Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken. 1ST". 43. Zondag 22 October 1899. 8e Jaargang. J. H. KEIZER. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Nieuwstijdingen. Feuilleton. WREED BESCHEIDEN. NIEUWE LiMIEDI Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag. UITGEVER: ABONNEMENTSPRIJS voor Noordscharwoude, Oudkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk per drie maanden 50 ct., franco p. post 60 ct. BUREEL: Noordscharwoude. PRIJS DER ADYERTENTIËN: Van 15 regels 30 ct., elke regel meer ct. Brieven rechtstreeks aan den Uitgever. ISij dit nummer heiioort een bijvoegsel, Heer Hugowaard. In de laatst ge houden gemeenteraadszitting maakte een punt van bespreking uit, pensioenverzekering voor de gemeente-veldwachter. De tegenwoordige leeftijd van den betrokken ambtenaar zou de storting van ruim 40 gld. 's jaars vereischen, voor een pensioen van 250 gld. 's jaars, ingaande op 65-jarigen leeftijd. In beginsel verklaarde zich de Raad daar wel voor, mits een gedeelte der jaarpremie door den veldwachter zelf werd gestort. Een der raadsleden de heer K. was van oordeel, dat voor de 1000 gld., die gestort zou moeten worden, eer 't pen sion kon ingaan, de gemeente zelve genoemden ambtenaar verscheidene jaren zou kunnen onder houden. Een heerlijk vooruitzicht inderdaad, armlastig te moeten worden. En hoeveel zou genoemd raadslid dan wel aan een ambtenaar, vergrijsd in den dienst der gemeente, voor zijn onderhoud willen toestaan Ons dunkt, zoo'n 1000 gld. (laten we er nog maar een half 1000 bijnemen voor interest) zou toch spoepig op geteerd zijn bij eene uitkeering van een gulden of 5 per week, die dan toch wel noodig zou zijn voor een eenigszins dragelijken ouden dag. Met genoegen vernamen we dan ook, dat de Raad een meer afdoend besluit nam, en wel om 's jaarlijks uit de gemeentekas f25 bij te dragen in de premie voor genoemde verzekering. Moge goed voorgaan in dezen leiden tot goed volgen. Wat ons echter bijzonder trof, is dit, dat er geen besluit schijnt genomen te zijn om trent onze anderen gemeente veldwachter, die reeds vergrijsd is in den dienst der gemeente. Zjjn we goed ingelicht, dan heeft deze reeds meer dan 50 jaren dienst gedaan. Had deze al niet door do gemeente gepensioneerd moeten worden? In dezelfde zitting werd besloten aan den hr. A. H. van Vreeningen eervol ontslag te verlee- nen tegen 1 Dec. a.s. uit zijne betrekking als onderwijzer aan school No. 2. Dit ontslag was aangevraagd wegens benoeming in gelijke be trekking te Alkmaar. 30.) Ja, en ik zal er wel voor zorgen, kolonel Allevard nooit eenigen vat op mij te geven. Dat zal het verstandigst zgn. Massias hield Filip zijn sigarenkoker voor. Rooken? Filip nam er een sigaar uit. Merci. Er stonden toevallig geen lucifers op hun tafeltje, Filip wenkte den kellner, maar deze scheen het niet te zien, althans hg kwam niet. Robert Duhesme was langzamerhand van zijn he vige ontroering bekomen, hij had naar de woorden van zijn zoon geluisterd als naar de klanken eener hemelsche muziek. Toen hij ten slotte Filip tever geefs om vuur hoorde roepen, greep hij onwillekeu rig den lucifersstandaard, die voor hem op tafel stond, stak dien zijn buurman toe en mompelde: Als 't u blieft, heeren. Filip keerde zich halverwege op zijn stoel om, nam den lucifersstandaard aan uit de hand van Robert Duhesme, knikte den ouden man vriendelijk toe en zeide: Dank u, mgnheer. Machteloos zonk Robert achterover tegen de leu ning van zijn stoel, hij had tot hem gesproken, hij had hem bedankt, hij had hem toegeknikt, welk een vreugde, welk een zaligheid! Na hun sigaren aangestoken te hebben, zetten de beide officieren hun gesprek voort. Wat voor man is kolonel Allevard in het particu lier leven? vroeg Filip. Hij is weduwnaar en leeft geheel als vrijgezel, hij speelt nogal en brengt de eene helft van zgn leven aan het ministerie, de andere helft op de club door. Op de militaire club? Neen, daar komt hij nooit, de kolonel is niet zeer gezien onder de collega's en daarom heeft hij, met Onze zuivelfabrieken. In Mei van 't vorige jaar werd te