpen. Een tweede wonderverhaal doet ons de bacterio logie, als zij ons vertelt, dat bruine neerslag van ijzeroxyd in de slooten, sterker nog de dikke banken van ijzeroer, die op sommige plaatsen in den bodem van ons vaderland voorkomen en zoo ijzerrjjk zijn, dat ze met voordeel kunnen worden uitgegraven en naar die ijzersmelterijen vervoerd, het werk zijn van bacteriën. Millioe nen bij millioenen moeten er aan gewerkt heb ben al maar door, eeuwen lang om dat tot stand te kunnen brengen. In het voorgaande hebben wij verschillende wijzen besproken, waarop men van de medewer king van de bacteriën gebruik kan maken. Nu willen wij eenige woorden zeggen over het om gekeerde, hoe wij minder gewenschte medewer king kunnen beletten. Reeds is gezegd, dat al wat van plantaardigen of dierlijken oorsprong is, zich te werpen, trad de officier juist de deur van het ministerie binnen en de oppasser vervolgde zijn weg naar de brug de la Concorde. De ontroering van den ongelukkigen vader was nog op verre na niet bedaard, zqn borst zwoegde onstuimig, zqn hart bonsde en hq moest zwaar op zijn wandelstok leunen om niet neer te zinken. Mijn God. mompelde hij, wat is hq een knappe jongen, welk een edel en verstandig gelaat. Zijn oogen begonnen van vreugde te schitteren. Mqn zoon, toch is hij mijn zoon, sorak hq' bijna overluid, al mag niemand dat ook weten. Hij richte zich hoog en met zekere fierheid op. In de verte zag hij nog den oppasser en onwille keurig begon hij dezen te volgen. Dat was trouwens niet moeielijk, want de soldaat was buitengewoon lang en stak wel een hoofd bo ven de voorbijgangers uit. Rustig, zonder veel haast te maken, wandelde de soldaat naar de avenue des Champs Elysées en trad het hotel De Prabert binnen. Ik had mq niet vergist, mompelde Robert Du hesme, terwijl hij voorzichtigheidshalve op een eer biedigen afstand bleef. Hij was het dus wel geweest, en die soldaat,zijn oppasser, bracht de een of andere boodschap over aan zqn bruid. Robert zette zich op een bank neer, en tuurde, in gepeins verdiept, naar de deur van het hotel. Hij bleef trouwens niet langer dan tien minuten daar zitten. De lange soldaat keerde terug; steeds met kalmen wandeltred keerde hq naar den boule vard Saint-Germain terug, liep het ministerie voorbq en trad een koffiehuis binnen. Robert Duhesme zag hem voor het venster zitten met een glas morgendrank voor zich en verdiept in de lezing van een courant. Hq trad eveneens het koffiehuis binnen, bestelde een kop chocolade en zette zich niet ver van den langen soldaat neder, waarop hij zqn Times uit zijn zak haalde en zich daarachter verborg. De lezer zal in dien langen soldaat wel terstond onzen goeden vriend Jules Léonidas Martineau her kend hebben, die tegelijk met zqn officier naar Pa rqs was overgeplaatst. onder normale omstandigheden door bacteriën wordt teruggebracht tot zijn grondstoffen. In het belang van den mensch kan het echter zijn, indien dit niet geschiedt, deze stoffen on veranderd blijven. Met name voor voedingsmid delen geldt dit. Dit beschermen van voedingsmiddelen tegen de inwerking van bacteriën noemt men in 't al gemeen „conserveeren." Door ervaring geleerd kende men verschillende conserveeringsmethodes reeds sedert eeuwen. Eerst tegenwoordig echter kunnen wij antwoorden op de vraag: „Waarom doen wij zoo en kunnen wij wetenschappeljjk nieuwe methoden vaststel len en fouten in de oude verbeteren. Een bac terie moet, om te kunnen leven, of althans om zich te kunnen vermeerderen in een omgeving zijn, waarin een zekere graad van warmte en vochtigheid heerscht, en waarin geen stoffen zijn die direct schadelijk op hem inwerken. Dit we tende kunnen wjj nu bij het conserveeren twee wegen inslaan. Ten eerste kan men zorgen, dat geen bacteriën op de te conserveeren stof komen ten tweede de toestand zoo maken, dat zij niet kunnen blijven leven, of althans zich nietkun- neu vermeerderen. Een enkele bacterie schaadt niets, hun werkingen zijn werkingen der massa. Dikwijls worden beide methodes gecombineerd, doordat men eerst zorgt dat alles op of in de te conserveeren stof aanwezige bacteriën worden gedood en vervolgens het binnendringen van nieuwe belet. Deze nieuwe komen meestal uit de lucht en daarom moet die worden afgesloten of zooal niet geheel afgesloten toch door filtratie van bacteriën worden bevrijd. Goed gezuiverde watten zijn een uitstekend materiaal voor filters. Op deze conserveeringsprincipes berust de fabricatie van de overal verkrijgbare groenten in blik. De groenten worden, na schoongemaakt te zijn, in bussen gedaan, dan in de bussen gekookt, waar na deze hermetisch worden gesloten. Een tweede methode bestaat daarin, dat men Die verandering beviel Martineau wondergoed, het verschil tusschen de vroolijke wereldstad en de wel schoone, maar op den duur toch eentonige Al pen, was dan ook al te groot. Papa Martineau liet het Jules Léonidas nooit aan geld ontbreken, hij had zelfs de maandeljjksche toe lage verhoogd, want zijn zoon had hem in een lan gen brief duidelijk uitgelegd, dat wat veel was te Grenoble, zeer weinig was te Parqs. Jules Léonidas had zich nu een pak burgerkleeren laten maken, naar de laatste mode en daarmee ging hij 's avonds uit. Zorg had hq niet, want hq meende het geluk van zqn kapitein nu voor goed verzekerd en daarom genoot hij met volle teugen, van alles wat Parijs te genieten geeft. Hjj had nu ook wel een paard te verzorgen, vermeerdering van zijn werkzaamheden maar zijn staldienst had hij over gedragen aan een dragonder van de militaire school, dien hij goed betaalde en die zich beter van dat werk kweet, dan hq het had kunnen doen. Stipt op zqn plichten bleef Martineau niet langer dan een half uur in het koffiehuisin dien tqd had hij zijn courant uitgelezen en zijn geest verzadigd aan politjek en kunstnieuws, vooral in het laatste stelde hij veel belang. Hq betaalde zijn vertering, verliet het koffiehuis en liep weer den kant van de brug de la Concorde op. Zoodra hij weg was, deed Robert Duhesme het zelfde en volgde hem weder op korten afstand. Steeds in denzelfden kalmen tred ging hij door het quartier Saint Germain, langs de kerk Saint-Pulpice en sloeg daarop de rue Bonaparte in, waar hq het huis No. 70 binnentrad. Robert Duhesme bleef aan den overkant van de straat staan voor de uitstalkast van een boekver- kooper en keek verstrooid naar een collectie folian ten uit de vijftiende eeuw, wier perkamenten banden glinsterden in de Novemberzon. Een oogenblik later zag hq, aan een venster op de eerste verdieping, den langen soldaat in zijn overhemdsmouwen, vol ijver bezig zich te kwijten van zijn plichten als oppasser. Daar woont hq dus voorloopig, totdat hq getrouwd zal zqn, mompelde Robert Duhesme. Nog slechts

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1899 | | pagina 1