Brieven uit „de Streek." Plaatselijk nieuws. Herisbroek. Den 11 dezer, namiddags te ruim 5 uur, sloeg de bliksem in de boeren woning van den heer J. Commandeur, aan de uitgang van do Wogmeer. Dadelijk vielen 3 koeien levenloos neder, de eigenaar, die er on middellijk achter stond bij den stal, bleef onge deerd. De overige 3 op stal staande koeien en een kalf werden gered. Het huis met den daarin aanwezigen voorrrad hooi, benevens de landbouw- boter- en kaasmak jrsgereedschappen verbrandden; van den overigen inboedel werd een gedeelte gered. Door den hevigen wind bestond er een ©ogenblik vrees, dat de hofstede van den heer A. Stuijt, ongeveer 40 M. daarvan verwijderd, mede zou worden aangetast, doch gelukkig keerde de wind, zoodat dit perceel behouden bleef. Alles, behalve het vee, was verzekerd, de inboedel, het hooi en de gereedschappen echter te laag. De boterletters, het geliefde St. Nicolaas- gebak, dat eertijds eene samenstelling was van boter, meel, suiker, amandelen en eieren met citroenrapsel, heeit van wege de concurrentie, om dit gebak maar goedkoop te kunnen leveren, ook al een verandering van samenstelling onder gaan, zegt de „Ned. Bakkers Crt." Reuzel ook wel margarine, heeft de boter ver vangen; voor amandelen worden ook wel ge stampte marons ter vermenging aangewend. Doch met veel meer succes wordt gekookte rjjst ter vermenging der z.g. spijs gebezigd dat de aroma hierbij niet wint ligt voor de hand. Doch ge kookte rijst is in elk geval goedkooper dan de dure amandelen en zoo wordt de concurrentie mogelijk, ten koste natuurlijk van de smaak. Yroeger betaalde men fl voor vijf ons boter letters, nu 80 a 75 en zelfs 60 cent. Niet onbelangrijk voor onze aardappelteclders. De uitslag van de opbrengst en het zetmeel- gebalte der verschillende aardappelsoorten, ver bouwd op de proefvelden van de landbouwver- Soort H.L. per II.A. Proc. zetmeel. Motke 420 19.7 Fortuna 425 19 Eigenhemmer 535 18.4 Richter 530 17.9 Frans Drake 525 19 Veenh. WitteRuigenöOO 17.7 Eurake 540 20.1 Bella 410 19.2 Prima 495 22.2 Ballon 580 17.5 Vesta 525 17.7 Aurora 530 19.4 Zwaan 490 18.6 Feronia 490 18.9 Steil stam 672 20.5 Uit dezen staat blijkt, dat de Prima's het grootste zetmeelgehalte hebben en de Steilstam- men de grootste opbrengst. De oorlog en de "Vredesconferentie. De gedelegeerde voor Rusland op de Haagsche vredesconferentie heeft in den Regeeringsbode een mededeeling gepubliceerd met betrekking tot de conferentie, waarin hij betoogt, dat de con ferentie niet verantwoordelijk is te stellen voor hetgeen nu plaats vindt in Zuid-Atrika, terwijl de conferentie zich moest bepalen tot verminde ring van de verschrikkingen van den oorlog en tot aanwijzing van middelen, welke tot behoud van den vrede door het optreden van internati onale scheidsgerechten zouden kunnen leiden, ter wijl de conferentie verder maatregelen trof tegen ongewettigde daden van de oorlogvoerende staten en tot vermindering der ellende. De oorlog ge heel opheffen was niet de taak der conferentie. Als bij voeder maakt men des winters voor het vee gebruik van verschillende artikelen, als daar zijn rapen, aardappelen, pulpe, mangelwor- tels enz. Ze zijn alle waterrijk en werken dus verslappend, reden waarom ze met mate gebruikt moeten worden. Matig verstrekt, maken ze het het mij niet zou laten ontrukken, het was reeds genoeg, dat de moeder het zoo laaghartig had ver laten. Met een sprong rukte ik mij los van de hand van den gendarme en wierp mij in de rivier, die aan de kant reeds met een dunne ijskorst was bedekt, welke evenwel ondermijn gewicht afbrak. Ik moest vluchten, mijn kind aan het