Nieuwe- Niedorp op initiatief van eenige veehouders uit deze gemeente eene tweede fabriek van zuivel bereiding opgericht en in werking gesteld. Of schoon dus deze inrichting nog slechts maar kor ten tijd haar bestaan heeft verkregen, werkt zij toch, evenals de andere fabriek, die reeds ver scheidene jaren bestaat, uitstekend en voldoet ongetwijfeld ieder deelhebber en leverancier zeer naar wensch. Uit bovenstaande blijkt dus, dat men in deze gemeente er zich op kan beroemen twee nuttige inrichtingen te bezitten, inrich tingen, waarop ieder inwoner met recht trotsch kan zijn. Er is echter een tijd geweest, niet waar geachte lezers, dat er in ons vaderland geen zui velfabrieken bekend waren? Yoor tal van jaren geleden bestond niet het minste vermoeden, dat er een tijd zoude komen, waarin er fabrieken voor zuivelbereiding zouden worden gebouwd. Door het steeds grooter en grooter wordende genie der menschheid in verband met het vereenigings- leven, d.w.z. eendrachtige samenwerking, is men er in geslaagd genoemde inrichtingen, in 't leven, te roepen. Behalve dit zijn door gemelde oorza ken nog heel wat andere doolmatige instellingen tot stand gekomen, instellingen, waarvan onze voorzaten, nimmer slechts een flauw denkbeeld zullen gehad hebben, dat ze ooit een bestaan zouden verkrijgen. Nimmer toch zullen onze voorvaderen, die immers ook boeren en landbou wers waren, er aan gedacht hebben, dat een tijdstip zoude aanbreken, dat het verwerken der melk tot boter en kaas door middel van fabrieken zou kunnen geschieden. Ofschoon er nog wel verscheidene streken in ons vaderland gevonden, worden, waar tot op heden toe nog slechts wei nig of in 't geheel geen dusdanige inrichtingen aanwezig zijn, toch zal ook daar eenmaal de ure aanbreken, dat de zuivelbereiding zich van de boerderij naar de fabriek zal verplaatsen. Als we ons goed ingelicht mogen achten, loopt het getal boter- en kaaBfabrieken in ons land reeds in de honderdtallen, een bewjjs dus wel, dat er aan het verwerken der melk in 't groot onge twijfeld veel belangrijke voordeelen verbonden zijn. Aangezien dit onderwerp nogal van geen onbe duidende beteekenis is, hoopt uwe correspondent aldaar, er in een ander nummer nogmaals op terug te komen. Nieuwe-Niedorp. Het prachtige weder der laatste dagen heeft hier voor de landbouwers eenige heeren, een eigen club opgericht, waarvan het reglement vrij wat toegeeflijker is wacht eens, waar is het ook weer? O ja, in de rue de la Boétie, nu weet ik het, de Platonische club. O! die club ken ik ook, bjj name altjjd, tot de le den behoort ook mijn aanstaanden neef, Aurélien De Prabert. Zoo, is hij uw aanstaande neef? Kent ge hem? Ik geloof het wel, een blond jongmensch, met iets vrouwelijks over zich en altijd naar de laatste mode gekleed. Juist. Welnu, die heer komt kolonel Allevard dikwijls 's middags van het ministerie afhalen om naar de club te gaan. Mijn beste Massias, dat is mij nog veel onaange namer dan al de onheuschheden van kolonel Allevard. Hoe dat? Ik zal het u zeggen. Aurélien De Prabert is mijn verklaarde vijand. Hij had plannen gemaakt om te huwen met mejuffrouw De Briais, mijn aanstaande, maar zij heeft hem afgewezen. Duivels Zeg mij eens, kolonel Allevard is toch een man van eer, ondanks zgn wrok jegens mg? Zeker. Hg zou zich dus niet leenen tot een of anderen lagen valstrik, die mij gespannen kon worden? Stellig niet. Wel zou hij bij de minste fout, of zelfs maar bij het vermoeden daarvan, al de ge strengheid der voorschriften op u van toepassing brengen, maar verder ook niettot een laagheid acht ik kolonel Allevard niet in staat. Dan is het goed. Zijn gestrengheid vrees ik niet, ik heb mijn dienst altijd stipt volbracht en boven dien heb ik een verlof aangevraagd voor den tijd van drie maanden. Wanneer gaat dat verlof in Zaterdag 12 November, dus over zes dagen. En die 12e November zal dus de groote dag zijn Ja, wg staan reeds onder de geboden en behoeven verder op niets meer te wachten. Veel geluk, vriend Dormelles. Bedankt voor uwe goede wenschen, mijn waarde bijzonder gewerkt. Ofschoon in deze