Weekblad voor LANG-EDIJK. en Omstreken.
Nieuwjaarswenschen.
N°. 51.
Zondag 17 December 1899.
8e Jaargang.
J. II. KEIZER.
25 CENT
86 VOLKSTELLING.
Feuilleton.
WEEED SESCHEIDEH.
8e VOLKSTELLING.
N ieu wstij dingen
NIEUWE
LAMUkEl (llli IA VI.
Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag.
ABONNEMENTSPRIJS
voor Noordscharwoude, Oüdkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk
per drie maanden 50 ct., franco p. poet 60 ct.
UITGEVER:
BUREEL:
Hoord§charwoude.
PRIJS DER ADYERTENTIÊN:
Van 15 regels 30 ct., elke regel meer 55 ct.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Brieven rechtstreeks aan den Uitgever.
ISU dit nummer behoort een
bijvoegsel.
Evenals vorige jaren be
staat er gelegenheid tot het
plaatsen van een Nieuwjaars
groet in ons nr. van Zondag
31 December tegen betaling
van
per annonce.
De Uitgever.
(Wet van 22 April 1879, Staatsblad no. 63.)
(Koninklijk besluit van 2 Mei 1899, Staatsblad no. 113.)
Burgemeester en Wethouders van NOORD
SCHARWOUDE brengen ter algemecne kennis,
dat dit jaar zal gehouden worden de 8ste alge-
meene tienjaarlij ksche volkstelling.
Deze heeft ten doel de aanwijzing van allen,
die te middernacht tusschen 31 December 1899
en 1 Januari 1900 hunne werkelijke woonplaats
binnen Nederland hebben.
Deze allen worden aangewezen, onverschillig
of zij op genoemd tijdstip in hunne woning al
dan niet aanwezig zijn.
Ook worden aangewezen zij die, zonder wer
kelijke woonplaats binnen Nederland te hebben,
op genoemd tijdstip aldaar aanwezig zijn.
11
38.)
In plaats van, volgens zijn vaste gewoonte, naar
zijn koffiehuis te gaan, doolde hjj een tijdlang rond
in de portiersloge van moeder Bergougnous. Daarop
kreeg hij eensklaps een denkbeeld, hij snelde naar
boven, naar zijn kamertje, verwisselde van kleeding
en de netgekleede heer van zooeven werd weder de
soldaat Martineau,
Het bleek weldra, dat hij met deze gedaantever
wisseling een vermetel doel voor oogen had, want
toen hij gereed was, mompelde hij
Op die manier gaat het gemakkelijker en na
tuurlijker.
Omstreeks twee uur hield een verhuiswagen voor
het huis stil en daaruit werd een allerliefst slaap
kamer-ameublement afgeladen.
Aha, zeide Martineau, die na zjjn verwisseling van
kleedjj aan het venster was gaan zitten, in afwachting
van de dingen die komen zouden, ons lief buur
vrouwtje zit fijn in haar meubelen, verduiveld, dat
is niet gering.
Twee bestellers hingen een takel uit en heschen
stuk voor stuk naar boven.
Omstreeks vier uur hadden zij alles bovengebracht
en op^ zijn plaats gezet en een half uur later hield
een rjjtuig voor het huis stil, vol doozen, pakjes en
mandjes en met twee groote koffers op den bok,
zoodat er voor den koetsier bjjna geen plaats om te
zitten overbleef.
De portierster snelde toe en, als bij toeval, kwam
Martineau juist achter haar.
Toen moeder Bergougnous het portier van het rij
tuig opende, stapte, gelijk Martineau trouwens wel
verwachtte, mevrouw Bernadette Regnait uit, en daar
de eerbiedwaardige huisopzichteres wel gedienstig
maar niet zeer handig was en zjj ook onmogelijk al
die doozen en pakjes tegelijk kon aannemen! snelde
Martineau toe en zeide met zjjn vriendelijksten gfim-
Omtrent deze allen moeten de opgaven ver
strekt worden, die gevraagd worden op kaarten,
die tusschen 26 December 1899 en 1 Januari
1900 zullen worden rondbezorgd en dadelijk na
Nieuwjaar zullen worden teruggehaald.
