Brieven uit „de Streek," Plaatselijk nieuws. De Hogerhuizen. Men meldt aan „De Stand". „Marten en Keimpe Hogerhuis, in de strafge vangenis te Leeuwarden, zijn beiden ongesteld. Keimpe klaagt over stijfheid onder in den rug en krijgt schokken in het hoofd als hij in de lucht loopt. Wiében is beter dan vroeger en meestal bezig met verfwerk. Ze „zitten" nu al vier jaar." Een nummer dat thans in het circus Carré veel en terecht de aandacht trekt zijn de ge dresseerde zeeleeuwen en zeehonden van „kapi tein" Webb. Wat de dieren doen, is haast niet te geloo- ven. Als men ze log en onbeholpen de manége ziet binnenhobbelen, krijgt men medelijden met de dieren, die daar in het zand van een circus zoo weinig in hun element zijn, maar als men ze daar bezig ziet, komt er leven en vlugheid in die glibberige, gladde lichamen. Ze jongleeren met stokken en zelfs met brandende fakkels, ze slaan op trommen en spelen op mandolines, maar het merkwaardigste is het jongleeren metgroote elastieke ballen, die ze zoo behendig op hun kop weten te balanceeren, dat de beste jongleur 't ze niet zou verbeteren. Het meeste en beste werk doen ze met hun kop, daarbij dus overeenkomst tooDende met vele menschen. Yan dien kant heeft menigeen wellicht een zeeleeuw nog niet bekeken. Hij kan 't dan nu bij Carré doen. Dat een rat gevaarlijk kan zijn voor men schen, als zij honger heeft, is dezer dagen op treurige wijze gebleken. Het 2 jarig kindje van juffrouw Bisschop, wonende Oostenburger voorstraat 2 te Amsterdam in het onderhuis, werd in den slaap door een hongerige rat aan gevallen, die het een stuk uit de wang en uit een der handjes beet. De dokter, die onmiddellijk geroepen werd, was van oordeel, dat de wond aan de wang, vlak onder het oog, wel genezen zou, maar het handje zal waarschijnlijk verminkt blijven. Op den 2en Kerstdag, 26 December a.s., zullen de post- en telegraafkantoren langer zijn opengesteld dan op Zondag. De bijkantoren der posterijen en der telegraphie zullen dan ook ge durende enkele uren open zijn. Op de postkantoren en de bijkantoren zullen alle postzaken worden behandeld. Er zullen ook meer brievenbestellingen plaats vinden, dan op Zondag. Nadere inlichtingen zijn aan de post- en tele graafkantoren te verkrijgen. Moord. Men schrijft uit Bergumerheide van 20 dezer: Hedennacht heeft op de grens van Bergum en Bergumerheide een vreeselijke moord plaatsgehad. Wanneer de grond in den winter met sneeuw bedekt is, houden sommige personen in deze environs zich bezig met de bunsingvangst. Zoo waren dezen nacht drie van zulke personen (in het Fries worden ze muddevangers genoemd) n.l. twee van Twijzelerheide en één van Zwaag- westeinde te zamen naar deze plaats afgezakt. Daar ontmoette dit drietal twee andere muddeja- gers. Spoedig ontstond er twist tusschen het drie tal en het tweetal, het begon met een gevecht tusschen de honden die op deze jacht gebruikt worden en het eindigde met geweerschoten. Een van het tweetal loste n.l. ten slotte eenige geweerschoten op het drietal, met dit gevolg, dat één dadelijk dood was en een tweede vreeselijk zwaar gewond. De derde is ongedeerd. De doode en de gewonde zijn beiden in het onderlijf ge troffen. De schoten werden van zoo nabij gelost, dat de getroffenen als 't ware in brand geraakten. De justitie was hedenmorgen dadelijk ter plaatse. De vermoedelijke dader is al gevat, hij kwam eens kijken met andere menschen naar hetgeen gebeurd was, dadelijk werd hij toen ge vangen genomen. De verdachte staat hier bekend als een groot strooper en anarchist. Naar men zegt heeft degene die ongedeerd is gebleven van het drietal, den verdachte als den dader herkend. Uit Ankeveen heeft deze week de 87-ja- rige Kees Leurs van daar een tocht op schaatsen gemaakt naar Weesp; vervolgens per spoor naar