dreigend gevaar ont rukken en ook aan de schande over mijn misdaad, die op hem zou terugvallen. Dat begreep ik, ondanks den staat van koortsachtige opgewondenheid, waarin ik verkeerde. De gendarme schoot op mij als op een wild dier. O wanneer hij het kind geraakt had, zou ik terug gekeerd zijn en hem onder mijn vuisten verpletterd hebben, maar ik alleen werd geraakt. Hoewel ik den kogel in mijn bovenarm voelde dringen, zwom ik de rivier over en drong aan den overkant het dichte woud in. Robert Duhesme zweeg en droogde het zweet af, dat hem op 't voorhoofd stond. Toen Bernard in diep gepeins verzonken, bleef zwijgen, hernam Robert: Het overige weet ge, Bernard. Alles wat ik deed om de dood te vinden bleef vruchteloos. Men vond mij, toen ik bewusteloos in een rotskloof lag, wekte mijn levensgeesten weer op en toen, ondanks mjj- zelven, mijn krachten teruggekeerd waren, bracht men mij voor de rechter. Maar het kind? vroeg Bernard. Een glimlach van geluk plooide de lippen van Ro bert, toen hfj antwoordde Mijn zoon werd Goddank door brave menschen op genomen, die ik het geluk had op mijn weg te ont moeten, hij leett, ik heb hem gezien, gisteren, van morgen nog, hij is een verdienstelijk mensch en gaat een schitterende toekomst tegemoet, hij draagt een achtenswaardigen naam, waar geen smetje op kleeft en de vreugde die ik van hem beleef, doet mij alles vergeten, wat ik na dat onheil heb geleden. Ik ben gelukkig, Bernard, gelukkig voor den korten tijd die mij nog te leven overblijft en dat geluk ben ik in Frankrijk komen zoeken. Nu ik u heb weergezien, nu ik weet dat ge mij vergeeft en ik uw hand broe derlijk in de mijne voel rusten, nu ik geen zorg meer hooi en het stroo niet alleen smakelijker, maar ook meer verteerbaar. Zoo werd b.v. haksel van hooi en stroo, met tarwemeel veel beter verteerd, als tevens rapen werden gegeven, dan zonder dit bijvoer. Gaf men evenwel zooveel rapen, dat ze de helft van het rantsoen uitmaakten, dan was de totale vertering van 10 tot 20 °/0 minder. De komeet van Tempel? Omtrent het onweer van Zaterdagavond zoo schrijft men aan de „N. Groninger Ct." valt nog het een en ander te zeggen, dat onge twijfeld in hooge mate de aandacht der weer kundigen zal trekken. Nadat het reeds den ge- heelen middag zoo af en toe o.a. boven Eelde, Ide, Ternaarloo, Peize, Roden, enz. had gedon derd, kwam tegen den avond als eensklaps de bui, vergezeld van een hevigen wind, met geweld opzetten. In den dampkring heerschte naar alle richtingen eene sterke electriscbe spanning, want zonder ophouden schoten de bliksemflitsen door de lucht en gaven een tooverachtig effect tus- schen de takken der ontbladerde boomen. Eens klaps werd hier en daar een eigenaardig riekende witte damp waargenomen van groote uitgebreid heid. In hoeverre deze damp verstikkende eigen schappen had, valt moeieiijk te zeggen maar een feit is het, dat in de velden van Tinarloo, Ro den, Peize, de Leek en hoogstwaarschijnlijk nog in andere aangrenzende streken een aantal wilde ganzen, eenden en kieviten dood op het land zijn gevonden, o.a. in Peize als 't ware op een hoopje van zes stuks. Aan te nemen dat deze vogels door het hemelvuur zijn getroffen, nu ze over eene zoo groote uitgestrektheid werden aan getroffen, gaat niet wel aan, maar wat dan ook de oorzaak mag zijn, het feit is hoogst merk waardig en verdient ongetwijfeld door deskundi gen nader te worden toegelicht. CVIII. 