Buitenland.
worden en zullen dan weer kwartjes en dubbeltjes
worden geslagen met de laatBt goedgekeurde
beeltenis van H. M. de Koningin.
(„U. D.")
Nog altijd Neerbosch.
Over „de misdaad te Neerbosch" sprekende,
zegt de „Residentiebode"
„Yan zeer betrouwbare zijde ontvangen wij
thans omtrent het gebeurde mededeelingen. (in
verband met het overlijden van het 11-jarige
zoontje van de wed. Tieken (uit Angerloo) die
ook de toestanden in Neerbosch in een zeer
vreemdsoortig daglicht stellen."
Over het onderzoek naar de oorzaak van den
dood van den bewusten knaap, schrijft het blad
verder
„Spoedig bleek het reeds, dat er alle redenen
aanwezig waren, om te twijfelen aan de juist
heid van het „visum repertumf", van dr. De
Blecqourt, volgens hetwelk de jongen aan een
inwendig z.g. koud abces zou overleden zijn.
Het lijk is opgegraven en per kar op klaarlich
ten dag naar Nijmegen gevoerd, waar twee doc
toren tot sectie overgingen. Het resultaat dier
sectie is natuurlijk niet bekend, maar toch schijnt
vast te staan, dat deze als onomstooteljjke feiten
heeft aangetoond
„a. dat er van een z.g. koud abcès geen sprake
wezen kan
„b. dat er teekenen van geweld werden ge
vonden op het lijk."
Ten slotte zegt het blad
„Wij herhalen het, de „Residentiebode" zou
tot bet plaatsen dezer mededeelingen niet zijn
overgegaan, indien wij de bron, waaruit zij ge
put zijn, niet als volkomen betrouwbaar en goed
ingelicht mochten aanmerken."
Aan het „N. v. d. D." werd geschreven
De lijkschouwing moet aan het licht gebracht
hebben, dat er van een inwendig abces in het
geheel geen sprake was. De ernstige kastijding
moet, naar men zegt, hebben plaats gehad, om
dat het ventje door braken en afgang zijn bed
bevuild had.
Yan de Wed. Tiekon worden drie kinderen
te Neerbosch verpleegdde oudste, een jongen
van 14 jaar, heeft uit eigen beweging de in
richting verlaten en zijne moeder opgezocht. Het
derde kind is door hen, die 't te Neerbosch
uitbesteed hadden, opgeëischt.
Het voorloopig onderzoek wordt ten strengste
voortgezet.
Een imitatie van de millioe-
nen-juffrouw.
Een nieuwe Jannetje Struyk is een juffrouw
op de Kalvermarkt in Den Haag. Onder voorge
ven tot een erfenis gerechtigd te worden van
drie en een half millioen gulden, die uit Monte
video moest komen welke zaak de Engelsche
consuls te Rotterdam en Amsterdam voor haar
in handen hadden, wist zij van verschillende
lieden in en buiten haar omgeving geld te lee-
nen. Het grootste vertrouwen werd in haar ge
steld door hare hospita, die een vetten spaarpot
had, waaruit zij zich een bedrag van ongeveer
f1200 wist meester te maken.
Op haar manier was 't millioenenmensch nog
royaal, want op haar pleizierreisjes was de hos
pita haar reisgezellin en werd dan vrij gehouden
van haar eigen spaarduiten.
Ten laatste liep de juffrouw in den kijkerd.
De Haagsche politie werd met haar opsporing
belast en toen deze te weten kwam dat zij in
Amsterdam moest huizen, verwittigde zij hiervan
haar collega alhier, die terstond op onderzoek
uittoog.
Het bleek dat zij den nacht van Dinsdag op
Woensdag verleden week had doorgebracht in
het Bible-Hotel, waar ook nog een brief voor
haar was aangekomen, die Donderdag door haar
was afgehaald.
