Plaatselijk Nieuws.
ij i
't onweer en de branden in den omtrek, is een
hulpbrug geslagen, bestaande uit dikke planken
en voorzien van een leuning.
Mr. Boonacker had een telegram gezonden aan
eenige der padbewoners, dat hij medelijden met
hen had en hun de brug zou teruggeven.
Allen zien nu belangstellend uit naar de din
gen, die komen zullen.
Heer-Hugowaard. Het boeren- en bou-
wersbedrjjf „Het Kaselotje", gelegen aan den
Westdjjk van den polder Heer Hugowaard,^ ter
grootte van ongeveer 6 V2 H. A. heeft in publieke
veiling f8207.50 opgebracht. Verschillende dee-
len zijn aan verschillende koopers toegewezen;
de kooper van het huis met stalling heeft daarbij
geen anderen grond dan het erf. De prijs per
H.A. bedraagt ongeveer f1000.
Bedevaartgangers.
Kevelaar is dit jaar bezocht door een half mil-
lioen pelgrims. Het plaatsje telt ruim 7500 in
woners.
Dezer dagen werd een negenjarig meisje
dat schoolgaat in de Rembrandtstraat te 's Gra-
venhage, bij het verlaten van de school aan
gesproken door een man, die haar vroeg of zij
een eindje met hem wilde meerijden, dan zou
hij haar een zakje kaakjes koopen. Het meisje,
reeds vroeger door haar vader gewaarschuwd
nooit mot onbekenden mee te gaan, wat haar
ook beloofd werd, weigerde, waarop de man haar
aangreep zooals zij aan haar vader verteld
heeft en op den wagen gooide, waarmede
hij wegreed. Door het angstig schreeuwen van
het kind zette de man het in de Van Djjckstraat
weer van zjjn wagen.
De polite doet onderzoek.
Het bewuste meisje en twee schoolkameraadjes
beweren den man nog te kunnen herkennen.
De uitslag van den bij den Heer D. Vis
ser te Hoogkarspel gehouden Kolfwedstrjjd,
is als volgt
W. Kraakman te Zuidscharwoude, le prijs
met 146 p., C. Kossen te Koog a/d Zaan, 2e prijs
met 139 p., D. v. d. Kolven te Koog a/d Zaan,
3e prijs met 126 p. R. Swagerman te Hoorn,
serieprjjs met 53 p.
Wel vroeg getrouwd.
Te Oosterhout werd aan de loting deelgenomen
door iemand, die reeds vader was van drie kin
deren, waarvan nog twee in leven. De man trok
gelukkig geen dienstplichtig nummer.
Te 's Heerarendskerke (Zeeland) zijn de
aardappelen zóó hevig door ziekte aangetast, dat
ze voor 40 cent per mud verkocht worden. Een
inwoner dier gemeente had in een groote mand,
een zoogenaamde paardebagge, slechts twee
aardappelen, waarin geen teekens der ziekte te
bespeuren waren.
Een geheim misdrijf.
In sommige bladen komt eene advertentie voor,
waarin door den Officier van Justitie te 's Gra-
venhage de schrijver van een aan den Minister
van Justitie bezorgden brief, houdendemededee-
lingen betreffende een hoogst ernstig misdrijf,
wordt opgeroepen om zich ten spoedigste bij hem
aan te melden.
Naar wij vernemen, is deze brief, blijkens het
postmerk, te Zutfen op de post gedaan, en staat
in verband met het dezer dagen gevonden lijkje
van den ongelukkigen knaap van Wezel.
Het gevonden knaapje.
Uit den Haag wordt geschreven:
Op eenigen afstand van de plek in de duinen,
waar het lijk van Albert van Wezel werd ont
dekt, zijn thans gevonden het pannetje, bord, enz.,
waarin de knaap den 25en April, den dag der
verdwijning, zijn vader eten had gebracht.
Zondag werd de plaats waar de overblijfselen
van het knaapje gevonden zijn, door zeer vele
personen bezocht.
Tentoonstelling van zaailingvruchten.
Woensdag werd de nitslag bekend der tentoon
stelling van zaailingvruchten, te Ede te houden
zijn voor het huis- en stalpersoneel, daar moet ik
naar zoeken.
De veronderstelling van Robert Duhesme was vol
komen juist en nadat hjj langs den zqgevel was ge-
loopen vond hij in den achtergevel de deur die hjj zocht.