9-16 November. Hoewel de aanvoer van bloemkool, reeds tegen het einde der vorige week, merkbaar verminderde, zoodat Zater dagmorgen slechts omstreeks 40000 stuks ter markt kwamen, was er zeer weinig kooplust. De Rijnsburgers kregen 'grooter aanvoer uit hunne onmiddelijke omgeving, waardoor wij hunne orders moesten missen. De toch reeds lage marktprijs werd daardoor niet onbelangrijk gedrukt, zoodat menigeen zich met f 1 f2 per 100 stuks moest te vreden stellen, enkelen voor puike kwaliteit f3 a f4 konden bedingen. Daarmede schijnt echter tevens het laagste punt te zijn bereikt, want reeds in het begin dezer week was eene kleine rijzing merkbaar, die tot heden aanhield. Hedenmorgen varieerde de goede kwaliteit van f4 tot f6 per 100 stuks. In hoofdzaak is deze rijzing toe te schrijven aan meerdere vraag uit Duitschland. Onze inmakerijen werken nog steeds met halve kracht. Blijkbaar hebben zij nog te kam pen met gebrek aan okshoofden. Enkele wa gonladingen, die hier van tijd tot tijd arri- veeren, kunnen daarin slechts voor zeer kor ten tijd voorzien.Bij voldoenden voorraad oks hoofden worden meermalen 100 a 120 stuks, per dag mot bloemkool gevuld. De aanvoer van bloemkool uit Oost woud voor de inma- kerij van den hr. Van Kleeff houdt nog gere geld aan, doch de kwaliteit daarvan laat zeer veel te wenschen over. De hr. Boon ontvangt nog vrij groote hoeveelheden uit Andijk en Wervershoef, doch ook deze zijn niet van beste hoedanigheid. De proeven met de bloem koolteelt op genoemde plaatsen genomen, le veren dus geen schitterend rsultaat op en zullen er waarschijnlijk niet toe leiden, dat deze op beduidende schaal worden herhaald. Voor witte, roode en savoyekool worden, over mijn zoon behoef te hebben, is al mijn lijden vergoed, al mijn smart betaald en kan ik kalm en gelaten den dood afwachten. Bernard De Prabert zuchtte en zeide: Helaas, waarom zjjt gjj niet vroeger gekomen? Ik had gezworen, dat ik verdwijnen zou, want ik was vast voornemens te sterven om met mij dat noodlottig verleden geheel uit te wisschen en opdat er nooit een smet van mijn schande op mijn zoon zou terugvallen. De dood wilde mjj niet, hoe ik hem ook zocht, smeekte en trotseerde, maar het was al thans mijn plicht, een heilige plicht, nooit meer den voet op Franschen bodem te zeiten. Hij boog het hoofd en herhaalde zeer zacht Het was mijn heilige plicht en thans heb ik hem door mijn zwakheid verzaakt. Ik had het gezworen en ik heb mijn eed gebroken, God geve dat ik niet in hem voor dien meineed gestraft zal worden. Na een lang stilzwijgen vroeg Bernard: En die vrouw, wat is er van haar geworden? Ik weet het niet, ik heb nooit naar haar gezocht, Niet? Ik was er zelfs bevreesd voor haar terug te zien, want met haar zouden nieuwe rampen op mjj zijn neergedaald. In een eerste opwelling van toorn had ik haar kunnen dooden en dus mjjn handen weer met menschenbloed bezoedeld hebben. In mijn zwakheid had ik haar kunnen vergeven en zou wellicht nog maals onder haar noodlottigen invloed zjjn gekomen. Ik heb nooit getracht te weten, wat er van haar ge worden is en ik wil haar voor altjjd vergeten. Dat is verstandig. Het verleden is dood voor u, Robert, en het tegenwoordige doet u in den zoon, die zoo wonderdadig is gered, een vreurde en een geluk smaken, dat uw geweten kan geruststellen met de gedachte, dat de hemel misdaad heeft vergeven. Gij zijt gelukkig, Robert, en ik benijd u. Gij benijdt me, gij, Bernard? Ja, broer, ik benijd u. O! als ge eens in mijn ge weten kondt lezen. Het kan u toch geen misdaad verwijten. Het verwijt mjj mijn zwakheid, mijn verblinding, mjjn lafheid Evenals gjj, Robert, heb ik onder den invloed verkeerd van een wonderschoone vrouw, maar die evenals gedurende de vorige week, slechts lage prijzen bedongen, terwijl het aanbod en de kwaliteit steeds verminderen. De