Brieven uit „de Streek."
Plaatselijk nieuws.
Herisbroek. Den 11 dezer, namiddags
te ruim 5 uur, sloeg de bliksem in de boeren
woning van den heer J. Commandeur, aan de
uitgang van do Wogmeer. Dadelijk vielen 3
koeien levenloos neder, de eigenaar, die er on
middellijk achter stond bij den stal, bleef onge
deerd. De overige 3 op stal staande koeien en
een kalf werden gered. Het huis met den daarin
aanwezigen voorrrad hooi, benevens de landbouw-
boter- en kaasmak jrsgereedschappen verbrandden;
van den overigen inboedel werd een gedeelte
gered. Door den hevigen wind bestond er een
©ogenblik vrees, dat de hofstede van den heer
A. Stuijt, ongeveer 40 M. daarvan verwijderd,
mede zou worden aangetast, doch gelukkig
keerde de wind, zoodat dit perceel behouden
bleef. Alles, behalve het vee, was verzekerd, de
inboedel, het hooi en de gereedschappen echter
te laag.
De boterletters, het geliefde St. Nicolaas-
gebak, dat eertijds eene samenstelling was van
boter, meel, suiker, amandelen en eieren met
citroenrapsel, heeit van wege de concurrentie,
om dit gebak maar goedkoop te kunnen leveren,
ook al een verandering van samenstelling onder
gaan, zegt de „Ned. Bakkers Crt."
Reuzel ook wel margarine, heeft de boter ver
vangen; voor amandelen worden ook wel ge
stampte marons ter vermenging aangewend. Doch
met veel meer succes wordt gekookte rjjst ter
vermenging der z.g. spijs gebezigd dat de aroma
hierbij niet wint ligt voor de hand. Doch ge
kookte rijst is in elk geval goedkooper dan de
dure amandelen en zoo wordt de concurrentie
mogelijk, ten koste natuurlijk van de smaak.
Yroeger betaalde men fl voor vijf ons boter
letters, nu 80 a 75 en zelfs 60 cent.
Niet onbelangrijk voor onze
aardappelteclders.
De uitslag van de opbrengst en het zetmeel-
gebalte der verschillende aardappelsoorten, ver
bouwd op de proefvelden van de landbouwver-
Soort
H.L. per II.A.
Proc. zetmeel.
Motke
420
19.7
Fortuna
425
19
Eigenhemmer
535
18.4
Richter
530
17.9
Frans Drake
525
19
Veenh. WitteRuigenöOO
17.7
Eurake
540
20.1
Bella
410
19.2
Prima
495
22.2
Ballon
580
17.5
Vesta
525
17.7
Aurora
530
19.4
Zwaan
490
18.6
Feronia
490
18.9
Steil stam
672
20.5
Uit dezen staat blijkt, dat
de Prima's het
grootste zetmeelgehalte hebben en de Steilstam-
men de grootste opbrengst.
De oorlog en de "Vredesconferentie.
De gedelegeerde voor Rusland op de Haagsche
vredesconferentie heeft in den Regeeringsbode
een mededeeling gepubliceerd met betrekking tot
de conferentie, waarin hij betoogt, dat de con
ferentie niet verantwoordelijk is te stellen voor
hetgeen nu plaats vindt in Zuid-Atrika, terwijl
de conferentie zich moest bepalen tot verminde
ring van de verschrikkingen van den oorlog en
tot aanwijzing van middelen, welke tot behoud
van den vrede door het optreden van internati
onale scheidsgerechten zouden kunnen leiden, ter
wijl de conferentie verder maatregelen trof tegen
ongewettigde daden van de oorlogvoerende staten
en tot vermindering der ellende. De oorlog ge
heel opheffen was niet de taak der conferentie.
Als bij voeder maakt men des winters voor
het vee gebruik van verschillende artikelen, als
daar zijn rapen, aardappelen, pulpe, mangelwor-
tels enz. Ze zijn alle waterrijk en werken dus
verslappend, reden waarom ze met mate gebruikt
moeten worden. Matig verstrekt, maken ze het
het mij niet zou laten ontrukken, het was reeds
genoeg, dat de moeder het zoo laaghartig had ver
laten.
