Buitenland. Engeland en Transvaal. Uit de laatste bladen zou men waarlijk niet kunnen denken, dat er een oorlogstoestand tus- schen Engeland en Transvaal bestaat. Het nieuws is zoo schaarscb, dat men alleen beschouwingen leest of heele relazen over vroegere wapenfeiten, waaromtrent de mededeelingen ook nog tot dus ver niet gelijkluidend waren. En toch, gevoch ten wordt er zeer zeker, maar de Engelsche censuur, die alleen doorlaat, wat ten voordeele van de Engelschen is uitgeloopen, en volgens die telegrammen, hebben de „rooibaatjes" tot dusver nog steeds belangrijke voordeelen behaald, winnen zij slag op slag, jagen de boeren op de vlucht, vermeesteren kanonnen, ammunitie en een half millioen patronen, bezetten heuvel bij heuvel maar ontzetten tot dusver nog niets, die Engelsche censuur verminkt dermate de te legrammen, dat er misschien alles ongeveer van „gelogen" wordt. Maar dat weten onze lezers nu reeds, we hebben er genoeg op gewezen en 't is nog meermalen bewezen. Met den misdadiger uit het verhaaltje, die, ter dood veroordeeld wegens een of meer over tredingen van het geraeene recht, het welwil lend aan Heeren Rechters overliet, of hij gehan gen dan wel gebrand zou worden (voor zijn le ven geschonden was hij in elk geval meende hij) zouden wij kunnen getuigen naar recht en naar geweten, dat het ons niets uitmaakt van me het nieuws over de gebeurtenissen op het oorlogs terrein gedurende de laatste dagen komt, als het zich maar niet laat wachten. Maar dat wachten, doch ten slotte zal daar aan een einde moeten komen. Het is niet langer mogelijk de berichten tegen te houden nu de Engelsche troepen alle zijn gearriveerd en gereed staan tot het leveren van een veldslag. De presi denten Kruger en Steijn hebben hun legerhoofden gelast geen krachten te versnipperen, maar flinke veldslagen te leveren, zoodat Generaal Joubert reeds zijn troepen heeft saam getrokken op of in de nabijheid van Colenso om daar het En gelsche leger op te wachten. Er moet reeds veel gebeurt zijn, dat is huiten twijfel. Maar begeven wij ons naar de westgrens. Dat de overwinning der Engelschen in den slag bij Belmont eigenlijk geen overwinning is geweest, is al te zeer bekend om daarop nog eens terug te komen. Tan een tweede gevecht is echter gewag gemaakt, dat heeft plaats gehad bij Graspan. Na twee dagen uitgerust te hebben van zijn behaalde overwinning is generaal Methuen in den morgen van Zaterdag opgerukt tot aan Graspan, waar hij wederom op de Boeren stiet. Ook dit maal trokken de laatsten terug, doch niet nadat zij den vijand, wiens achterhoede zij zelfs aan vielen, verliezen hadden toegebracht. Vermoede lijk zijn zij later slaags geraakt met de lanciers van het 9e, die opgesteld stonden op de plaats in welker richting zij terugtrokken. Bijzonder heden hieromtrent werden echter nog niet ont vangen. Lord Methuen heeft dus weer een dag verloren, want den 26n zou bij Graspan worden doorgebracht om uit te rusten en de levensmiddelen en ammunitie aan te vullen. Hij is echter nog niet in Kimberley. Grasfon tein ligt niet zoo heel ver, slechts een twintig mijl van Belmont af en ongeveer een 40 mijl van Modderrivier, waar een groote troepenmacht der Boeren staat, en onderweg kan de voorhoede der Yrijstaters, waarbij zich vele Kaapsche ko lonisten gevoegd hebben, het Lord Methuen nog lastig genoeg maken. Nadere berichten luiden dat aldaar een ware slachting heeft plaats gehad. Hoewel berichten uit Engeland zwijgen, komen zoo langzamerhand die opgaven toch tot ons, en wat blijkt dan, dat niet alleen de terugkomst van het 9e regiment Lanciers, dat uitgezonden was om den terug tocht der Boeren na het gevecht bij Graspan af te snijden, wordt verwacht, maar dat de En gelschen daar weder 1800 dooden en gewonden hadden. De Boeren hebben dus, hoewel zij ver in de minderheid waren, weer geducht geschoten, een moordadig en juist gericht vuur geopend op hun vijanden. Ruim 20 percent van het geheel. Het aantal gedoode officieren bedraagt 4 dat der gewonden 19, terwijl de generaal