Voor Transvaal. Nu allerwege ia den lande commissiën worden gevormd tot het inzamelen van gelden voor de gewonden en de nagelaten betrekkingen, tenge volge van den oorlog in Transvaal, spreekt het als vanzelf, dat ook aan den Langendijk zich personen tot eene commissie hebben geformeerd voor hetzelfde doel. Dat moet vanzelf spreken, nu het meermalen is gebleken, dat voor goede werken ook hier wel dadige handen ten offer bereid waren. Heden vindt men onder het plaatselijk nieuws deswege twee berichten, van Broek op Langen dijk en Zuidscharwoude, terwijl in ons vorig nr. werd bekend gemaakt, dat te Noordscharwoude eene commissie zou worden samengesteld. Nadere gegevens ontbreken ons daaromtrent nog. Zeker is het althans, dat wij verwachten van de bewoners van de Langedijk, d. i. van alle vier gemeenten, zoowel als van allen, wier hart warm klopt voor onze Transvaalsche broeders ook in andere gemeenten, dat zij dit werk der liefde zullen steunen. Hét leed dat geleden zal worden, zal hartver scheurend zijn; onder de juichtonen, den jubel die opstijgt uit de harten der overwinnenden, vernemen wij den afscheidsgroet der stervenden, die vielen voor de onafhankelijkheid van een volk, ons verwant door het bloed onzer voorvaderen, met de bede op de lippen: „Heer, Uw heilige wil geschiede Wij vernemen de naar hulp vra gende stemmen der gewonden, van de naar lafenis uitziende gestalten door het lood van den vijand getroffenwij zien grijsaards, mannen in de kracht van hun leven en jongelingen, goed en bloed, hun leven en toekomst veil hebbende voor hun vrijheid, zieltogend neerliggen, worstelende met den onverbiddelijken dood, die, misschien ver wacht, hun toch nog verrastte en hun levensdraad afsneed. Ons hart wordt bewogen en breekt bij de ge dachte aan hunne dierbare betrekkingen, die ach terbleven in diepe smart, beweenende hun dier bare echtgenooten, vaders, zonen en verloofden. Bij de geestdrift, waarmede elke overwinning onzer Transvaalsche stamverwanten wordt be groet, wordt tevens aan ons opgedrongen de plicht, de heilige roeping te steunen, te helpen te lenigen, zooveel als eens Christen betaamt; dan spreekt tot ons de stem van het hart, dan herinnert ons de barmhartige Samaritaan aan onzen plicht tot het vervullen der liefdetaak. Welnu, indien gij van heilige geestdrift ver vuld, mede juicht met de blijden, geeft dan ook van heilige Christenlieide doordrongen met allen in den lande, voor wie het woord offervaardigheid geen ijdele klank is. Geeft, zooveel als gij naar vermogen kunt missen; het is een werk van barmhartigheid, het toont den adel uwer ziel. ik niet vrijmoedig tot u gegaan, dan was ik gered geweest en zou met mijn uitvinding schatten hebben verdiend, maar neen, ik had na den dood van vader uw edelmoedige aanbiedingen met minachting afge wezen, ik wilde alleen slagen, zonder hulp een hoog standpunt bereiken en wanneer ik eenmaal millioenen had verkregen, tot de wereld kunnen zeggen Ziet, hoe hoog ik gestegen ben door eigen kracht, met niemands hulp. Verbaast u en bewondert mij Arme dwaas die ik was, ellendige domkop Ik begat mjj naar mijnheer Barley te Miramont- la-Montagne in het departement Puy-de-Dóme. Hij was een zeer onontwikkeld man, kon ternauwernood lezen en schrijven, een soort van boer, wantrouwig, listig en hebzuchtig. Niettemin dreef hij belangrijke zaken, zijn bosschen strekten zich uren ver in den omtrek uit en hij ver werkte het hout in een groote fabriek te Miramont. Hij verdiende veel geld, maar, voorbeeldeloos gierig als hij was, had hjj een afkeer van alle nieuwighe den uit vrees voor verliezen. Alles wat niet onder den ouden sleur viel kwam hem verdacht voor en vond tegenwerking bjj hem. Hij wilde dan ook in het eerst niets van mjjn uit vinding hooren, maar ik hield aan, ik had weldra zijn zwakke punt ontdekt en ik begon hem groote winsten voor te spiegelen, die dan ook werkelijk kon den bestaan. Dit wekte zijn hebzucht op, maar toch schudde hij bedenkelijk het hoofd en zeide: Het is mogelijk, dat