Zij was niet afgesloten en vermetel trad hij binnen.
Welbeschouwd had Robert slechts één vrees: in
handen te vallen van de politiebeambten, die order
hadden hem met geweld mee te nemen ten einde
hem te verhinderen tot den heer des huizes door
te dringen, maar de ontmoeting met een bediende
leverde hem niet zooveel gevaar op.
Hij kon voorwenden dat rnqnheer De Prabert hem
hier ontboden had en hem in het geheim moest spre
ken en om alle bedenkingen van een lakei te over
winnen had hij een onfeilbaar middel bq zich, in den
vorm van een met goudstukken ruim voorziene beurs.
Hq kon dus in dit gedeelte van het hotel vrq zijn
weg zoeken.
De gang waar hq was binnengetreden, liep uit op
een breed portaal, waar een dienstbodentrap was naar
de vertrekken van het souterrain en die verder langs
de vertrekken der benedenverdieping liep.
Robert liep dit portaal door. Aan het einde was
een groote galerij, electrisch verlicht, links en rechts
waren deuren van kamers.
Deze galerij was voor hem een zeer gevaarlijk ter
rein, want in het heldere licht kon hij elk oogen-
blik verrast worden, maar om 't even, hij liep onver
schrokken voort. Eén geluk had hij, dat zqn voet
stappen onhoorbaar waren op het dikke tapijt.
Op twee derde van de lengte der galerij zag hq
een kleine, matiger verlichte zijgang.
Daar was het misschien.
Robert Duhesme trad deze zqgang binnen, maar
merkte spoedig, dat hij zich vergist had, want toen
hq een paar meter voortgeloopen had, kwam hij in
een helder verlichte, smaakvol gemeubileerde anti
chambre, met blauwe zqde gestoffeerd en waar de
liefelijke geur van heliotroop hem tehemoet kwam.
Ik ben op een verkeerden weg, mompelde Robert,
dit is waarschijnlijk de kamer van de vrouw van
mijn broeder.
i10p hetzelfde
op 18, 19 en 20 October, door de Luntersche
Tuinbouw vereeniging.
I. 25 variëteiten der schoonste en deugdzaamste
zaalingappels. le hoofdprijs van f 1000, J. H.
F. W. van den Ham, Lunteren.
II. Grootste verzameling zaailingappelvariëtei
ten. le pr. niet toegekend; 2e pr. C. de Wilde,
Heemstede; 3e pr. A. de Wilde, id.
III. Grootste verzameling zaailingperenvarië-
teiten. le en 2e pr. niet toegekend; 3e pr. J.
H. F. W. van den Ham, Lunteren.
IV. De 10 beste zaalingappelvariëteitenle
pr. niet toegekend2e pr. afd. Groningen der
Ned. Tuinb.-Mij.3e pr. B. Wigman, Lunteren.
V. De 10 beste zaailing-peren variëteitenle
pr. niet toegekend; 2e pr. J. II. T. W. van den
Ham3e pr. H. van Lonkhuijzen, Heteren.
VI. De 5 beste zaailing-appel variëteiten: le pr.
J. A. Cremers, Bingelrade; 2e en 3e pr. niet
toegekend.
VII. De 5 beste zaailing-perenvariëteiten: le
pr. J. II. T. W. v. d. Ham; 2e en 3e pr. niet
VIII. De allerbeste zaailing-appel variëteitle
pr. J. II. T. W. v. d. Ham en W. Zweers, Koe-
vorden2e pr. v. d. Ilam3e pr. afd. Gronin
gen der Ned. Tuinb. Mij.
IX. De allerbeste zaailing-perenvariëteitle
pr. J. II. F. W. v. d. Ham2e en 3e prijs niet
toegekend.
In afd. 2 was de eerste prijs een gouden med.,
de tweede een zilveren, in alle andere afdeelin-
gen waron de le en 2e prijzen zilveren medail
les, de 3e prijzen getuigschriften.
VERSLAG van het verhandelde in den
Raad der gemeente ZUIDSCHAR
WOUDE, op Dinsdag 17 October 1899,
'8 nam. half zes.
Voorz. de EdelAchtb. Heer J. W. C. Kroon.
Tegenwoordig alle leden.