zelf licht aan de dij is gewond geraakt. Er is bovendien geen sprake van dat de generaal de Modderrivier heeft kunnen overtrekken en zoo hij er komt, zal zijn hoofdmacht aardig gedund zijn, hoewel hij thans om versterkingen heeft gelast. Men zal dus in Kimberley nog maar wat ge duld moeten hebben. En nog maar steeds stilzwijgendheid. Niets dan zwijgen. Officieel is der belangstellende menschheid kond gedaan, dat de aanvoerder generaal Me thuen, zelf in het treffen aan de Modder-rivier gekwetst is en dat er verder twee kolonels en een kapitein gedood zijn alsmede negentien offi cieren gewond, onder welke laatsten graaf Glei- chen, een neef van koningin Yictoria, die den rang van majoor bekleedde, ernstig. Dat is althans iets, doch wat beteekent het eigenlijk voor de massa, welker bloedverwanten zich voor geld laten doodschieten en verminken in dienst van Hare Majesteit en wier liefhebberij voor die moordpartijen op groote schaal, in het belang van de baatzuchtige berekeningen van enkelen achter de schermen, heel wat minder groot is dan de aan de regeering verknochte en van de regeering afhankelijke bladen wel willen doen gelooven Het aantal en de namen van de minderen, die in het gevecht van vóór een drietal dagen gedood en gewond zijn, dat is het, waarnaar gevraagd wordt door de menigte, welker ongerustheid zoo ongeveer haar hoogtepunt heeft bereikt en dat is het ook, waardoor we in de gelegenheid zul len komen om bij de benadering uit te maken hoe groot de kans voor de bezetting van Kim berley is door haar landgenooten op korten ter mijn te worden ontzet De Engelsche bladen wijzen er op dat lord Methuen bij Schotskop op Spytfontein den vijand zal hebben te verslaan, voordat hij de benarde stad van Rhodes kan ontzetten. De bladen ver wachten dit gevecht heden of morgen en rekenen erop Zondag of Maandag het bericht van het ontzet van de diamantstad te zullen ontvangen. Die Engelsche bladen kunnen nu net spreken, alsof zij 't maar om het zeggen hebben. Maar 't is ons bekend, want zoo'n „militair marschje", zooals zij dezen oorlog voor hen noemen, is een ding van niets." Ze zullen nog eens anders pra ten. De vrees is er al reeds. Het nieuwste en meest sensationeele bericht uit Kimberley brengt deDailyTelegraph die het noodig vindt zijn lezers te „vermaken" met de bijzonderheid, dat de artillerie der ingesloten stad bet vuur der Boeren beant woordt met granaten, gemaakt door De Beer's Maatschappij en voorzien van het opschrift „Met de complimenten van C. J. Rhodes". Uit Natal weinig belangrijk nieuws. Tan de Transvaalsche grens tot Pietermaritz- burg is het land geheel door de Boeren bezet en zijn alle troepen der Engelschen, die zich daar bevonden, bij groepen omringd door de Trans- valers en de Natalers, die zich bij hen aansloten. Lang zal deze toestand niet kunnen duren en weldra zullen dan ook wel berichten van gevech ten tot ons komen. De 18000 man onder Hildyard Clery, die nog voortrukken de legermacht van Joubert te gemoet zullen den overtocht over de Tugelarivier moeten forceeren, doch aan de overzijde staat het leger der Boeren onder den geduchten ge neraal Joubert om dien overtocht te verhinderen. Een gemakkelijke taak is het niet, die gene raal Clery daar zal hebben te vervullen. Een der bruggen over de rivier is door de Boeren vernield. Yoor zoover bekend is, was de tweede nog ongeschonden, maar deze brug zal hoogst waarschijnlijk de eenige plaats zijn waar de En gelschen de rivier, die thans zeer gezwollen is, kunnen overschrijden. LONDEN, 1 Dec. Er wordt gemeld uit Frère, d.d. 28 November, dat de Boeren, die trachtten de brug over de rivier bjj Colenso te doen sprin gen, door de Engelsche artillerie en de bereden infanterie genoodzaakt werden terug te trekken. Opgemerkt dient, dat er bij Colenso twee brug gen zijn, waarvan de spoorwegbrug eenige weken geleden reeds moet zijn vernield. BERLIJN, 1 Dec. De „Deutsche Zeitung" ontvangt het volgende bericht uit Londen. Het leger van Lord Methuen ligt opgesloten werke loos aan de