daarmee zooveel geld zou te verdienen zijn als gij zegt, wanneer het slaagde. Maar het zal zeker slagen. Dat zou ik eerst nog moeten zien. De bewjjzen zijn voorhanden. De proeven, die ik genomen heb, slaagden uitmuntend. Dat spreek ik niet tegen, maar ik heb er niets van gezien. Dan zullen wjj te zamen de proefneming hervatten. Dat staat mij wel aan, want ge begrijpt, men waagt zijn geld maar niet zonder eenige zekerheid. Om hem vertrouwen in te boezemen bracht ik eenige voordeelige verbeteringen aan zijn zaagma chines, waardoor een vierde van de handenarbeid werd uitgewonnen. Barley was er verrukt over maar daartegenover Vervolg Nieuwstijdingen. Te Amsterdam zijn thans 3 a 400 dia mantbewerkers werkloos. Omtrent een crisis in het diamantvak is nog niets te zeggen. Bij de Nederl. Zuid-Afrikaansche Vereeni- ging vloeien de giften voor den Transvaal ruim. De thans gepubliceerde lijst bevat 2 giften van f 1000, 1 van f 800, 1 van f 600 en verscheidene van f300, f200 en f 100. Het totaal dezer lijst is ongeveer f29.000. Geen gratie. Naar men verneemt is het verzoek om gratie der officieren J. en B. en van den ingenieur K., in zake het voorgevallene te Beek (waar ze zich tegen de politie hebben verzet) door de Koningin van de hand gewezen, zoodat de officieren 8 en de ingenieur 14 dagen gevangenisstraf zullen moeten ondergaan. Bij een der Bossche banketbakkers zijn „Transvaalsche Boeren" verkrijgbaar gesteld, die veel aftrek vinden. Bij een ander staan 2 groote „speculaaspoppen" de eene in gebogen houding, draagt tot opschrift: „Engeland", de andere, met een bijl gewapend, „Transvaal". Onder de eerste pop leest men „'k Was op uw goud belust, Och wil het mij vergeven onder de andere: „Neen, vriendje, geen pardon, Die rooflust kost u 't leven!" Regeeringshulp aan Engeland? Volgens eene mededeeling in de „Schiedamsche Courant" zal omstreeks 6 November a.s. aan boord van het Engelsche stoomschip Anglia 37,810 Kg. dynamiet worden geladen. De overlading zou in de rijkskruithaven plaats hebben. De „Schiedamsche Courant" merkt op, dat de waarschijnlijkheid, dat het verschepen van dit dynamiet in verband staat met den oorlog, vrij groot is. Zij stelt de vraag, of onze regeering als zoo danig hier hare hulp verleent aan Engeland, in dien zij toestaat dat voor het verschepen van dit dynamiet gebruik gemaakt wordt van de rijks opslagplaats bij Rozenburg, of toestaat, dat in de rijkswateren het overschepen, op andere wijze geschiedt. En zij dringt er op aan, dat het boots volk uit heel ons land zal weigeren de hand te leenen voor een werk, dat waarschijnlijk zal strek ken om onze broeders in Zuid-Afrika te verderven. Nader onderzoek dringend gewenscht! Wij vernemen, dat de heer mr. C. J. Sic- kesz, directeur-generaal, chef der afd. Landbouw aan het Departement van Binnenlandsche Zaken, als Regeeringscommissaris den minister van Bin nenlandsche Zaken zal bijstaan bij de verdedi ging in de Tweede Kamer van het wetsontwerp houde bepalingen tot voorkoming van bedrog in den boterhandel. Dat veler gedachten zich thans bezig hou den met onze stamverwanten in Zuid-Afrika, be wees een passagier van de tram in de Hoeksche Waard, die op de vraag van den conducteur, waarheen de reis was, antwoordde: „Naar Trans vaal". De man bedoelde Klaaswaal Dominees-kermis. Zondag zijn te Lunteren bij het afscheidpre- diken van den predikant de gebruikelijke vecht partijen niet achtertvege gebleven. Zoo werd bij een dezer schermutselingen een jongen van 15 jaar met een mes in den rug gestoken. Daar de stond, dat ik mij de haat der werklieden op den hals, die ten onrechte meenden, dat door deze ver betering van de machines hunne belangen werden benadeeld. Ik trachtte hen uit te leggen, dat die verbetering zoowel in hun voordeel, als in dat van den patroon waren, maar zij begrepen mij niet en ik heb mij dan ook niet verder vermoeid. In de fabriek werd een vertrek voor mij inge ruimd en daar stelde ik in het geheim een model op der door mij ontworpen machine op