Door of voor ieder moet aan zijne woning wor
den ingevuld
eene BLAUWE KAART (voor een man of
jongen)
of eene WITTE KAART (voor eone vrouw
of meisje).
Bovendien moet door of voor ieder aan de
woning, waar hij tijdelijk aanwezig is ingevuld
worden
eene ORANJE KAART (voor een tijdelijk
aanwezigen man of jongen)
of eene ROSE KAART (voor eene tijdelijk aan
wezige vrouw of meisje).
Het hoofd van ieder gezin of de bestuurder
van iedere instelling, gebouw, gesticht of schip,
waar de kaarten worden bezorgd, is verplicht
voor de behoorlijke invulling zorg te dragen.
Deze zorge er dus voor, dat aan den teller,
wanneer hij de kaarten bezorgt, worde opgegeven
hoeveel blauwe, witte, oranje en rose kaarten er
in de woning noodig zijn.
Overtreding van de voorschriften betreffende
de volkstelling wordt krachtens artikel 20 der
wet van 15 April 1886 Staatsblad no. 64) ge
straft met hechtenis van ten hoogste veerien da
gen of geldboete van ten hoogste honderd gulden.
De nauwkeurige, door de volkstelling te ver
krijgen kennis der bevolking is eene zaak van
algemeen belang. Tot het verkrijgen dier kennis
is noodig, dat alle vragen op elke kaart met
de meest mogelijke nauwkeurigheid en volledig
heid worden beantwoord.
Op verzoek der Regeering noodigen Burge
meester en Wethouders allen met aandrang uit,
door nauwkeurige en volledige invulling der
lach
Wanneer mevrouw het mjj toestaat, wil ik mij wel
met die bagage belasten.
De jonge dame, verbaasd over deze onverwachte
dienstaanbieding, keek hem eenigszins twijfelachtig
aan, waarop Martineau zich terstond in positie stelde
alsof hjj tegenover een generaal stond en met de
hand aan zjjn politiemuts voortging:
Een soldaat van ons dierbaar vaderland, hetschoone
Frankrijk, moet altijd trachten zich verdienstelijk
te maken.
Zij antwoordde nog niets, maar hield haar schoone,
zwarte oogen onafgewend op Martineau gericht.
Deze had reeds een groote stapel doozen in zjjn
armen genomen, maar toen de dame nog altijd bleef
weifelen, trok hij zijn gezicht in een oolijke plooi
en zeide, terwijl hjj een beweging maakte, waardoor
de gebeele doozenpyramide op de straatsteenen
dreigde terecht te komen:
Ik wil evenwel mijn diensfien niet opdringen en
wanneer mevrouw vindt, dat ik wat al te onbeschei
den ben, dan...
Zij maakte een beweging van schrik over het ge
vaar, waarin haar doozen verkeerden en tegelijk
moest zij lachen om het kluchtige gelaat van haar
gedienstigen geest.
Neen, neen, neen, 't is goedl riep zij uit, gij zijt
wel vriendelijk, laat maar niets vallen.
Martineau richtte zich kaarsrecht op.
Geen nood, mevrouw, zeide hij, als ik iets vast
heb, laat ik het nooit vallen, ten minste zelden.
Dat wil ik maar hopen, mjjnheer, zeide zjj, want
ge hebt daar een aantal voorwerpen in uw handen,
die mij zeer veel waard zjjn en die ik niet gaarne
zou missen.
Maak u maar over niets bezorgd, mevrouw, Jules
Léonidas Martineau zoo heet ik sapeur-min-
neur bij het 4e regiment genie dat is mijn rang
heeft nog nooit iets gebroken, vraag dat maar
aan mijn kapitein, als hjj thuiskomt.
Niet noodig, ik geloof u toch wel.
Inderdaad, wil mevrouw mjj de eer aandoen, mij
op myn woord te gelooven?