Modderrivier. Lord Methuen heeft cavalerie en rijdende artillerie noodig voor het instand houden der verbindings-liniën en het materiaal der bruggen voor het overtrekken der Modder-Rivier. Het ministerie van oorlog spreekt het bericht tegen, dat de la Roy den spoorweg tusschen Modder-Rivier en Oranje-Rivier bezit en Lord Methuen heeft afgesneden. Yan het Zuiden kunnen de generals Gatacre en French niet oprukken wegens de vijandige houding der Afrikaanders. Indien het waar mocht zijn, dat het geheele Hollandsche element in Zuid-Afrika in opstand mocht komen de kans was voor Engeland verkeken. De men8cheljjke wijsheid of liever eigen wijsheid verandert niet veel met de tjjden. De Aolgende tirade, uit eene redevoering, van voor twee duizend jaren, kon nog door een der hedendaagsche redenaars over den oorlog zijn gesproken. Toen Aemillius Paullus het opperbevelschap over het Romeinsche leger in Macedonië zou aan vaarden, sprak hij het volgende tot het Romein sche volk: „In iedere vergadering, of neen, in kan wel zeggen aan ieder gastmaal, worden heeren ge vonden, die legers aanvoeren in Macedonië. Zij weten, waar onze kampen opgeslagen en welke junten bezet moeten wordenop welken tijd en angs welken de troepen het vijandelijke land moeten binnenrukkenwaar wij depóts moesten hebben; langs welke wegen over zee of land nieuwe voorraad moet worden aangevoerdwan neer wij moesten aanvallen of wanneer wij ver- dedigenderwijze te werk moesten gaan. En niet alleen stellen zij vast, wat er moest worden ge daan, maar als er iets anders wordt gedaan, dan zij hadden voorgeschreven, brengen zij be schuldigingen in tegen den generaal, alsof hij voor hen terechtstond." De tijden mogen veranderen, de menschen niet! „N. v. d. Dag." De Bieliden-sterrenregen Op de sterrenwacht Sonnwendstein werden in den nacht van 25 November niet minder dan 239 meteoren, waaronder verscheidene ongewoon schit terende waargenomen. De meesten lichten echter eerst ver van hun uitstralingspunt op, zoodat, daar de photografische apparaten op het uitstra lingspunt gericht waren, nagenoeg geen fotogra fische opnamen gedaan werden. Ook werd een prachtige vuurkogel waargeno men, die in het sterrebeeld van de Tweelingen oplichtte. In het Friedrich Schiller-Alpenhuis mocht het gelukken in dienzelfden nacht een 67-tal vallende sterren waar te nemen, die uit het sterrebeeld Andromeda kwamen. Ook gelukte het een 12-tal uitstekende fotografische opnamen te verkrijgen. Een deftig bal was het, dat kort geleden op een stil plekje aan de oevers der Spree, niet ver van Berlijn, georganiseerd was door alle soorten van straatslijpers, bedelaars, vage bonden en de aankleve van dien. Het ging er hoogst gezellig toe, en geen wonderde elite van bovengenoemde heeren was vertegenwoor digd en er werd strenge contöle gehouden, op dat geen gewoon menschenkind tot de danspartij zou toegelaten worden, zoodat men er geheel entre-nous was De Belgische postadministratie zal de postzegels, die het onderschrift dragen „ne pas livrer le dimanche niet bestellen op Zondag", welke in Mei 1893 ingevoerd werden, weder afschaffen. Yolgens de „Echo de Paris" zou er sprake van zijn, Alfred Dreyfus candidaat voor den Se naat te stellen in het departement Seine-et-Oise. De czaar en de czarina te Frankfurt. Tijdens het verblijf van den czaar van Rus land en zijn gemalin to Darmstadt verhaalt een Berlijner gingen dezer dagen door de deur van een bekend hotel te Frankfurt am Main een in het zwart gekleede dame van hooge, slanke gestalte en een tamelijk slanke heer, voor wie de portier een zeer diepe buiging maakte. Daar door werd de nieuwsgierigheid van eenige bezoe kers opgewekt en zij informeerden, wie de zoo even binnengetreden personen waren. Het waren de czaar van Rusland en de czarina, van wier komst alleen de eigenaar van het hotel en de portier onderricht waren. Zij begaven zich naar de eetzaal en dronken daar thee. Andere bezoe kers zaten aan de naburige tafeltjes, zonder te weten, wie de zooeven binnengetreden gasten waren. Alleen