een vijfde der normale grootte en ik begon met de bewerking van het hout tot papierpap. Drie weken later was alles gereed en ik had eene hoeveelheid pap ge maakt, die in twee vaten naar de papierfabriek te Riom gezonden werd, terwijl Barley zelf meeging. Deze pap werd zeer geschikt bevonden voor de pa pierfabricage en Barley had al terstond een plan ge maakt om het hout in de plaats der lompen te stel len zonder de afnemers er iets van te zeggen, ten einde op die wijze alle voordeelen voor zich te houden. Hg keerde opgetogen van blijdschap te Miramont terug en stelde mij voor zijn associé te worden. Wanneer ik alleen was geweest zou ik daar waar schijnlijk in hebben toegestemd, maar mijn vrouw verveelde zich doodelijk in dat stille dorp, zij had een afkeer van het woeste land en van de ruwe bevolking. Zij hield zich opgesloten in het kleine, slecht gemeubileerde huisje, dat ik niet ver van de fabriek had gehuurd en ging nooit uit. Wij waren trouwens ook in den winter en het was streng koud. Georgette hield zich uitsluitend bezig met het kind, onzen lieven, kleinen engel, die bijna drie jaar was en bracht haar vervelende dagen door met kaart spelen zonder inzet met haar broeder, den onver- mijdelqken Georg Lacassagne. lederen avond, als ik van de fabriek terugkeerde, vroeg zij mg met een stem, die steeds droeviger en klagender werd: Wanneer vertrekken wjj Ik weet het nog niet, spoedig, antwoordde ik, heb nog maar een weinig geduld. Onder zulke omstandigheden kon ik het aanbod van Barley niet aannemen en mjj te Miramont ves tigen. Ik antwoordde hem, dat ik tot mjjn spjjt niet geneesheer afwezig was, werd het eerste verband I gelegd door den brigadier der rijksveldwacht E. Van Broekhuizen, te Barneveld, bijgestaan door den veldwachter te Ede. Op eenige plaatsen in de Veluwe bestaat de slechte gewoonte nog, om het gaan en komen van een predikant te beschouwen als een gebeur tenis, waarbij overvloedig sterke drank gebruikt moet worden. Zulk een dag wordt dan ook door het publiek als „Domineeskermis" betiteld. Een drama te Rotterdam. Een vreeselijk, bloedig drama heeft in het hotel Willemsbrug, aan de Boompjes no. 6 plaats gegrepen. Op tot nog toe onverklaarbare wijze was de vroegere kellner Nolte, die gehuwd is met de dochter van de logementhoudster, de wed. M. C. van Wiekera, vroeg in het hotel gekomen. Sedert eenigen tijd leefde hij in onmin met zijn schoonmoeder. Blijkbaar wraak willende nemen heeft hij haar ten kwart voor 8 uur in hare vertrekken met een scheermes vervaarlijke ver wondingen toegebracht aan den hals en de kaken. Zij snelde om hulp roepend omlaag in het café, alwaar dr. A. M. van der Willigen, die naast het hotel woont, dadelijk de eerste hulp verleende. In zorgwekkenden toestand werd zij, uitgeput door bloedverlies, per rijtuig naar het zieken huis vervoerd. Inmiddels was de politie met den commissaris, den heer J. Don, ter plaatse gekomen, ver klaarde dat hij den vermoedelijken moordenaar had zien wegloopen. Dadelijk werden daarop na sporingen gedaan in zijn woning aan de Gelder- sche kade en elders. Nog waren de rechercheurs daarmede bezig en stond de bereden politie reeds op het punt den moordenaar te achterhalen, terwijl men ten 10 uur aan het 'i hotel kwam om infor- matiën, toen de doodelijk verschrikte dienstbode het café kwam binnensnellen, dat zij den moor denaar op den zolder der vierde verdieping had zien liggen tusschen de koffers op eenige klee- dingstukken. Hij lag daar badende in zijn bloed met het scheermes in de hand en de strot bjj na doorge sneden. Hij lag te zieltogen. Geneeskundige hulp was niet te verkrijgen, daar niet één dokter thuis was, waarop hij door de politie bewusteloos en in hopeloozen toestand per brancard naar het zieken huis werd overgebracht. De wees-inrichting te Neerbosch! Hoewel de instructie inzake Neerbosch steeds voortduurt, kan met vrij groote zekerheid worden gemeld, dat deze zal leiden tot een vervolging wegens mishandeling, zoowel van een mannelijke als vrouwelijke