De recherche stelde een nieuw onderzoek in
en mocht Vrijdag er in slagen de juffrouw in
het „Tehuis voor Vrouwen" op de Prinsengracht
te arresteeren. Daar was zij dien zelfden dag
gekomen.
Een juffrouw had beloofd voor haar te zullen
betalen, daar zij zelf geen geld had, wat ook
uitkwam toen zij gefouilleerd werd. Den vorigen
nacht had zij bij een vriendin doorgebracht. Aan
de politie vertelde zij, dat zij hier was gekomen
om een zoogenaamd „hotel" over te nemen, doch
daar zij geen cent meer bezat, is niet recht dui
delijk, hoe zij dit wilde aanleggen.
Nederland en de Transvaal.
Gewag makende van de sympathiebetuiging
van de „Alg. Synode der Ned. Ilerv. Kerk" in
Holland, merkt „De Volksstem" op:
„Bovenstaand schrijven krijgt te meer beteeke-
nis als men bedenkt dat de Ned. Hervormde Kerk
het oudste en grootste Protestantsch Kerkgenoot
schap is van Holland en dat de Synode meer
dan 1400 gemeenten met ruim 1600 predikan
ten, en ruim een millioen leden vertegenwoordigt.
Ónnoodig te zeggen dat dit vernieuwd en veel
zeggend bewijs van sympathie niet alleen door
de kerkbesturen en de leden van de Ned. Herv.
Kerk, maar door alle oprechte Afrikaners op
hoogen prijs gesteld wordt.
Een paar krasse oudjes.
Een boerin te Oldelamer, de weduwe J. E. D.
in de Priesche gemeente West-stellingwerf, die
den ouderdom van 90 jaren heeft bereikt, bereidt
nog geregeld haar eigen boter, die op de markt
steeds een der hoogste keuren behaalt. De grijze
vrouw loopt nog flink steil en bestuurt een boer
derij, waar 30 koeien worden gemolken, met be
hulp van een zoon, die bij haar inwoont, terwijl
twee meiden haar in de werdzaamheden bijstaan,
't Oudje is nog levenslustig en ging in den
jongston zomer nog logeeren bij een dochter te
Arnhem.
Mej. H. H. Muller te Utrecht mocht j.l. in
goeden welstand haren 103en verjaardag vieren.
De oudste wellicht in Nederland?
Spoorwegongeluk te Breukelen.
Dit onheil schijnt niet zoo groot te zijn ge
weest, als de geruchten meldden.
Ziehier de juiste toedracht der zaak:
De personentrein uit Amsterdam stond voorbjj
Breukelen stil voor het afstandssein, op het punt
waar de lijn zich splitst in de richtingen Utrecht
en Rotterdam. De machinist van den goederen
trein uit Utrecht zag door den mist het onveilig
sein niet. Er waren echter knalsignalen op de
rails geplaatst. Door de gladheid der rails kon
de machinist den trein niet tijdig stoppen, dus
liep hij schuins van terzjjde in den stilstaanden
personentrein, ter plaatse van den eersten baga
gewagen. Deze was gevuld met stukgoederen.
Het treinpersoneel bevond zich in den derden
wagen, door welk gelukkig toeval geen persoon
lijke ongelukken te betreuren zijn. Niemand werd
zelfs gekwetst en de ongeveer 20 passagiers van
den personentrein bleven allen kalm.
Ook is de materieele schade niet groot.
De ingeloopen bagagewagen werd uit derails
geworpen en kantelde.
De locomotief van den goederentrein en twee
bagagewagens (een van den goederen- en een van
den personentrein) zijn licht beschadigd.
Door den inspecteur Huysinga en de ingenieurs
Van Egmond en Van Hoorn uit Utrecht werd
spoedig aangevangen met de regeling van het
verkeer en de opruiming der versperring.
De passagiers werden over Utrecht naar hun
bestemming vervoerd en het verkeer Amsterdam-
Rotterdam tijdelijk over Utrecht verlegd.