gemeente reeds veel van het zaad gedorschen en in de schuur geborgen is, zijn er toch nog bezigheden genoeg op 't veld te vinden. Verscheidene land bouwers zijn thans bezig met het rooien der sui kerbieten. Aangezien de zomer van dit jaar zich zeer door droogte gekenmerkt heeft, zjjn deze veldvruchten over 't algemeen klein van stuk ge bleven. De bladeren der bieten worden bij menig veehouder, tengevolge der schaarste van gras aan de koeien gevoederd. Met het zaaien der winter granen heeft men hier in de laatste dagen ook een begin gemaakt. Begunstigd door den schoonen toestand van het weder gaan deze werkzaamheden hier ook flink van stapel en zullen spoedig bij menig bouwer tot het verleden behooren. De weg Moerbeek—Lutjewinkel is thans zoover gereed, dat men hem kan berijden. De hekken, die hem van 't land moeten scheiden, zjjn geplaatst en de damhekken zijn weggenomen. Nu nog de beharding, die met't oog op de weers gesteldheid misschien tot het voorjaar zal moeten wachten, wat wel jammer zou zijn, omdat men er thans gedurende den winter nog niet veel ge bruik van zal kunnen maken. Maar wie weet of er nog niet een droge tijd van eenige weken kan aanbreken en dan zou 't beharden nog wel vóór den winter kunnen geschieden. Dit is zeker Lutjewinkel en Moerbeek liggen 10 minuten rijden van elkander en vóór dezen ruim een uur. Een goed werk is tot stand gekomen, vooral noodig geworden, sedert de opening der tramlijn Scha- genWognum. Nu is Lutjewinkel mede het sta tion voor Moerbeek geworden. En als het Bestuur der tramwegmaatschappjj nog kan besluiten een tram van Schagen te laten rjjden later dan thans het geval is, wat reeds door veel personen uit Winkel en Nieuwe Niedorp verzocht is en waar bij zich nog Barsiügerhorn, Haringhuizen en Moerbeek zullen aansluiten, dan moge wel niet het volkomene zijn bereikt, doch dan kan niet anders gezegd worden dan dat de aan de tram lijn gelegen plaatsen wat het verkeer betreft, in een gunstige positie verkeeren. Sint Pancras, 20 October '99. In het lokaal van den heer J. Ruijs alhier, hield gis terenavond het „Nut" zijne eerste bijeenkomst in dit seizoen. De vergadering werd bezocht door 25 leden. Drie leden hadden voor hun lidmaatschap bedankt, terwjjl vijf nieuwe leden toetraden. Uit de rekening van den penningmeester bleek, Massias en eveneens voor uw waarschuwing. Kom, kom, dat zijn collega's tegenover elkaar ver plicht. De officieren riepen den kellner, betaalden hun vertering en verlieten het koffiehuis. Aan de deur gekomen viel de blik van Filip op den ouden heer, die hem zooeven een kleinen dienst bewezen had, hij sloeg de hand aan zgn kepi en Robert nam even zijn hoed af. Vaarwel, vaarwel, mompelde hg hartstochtelijk, vaarwel mijn zoon, gij hebt mg zonder het te weten een vreugde veischaft, die mg al mijn ongeluk doet vergeten. Meer verlang ik niet, bet is voldoende om den weinigen tijd, die mjj nog te leven overblijft, te verlicnten, en mij tevreden en gelaten te doen sterven. Ga, mijn Filip, wees gezegend, mijn zoon. Hij dacht nog eenjge oogenblikken na en vervolgde Niets, ik zie niets dreigends in hetgeen zijn col lega hem in vertrouwen heeft meegedeeld, kleine onaangenaamheden, zooals er in het leven wel meer voorkomen. Komaan daar behoef ik mg niet onge rust over te maken. Vanavond ga ik Bernard op zoeken en morgen vertrek ik voor goed. TWAALFDE HOOFDSTUK. De Novemberavond was zeer koud en donker, een scherpe noord-oostenwind woei over Parijs. Er waren zeer weinig menschen op straat, de omnibussen reden bjjna ledig voorbij. Robert Duhesme had voor hetgeen hg' doen wilde geen gunstiger weer kunnen verlangen. Hij liep met vasten tred recht op zijn doel af, vastbesloten zich door niets te laten weerhouden en met zulk een besluit, vooral bij een man als Robert, is een plan reeds half geslaagd. De vraag was nu maar hoe hij het zou aanleggen om het hotel binnen te dringen en de kamer van zijn broeder te bereiken zonder gezien te wordenom het overige maakte hij zich weinig bezorgd. Hg ver wachtte wel dat het misverstand tusschen hem en zijn broeder bg