Met een sprong rukte ik mij los van de hand van
den gendarme en wierp mij in de rivier, die aan
de kant reeds met een dunne ijskorst was bedekt,
welke evenwel ondermijn gewicht afbrak. Ik moest
vluchten, mijn kind aan het dreigend gevaar ont
rukken en ook aan de schande over mijn misdaad,
die op hem zou terugvallen. Dat begreep ik, ondanks
den staat van koortsachtige opgewondenheid, waarin
ik verkeerde.
De gendarme schoot op mij als op een wild dier.
O wanneer hij het kind geraakt had, zou ik terug
gekeerd zijn en hem onder mijn vuisten verpletterd
hebben, maar ik alleen werd geraakt.
Hoewel ik den kogel in mijn bovenarm voelde
dringen, zwom ik de rivier over en drong aan den
overkant het dichte woud in.
Robert Duhesme zweeg en droogde het zweet af,
dat hem op 't voorhoofd stond.
Toen Bernard in diep gepeins verzonken, bleef
zwijgen, hernam Robert:
Het overige weet ge, Bernard. Alles wat ik deed
om de dood te vinden bleef vruchteloos. Men vond
mij, toen ik bewusteloos in een rotskloof lag, wekte
mijn levensgeesten weer op en toen, ondanks mjj-
zelven, mijn krachten teruggekeerd waren, bracht
men mij voor de rechter.
Maar het kind? vroeg Bernard.
Een glimlach van geluk plooide de lippen van Ro
bert, toen hfj antwoordde
Mijn zoon werd Goddank door brave menschen op
genomen, die ik het geluk had op mijn weg te ont
moeten, hij leett, ik heb hem gezien, gisteren, van
morgen nog, hij is een verdienstelijk mensch en gaat
een schitterende toekomst tegemoet, hij draagt een
achtenswaardigen naam, waar geen smetje op kleeft
en de vreugde die ik van hem beleef, doet mij alles
vergeten, wat ik na dat onheil heb geleden. Ik ben
gelukkig, Bernard, gelukkig voor den korten tijd die
mij nog te leven overblijft en dat geluk ben ik in
Frankrijk komen zoeken. Nu ik u heb weergezien,
nu ik weet dat ge mij vergeeft en ik uw hand broe
derlijk in de mijne voel rusten, nu ik geen zorg meer
hooi en het stroo niet alleen smakelijker, maar
ook meer verteerbaar. Zoo werd b.v. haksel van
hooi en stroo, met tarwemeel veel beter verteerd,
als tevens rapen werden gegeven, dan zonder
dit bijvoer. Gaf men evenwel zooveel rapen, dat
ze de helft van het rantsoen uitmaakten, dan
was de totale vertering van 10 tot 20 °/0 minder.
De komeet van Tempel?
Omtrent het onweer van Zaterdagavond
zoo schrijft men aan de „N. Groninger Ct."
valt nog het een en ander te zeggen, dat onge
twijfeld in hooge mate de aandacht der weer
kundigen zal trekken. Nadat het reeds den ge-
heelen middag zoo af en toe o.a. boven Eelde,
Ide, Ternaarloo, Peize, Roden, enz. had gedon
derd, kwam tegen den avond als eensklaps de bui,
vergezeld van een hevigen wind, met geweld
opzetten. In den dampkring heerschte naar alle
richtingen eene sterke electriscbe spanning, want
zonder ophouden schoten de bliksemflitsen door
de lucht en gaven een tooverachtig effect tus-
schen de takken der ontbladerde boomen. Eens
klaps werd hier en daar een eigenaardig riekende
witte damp waargenomen van groote uitgebreid
heid. In hoeverre deze damp verstikkende eigen
schappen had, valt moeieiijk te zeggen maar een
feit is het, dat in de velden van Tinarloo, Ro
den, Peize, de Leek en hoogstwaarschijnlijk nog
in andere aangrenzende streken een aantal wilde
ganzen, eenden en kieviten dood op het land
zijn gevonden, o.a. in Peize als 't ware op een
hoopje van zes stuks. Aan te nemen dat deze
vogels door het hemelvuur zijn getroffen, nu ze
over eene zoo groote uitgestrektheid werden aan
getroffen, gaat niet wel aan, maar wat dan ook
de oorzaak mag zijn, het feit is hoogst merk
waardig en verdient ongetwijfeld door deskundi
gen nader te worden toegelicht.
CVIII.
9-16 November. Hoewel de aanvoer van
bloemkool, reeds tegen het einde der vorige
week, merkbaar verminderde, zoodat Zater
dagmorgen slechts omstreeks 40000 stuks ter
markt kwamen, was er zeer weinig kooplust.