Tegen den namiddag hoopte men het spoor
weder geheel vrij te hebben. Intusschen wa8 in
den morgen groote vertraging in het verkeer
AmsterdamRotterdamUtrecht.
Nieuwe Niedorp. De oogst der blauwe
aardappelen valt in deze gemeente over 't alge
meen niet tegen. Klaagde men in de laatste ja
ren hier zeer over de ziekte in deze veldvruch
ten, thans kunnen we meêdeelen, dat hiervan
nu hoegenaamd niets bespeurd wordt. Wel
hoort men integendeel dezen en genen klagen
over de vele doorgewassen aardappelen. Dit laat
ste schijnt ook voor den landbouwer zeer na-
deelig te zijn, daar de qualiteit der vrucht hier
door sterk vermindert. Met het rooien der aard
appelen is het in de laatste mooie dagen nog al
vlug van de hand gegaan en te hopen is het,
dat October nog veel meer prachtige dagen zal
schenken, want in deze omstreken zijn verschei
dene landbouwers, die nog groote hoeveelheden
van deze vruchten in den grond hebben zitten.
Aangezien de prjjzen der aardappelen dit jaar
niet bijzonder hoog waren, zijn algemeen de ge
dachten, dat in 't volgende jaar hier wel een
weinig minder verbouwd zal worden.
De Tweede Kamer hoopt 24 October weer
in openbare zitting bijeen te komen en is voor
nemens na hervatting van den parlementairen
arbeid, geregeld tot aan het Kerst
reces in openbare zititing voort te werken, be
houdens een schorsing der werkzaamheden, in
de week der samenkomst van de Provinciale
Staten in herfstvergadering.
In Schiedam deed zich dezer dagen het
geval voor, dat de meesterknecht eener branderij,
die reeds jaren daarin werkzaam was, zijn dienst
aan zijn patroon opzegde, omdat de toestand van
de ketels in de branderij hem zoo gevaarlijk
voorkwam, dat hij er zich niet langer aan wilde
wagen.
Aardbeving in Ned.-Indië.
De Zuidkust van het eiland Ceram is ver
woest door een aardbeving.
Men schat het aantal dooden op 4000; er zijn
500 gekwetsten. De stad Amahai is geheel ver
woest.
Een Regeerings-telegram meldt het volgende
Een aardbeving met vloedgolf verwoestte in
den nacht van 29 September vele negorijen aan
de Zuidkust van Ceram, voornamelijk aan de
Elpapoetikbaai.
Volgens voorloopige opgaaf zijn er vierduizend
dooden en vijfhonderd gewonden.
De bezetting van Amahai en de posthouders
aldaar en te Kairatoe bleven gespaard.
Engeland en Transvaal.
Zoo is dan nu de oorlog tusschen Engeland
en Transvaal een voldongen feit. Door niets kan
de oorlog meer worden afgewend. De strijd tus
schen het machtige Albion en de kleine maar
dappere Transvaalsche Republiek zal aanvangen.
De worsteling om het behoud van zijn vrijheid
zal beginnen tegen een moeielijk te schatten meer
derheid. Lankmoedigheid heeft haar grenzen,
vooral nu bleek, dat wegens het uitblijven der
eigen voorstellen van Engeland tijd werd gewon
nen om zich voor den strijd gereed te maken.
Langer talmen was een nooit te vergeten daad
geweest van Transvaal. Zij mocht niet nu zij zag,
hoe Engeland met koortsige haast zich toerustte
tot den strijd.
Het ware voor de geheele republikeinsche be
volking onverantwoordelijk geweest indien men
maar heel gemoedeljjk was blijven wachten tot
het de Engelsche regeering geliefde op een door
hen gewenscht oogenblik met haar eigen voor
stellen, men lezeeen macht van ongeveer 50,000
soldaten, was komen aandragen. Niet alleen dat
de Boeren daardoor nu nog een tijdelijk voordeel
kunnen behalen, in het belang van zich zelf,
maar een tijdelijke overwinning hebben zij noo-
dig om de kaffers op hun hand te krijgen.