het eerste woord zou opgehelderd zijn. Robert Duhesme had, om het hotel binnen te drin gen, een uur gekozen, waarin de bedienden, na het diner des meesters, geheel vrij van al hun bezig heden zgn, op enkele uitzonderingen na, en zich in dat de ontvangsten het vorige jaar hadden be dragen f48.25 en de uitgaven f33.04, en er dus een batig saldo was van f 15.21. Als lid van het Bestuur werd in de plaats van den heer Jb. Ruijs, die niet herkiesbaar was, gekozen de heer L. van de Vijzel. Voorgedragen werden de volgende stukken: „Aan Gladstone" (B. ter Haar Bz.) door den heer L. v. d. Vijzel. „Een Toewan en zijn in- ventarisstok" (v. Maurik) door den heer C. Kloos terboer. „Iu den Verkiezingstijd" (van Maurik) door den heer G. Kempers. „Droombeelden" door den heer J. Verweel. „Influenza" (van Maurik) door den heer G. Kempers. Op de gisteren te Koedijk gehouden ver- kooping van land, liggende in de nabijheid der gemeente Sint Pankras werden weder flinke prijzen besteed. Voor ongeveer 4y2 H.A. wei land werd f 14352 besteed, dus meer dan f 3000 per H.A. Zonderling adres. Als een bewijs dat eeu brievenbesteller bij 't bezorgen der brieven nog al eens moet nadenken, toont men ons dit zonderling adres Aan den Heer N. W. 1-5-1 te Helder. En toch wist de post dit adres te ontcjjferen. 't Moest beteekenen 1ste Regiment, 5e Batal- lon, 1st. compagnie, waar dan ook de brief werd afgegeven. Dure angst. Toen Donderdagavond de exprestrein van Am sterdam naar Brussel het station Nieuwerkerk naderde, maakte een passagier met zijn armeu buiten het raam zooveel gebaren, dat de stati onschef den trein deed stilsraan. Op de vraag aan den reiziger, wat hij verlangde, gaf hij te kennen, dat hij meende, dat het rijtuig in braad was geraakt, omdat er zooveel stoom langs het raam ging. Voor het noodeloos op doen houden van den trein kreeg hij een proces-verbaal. Nog eens de brugquaestie te Wormerveer. Op last van den heer officier van Justitie is een aanklacht ingediend tegen den heer Van Wermeskerken, volgens art. 162 van het Wetboek van Strafrecht, wegens het wegnemen der brug. De brug is weer gearriveerd, doch nog niet op haar oude plaats neergelegd. Tengevolge van de keuken ot in de dienstbodenkamer verzamelen, namelijk acht uur. Bij het binnentreden van het hotel moest hg er in de eerste plaats zorg voor dragen, den hoofdingang aan de Avenue des Champs Elysèes te vermijden, daar deze streng bewaakt werd door politiebeambten. Wanneer het niet anders kon zou hij over het hek van den tuin klimmen en het vervolgens aan het toeval overlaten, hem een middel aan de hand te doen, in huis te komen. Op den hoek van de rue de Penthièvre keek Ro bert overal rond. Er was niemand. Achter het venster op de eerste verdieping, waar aan hij den vorigen avond zijn broeder Bernard had gezien, brandde licht. Zonder een oogenblik te aarzelen begaf Robert zich naar dit gedeelte van het huis en bleef voor het tuin hek staan. Wel had hg niet meer de lenigheid van zgn jeugd, maar zijn spieren waren nog herculisch sterk. Hij greep het hek met beide handen aan, trok zich omhoog, vond in de ijzeren ornamenten een steunpunt voor zijn voet, zat er weldra bovenop, sloeg zijn beenen er oveiheen en liet zich aan den anderen kant langzaam afzakken, totdat hg in het zachte gras neerviel. Deze overklimming, hoe snel ook in haar werk ge gaan, had veel van zgn krachten gevorderd en hg moest even stilstaan om bij adem te komen en wat te rusten. Hij keek om zich heen. De tuin van het hotel was geheel donker en een zaam. Alleen de lage vensters van het souterrain van het hotel waren verlicht en daarachter hoorde hij een verward gedruisch van stemmen en het gerinkel van vaatwerk. Dit was voor Robert het bewijs, dat het dienstper soneel van het hotel in de benedenvertrekken was en het diner gebruikte. Goed zoo, zeide hg voor zich, menschen die eten slaan zeer weinig acht öp dingen buiten hun maal, in dat opzicht ben ik dus gerust. Hoe zal ik nu bin nen komen Er zal wel hier of daar een kleine deur

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1899 | | pagina 1