uienhandel is lusteloos en dé bedongen prijzén worden, hoewel langzaam, toch geleidelijk lager. Goede kwaliteit wordt thans verhandeld tegen f 0.75 f0.80 per y2 H.L. De blauwe aardappelen daarentegen komen meer in trek en de daar voor te bedingen prijs wordt langzaam aan iets betor. Woensdag en Donderdag werden de aardappelen gemijnd tegen f0.75 a f0.77* per 2 H.L. Wordt het aanbod van tuinbouwproducten aan de markt te Bovenkarspel merkbaar min der, in nog grootere mate is zulks te Enkhui zen, Broekerhaven en Hoorn het geval. De sluiting van laatstgenoemde markten wordt dan ook reeds aangekondigd, terwijl te Boven karspel het aantal marktdagen per week, waar schijnlijk binnen enkele dagen tot drie zal worden teruggebracht. Wij naderen dus reeds snel het einde der campagne. Toen is de be drijvigheid aan de Streek er nog niet minder op geworden. Vele werkzaamheden worden reeds verricht met het oog op de teelten voor het volgend jaar. Het veld wordt geploegd of gespit en van onkruid gezuiverd, terwijl groote hoeveelheden bagger wordt verzameld en aan bulten of schachten op het veld geplaatst. De aanvoer van paarden mest heeft voorts onaf gebroken plaats. Te Broekerhaven varen de schepen onophoudelijk af en aan en steeds is de aanvraag ruim voldoende, om de aan gevoerde mest onmiddellijk na aankomst af te leveren. Met de aanvoer per spoor is hetzelfde het geval. Elke goederentrein brengt enkele met paardenmest beladen wagons, somtijds 5 a 6 tegelijk aan en steeds staan onze bou wers gereed het aangevoerde naar hunne ak kers over te brengen. Hoe groot de aanvoer ook is, toch zouden nog veel grootere hoeveel heden grage koopers vinden. Vooral voor de teelt van vroege aardappe len, is de turfstrooiselpaardenmest zeer gewild. Ook de stadscompost, die uit Enkhuizen, Hoorn, Purmerend en meer andere plaatsen wordt betrokken, geeft zeer goede resultaten, doch men hoort nog al eens klagen over de vele sintels, scherven enz., die daarin wor den aangetroffen. Koemest, voorheen de mest bij uitnemendheid, is veel minder in trek, dan beide eerstgenoemde soorten, 't Zou trouwens bezwaarlijk zijn, daarvan zoo groote hoeveel heden te verkrijgen. K. VERSLAG van bet verhandelde in den Raad der Gemeente Zuidscharwonde, gehouden op Dinsdag 14 November 1899, 's avonds 6 uur. Tegenwoordig met den Voorz den Heer J. W. C. Kroon, alle raadsleden. Met een hartelijk welkom opent de Voorz.de vergadering. Daarbij doet de Voorz. mededeeling, dat hij tot Burgemeester der gemeente is herbenoemd, en op den 9 November den eed daarvoor heeft afgelegd. Dat hij tegelijkertijd als Ambtenaar van den Burgerlijken Stand is afgetreden en dat het, om spoedig een nieuwe te benoemen, daarvoor nood zakelijk was, dat eene vergadering werd belegd alsmede voor de bespreking, en daarmede ko mende tot de behandeling der agenda, der in eene vorige vergadering toegezegde regeling der financieële zaken. De Heer Jb. Greidanus vraagt hierop het woord waarna hij den voorz. ongeveer als volgt toe spreekt Nu de Raad de officieële tijding heeft ontvangen dat u, mijnh. de voorz., opnieuw zijt beëedigd, kan het niet anders, dan dat wij allen bij geen hart, geen ziel had. Evenals de uwe, had die vrouw een broeder, die een speler, een losbol, een verkwister was, in staat tot alle laagheden, tot alle misdaden om aan zijn hartstochten te voldoen. Even als gij duldde ik dien ellendeling in mijn huis en hjj heeft mijn zoon gemaakt tot zijn evenbeeld, even diep verdorven, even eerloos, even onnuttig als hij zelf is. Mqn huis is een plaats van het vermaak ge worden, met menschen waarvan ik een afschuw heb. Ik ben