De vergadering wordt met een welkom aan de
aanwezigen geopend, waarna lezing volgt der no
tulen van de voorlaatste en de vorige gehouden
vergadering, welke zonder op- of aanmerkingen
worden goedgekeurd.
Hierna deelt de voorz. mede: le. dat bij de
op den 1 Oct. door B. en W. gedane kasopname
aanwezig bleek te zijn, nadat alles wat in het
vorige kwartaal had moeten geschieden was af
gewikkeld, een bedrag van f94,591/2.
2e. Dat de rekening met de daaraan gehechte
goedkeuring is teruggekomen, welke zooals reeds
ter kennisse van den Raad was gebracht, sluit
met een nadeelig saldo van f842,501/2-
3e. Dat de nieuwbenoemde ouderwijzer, de
Heer De Vries, zijne benoeming heeft aangeno
men, en na ten slotte voor hem eene woning is
gevonden, verwacht mag worden, dat hij den 1
Dec. zijne betrekking zal aanvaarden.
4e. Dat na onderzoek door den voorz. aan het
Hypotheekkantoor zoowel als aan het kadaster,
is gebleken, dat de grond, waarop de heer
Slot eigendunkelijk een gebouwtje had geplaatst
of daarmede een begin had gemaakt, aan de ge
meente toebehoort, dit ter kennisse van den Heer
Slot is gebracht, die zich bij deze uitspraak neer
legt, en het verder nu de vraag is of het ge
bouwtje op dat gedeelte aan den gemeente toebe
hoorenden gemeentegrond, mag blijven staan of
niet, tegen eene kleine vergoeding per jaar bij
voorbeeld.
De voorz. vraagt of een der leden hierover het
woord verlangt.
De Heer Zeeman doet opmerken, dat hoewel
de gemeente van het gemis van dezen grond geen
last heeft, de zaak toch niet in den haak is.
De Heer Greidanus meent dat hem die vergun
ning tot wederopzegging toe moet worden ver
leend; die bepaling is eene noodzakelijkheid.
Ook de Heer Jongerling kan zich hiermede
ten volle vereenigen.
De voorz. doet ook nog opmerken dat door
betaling eener recognitie het eigendomsrecht van
de gemeente is verzekerd.
De Heor J. Kroon wil gaarne aannemen, dat
Slot te goeder trouw heeft gehandeld, waarop
de Heer Greidanus doet opmerken, dat hij in
elk geval over zijn plan had moeten spreken,
nu de vraag aan wie de grond toebehoorde, zeer
kwestieus was.
Besloten wordt, den Heer Slot dezen grond
in erfpacht af te staan tegen een jaarlijksche
vergoeding van f 1.daar het volstrekt niet
de bedoeling is van den Raad, er eenig voordeel
van te trekken.
Yerdor wordt op voorstel van den Yoorz. be
sloten, evenals vorige jaren, ook nu weer aan
den Gemeente-veldwachter Parma en den Rijks-
eldwachter Jongepier eene gratificatie van f 5.
ieder toe te kennen voor bewezen diensten bij
spraken, door de groote galerij. Het waren lakeien,
die zich waarschijnlijk naar hun kameraden in het
souterrein spoedden, waar hun diner wachtte,
Voorzichtigheidshalve wachtte Robert even.
Tegelijkertijd werd zijn aandacht getrokken door
een gedruisch van stemmener werd gesproken in
de kamer naast hem.
Een woord trof zijn oormen had de naam van
kolonel Allevard genoemd.
Hij herinnerde zich, dat de hoofdofficier, die zoo
ongunstig jegens Filip gestemd was, dien naam
droeg. Zqn nieuwsgierigheid werd opgewekt, hij
begaf zich naar de deur van het vertrek, waar dit
onderhoud gevoerd werd, lichtte de portière up en
drukte zqn oor tegen het sleutelgat.
Gemakkelijk Aurélien gemakkelijk
zeide een afgebroken, kortademige stem.
Mijn hemel, dat alles maakt mij bang, deed een
vrouwenstem zich hooren, wanneer gij eens niet
slaagdet
Oom Jacques heeft gelqk en ik vind zqn plannetje
uitstekend, zeide een derde stem, die aan zijn hel
deren klank duidelijk als die van een jongmensch
te herkennen was, het is zooveel als een staatsgreep
en daar hebben de grootste mannen niet tegonop
gezien, als 't noodig was. Het onbetwistbaar talent
als calligraaf van dien waarden oom verzekert ons
reeds vooraf een goeden uitslag. Een man als de
onze te onteeren en in de gevangenis te doen op
sluiten staat gelqk met hem te dooden.