de bovenbedoelde Berlijner herkende het Russische keizerpaar en volgde het uit nieuwsgierigheid, toen het opstond. De vorstelijke personen liepen de winkelstraten door. De czarina bleef voor een modemagazijn staan en ging het daarna binnen. De czaar wachtte intusschen voor de deur. Plotseling verscheen de czarina voor de spiegelruit van den ingang en liet den op straat staanden keizer twee dassen zien, terwijl zij hem met de blikken vroeg, of zij deze nemen zou. De keizer knikte toestemmend Op dezelfde wjjze wer den aan nog eenige winkels bezoeken gebracht. De inkoopen werden meest alle medegenomen en onmiddellijk betaald. Er zijn reeds vele plannen gemaakt voor den aanleg van een spoorweg op den Montblanc, die later weer bleken op technische bezwaren af te stuiten. Maar nu schijnt het ernst te wor den. Deskundigen van naam zijn aan den gang om de projecten voor dit buitengewone werk sa men te stellen. Onder anderen J. Ballot, de di recteur van het meteorologisch observatorium op den Montblanc, de ingenieur Henri Balot, de natuurkundige Dévéret te Parijs, de mineraloog Offret, en de geneeskundige Lepine te Lyon. Deze geleerden hebben zich vereenigd om de tal rijke geologische, physiologische en technische moeielijkheden op te lossen. De heeren zijn het nu eens over de mogelijkheid van den aanleg. Fabre heeft de richting van den spoorweg vast gesteld en aan de overheid van het departement Hoog-Savoye overgelegd. De spoorweg zal beginnen in het dorp Ouches, een van de drie Fransche gemeenten, die eigen domsrecht hebben op den hoogsten berg van Europa, en dan eerst door een tunnel, in harden rotssteen geboord, naar boven gaan. Dit gedeelte zal een tandradspoorweg zijnde electrische drijf kracht wordt gedreven door de Arve, die met groote snelheid stroomt aan den voet van den Montblanc. In het geheel zal de spoorweg elf kilometer lang zijner komen twaalf stations. Uit den trein zullen de reizigers het heerlijke panorama kunnen genieten. Een der stations komt o.a. op den top van den Gouter op de Rochers des Bosses, vanwaar uit tochten kunnen gemaakt worden over de belangrijkste deelen van den Montblanc. Het eindstation komt te liggen op de Petits Rochers Rouges; het zal zoo ingericht worden, dat de reizigers gevrijwaard zullen zijn voor de onaangename invloeden van den geringen lucht druk en de lage temperatuur. Het Suezkanaal. Ter gelegenheid der onthulling van het stand beeld voor Ferdinand de Lesseps, geeft de „Figaro" eenige cijfers omtrent de financieele uitkomsten van het Suezkanaal, dat nu 30 jaren geleden werd opengesteld. Om het kanaal aan te leggen zijn 200 millioen francs op aandeelen en 283 millioen op obligatiën en andere operaties gestort. Yolgens de tegenwoordige beursnoteering verte genwoordigen deze effecten (de 100,000 oprich- tersaandeelen inbegrepen) een waarde van niet minder dan 2186 millioen francs. De aandeelen van 500 francs zijn dan ook nu 3640 frs. waard, elk oprichters-aandeel (de honderdduizend trek ken samen 10°/0 van de zuivere winst) doet nu 1400 francs. Sedert de opening op 17 Nov. 1869 of eigenlijk na 1874, want toen eerst werd dividend uitgekeerd is aan dividenten, renten enz. 1328 millioen francs uitbetaald. De ontvangsten hebben van 1 Jan. 1870 tot 31 Dec. '98 1579 millioen francs bedragen, dus ruim 58 millioen 's jaars. In 1870 slechts 6,4 id 1898 bijna 83 millioen. Het getal schepen is dan ook in dien tijd van 486 met 438,600 ton nen gestegeu tot ruim 3500 met 9.238.000 ton nen (in 1891 zelfs 4207 schepen). De gemiddelde tonnenmaat der schepen is dus verdrievoudigd. Toen Engeland in 1873 de 176,000 aandeelen van den Khedive kocht voor 100 millioen francs, heeft het niet alleen staatkundig, maar ook gel delijk zeer wijs gehandeld Die aandeelen zijn nu 640 millioen waard. In het Palace Theatre te Londen is dezer dagen een matinee gegeven ten voordeele van het Weduwen en Weezenfonds. Als laatste en meest pikante nummer kwam op het programma voor een kussenverkooping. Een kus van miss Mabel Love leest men in