Amsterdam en terug. Te Weesp bond hij de schaatsen opnieuw aan en reed toen naar huis terug. Het bukken bij het aanbinden van de schaat sen ging wel wat moeieljjk, maar eenmaal op de been, reed hij nog even vlug als een jong- mensch. J Een oliphant in Artis afgekeken. Een ooggetuige verhaalde aan de „Utr Ct." het volgende staaltje van paardeninstinct Eiken morgen omstreeks half elf komt de asch- karman met zijn bespanning door de Muntstraat (te Utrecht) de asch ophalen. Bij perceel no. 1 gekomen, gaat het paard op de stoep staan:'de bestuurder zorgt er voor, dat het hoofd van het dier ter hoogte van den belknop komt. Hierna pakt het dier dezen in den bek en trekt tot een flink geschel aan de binnenzijde weer- klinkt. Even daarna komt een der in het huis wonende dames met een hoeveelheid oud brood enz. Het paard eet nu den voorraad uit hare hand met smaak op en laat zich dan, blijkbaar tevreden, door zijn vriendelijke voedster over den kop strijken. Het dier is aan deze onderbreking van zijn dagehjkschen tocht zoo gewoon, dat zelfs, al wilde men wang gebruiken, het niet van zijn plaats Z0U ZI*'nA VÓ"r ket zÜn extra-rantsoen heeft ontvangen. Eerst daarna vervolgt het ge- wilhg zijn weg. Het aardigste van de geheele 18 zeker wel het trekken aan den schelknop. de-T" ^"'8 een bewijs hoe de oproeping in de bla- om generaal Joubert met zijn 68sten ver in Janua" 1900 te feliciteeren, ook boorden werkt, zendt een lezer te Gro ningen aan het „A. Hbld." het volgende briefje, dat door een klasse van een der lagere scholen aldaar verzonden is. Beste Oom Piet! Wij feliciteeren U hartelijk met Uw verjaar dag en wenschen U verder veel gelek in den oorlog. Jaag alle Engelschen er uit. De compli menten aan alle dappere burgers en burgeressen van Transvaal en Vrijstaat. Leve de Boeren! Uw liefhebbende Neefjes en Nichtjes. Volgen de handteekeningen benevens klassen- nummer en schoolnummer. Bij het briefje was tevens gevoegd een portret van de geheele klasse, den vorigen zomer gemaakt. Ook heeft daar reeds menig particulier en cor poratie kaartje, briefkaart of brief gezonden. Buitendien lagen in de provincie op verschil lende sociëteiten en andere publieke plaatsen adressen ter teekening. Bijna ongeloofelij k. De „Meppeler Ct." deelt mede, dat twee man nen te Beilen, 's avonds laat uit de herberg ko mende, te water geraakten. Beiden werden met moeite gered. De een was een Beilenaar en ging dus in zijn natte plunje naar huis. De andere, woonachtig te Muggebeek (gem. Blokzijl), kon in het gastvrije Beilen geen onderdak vinden en werd nu met zijn doornatte kleeren aan, naar het arrestantenhok gebracht, waar hij 's nachts op een paar bossen stroo kon nadenken over de gelijkenis van den barmhartigen Samaritaan. Of de man den volgenden morgen doodgevroren was, meldt het bericht niet. Een goede raad. De „Middelb. Crt." bevat de volgende, tipische advertentie: „Een ieder, die onder Aagtekerke het onge luk heeft door het ijs te zakken, wordt aangera den zich te begeven naar het hof van P. Dekker, aldaar, alwaar hij op de meest liefdevolle wijze van schoone kousen zal voorzien worden. Mr. H. J. Doude van Troostwijk. Nieuwersluis, 13 December. Hoe de alcohol ■yerkt! De directeur van het opvoedingstehuis voor achterlijke kinderen op de Sophiënnine bij Jina, de heer J. Trüper, zegt hiervan het volgende: Door alcoholgebruik wordt het opnemen bemoei lijkt en worden de zintuigen verstompt. Het den ken wordt vertraagd en het van buiten leeren gaat lastiger. Het waarnemen van voorstellingen, het weergeven van deze en het verbinden van voorstellingen tot begrippen wordt verlamd en daardoor het overleg belemmerd. Tengevolge hiervan neemt de betrouwbaarheid van den geestesarbeid af. De gevoelingstoestand wordt eveneens minder. Voornamelijk