Die eer wil ik u wel aandoen, mijnheer Martineau.
Dank u wel, mevrouw, dank u duizendmaal, want
kaarten tot het welslagen der volkstelling mede te
werken.
Noordscharwoude, 4 December 1899.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
C. KROON.
De Wethouder
D. DE GEUS Dz.
(Wet van 22 April 1879, Staatsblad no. 63.)
(Koninklijk besluit van 2 Mei 18S9, Staatsblad no. 113.)
Burgemeester en Wethouders van ZUID
SCHARWOUDE, brengen ter algemeene kennis,
dat dit jaar zal gehouden worden de 8ste alge
meene tienjaarlijksche volkstelling.
Deze heeft ten doel de aanwijzing van allen
die te middernacht tusschen 31 December 1899
en 1 Januari 1900 hunne werkelijke woonplaats
binnen Nederland hebben.
Deze allen worden aangewezen, onverschillig
of zij op geneemd tijdstip in hunne woning al
dan niet aanwezig zjjn.
Ook worden aangewezen zij die, zonder wer
kelijke woonplaats binnen Nederland te hebben,
op genoemd tijdstip aldaar aanwezig zijn.
Omtrent deze allen moeten de opgaven ver
strekt worden, die gevraagd worden op kaarten,
die tusschen 26 December 1899 en 1 Januari
1900 zullen worden rondbezorgd en dadelijk na
Nieuwjaar zullen worden teruggehaald.
Door of voor ieder moet aan zijne woning wor
den ingevuld
eene BLAUWE KAART (voor een man of
jongen)
of eene WITTE KAART (voor eene vrouw
of meisje).
Bovendien moet door of voor ieder aan de wo
ning waar hij tijdelijk aanwezig is ingevuld
worden
ja zeker O maar als ge mij zoo aan
kijkt, dan raak ik de kluts heelemaal kwijt en dan
weet ik niet meer, wat ik zeggen moet.
De jonge dame haalde even de schouders op en
betaalde de koetsier, zonder zich verder om Marti
neau te bekommeren.
Deze, tamelijk van zjjn stuk gebracht, begaf zich
met zijn vracht doozen in huis.
Terwijl hij de trap opklom, bromde hij
Dat heb ik nu weer eens mooi gemaakt, ik heb
geestig willen zijn en ik ben zoo dom geweest als
een eend. Wat behoefde ik haar dat allemaal te
vertellen, waarvoor was het noodig, wie vroeg me
er naar? Op mijn woord, wanneer iemand verliefd
is, dan deugt hij nergens meer voor. Martineau,
waar moet dat met u naar toe
Op die vraag gaf hij zelf het antwoord
Naar de tweede verdieping en ben ik eenmaal
zoover, dan zullen we de rest maar afwachten.
Met de grootste omzichtigheid, om niets van zijn
kostbare vracht te laten ontglippen, zette hij zijn
weg voort en toen hij op de tweede verdieping
kwam, waren de beide vrouwen reeds achter hem.
De portierster had een kaars aangestoken, want
in huis was het reeds geheel duister en terwijl zij
haar nieuwe en vrijgevige huurster voorlichtte, be
gon zjj opnieuw de loftrompet te steken over haar
beschermeling Martineau.
Waarlijk, zij wil baargeld eerlijk verdienen, dacht
deze, toen hjj eenige woorden van de portierster
opving.
Het scheen werkeijjjk, dat de woorden van moe
der Bergougnous, al verrieden zij geen schitterende
welsprekendheid, goed werden opgenomen, want de
schoone dame luisterde er gewillig naar en ver
waardigde zich zelfs nu en dan tot een glimlach.
Martineau werd verzocht binnen te komen en op
een tafeltje in de voorkamer zette hij zijn vracht neer.
Mevrouw Barnadette Regnaut bedankte hem met
een allerliefsten glimlach en een vriendelijk hoofd
knikje.
Ge zjjt al te goed, mijnheer Martineau, ik ben
u wel verplicht, zeide zij.