hier niet meer dan een vreemdeling, die nie mand hindert en waarop niemand let, die zich schuil houdt in een afgelegen hoek van het huis. Ik ben met alles tevreden, ib ben slechts in naam het hoofd van het gezin en mijn eenige levensdoel is geld ver schaffen, altijd geld en altijd meer geld om te vol doen aan de grillen van mevrouw De Prabert, om haar schitterende toiletten en kostbare juweelen te doen dragen, om oom Jacques met een glimlach op het gelaat duizenden aan de speeltafel te doen ver liezen, om mijn zoon te doen blinken als een held onder de Parijsche losbollen en nietsdoeners, om ver maak te geven aan honderden menschen, die ik niet eens ken en ook niet verlang te kennen, en om door een leger van bedienden straffeloos te worden ge plukt en bestolen. Daarvoor, Robert, daarvoor hebben in mijn fabrie ken en in mijn bosschen twee duizend arbeiders ge durende dertig jaren gewerkt en gezwoegd in het zweet huns aanschjjns. Is dat niet onwaardig, niet misdadig, niet monsterachtig? En dat alles heb ik ge daan, en voor dat alles ben ik rekenschap verschul digd aan den Eeuwigen Rechter, maar geduld, geduld Hij stond op, in zjjn doffe oogen schitterde thans een levendige gloed, zijn anders zoo bleek gelaat, was hoogrood gekleurd. Robert vatte zijn beide handen en drukte hem met zachten dwang op zijn stoel terug. Hij trachtte hem te overtuigen dat zjjn zelfver wijt overdreven was, dat hij te streng was voor zich zelf en dat hjj de dingen uit een verkeerd oogpunt bekeek. Bernard schudde het hoofd. Blijkbaar werd hij beheerscht door een denkbeeld, dat hem geen rust liet en dat diep in zijn hart had deze gelegenheid u hartelijk gelukwenschen. Is eene benoeming een blijk van vertrouwen, dit vertrouwen is nog grooter wanneer die benoe- .ming wordt vernieuwd, waaruit blijkt, dat uwe diensten voor de gemeente ten zeerste wor den op prijs gesteld. Dat het u gegeven moge zijn nog lang met kracht, lust, opgewektheid en ijver voor de gemeente te leven en met den Raad, zonder personen te ontzien en met volle eens gezindheid zooals wij steeds gewoon zijn, alle gewichtige zaken te helpen ontwikkelen dat gij nog lang nuttig werkzaam moogt zijn in uwe gemeente. De voorz. dankt in korte hartelijke woorden, waarin ZEd. Achtb. hoopte, dat het zou voort gaan zooals het steeds was gegaanrezen som tijds enkele geschillen, in vrede konden die al tijd worden opgelost. Daarna had de benoeming plaats van een amb tenaar van den Burgerlijken Stand; met alge- meene stemmen wordt de Voorz. als zoodanig herbenoemd. De voorz. dankt de Hoeren voor 't vertrouwen, de verzekering gevende, ook hieraan voortaan zijn krachten te zullen blijven wjjden. Daarna deelt de voorz. mede, dat hij het plan heeft opgevat a. s. Donderdag ZExc. den com missaris der Koningin te bezoeken en met ZExc. te bespreken de financieele voorstellen,welke hij he den de eer heeft den Raad voor te leggen. Vooraf echter zal door hem de notulen wor den gelezen, welke daarna zonder op- of aanmer kingen worden goedgekeurd. Daarna wordt door den voorz. voorgelezen een nota, behelzende een raadsbesluit, heden te ne men, waarin, om minder spanning in den finan- cieelen toestand te brengen, om niet genood zaakt te zijn de H.O. te verhoogen en in geen kwellende moeielijkheden te geraken, aan H.H. Ged. wordt verzocht, de jaarlijksche aflossing\an f1200 tot af betaling der proceskosten in de tien denkwestie, te verlagen, dermate dat de gemeente- financiën daardoor zullen komen in beteren staat. Dit raadsbesluit gaat gepaard met eene toelich ting, waarin in de eerste plaats wordt aange toond, dat door de tiendenkwestie