beambte der stichting. De open bare behandeling voor de rechtbank te Arnhem, zal in den loop van December plaats hebben, waarbij, naar men aan verschillende bladen ver zekert, eigenaardige bijzonderheden omtrent de beheerwijze in Neerbosch aan het licht zullen komen. Buitenland. Engeland en Transvaal. Wij kunnen er niet genoeg op wijzen, welke motieven voor Engeland golden, om den oorlog door te drijven of liever aan Transvaal zulke eischen te stellen, waarmede het wist, dat een oorlog onvermijdelijk was. Het is van groot belang dit te weten, vooral om rechtvaardig te zijn in zjjn oordeel. Men kan John Buil genoeg beleedigingen naar lang te Miramont kon blijven, want dal andere zaken mjjn vertrek veieischten en dat ik hem de uitvin ding tegen een redelijken prijs wilde verkoopen. O die prijsHet duurde een geheele week, voordat wij het daarover eens waren en ik moest dikwgls mijn woede verkroppen over het kleingeestig ge- schacher met een man als Barley. Eindeljjk kwamen wjj dan overeen, dat ik mjjn plans, mijn teekeningen, het geheim van de uitvin ding en mijn modellen zou afstaan, dat de noodige brevets op naam van Barley zouden genomen wor den, dat ik van al mijn rechten afstand zou doen en dat Barley mjj daarvoor ineens zou betalen de som van honderd-vjjftig-duizend francs. Het waren voor dien man prachtige voorwaarden, waarin ik zeker niet zou toegestemd hebben, wan neer Georgette niet zoo op het vertrek had aange drongen. Hij trok al het voordeel van de uitvinding en betaalde daarvoor een som,die hij in een jaar kon terugverdienen. Toen echter de acten onderteekend zouden worden, aarzelde hij opnieuw, hjj zocht moeie- lijkheden, wilde er nog eens over nadenken en stelde mjj uit tot den volgenden dag. In zjjn gierigheid kon hjj er niet toe besluiten in eens alstand te doen van zooveel geld en aan den anderen kant wilde hjj ook de hooge winsten niet verliezen, die hjj zich van het plan voorstelde. Er werd in dat hebzuchtige, gouddorstige hart een ge weldigen strijd gevoerd. Den volgenden dag scheen hjj evenwel een besluit genomen te hebben. Zonder veel bedenking en tegenstreven telde hjj de bankbilletten voor mij op de tafel uit, maar toen hij het kostbare pakket in den binnenzak van mijn overjas zag verdwijnen werd hij eensklaps doods bleek, zjjn oogen begonnen te fonkelen, hij sprong van zijn stoel op, snelde op mjj toe en met een ruwe beweging ontrukte hij mij de bankbilletten weer. Ik was zoo verbaasd, onthutst, dat ik er mij niet tegen verzette, maar alleen vroeg Wat doet gij Wat moet dat beteekenen Niets, niets, stamelde hij, beschaamd over hetgeen hij deed, maar ik heb er nog niet genoeg over na gedacht, de onderneming is toch wel eenigszins ge- vaarljjk, wanneer zij eens niet mocht slagen dan zou het voor mjj een gevoelig verlies zjjn.... liet hoofd slingeren, maar men diene dan ook de motieven te kennen, die de oorzaak zijn, dat zijn politiek gelaakt en scherp afgekeurd wordt. Niet alleen, dat die politiek aan den Oranje Vrijstaat zijn diamantvelden heeft gekost, maar ook Portugal weet mee te praten over het mis bruik maken van zijn grootere macht. Portugal heeft ten Oosten van Transvaal zijn koloniaal bezit, een gebied, dat een groote uit gestrektheid bezat en noordwaarts zich verder uitstrekte tot in Noordwestelijke richting. Ten Westen van de Zuid-Afrikaansche Repu bliek en de Oranje Vrijstaat heeft Engeland zijn bezittingen, die zich verder uitstrekken in Zuidwestelijke richting, waarin bij de Tafelbaai de havenstad Kaapstad ligt. Vandaar loopteen uitstekende toegangsweg door de geheele Kaap kolonie langs de westelijke grens van Oranje- Vrijstaat, waaraan Kimberly, het gastvrije oord van Rhodes, ligt, terwijl men in noordelijke richting dien weg vervolgende, aan de westkust der Zuid-Afrikaansche republiek de thans door de boeren ingesloten stad Mafeking kan vinden. In zuideljjke richting de kust langs gaande heeft het zijn tweede haven Port-Elizabeth en de kust vervolgende, in N. O. richting, vindt men