Het is van Transvaal een waardige daad, een
ultimatum aan Engeland te zenden. De volks
raad moest weten wat Engeland wilde. Zouden
de Boeren voor die daad moeten boeten? Alsof
Transvaal de oorlog heeft gezochtZoo wil men
het wel doen voorkomen in het land waar men
al lang op struikrooverachtige manier heeft lig
gen loeren op het goud van de Republiek en
met z'n inhaligheidssysteem begeerig zijn handen
heeft uitgestrekt naar het land, dat zich eenmaal
heeft vrijgevochten tegen zijn valsche belagers,
in den vorm van Engelsche ministers, maar in alle
landen is het bekend, hoe de roofzuchtige en in
halige „Joh. Buil" onhandelbaar is geweest en
als een hongerige wolf zijn prooi heeft gezocht.
Het moest gebeuren, dat was geen gewaagde
veronderstelling meer. In alles heeft zich dat
geopenbaard. Men voelde als bij instinct dat En
geland te een of te anderen tijd de hand zou
leggen op dit vrijgevochten land der Bataven.
De wijze waarop de Engelsche politiek werd ge
leid moest doen verwachten dat het tenslotte,
begeerig als het is naar landbezit, ook zou trach
ten de Transvaal als vrije koloniale staat aan
zijn koloniaal bezit toe te voegen. En dat is ook
de profetie geweest van Oom Paul. Toen de
president in 1884 Europa bezocht, sprak hem
een berichtgever der „Figaro" over de toekomst
der Transvaal, welke deze zeer rooskleurig voor
kwam.
„Gij zoudt, zeide de President hem toen, u
kunnen bedriegen. Ik wil natuurlijk op de ge
beurtenissen niet vooruitloopen. Ik stel groot ver
trouwen in de Koningin van Engeland, in vele
Engelschen, en zelfs in de voornaamste Engelsche
staatslieden. Maar het denkbeeld van een uit
sluitend Britsch Zuid-Afrika spookt door te veel
hoofden en er zijn te veel belangen bij betrokken,
dan dat ik geheel gerust zou kunnen zijn. Men
zal steeds naast ons iets gereed houden om de za
ken in de war te sturen, zoodra het* oogenblik
gunstig schijnen zal.
„Ik zie de dingen in minder gunstig licht dan
gij, zonder daarom de toekomst te vreezen. Veilig
gevoel ik mij in 't geloof in den rechtvaardigen
en getrouwen God. Gansch anders zou het zijn, in
dien ik slechts rekenen kon op den goeden wil
der Engelsche Regeering".
Het is bewaarheid, 15 jaren na dato.
"Wat er ook voor gedaan is, hoeveel invloed er
ook is uitgeoefend op de harten der Engelschen
op mannen van invloed, al is er ook gesmeekt
aan de Koningin haar invloed te willen aan
wenden, tot handhaving van den vrede, de
houding der Jingo's was van dien aard, dat
is gebeurd wat te verwachten was, de Trans
vaalsche regeering heeft aan het Engelsche gou
vernement eindelijk een ultimatum gezonden,
inhoudende de volgende eischen:
lo. dat alle geschilpunten aan de eene en an
dere zijde zullen worden opgelost door vriend
schappelijke arbitrage of op eenige andere vriend
schappelijke wijze als tusschen Engeland en de
Z.-A. Republiek zal worden overeengekomen.
2o. dat de Britsche troepen aan de grens der
Republiek onmiddellijk zullen worden terugge
trokken.