de gemeente in dergelijke moeielijkheden is geraakt. Dat de som van aflossing te zwaar was op den duur voor den geregelden gang van zaken en deze op den duur, vooral ook omdat het nieuwe schoolgebouw, een schuldenlast met zich bracht van f9600, onhoudbaar is geworden. Dat gedurende den tijd, dat jaarlijks die aflos sing heeft plaats gehad, de proceskosten, zijnde f8170.ruim, zijn betaald, de schuld nog f 7700 groot is en de aflossing slechts nog geldt voor de bouwkosten van de school, die ook zeer ten gerieve en in het belang van de nakomeling schap is dat men billijkheidshalve zou wenschen, dat die aflossing verlaagd werd, op dat niet de tegenwoordige burgerij uitsluitend den druk van dezen zwaren schuldenlast zal gevoelen, waaron der zij al jaren gebukt gaat. Algemeen is de Raad van gevoelen, dat niet beter met open kaart kan worden gespeeld en men gelooft zeker dat dit bij de H.H. een goe den indruk zal maken. Op de vraag van den Heer Bak of hij goed heeft gehoord dat Ged. Staten de aflossingssom, hebben vastgesteld, wordt bevestigend geantwoord. De Heer Greidanus is van meening dat Ged. Staten met het oog op dit betrekkelijk klein bedrag, er zich in beginsel wel voor zullen verklaren. Ingeval een toestemmend antwoord zou worden ontvangen, zou men zich afvragen wat wel 't eerst zou moeten worden verbeterd, want het valt niet te ontkennen dat vele zaken om ver betering vragen, en dat ook met het oog daarop, het verzoek aan H.H. Ged. wordt gedaan, waar in eveneens in de toelichting wordt gewezen, e Bij de opsomming van enkele werken, o.a. de roosterbrug en de hoofden waarop zij rust, komt ook ter sprake de noodzakelij kheid van het verven van den toren. wortel geschoten. Robert zag er dan ook van af, hem tot andere ge dachten te brengen en voerde het gesprek op herin neringen uit hun kinderjaren; zjj spraken over hun zuster Blanche en natuurlijk ook over het meisje, wier stiefmoeder zij een korten tijd was geweest: Marguerite De Briais, de pupil van Bernard De Prabert. Omtrent haar, en zonder de ware drijfveer van zjjn levendige belangstelling te verraden, liet Robert zich de nauwkeurigste inlichtingen geven het be trof immers de aanstaande vrouw van Filip Dormel- les, zjjn schoondochter dus. De woorden, die Bernard over Marguérite De Briais sprak schonken Robert de overtuiging, dat zij een voortreffelijk meisje was, even goed als schoon, edel en openhartig en dat Filip in haar een trouwe, liefhebbende levensgezellin zou hebben. Het huwe lijk ondervond eenige tegenwerking van de zijde van mevrouw de Prabert, maar dank zij de vastbe radenheid der verloofden en de wilskracht, die Ber nard in deze aangelegenheid had getoond, zou de echtverbintenis toch jplaats hebben en binnen zeer korten tijd, de datum was reeds bepaald. Robert Duhesme loosde een zucht van verlichting, hij was nu volmaakt gerustgesteld omtrent de toe komst van zjjn zoon. Het sloeg elf uur in de eikenhouten klok, die tusschen plans en teekeningen aan den wan hing. Meer dan twee uren waren de beide broeders in gesprek. Wat al herinneringen waren er niet opge wekt, meest droevige, maar waarvoor de troost niet was uitgebleven. Robert stond op. Broer, zeide hij, wij zijn te oud en te vermoeid van het leven om nu nog te trachten het verleden ongedaan te maken, wij moeten ons buigen voor de wil van het noodlot. Bernard schudde het hoofd, ten teeken, dat hij daarmede niet kon instemmen. Ik ben gelukkig, dat ik u heb weergezien, nu heb ik niets meer van dit leven te vorderen. Geef mjj voor het laatst de hand en vaarwel. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1899 | | pagina 2