Maar dan zoudt gij in elk geval een voorbeeld
van zijn handschrift moeten hebben.
Odat is het minste bezwaar, autografen van
dien heer zijn zoo zeldzaam niet en vooral hier in
huis zqn er genoeg te vinden. Wacht eens, heeft
hq verleden week niet aan papa geschreven?
Juist, antwoordde de vrouwenstem, hij berichtte,
dat hij bevorderd was en overgeplaatst naar het
ministerie.
Dat is alles, wat we noodig hebben. Papa bewaart
al zijn brieven, die niet over zqn zaken handelen
dezen zijn onder berusting van Puybarrau ineen
lade van zqn schrijfbureau, wq behoeven daar dus
slechts te gaan zoeken.^
5e. Dat door deu niewbenoemden nachtwacht
aan ZEd.Achtb. is verzocht om een jas, om
zich in de uitoefening van zijn ambt, voldoende
te kunnen beschutten gedurende den winter.
De Yoorz. zegt, dat de oude door den vorigen
nachtwacht is afgedragen en vraagt nu den Raad
of deze een nieuwe zal aanschaffen.
De Heer Kroon vraagt, of de Raad daartoe
verplicht is, waarop de voorz. ontkennend ant
woord.
De Heer Molenaar acht het niet meer dan
billijk, dat aan den nachtwacht van gemeente
wege een jas wordt gegeven.
De Heer J. Kroon zal er zich volstrekt niet
tegen verklaren, maar hij is toch van meening,
dat hij, die naar eene dergelijke betrekking
solliciteert moet zorgen, die betrekking te kun
nen waarnemen. Het kost de gemeente al spoedig
een f 20.
De Heer Greidanus erkent dit gaarne maar
hij meent, dat het loon van den nachtwacht
f6.— in de zeven nachten, toch waarlijk te
gering is.
Het voorstel hierna in stemming gebracht,
wordt met algemeene stemmen aangenomen.
6e. Dat is ingekomen een adres van de com
missie, die zich heeft gevormd bij de gemeente
besturen aan te dringen op pensioneering harer
politie, in welk adres tevens de tarieven voor
eene dergelijke verzekering zijn neergelegd.
Nadat door den Yoorz. dit adres is voorgele
zen, verklaart Z.Ed. Achtb. zich in principe wel
voor de zaak, hoewel hij van meening is,
met het oog op vele omstandigheden, deze zaak
voorloopig te moeten laten rusten. Z.Ed. Achtb.
zou gaarne het gevoelen van den Raad kennen.
Uit de bijgevoegde tarieven blijkt, dat voor
Parma, op zjju 38-jarigen leeftijd een jaarlijksche
premie van f 36.42V2 zou moeten worden betaald.
De Heer Greidanus zegt, zich er evenzeer in
beginsel voor te verklaren, maar daarom ech
ter nog met geen voorstel zal komen aandragen.
Het ligt evenwel op den weg der gemeente
besturen zijn ambtenaren te pensioneeren, zegt
de Heer Greidanus. We moeten dien weg op.
Om te voorkomen, dat zij niet broodeloos, tot
schade van zich zelf en tot last van anderen hun
ouden dag zullen moeten doorbrengen, zullen
wij voor hen moeten zorgen.
Daarom zou hij ook thans er voor zijn, ook
met het oog op de geringe kosten, en ongetwij
feld zou de betrokken persoon een deel in de
premiebetaling willen bijdragen.
Allen erkennen, dat in de gegeven omstandig
heden moeielijk gevolg kan worden gegeven aan
dit adres, terwijl de Raad omtrent enkele daarin
vervatte punten, zich gaarne nog wat beter in
gelicht zag.
De Yoorz. deelde nog mede, nadat men alge
meen van meening was, dat de betrokken per
soon zelve ook in de betaling der premie zou
kunnen bjjdragen, de veldwachter Parma had te
kennen gegevon, daarvoor wel f 10 over te hebben.