3o. dat alle troepenversterkingen, die sedert
1 Juni 1899 in Zuid-Afrika zijn aangekomen,
vandaar teruggetrokken zullen worden binnen een
redelijke tijd, vast te stellen door Engeland en
de Republiek en onder waarborg van de zijde
van de Republiek, dat op geen enkel deel van
de Britsche bezittingen een aanval zal worden
ondernomen gedurende de nienwe onderhande
lingen. Indien deze voorwaarde mocht worden
aangenomen, is de Regeering der Republiek be
reid, de gewapende burgers van de grenzen terug
te trekken.
4o. dat de Britsche troepen, die op zee onder
weg zijn, op geen punt in Zuid-Afrika aan land
zullen worden gezet.
Engeland heeft even waardig geantwoord en
de Transvaalsche regeering doen weten, dat het
ten zeerste deze daad van den president betreurt,
en dat het aan deze verklaring niets meer heeft
toe te voegen.
De oorlogstoestand is ingetreden, en zal de
worsteling beginnen om te eindigen óf met den
ondergang van Transvaal óf indien Engeland
moet verliezen met het tanen der grootheid van
Engelands macht.
Enkele oorlogsfeiten deelen wij tenslotte nog
mede:
De boeren van Wakkerstroom hebben een reus
achtig kanon getrokken naar den bergtop, die een
belangrijk deel van het Natalsche gebied bestrijkt.
Vier span ossen werden eerst voor het kanon ge
spannen, doch slaagden daarin niet. Toen togen
driehonderd burgers aan den arbeid en maakten
een weg, waarlangs bet kanon in zes uur op den
top werd gebracht.
De laatste trein van Charlestown, bij Langsnek,
naar Newcastle is Woensdagavond in laatstge
noemde plaats aangekomen met het personeel van
alle Noordelijke stations. Vermoedelijk waren
Woensdagmorgen reeds de telegraaflijnen naar
Newcastle in het bezit der Boeren.
„Newcastle is geïsoleerd", seint „Central News".
Uit Durban wordt geseind, dat een aanzienlijke
troepenmacht der Boeren Natal via Langsnek is
binnengerukt.
Te Maribogo, veertig mijlen ten Zuiden van
Mafeking, is de telegraafdraad afgesneden.
Een telegram uit Vrijburg meldt, dat den 12
Oct., 's middags 12 uur eene afdeeling Boeren
de grensomheining vernielden. Zij trokken naar
den spoorweg en sneden de telegraafdraden af.
2000 Boeren houden thans de lijn bezet.
Van den 13 Oct. wordt geseind, dat een ge
blindeerde trein is vernield; men vreest, dat er
vele slachtoffers zijn.
Te Johannesburg is den 11 Oct. de staat van
beleg afgekondigd.
President Steyn heeft een proclamatie uitge
vaardigd, waarin hij in hartstochtelijke taal de
burgers opwekt om de Zuster-Republiek bij te
staan in het afslaan van den aanval van een
gewetenloozen vijand, die lang reeds een voor
wendsel zoekt om de Afrikaanders te vernietigen.
President Steyn vertrouwt, dat de Almachtige
de burgers zal helpen.
Zoodra alle voor den oorlog bestemde troepen
in Zuid-Afrika geland zijn, zullen rond 60
62000 man, benevens 10000 paarden, 132 veld
kanonnen en 32 maxim-kanonnen verzonden zijn.
Dat is nog maar de krijgsvoorraad, waarmee
men begint, zegt „de Stand." 't ls om er bang
van te wordenMaar de Transvalers versagen
niet; zij weten hetGod regeert en Hij bestuurt
alle dingen naar den Raad van zijn willen en
welbehagen.
Naar de Transvaal kunnen deze week geen
brieven verzonden worden. De eerstvolgende
verzending is bepaald op 23 October.
De regeering der Zuid-Afrikaansche Republiek
heeft aan de Nederlandsche regeering verzocht
de belangen der burgers der Zuid-Afrikaansche
Republiek in Engeland te doen waarnemen door
onzen consul-generaal te Londen. Harer Majes-
teits regeering heeft op dit verzoek een gunstige
beslissing genomen.