verdwijnt het ze delijk tactgevoel, de belangstelling voor de hoog ste idealen van den mensch. Het kiezen van het goede valt moeilijker. De beginselen voor een zedelijk handelen worden minder vast. De ernstige wil wordt zwakker. De mensch demoraliseert." Noord-Holl. Kanaal, richting Helder, wordt aan de westzijde gereden. Aan de banen wordt door de Afd. Koedijk en Alkmaar gewerkt. CXH. Nu de sluiting onzer markten mij ontslaat van het geven van een wekelijksch overzicht van den aanvoer en den handel in tuinbouw producten, wordt als van zelf mijne aandacht bepaald op de voortdurende uitbreiding die de tuinbouw in mijne omgeving erlangt en de pogingen die reeds zijn en nog worden aange wend, om de cultuur te verbeteren, nieuwe culturen in te voeren, de afzet te vergemak- lijken en onze kennis van het vak te vermeer deren, teneinde daardoor tot grootere welvaart te geraken. Wanneer wij de groote uitbreiding, die de tuinbouw sedert eenige jaren, niet al leen aan de Streek, doch in een groot deel van ons land, ondergaat van naderbij beschou wen, dan valt het duidelijk in het oog, dat die voor een belangrijk deel wordt veroorzaakt, door landbouwers, die hun bedrijf geheel of gedeeltelijk hebben gewijzigd en die zich op de teelt van enkele hoofdproducten van den tuinbouw hebben toegelegd. In veel mindere mate wordt uitbreiding van het bedrijf opge merkt bij hen, die zich reeds sedert jaren met de beoefening van den tuinbouw bezighouden, wat trouwen s zeer natuurlijk is. Bij hen staat uitbreiding van den tuinbouw gelijk met ver grooting van het bedrijf, terwijl het bij be doelde landbouwers slechts eene verandering betreft. Toch zou men zich vergiss en, wan neer men meende, daaruit te moeten opma ken, dat de tuinbouwers zelve daarin weinig heil zien. Neen, het gaat den tuinbouwers goed en onvermoeid en met lust gaan zij steeds door met hunne culturen te verzorgen. Hoog stens maken onkelen zich wat bezorgd over den grooten toevloed van nieuwe vakgenooten. Voor anderen daarentegen is zulks juist eene aansporing om zich met des te meer zorg aan hunnen arbeid te wijden. Zij vooral streven naar de volmaking hunner culturen en trach ten door vermeerdering van hunne kennis van den tuinbouw zich tegen mogelijke overpro ductie van eene bepaalde soort te wapenen. Ook daarom juich ik het toe, dat tal van land bouwers naar ons gild zijn overgeloopen. De besten onzer tuinbouwers zijn daardoor niet opgeschrikt, doch 't was voor hen eene aan sporing om zich met des te meer ernst op de beoefening van hun vak toe te leggen. Zij hebben dan ook niet te vreezen, dat zij eenig nadeel door deze beweging zullen lijden. Zij plaatsen zich aan cjpn spits en zullen zich daar weten te handhaven. Hoe zal 't echter gaan met hen, die slechts met beide oogen het aantal vakgenooten zien toenemen, daardoor over productie vreezen, of wel schouderophalend over gebrek aan vakken nis bij de nieuwelingen spreken? Zij, dit is mijne vaste overtuiging, zullen hunne voor- oordeelen moeten laten varen en van hunne geringschatting moeten genezen, of zij zullen, zoo er nadeel door mocht ontstaan, tot de lij dende partij behooren. Het valt niet te ontkennen, dat onze nieuwe vakgenooten in één opzicht in ongunstige con ditie verkeeren. Hen ontbreekt aanvankelijk voldoende kennis van de cultuur onzer produc ten en menigeen heeft daardoor reeds schade ondervonden. Het gaat echter niet aan, met het oog daarop, mislukking van hun streven te voorspellen. Wij mogen n.l. niet vergeten, dat zij, die zich in onze rijen hebben geschaard, in den regel niet de meest bekwame, doch veelal flinke, doortastende landbouwers waren, die de bakens wisten te verzetten, toen het getij veranderde. Zij zullen zich er in werken en dat zij dit reeds met succes deden, kon dezen