Tenslotte wordt op voorstel van den voorz.
besloten de permanente commissie te berichten,
dat de Raad zich in principe voor de zaak heeft
verklaard, dat door omstandigheden daarop voor
loopig niet kan worden ingegaan en dat verdere
inlichtingen worden gevraagd omtrent enkele
den Raad minder duidelijk voorkomende punten.
Bovendien zou een dergelijke post toch nu
niet meer op de Begrooting voor 1900 kunnen
worden gebracht, maar wel voor 1901.
7e. Dat een adres is ingekomen, tot spoedige
opgave van de verordening op het heffen van
schoolgeld, begrafenisrechten, sluisgelden, leges
enz. aandringende.
Nadat door den voorz. is voorgelezen de ver
ordening op het heffen van Schoolgeld, wordt
door ZEd. Achtb. voorgesteld de heffing op den
1 Jan. 1900 als volgt vast te stellen:
Yoor ieder kind uit één gezin f 0 20
twee kinderen - 0.30
ieder volgend kind meer -0.10
Minvermogenden betalen half geld.
Voor Onvermogenden en bedeelden is het on
derwijs kosteloos.
Het Schoolgeld wordt per drie maanden gehe
ven, terwijl door B. en W. zal worden bepaald
wie onder de min- of onvermogenden zullen be-
hooren te worden gerekend.
Daarop vraagt de Heer Bak of deze heffing
is het minimum bedrag.
Ter sprake komt nu dat deze heffiDg toch ook
wel wat laag is, waarop de voorz. antwoordt dat
het onderwijs een hoogst belangrijke zaak is, waar
voor men moeielijk hooger kosten kan heffen.
De heer Jongerling zegt nu, dat men dan trou
wens ook evenredig moet gaan verhoogen als ook
den H. O., waarop de voorz. antwoordt dat men
volgens zijne meening 't liefst heelemaal
niet moet verhoogen.
De Heer Jb. Greidanus zegt, dat die verhoo
ging, zoo die van invloed zou zijn op de Ge-
meente-financiën, dan niet gering moest zijnwant
men moet niet vergeten, dat het grootste aantal
burgers der gemeente, die schoolgaande kinderen
hebben, min- of onvermogenden zijn. Verhooging
der belasting kan beter worden gedragen door
gezinnen zonder kinderen dan met kinderen, en
men mag dat dan ook veel liever doen.
De Heer Bak zegt, dat 't wel moeielijk is te
gaan splitsen maar 't is toch nog al bezwarend
dat alle arbeiders onder de onvermogenden wor
den gerekend.
Dit wordt door sommige raadsleden erkend.
Er zijn arbeidersgezinnen waar 's wekelijks ge
noeg inkomt 0111 de kosten van het onderwjjs te
kunnen dragen.
Door den Heer Jongerling wordt nog opge
merkt, dat door sommige gegoede burgerlui niet
meer aan de gemeente wordt betaald, dan wat
het onderwijs aan hun kinderen kost. De kosten
van het onderwijs voor elk kind op f 30 k f 40
De Heer Jb. Greidanus zegt, dat die rekening
nu niet geheel juist is, want dat van de kosten
van het onderwijs afgaat de vergoeding van het
Rijk.
Daarna wordt de verordening op de heffing
van schoolgelden goedgekeurd en geteekend.
Hierna wordt de verordening op het heffen
van begrafenisrechten vastgesteld als volgt
Voor het uitsluitend recht van eigen
dom op een graf zal worden geheven t 6.
Yoor het begraven van een lijk be
neden het jaar f 0.50
Van 1 12 jaar f 1.
Yan een lijk boven de 12 jaar f 2.
Voor het gebruik van baar en lijkkleed
zal worden in rekening gebracht f 0.50
Voor het luiden der klok f 0.60
Yoor onvermogenden kosteloos.
Onder de onvermogenden zullen niet worden
gerekend zij, die uit een begrafenisfonds eene
uitkeering tot bestrijding der begrafeniskosten
zullen ontvangen.
8e. Een adres van het Bestuur der Naamlooze
Vennootschap tot exploitatie van de Paarden-
trem Alkmaar—Oud-Karspel(behelzende het
zelfde verzoek als het in den Raad der gemeente
Broek op Langedijk breedvoerig behandelde
zie ons vorig nr. Red.)