De Rijnsburgers kregen 'grooter aanvoer uit
hunne onmiddelijke omgeving, waardoor wij
hunne orders moesten missen.
De toch reeds lage marktprijs werd daardoor
niet onbelangrijk gedrukt, zoodat menigeen
zich met f 1 f2 per 100 stuks moest te
vreden stellen, enkelen voor puike kwaliteit
f3 a f4 konden bedingen.
Daarmede schijnt echter tevens het laagste
punt te zijn bereikt, want reeds in het begin
dezer week was eene kleine rijzing merkbaar,
die tot heden aanhield.
Hedenmorgen varieerde de goede kwaliteit
van f4 tot f6 per 100 stuks. In hoofdzaak
is deze rijzing toe te schrijven aan meerdere
vraag uit Duitschland.
Onze inmakerijen werken nog steeds met
halve kracht. Blijkbaar hebben zij nog te kam
pen met gebrek aan okshoofden. Enkele wa
gonladingen, die hier van tijd tot tijd arri-
veeren, kunnen daarin slechts voor zeer kor
ten tijd voorzien.Bij voldoenden voorraad oks
hoofden worden meermalen 100 a 120 stuks,
per dag mot bloemkool gevuld. De aanvoer
van bloemkool uit Oost woud voor de inma-
kerij van den hr. Van Kleeff houdt nog gere
geld aan, doch de kwaliteit daarvan laat zeer
veel te wenschen over. De hr. Boon ontvangt
nog vrij groote hoeveelheden uit Andijk en
Wervershoef, doch ook deze zijn niet van
beste hoedanigheid. De proeven met de bloem
koolteelt op genoemde plaatsen genomen, le
veren dus geen schitterend rsultaat op en
zullen er waarschijnlijk niet toe leiden, dat
deze op beduidende schaal worden herhaald.
Voor witte, roode en savoyekool worden,
over mijn zoon behoef te hebben, is al mijn lijden
vergoed, al mijn smart betaald en kan ik kalm en
gelaten den dood afwachten.
Bernard De Prabert zuchtte en zeide:
Helaas, waarom zjjt gjj niet vroeger gekomen?
Ik had gezworen, dat ik verdwijnen zou, want ik
was vast voornemens te sterven om met mij dat
noodlottig verleden geheel uit te wisschen en opdat
er nooit een smet van mijn schande op mijn zoon
zou terugvallen. De dood wilde mjj niet, hoe ik hem
ook zocht, smeekte en trotseerde, maar het was al
thans mijn plicht, een heilige plicht, nooit meer den
voet op Franschen bodem te zeiten.
Hij boog het hoofd en herhaalde zeer zacht
Het was mijn heilige plicht en thans heb ik hem
door mijn zwakheid verzaakt. Ik had het gezworen
en ik heb mijn eed gebroken, God geve dat ik niet
in hem voor dien meineed gestraft zal worden.
Na een lang stilzwijgen vroeg Bernard:
En die vrouw, wat is er van haar geworden?
Ik weet het niet, ik heb nooit naar haar gezocht,
Niet?
Ik was er zelfs bevreesd voor haar terug te zien,
want met haar zouden nieuwe rampen op mjj zijn
neergedaald. In een eerste opwelling van toorn had
ik haar kunnen dooden en dus mjjn handen weer met
menschenbloed bezoedeld hebben. In mijn zwakheid
had ik haar kunnen vergeven en zou wellicht nog
maals onder haar noodlottigen invloed zjjn gekomen.
Ik heb nooit getracht te weten, wat er van haar ge
worden is en ik wil haar voor altjjd vergeten.
Dat is verstandig. Het verleden is dood voor u,
Robert, en het tegenwoordige doet u in den zoon,
die zoo wonderdadig is gered, een vreurde en een
geluk smaken, dat uw geweten kan geruststellen met
de gedachte, dat de hemel misdaad heeft vergeven.
Gij zijt gelukkig, Robert, en ik benijd u.
Gij benijdt me, gij, Bernard?
Ja, broer, ik benijd u. O! als ge eens in mijn ge
weten kondt lezen.
Het kan u toch geen misdaad verwijten.