het verslag der voorstellig bracht 5. pond sterling op. De kus van een ander werd slechts op 4 pond getaxeerd. Yoor de afwisseling was er ook een dame, die voor het genoegen, den organisator van de matinee een kus te mogen geven, 5 pond sterliug betaalde. Toen Marconie 22 dezer aan boord van het stoomschip „St. Paul" uit Amerika naar Enge land terugkeerde, seinde hij volgens zijn draadloos stelsel op 70 K.M. afstand naar Wight, dat alles wel aan boord was en dat het schip ongeveer 7 uur verwacht kon worden. Ziekte in de suikerbieten. In Duitschland begint men zich ongerust te maken over een nieuwe ziekte onder de suiker bieten, die de boeren „Gürtelschorf" noemen en die dit jaar vooral in de streek tusschen Oschers- lebes, Brunswijk en Hildesheim, dus in het hart van de bietenverbouwende districten, nogal schade heeft aangericht. Men bestudeert de ziekte, maar schijnt over haar ontstaan nog vol komen in het duister te verkeeren. Evenals bij het vertrek van de „König", was ook bij het vertrek van de „Herzog" de Transvaalsche vlag in topmaar bij geen der beide keeren was de Yrijstaatsche vlag te zien. Ook werd wel het Transvaalsche, maar niet het Vrijstaatsche Yolkslied gespeeld. Dit is natuur lijk een opzettelijk, maar toch hinderlijk ver zuim. De Vrijstaters hebben evenveel aanspraak op onze achting en vereering als de Transvalers. N w s. Yoor het Britsche leger in Zuid-Afrika is gezorgd voor proviandeering, voor den tijd van 4 maanden, voor 116.000 man en inboorlingen dragers en 51.000 paarden en muilezels. Yan de enorme hoeveelheden voedsel, welke daartoe noo dig zijn, kan men zich een kleine voorstelling maken uit de volgende opgavener zal noodig zijn 12.000.000 pond vleesch, 12.000.000 pond beschuit, 400.000 pond koffie, 200.000 pond thee, 2.200.000 pond suiker, 800.000 pond gedroogde groenten, 400.000 pond zout, 2.000.000 blikken vleesch en groenten dooreengekookt, 360.000 bus sen gecondenseerde melk, 1.450.000 bussen jam, 80.000 gallons rum, 12.000 flessehen whisky, 32.000 flessehen portwijn, 40.000 flessehen citroen limonade, 40.000 pond tabak, 25.000 ton hooi, 31.000 ton haver en 3.000 ton zemelen. De commissie van het Transvaalfonds te Batavia heeft het volgend schrijven ontvangen: „Mijne heeren!" „Gelieve in ontvangst te nemen het hierbij ingesloten bedrag ad f 6.10, zijnde tezaam ge bracht door de Hollandsche jongens in de mili taire strafgevangenis te Tjimahi. „Gaarne zouden wij die Boeren in Zuid-Afrika een handje willen helpen, om die rooinek uit hun land te jagen, doch onze omstandigheden laten niet toe meer voor hen te kunnen doen. „Weest verzekerd, dat, al zijn wij op het oogen- blik uitgestotenen der maatschappij, ons hart even warm klopt voor de vrijheid van onze stambroe ders, alsof het Neerlands vrijheid zelve gold. Na minzame en beleefde groete verblijven wij Hoogachtend De Hollandsche jongens in de militaire strafgevangenis." Tjimahie, 23 October. Er worden reeds allerlei maatregelen ge nomen voor de opening van het jubeljaar, te Rome, met het oog op den toeloop van pelgrims. Een reus. Te Brussel is, op weg naar Frankrijk, onlangs uit Budapest een twintigjarige reus aangekomen, bijna 21/i meter lang. Hij moest op zijne knieën den spoorwegwagen inkruipen. De man is doods bleek, maar beweert zeer gezond te zijn. Verdiende loon! Uit een brief, afkomstig uit Transvaal (Water- valboven) ontleent 't „N. v. d. D." 't volgende „Bij de laatste vlucht der Engelsche familiën vertrok een Engelschman, die, toen de trein in gang was, de tong uitstak tegen de Boeren en Engelschen, die op het perron stonden. Eén van hen springt nog even op de loopplank, trekt aan de noodlijn, de trein staat stil, de Engelschman wordt er uitgehaald en krijgt een geducht pak ransel, zoodat hij nu met een gebroken arm in t ziekenhuis ligt. De Telefoon. De Sumatra-Post" van 16 October bevat de volgende vermakelijke beschrijving van den tele foon Ik groet U, Telefoon, keurig pronkstuk van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1899 | | pagina 4