Besloten wordt, de behandeling van dit adres
tot een volgende vergadering uit te stellen, om
dat B. en W. het daarin vervatte verzoek niet
voldoende toegelicht zien en zich daardoor te
weinig op de hoogte achten den Raad van ad
vies te dienen.
Afgesproken, en nu ga ik
Robert Duhesme kon niet langer luisteren, want
hq hoorde voetstappen, die de deur naderden, waar
achter hq stond. Hij moest zich dus snel verwijden,
wilde hq niet betrapt worden, maar hetgeen hij van
het gesprek had opgevangen, was reeds voldoende
geweest, om een heftige ontroering bij hem teweeg
te brengen.
Mqn God, zeide hq voor zich, ik weet met welk
complot die ellendingen smelen, maar ik vrees het
te begrqpen. O! had ik slechts zekerheid! Had ik
slechts zekerheidIk vermoed, dat zij een laffen
aanslag beramen jegens h e m, zoo eerlijk, zoo recht
schapen. Indien dat zoo is, wee hen dan, wee hen 1
Zqn gelaat nam een onheilspellend dreigende uit-
drukking aan en hij verwijderde zich met wankelende
schreden. Voor het oogenblik stond hij toch geheel
machteloos.
Wij zullen zien wq zullen zien, mompelde
hij, ik zal trachten hem in het geheim te waar
schuwen, voor het onheil, dat hem dreigt, dan kan
hij zijn maatregelen nemen.
Door deze gedachte bezield liep hij recht voor
zich uit de galerq door en vergat alle voorzorgen,
die hij bij het binnentreden had genomen. Hq liep
de galerq ten einde, bevond zich daar tegenover
een breede trap en klom die met drie treden tege
lijk op.
De ligging der vertrekken op de eerste verdieping
was ongeveer gelqk aan die van beneden en het
kostte hem niet veel moeite de kamer te vinden,
aan welks venster hij den vorigen avond Bernard
gezien had.
Hq was juist in het midden van dit gedeelte van
het hotel, dat zijn gevel had in de rue de Penthi-
èvre, hq kon zich niet vergissen.
Hier moet het zijn, zeide hq, terwijl hq vooreen
deur bleef staan en aanklopte.
Een vriendelijke stem antwoordde
Binnen 1
Hij trad binnen.
Robert Duhesme bevond zich op den drempel van
een ruim vertrek, volkomen gelijk aan dat op Saint-
Colomban, waar wij Filip Dormelles zagen bmnen-
j:» onderscheid, dat deze kamer
vierkant was. Overigens stonden er dezelfde don
kere, stemmige meubelen, hing er dezelfde sigaren
rook en zaten er dezelfde personenBernard De
Prabert en Puybarreau.
Laatstgenoemde stond verwonderd op bq het zien
van dezen vreemdeling, die door niemand was aan
gediend hij ging hem eenige schreden tegemoet en
vroeg
Wie zjjt gij, mijnheer, wat verlangt gq
Robert antwoordde niet; met een enkele hand
beweging schoof hq Puybarreau ter zqde en naderde
Robert
Deze was, toen hq Robert zag binnenkomen van
zijn fauteuil opgestaan, hq begon te beven en zag
de binnentredende strak in het gelaat.
Het electrisch licht van eenige booglampen,
dat door gazen kappen was getemperd, liet slechts
ter nauwernood toe, de gelaatstrekken te onder
scheiden.
De bezoeker had zich recht tegenover Bernard
De Prabert geplaatst.
Bernard, zeide hij, ik ben het.
Een rilling voer Bernard van hoofd tot voeten,
zijn bleek gelaat werd eensklaps hoogrood ge
kleurd.
Robert! Robert 1 Mijn broer! nep hjj uit.
Hjj stak beide handen naar Robert uit, greep
de zijne en schudde die hartelijk.
Gjj, gij, stamelde de grijsaard, ik zie u dus
weer, en zoo eensklaps, zoo onverwacht, na zoo
veel 'jaren van scheiding. Ik dacht al dien tjjd
dat gij dood waart. O! Robert, mjjn arme broe
der. Welk een vreugde u terug te zien, mjjn God,
mijn God!
Tranen vloeiden over het gelaat van Bernard
en hij hield nog altijd de handen omklemd van
zjjn broeder, die hem zooveel had doen lijden,
en dien hij toch nooit had kunnen haten of ver
achten.
Wordt vervolgd.)