Het verwijt mjj mijn zwakheid, mijn verblinding,
mjjn lafheid
Evenals gjj, Robert, heb ik onder den invloed
verkeerd van een wonderschoone vrouw, maar die
evenals gedurende de vorige week, slechts lage
prijzen bedongen, terwijl het aanbod en de
kwaliteit steeds verminderen. De uienhandel
is lusteloos en dé bedongen prijzén worden,
hoewel langzaam, toch geleidelijk lager. Goede
kwaliteit wordt thans verhandeld tegen f 0.75
f0.80 per y2 H.L. De blauwe aardappelen
daarentegen komen meer in trek en de daar
voor te bedingen prijs wordt langzaam aan
iets betor. Woensdag en Donderdag werden de
aardappelen gemijnd tegen f0.75 a f0.77* per
2 H.L.
Wordt het aanbod van tuinbouwproducten
aan de markt te Bovenkarspel merkbaar min
der, in nog grootere mate is zulks te Enkhui
zen, Broekerhaven en Hoorn het geval. De
sluiting van laatstgenoemde markten wordt
dan ook reeds aangekondigd, terwijl te Boven
karspel het aantal marktdagen per week, waar
schijnlijk binnen enkele dagen tot drie zal
worden teruggebracht. Wij naderen dus reeds
snel het einde der campagne. Toen is de be
drijvigheid aan de Streek er nog niet minder
op geworden. Vele werkzaamheden worden
reeds verricht met het oog op de teelten voor
het volgend jaar. Het veld wordt geploegd of
gespit en van onkruid gezuiverd, terwijl groote
hoeveelheden bagger wordt verzameld en aan
bulten of schachten op het veld geplaatst. De
aanvoer van paarden mest heeft voorts onaf
gebroken plaats. Te Broekerhaven varen de
schepen onophoudelijk af en aan en steeds
is de aanvraag ruim voldoende, om de aan
gevoerde mest onmiddellijk na aankomst af te
leveren. Met de aanvoer per spoor is hetzelfde
het geval. Elke goederentrein brengt enkele
met paardenmest beladen wagons, somtijds 5
a 6 tegelijk aan en steeds staan onze bou
wers gereed het aangevoerde naar hunne ak
kers over te brengen. Hoe groot de aanvoer
ook is, toch zouden nog veel grootere hoeveel
heden grage koopers vinden.
Vooral voor de teelt van vroege aardappe
len, is de turfstrooiselpaardenmest zeer gewild.
Ook de stadscompost, die uit Enkhuizen,
Hoorn, Purmerend en meer andere plaatsen
wordt betrokken, geeft zeer goede resultaten,
doch men hoort nog al eens klagen over de
vele sintels, scherven enz., die daarin wor
den aangetroffen. Koemest, voorheen de mest
bij uitnemendheid, is veel minder in trek, dan
beide eerstgenoemde soorten, 't Zou trouwens
bezwaarlijk zijn, daarvan zoo groote hoeveel
heden te verkrijgen.
K.
VERSLAG van bet verhandelde in den
Raad der Gemeente Zuidscharwonde,
gehouden op Dinsdag 14 November 1899,
's avonds 6 uur.
Tegenwoordig met den Voorz den Heer J.
W. C. Kroon, alle raadsleden.
Met een hartelijk welkom opent de Voorz.de
vergadering.
Daarbij doet de Voorz. mededeeling, dat hij
tot Burgemeester der gemeente is herbenoemd,
en op den 9 November den eed daarvoor heeft
afgelegd.
Dat hij tegelijkertijd als Ambtenaar van den
Burgerlijken Stand is afgetreden en dat het, om
spoedig een nieuwe te benoemen, daarvoor nood
zakelijk was, dat eene vergadering werd belegd
alsmede voor de bespreking, en daarmede ko
mende tot de behandeling der agenda, der in
eene vorige vergadering toegezegde regeling der
financieële zaken.
De Heer Jb. Greidanus vraagt hierop het woord
waarna hij den voorz. ongeveer als volgt toe
spreekt Nu de Raad de officieële tijding heeft
ontvangen dat u, mijnh. de voorz., opnieuw zijt
beëedigd, kan het niet anders, dan dat wij allen bij
geen hart, geen ziel had. Evenals de uwe, had die
vrouw een broeder, die een speler, een losbol, een
verkwister was, in staat tot alle laagheden, tot alle
misdaden om aan zijn hartstochten te voldoen. Even
als gij duldde ik dien ellendeling in mijn huis en
hjj heeft mijn zoon gemaakt tot zijn evenbeeld, even
diep verdorven, even eerloos, even onnuttig als hij
zelf is. Mqn huis is een plaats van het vermaak ge
worden, met menschen waarvan ik een afschuw heb.