Dreyfus.
De zwager van Dreyfus, Iladamard, heeft
zich als volgt uitgelaten: Wij zullen tot rehabi
litatie van den veroordeelde komen zonder agi
tatie. Wij verlangen slechts één ding: de rust
terug te vinden, waarin wij vóór de „Zaak"
leefden. Want, wat het meest verwondert in deze
geheele campagne, is, dat niemand onzer bekend
was in de letterkundige en politieke wereld, en
dat toch van alle kanten knappe mannen zijn op
gestaan, om ons te helpen.
De gezondheidstoestand van Dreyfus is vol
doende; hij is zeer verzwakt, maar geen enkel
orgaan is aangetast; hij zal waarschijnlijk te
Carpentras kunnen blijven, waar hij te mid
den van zijn familie blijft wonen, zonder iemand
te ontvangen.
De bevolking in de omstreken van Carpentras
is ons sympathiek gezind, doch op uitdrukkelijk
verlangen van de regeering wordt ons landgoed
voortdurend door agenten van den veiligheidsdienst
bewaakt.
Van andere zijde wordt verzekerd, dat Drey
fus met vrouw en kinderen de wintermaanden
gaat doorbrengen in de buurt van Caïro, waar
reeds een villa voor hem moet gehuurd zijn. Hij
hoopt daar herstel van gezondheid te vinden.
Het Britsche ministerie van oorlog heeft
aan de bladen eene nota gezonden, waarin gezegd
wordt dat het misschien voor het publiek niet
zonder belang is, te weten welke tegemoetkoming
de wet toekent aan de gezinnen van reservisten,
die onder de wapenen worden geroepen. De re
geering betaalt aan de vrouw van eiken reservist,
onverschillig of hij in Engeland blijft of naar
het buitenland wordt gezonden, 8 stuivers daags
en bovendien 2 stuivers voor elk meisje beneden
16 en voor eiken jongen beneden 14 jaar. En
voegt „De Stand." hieraan toe voor dat loontje
mag het hoofd van het gezin zich dan in een
oorlog, die alleen dient om den gouddorst van
enkele speculanten te bevredigen, laten dood
schieten
Blijkens een te Londen ontvangen tele
gram uit Johannesburg, staat het werk in 66
mijnen stil, terwijl dat in 17 wordt voortgezet.
Duizenden kaffer-mijnwerkers zijn zonder werk.
Een watergeus te Berlijn.
Onze Koningin wordt in Duitschland zeer
hartelijk ontvangende keizer doet alles om haar
genoegen te doen en in haar het Nederlandsche
volk te vereeren. Zoo was een groot deel van het
concert, dat Maandagavond in het Neue Paleis
ter eere van Koningin Wilhelmina gegeven werd,
speciaal gewijd aan onze bezielende Geuzenlie
deren. En om uiting te geven aan zijn sympa
thie voor ons volk, had de keizer bevolen een
gedicht in elkaar te zetten, dat door den hof-
tooneelspeler Kraussneck uitgesproken werd. Wat
de beteekenis van deze declamatie verhoogde,
was, dat de kunstenaar optrad in het costuum
van den Watergeus.
Ten slotte richtte hij zich direct tot Koningin
Wilhelmina en zeide, dat de bedelstaf der Geu
zen wortel had geschoten in den bodem en op
gewassen was tot een boom, waarvan de groene
takken zich slingeren om Vorstin en Volk.
De vrouwen in den Transvaal!
Men weet, dat de Transvaalsche vrouwen zich
in het schieten oefenen.
Belangrjjk is daarom het volgende citaat uit
een brief van een Hollandsche dame te Preto
ria, aan haar vader te Amsterdam
„Hier zou het, als het niet zoo treurig was,
een grappige tijd zijn.