ten slotte de groote haven Port Natal, van waar een spoorlijn ligt door Natal langs Weenen en Colenso naar Ladysmith, de stad die thans ge heel ingesloten door de boeren, van alle ge meenschap is afgesloten. Portugal, geen vermoeden hebbende van het net dat hem zoo langzamerhand door Engeland werd gespannen en waarin het, zoo bleek ook later, verward zou raken, liet zjjn vlag wapperen bo ven het hem toebehoorende gebied, zonder eenige handelsbetrekkingen met de inboorlingen vast te knoopen. Maar de plannen tegen hem gesmeed, zouden in 1889 tot rijpheid komen. In dat iaar werd door Engeland of liever in vloedrijke speculatieve geldmannen, eene Maat schappij opgericht, de zoogen. Chartered Com pany met Rhodes aan het hoofd, die er voor moest zorgen, dat het Engelsche gebied in Zuid- Afrika werd uitgebreid. Het knoopte handels betrekkingen met de inboorlingen aan, maakte contracten met de hoofden, nam het bekeerings- werk ter hand en zorgde er natuurlijk eveneens voor, dat achter de zendelingen eene voldoende militaire macht nakwam. Door gunstige voor waarden, zoowel als door machtsverteon, waar door den inboorlingen vrees werd ingeboezemd werd de invloed van Engeland grooter, te groot om door Portugal te kunnen worden gekeerd. Het had zich reeds te vast genesteld om te kun nen worden verjaagd, zoo ie mand daartoe den moed had gehad. Wel werd toen ook door Por tugal een maatschappij opgericht, maar te laat. Portugal protesteerde, maar dat was kloppen aan eens doovemans deur. De bevolking bleef er niet rustig onder. Het Engelsche consullaat te Lissabon, moest het ont gelden, het toen bestaande ministerie aftreden, maar het nieuwe, dat toen werd geformeerd, moest, toen Engeland aan Portugal een ultima tum stelde, toegeven, waarvoor het een enorm grondgebied verloor. Portugal, zoo zeiden we, weel dus ook ter dege mee te praten, maar met het succes, waar mede het op landroof uitging was Engeland niet tevreden. De begeerte naar grooter koloniaal bezit werd grooter en grooter en waarom zou het nu de Transvaal niet annexeeren. De oorlog van 1881 was er het gevolg van, die schandelijke Jamesson's inval eveneens, en wederom, het was te verwachten dat het vraat zuchtige Engeland wel een reden zou trachten Vol verontwaardiging verweet ik hem zijn schande lijke handelwijze jegens mij, ik zeide, dat ik niet verder met hem in overeenkomst wilde treden, dat ik mijn woord terugnam en dat het mij weinig moeite zou kosten iemand te vinden die mijn uitvin ding voor hoogeren prijs zou koopen en die mg eer- lgker zou behandelen. Toen ik dit gezegd had, ging ik heen, maar Bar ley liep mg' na, haalde mij op de binnenplaats in en zeide op vriendelijken, gemoedelgken toon Weineen, weineen, kom, maak u niet boos, wij zullen het wel eens worden, zeker, ik wilde alleen de directeur der papierfabriek te Riom er nog eens over spreken, een vast contract met hem afsluiten ten einde mij van de toekomst te ver zekeren. Onnoodig, alles is tusschen ons uit. Hoho, mijn vriend, ge kunt niet meer terug. Waarom niet? Omdat ik de uitvinding thans evengoed ken als gij. Een onbeschrijfelijke woede maakte zich van mg meester, bij de gedachte dat die listige, on beschaamde boer mijn vertrouwen had misbruikt om mij laaghartig te bestelen, maar het binnen plein van de fabriek was op dit oogenblik vol werklieden, ik bedwong mijn toorn en voegde hem alleen een paar minachtende woorden toe. Barley maakte zich volstrekt niet boos en ant woordde slechts gemoedelijk: Kom, kom, wees maar niet bevreesd, wij zul len het wel eens worden heb ik toch gezegd. Laat mij nu eerst nog maar eens naar Riom gaan, daar zal ik niet blijven, zeker niet, over drie dagen kom ik terug te Miramont. De trein stopt 's avonds ten acht uur te Issoire, welnu, dan ben ik om negen uur, half tien hier, dan eerst wat eten en daarna kunnen we nog eens op ons gemak praten. Dan zullen we wel tot een eind komen. Yindt ge dat goed? Komt ge? (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1899 | | pagina 2