Ik ben hier niet meer dan een vreemdeling, die nie
mand hindert en waarop niemand let, die zich schuil
houdt in een afgelegen hoek van het huis. Ik ben
met alles tevreden, ib ben slechts in naam het hoofd
van het gezin en mijn eenige levensdoel is geld ver
schaffen, altijd geld en altijd meer geld om te vol
doen aan de grillen van mevrouw De Prabert, om
haar schitterende toiletten en kostbare juweelen te
doen dragen, om oom Jacques met een glimlach op
het gelaat duizenden aan de speeltafel te doen ver
liezen, om mijn zoon te doen blinken als een held
onder de Parijsche losbollen en nietsdoeners, om ver
maak te geven aan honderden menschen, die ik niet
eens ken en ook niet verlang te kennen, en om door
een leger van bedienden straffeloos te worden ge
plukt en bestolen.
Daarvoor, Robert, daarvoor hebben in mijn fabrie
ken en in mijn bosschen twee duizend arbeiders ge
durende dertig jaren gewerkt en gezwoegd in het
zweet huns aanschjjns. Is dat niet onwaardig, niet
misdadig, niet monsterachtig? En dat alles heb ik ge
daan, en voor dat alles ben ik rekenschap verschul
digd aan den Eeuwigen Rechter, maar geduld,
geduld
Hij stond op, in zjjn doffe oogen schitterde thans
een levendige gloed, zijn anders zoo bleek gelaat, was
hoogrood gekleurd.
Robert vatte zijn beide handen en drukte hem met
zachten dwang op zijn stoel terug.
Hij trachtte hem te overtuigen dat zjjn zelfver
wijt overdreven was, dat hij te streng was voor zich
zelf en dat hjj de dingen uit een verkeerd oogpunt
bekeek.
Bernard schudde het hoofd.
Blijkbaar werd hij beheerscht door een denkbeeld,
dat hem geen rust liet en dat diep in zijn hart had
deze gelegenheid u hartelijk gelukwenschen. Is
eene benoeming een blijk van vertrouwen, dit
vertrouwen is nog grooter wanneer die benoe-
.ming wordt vernieuwd, waaruit blijkt, dat
uwe diensten voor de gemeente ten zeerste wor
den op prijs gesteld. Dat het u gegeven moge
zijn nog lang met kracht, lust, opgewektheid en
ijver voor de gemeente te leven en met den Raad,
zonder personen te ontzien en met volle eens
gezindheid zooals wij steeds gewoon zijn, alle
gewichtige zaken te helpen ontwikkelen dat gij
nog lang nuttig werkzaam moogt zijn in uwe
gemeente.
De voorz. dankt in korte hartelijke woorden,
waarin ZEd. Achtb. hoopte, dat het zou voort
gaan zooals het steeds was gegaanrezen som
tijds enkele geschillen, in vrede konden die al
tijd worden opgelost.
Daarna had de benoeming plaats van een amb
tenaar van den Burgerlijken Stand; met alge-
meene stemmen wordt de Voorz. als zoodanig
herbenoemd.
De voorz. dankt de Hoeren voor 't vertrouwen,
de verzekering gevende, ook hieraan voortaan
zijn krachten te zullen blijven wjjden.
Daarna deelt de voorz. mede, dat hij het plan
heeft opgevat a. s. Donderdag ZExc. den com
missaris der Koningin te bezoeken en met ZExc.
te bespreken de financieele voorstellen,welke hij he
den de eer heeft den Raad voor te leggen.
Vooraf echter zal door hem de notulen wor
den gelezen, welke daarna zonder op- of aanmer
kingen worden goedgekeurd.
Daarna wordt door den voorz. voorgelezen een
nota, behelzende een raadsbesluit, heden te ne
men, waarin, om minder spanning in den finan-
cieelen toestand te brengen, om niet genood
zaakt te zijn de H.O. te verhoogen en in geen
kwellende moeielijkheden te geraken, aan H.H.
Ged. wordt verzocht, de jaarlijksche aflossing\an
f1200 tot af betaling der proceskosten in de tien
denkwestie, te verlagen, dermate dat de gemeente-
financiën daardoor zullen komen in beteren staat.