Volstrekt geen dank, mevrouw, het was voor mij
een genoegen, u dien kleinen dienst te kunnen be-
eene ORANJE KAART (voor een tijdelijk
aanwezigen man of jongen)
of eene ROSE KAART (voor eene tijdelijk
aanwezige vrouw of meisje).
Het hoofd van ieder gezin of de bestuurder
van iedere instelling, gebouw, gesticht of schip,
waar de kaarten worden bezorgd, is verplicht
voor de behoorlijke invulling zorg te dragen.
Deze zorge er dus voor, dat aan den teller,
wanneer hij de kaarten bezorgt, worde opgegeven
hoeveel blauwe, witte, oranje en rose kaarten
er in de woning noodig zijn.
Overtreding van de voorschriften betreffende
de volkstelling wordt krachtens artikel 20 der
wet van 15 April 1886 Staatsblad no. 64) ge
straft met hechtenis van ten hoogste veertien
dagen of geldboete van ten hoogste honderd
De nauwkeurige, door de volkstelling te ver
krijgen kennis der bevolking is eene zaak van
algemeen belang. Tot het verkrijgen dierkennis
is noodig, dat alle vragen op elke kaart met
de meest mogelijke nauwkeurigheid en volledig
heid worden beantwoord.
Op verzoek der Regeering noodigen Burge
meester en Wethouders allen met aandrang uit,
door nauwkeurige en volledige invulling der kaar
ten tot het welslagen der volkstelling mede te
werken.
Zuidscharwoude, 4 December 1899.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
J. W. C. KROON.
De Wethouder
K. ZEEMAN.
Heer-Hugowaard. Evenals elders brengt
ook hier de winter de uitgaansavonden. Die,
wjjzen, was zjjn antwoord.
Hiermede verwijderde hjj zich, tameljjk voldaan
over de eerste kennismaking.
VIJFTIENDE HOOFDSTUK.
Terwijl Martineau aldus het eerste bedrjjf van zjjn
minnespel afspeelde, zaten de vijanden van Filip
Dormelles in het hotel De Prabert lang niet zoo stil
en werkloos als de jonge kapitein dat veronderstelde,
maar niet alleen die vijanden, doch het geheele ho
tel was in opschudding. Van des morgens zeven uur
af werd er onder het bedienend personeel over niets
gesproken dan over de geheimzinnige gebeurtenissen
van den vorigen avond: vooreerst het zonderlinge
gedrag van den anders altjjd zoo kalmen «mjjnheer
Bernard", daarop die plotselinge bewusteloosheid van
mevrouw De Prabert, de arrestatie en het wegvoeren
van den vreemdeling, een soort van bandiet, die, men
begreep nog niet hoe, het hotel was binnengeslopen
zonder dat iemand hem gezien had en ten slotte de
luide wanhoopskreten van den heer des huizes en
zijn ongesteldheid, die daarop volgde.
Men kan er van zeggen wat men wil, het is en
blijft een duister zaakje, sprak mjjnheer Cyprien, de
opperstalmeester.
De heele boel staat hier overeind, antwoordde de
eerste kamerdienaar van mevrouw, eveneens een ge
wichtige persoonljjkheid onder de bedienden van het
hotel. Zjj staan in deze familie allen vjjandig tegen
over elkaar.
De tante tegenover de nicht.
De zoon tegenover den vader.
Die arme, oude man, hij is gisteravond geheel bui
ten westen geraakt, Ik heb mjjnheer Aurélien hoo-
ren zeggen:
Op mjjn woord van eer, mijn vader wordt krank
zinnig.
En wat had hjj er toch mee voor, om zoo aanhou
dend te roepen «RobertRobert 1"
Zoo zal de man heeten, die door mjjnheer Bataille
gearresteerd en meegenomen is.
Men zou zeggen dat mjjnheer Bernard hem kende,
omdat hij op de kamer van mjjnheer geknipt werd.
Maar hoe is het hem gelukt in huis te komen,
terwijl de politie in de vestibule toch zoo streng de