Dit raadsbesluit gaat gepaard met eene toelich
ting, waarin in de eerste plaats wordt aange
toond, dat door de tiendenkwestie de gemeente
in dergelijke moeielijkheden is geraakt.
Dat de som van aflossing te zwaar was op
den duur voor den geregelden gang van zaken
en deze op den duur, vooral ook omdat het
nieuwe schoolgebouw, een schuldenlast met zich
bracht van f9600, onhoudbaar is geworden.
Dat gedurende den tijd, dat jaarlijks die aflos
sing heeft plaats gehad, de proceskosten, zijnde
f8170.ruim, zijn betaald, de schuld nog f 7700
groot is en de aflossing slechts nog geldt voor
de bouwkosten van de school, die ook zeer
ten gerieve en in het belang van de nakomeling
schap is dat men billijkheidshalve zou wenschen,
dat die aflossing verlaagd werd, op dat niet de
tegenwoordige burgerij uitsluitend den druk van
dezen zwaren schuldenlast zal gevoelen, waaron
der zij al jaren gebukt gaat.
Algemeen is de Raad van gevoelen, dat niet
beter met open kaart kan worden gespeeld en
men gelooft zeker dat dit bij de H.H. een goe
den indruk zal maken.
Op de vraag van den Heer Bak of hij goed
heeft gehoord dat Ged. Staten de aflossingssom,
hebben vastgesteld, wordt bevestigend geantwoord.
De Heer Greidanus is van meening dat Ged.
Staten met het oog op dit betrekkelijk klein
bedrag, er zich in beginsel wel voor zullen
verklaren.
Ingeval een toestemmend antwoord zou worden
ontvangen, zou men zich afvragen wat wel 't
eerst zou moeten worden verbeterd, want het
valt niet te ontkennen dat vele zaken om ver
betering vragen, en dat ook met het oog daarop,
het verzoek aan H.H. Ged. wordt gedaan, waar
in eveneens in de toelichting wordt gewezen, e
Bij de opsomming van enkele werken, o.a. de
roosterbrug en de hoofden waarop zij rust, komt
ook ter sprake de noodzakelij kheid van het
verven van den toren.
wortel geschoten.
Robert zag er dan ook van af, hem tot andere ge
dachten te brengen en voerde het gesprek op herin
neringen uit hun kinderjaren; zjj spraken over hun
zuster Blanche en natuurlijk ook over het meisje,
wier stiefmoeder zij een korten tijd was geweest:
Marguerite De Briais, de pupil van Bernard De
Prabert.
Omtrent haar, en zonder de ware drijfveer van
zjjn levendige belangstelling te verraden, liet Robert
zich de nauwkeurigste inlichtingen geven het be
trof immers de aanstaande vrouw van Filip Dormel-
les, zjjn schoondochter dus.
De woorden, die Bernard over Marguérite De
Briais sprak schonken Robert de overtuiging, dat
zij een voortreffelijk meisje was, even goed als schoon,
edel en openhartig en dat Filip in haar een trouwe,
liefhebbende levensgezellin zou hebben. Het huwe
lijk ondervond eenige tegenwerking van de zijde
van mevrouw de Prabert, maar dank zij de vastbe
radenheid der verloofden en de wilskracht, die Ber
nard in deze aangelegenheid had getoond, zou de
echtverbintenis toch jplaats hebben en binnen zeer
korten tijd, de datum was reeds bepaald.
Robert Duhesme loosde een zucht van verlichting,
hij was nu volmaakt gerustgesteld omtrent de toe
komst van zjjn zoon.
Het sloeg elf uur in de eikenhouten klok, die
tusschen plans en teekeningen aan den wan hing.
Meer dan twee uren waren de beide broeders in
gesprek. Wat al herinneringen waren er niet opge
wekt, meest droevige, maar waarvoor de troost niet
was uitgebleven.
Robert stond op.
Broer, zeide hij, wij zijn te oud en te vermoeid
van het leven om nu nog te trachten het verleden
ongedaan te maken, wij moeten ons buigen voor de
wil van het noodlot.
Bernard schudde het hoofd, ten teeken, dat hij
daarmede niet kon instemmen.
Ik ben gelukkig, dat ik u heb weergezien, nu
heb ik niets meer van dit leven te vorderen. Geef
mjj voor het laatst de hand en vaarwel.
(Wordt vervolgd).