herfst o. a. aan de bloemkool markt te Bovenkarspel wor den opgemerkt. De door hen aangeboden reu- zenbloemkool kon eene vergelijking met die der meer ervarene groentenbouwers glansrijk doorstaan en meermalen maakten zij de hoog ste markt. Zij zijn er zich van bewust, dat hen de noo- dige kennis ontbreekt en juist daarom wenden zij zich tot hunne bekwaamste vakgenooten om voorlichting en trachten op allerlei wijze in dit gebrek te voorzien. Terecht wordt door hen de groote macht van vereeniging ingezien, waardoor zij niet al leen in staat zijn hunne producten voordeeli- ger van de hand te zetten, doch waardoor zij ook gemakkelijker aan hun gebrek aan vak kennis kunnen tegemoet komen. Tal van voordrachten werden, op hun ver zoek, reeds door onze Rijks-Tuinbouwleeraren op hunne bijeenkomsten gehouden, wat er on getwijfeld belangrijk toe zal bijdragon om hen een juist inzicht te doen krijgen van het ka rakter van den tuinbouw. BravoDit kan den tuinbouw slechts ten goede komen. Ons ar beidsveld is ruim genoeg om nog vele duizen den een goed bestaan te verschaffen. K. Uitvoeringen. We weten het, als het winterseizoen is aan gebroken, is ook voor de verschillende vereeni- gingen de tijd daar, dat zij hare uitvoeringen geven. Hebben wij reeds enkele uitvoeringen met genoegen bijgewoond, wij kunnen dit even zeer zeggen van de uitvoering door de zang- vereeniging „Crescendo" gegeven op Woensdag 20 Dec. j.l. ten lokale van den heer D. Stam te Noordscharwoude. De heer Dorsman, de directeur der vereeniging, had weer voor afwisseling gezorgd en een pro gramma samengesteld, waaruit, zooals altijd, ook nu wederom bleek, dat de keuze der nummers met zorg was geschied. Behalve een 12-tal nummers voor gemengd koor, waaronder enkele met pianobegeleiding, kwamen op het programma voor een 4-tal drie stemmige vrouwenkooren van F. Abt. De gelegen heid, te kunnen toonen, wat ze kunnen praesteeren, hebben de dames niet voorbij laten gaan. Vol en harmonisch werden de verschillende nrs. gezon gen, en was de vertolking dezer num mers meer te roemen dan die voor ge mengd koor. De derde afd. maakte hierop echter eene uitzondering. In deze afdeeling toonde de vereeniging haar naam met eere te dragen. „Lied des Levens" (met pianobegeleiding) met zjjn lieve toonschakeeringen, het flinke en ferme lied „De Voerman", het pittige, oolijke nr. „De Verstoo- ten Minnaar", het breede en bezielende „Motet", zoo krachtig van toonzetting, zij boeiden ons alle en de vertolking liet weinig te wenschen over. Behalve dat de Heer Dorsman ons verrastte met „De Visschersbruid," met de vertolking waar van de directeur een daverend applaus inoogstte, werd tevens nog ten tooneele gevoerd een tooneel- stukje in één bedrijf voor vijf Dames, getiteld: Vier om Een." Een allerliefst, pittig en gezel lig kostschooltafereeltje, waarin de drie jongeda mes A. Frank, E. Bierman en M. de Geus de aardige, dweepende en droomende kostschooljuf fertjes niet onverdienstelijk vertolkten. Mej. J. Bierman, als onderwijzeres en Mej. A. Slooves, als dienstbode bij de directrice, voldeden ons even zeer. De zangnummertjes door den. Heer S. er bij gemaakt, gaven een aangename afwisseling. Hoe gaarno wij j het den jongen dames-dilet tanten vergeven men spotte niet om onze groot moedigheid willen wij haar toch ernstig op het hart drukken, dat men zichzelf onder het spel niet moet vergeten, door al te veel naar de lok stem van het lachduiveltje te luisteren. Hoe moeielijk dit misschien ook schijnt, men moet steeds trachten zich zelf te beheerschen. Als altijd werd op vriendelijk verzoek nog een paar der mooiste nrs.. na afloop herhaald, waarna eder hoogst voldaan huiswaarts keerde. De rederijkerskamer „Eensgezindheid" heeft haar Transvaalavond achter den rug. Het was zeer zeker een uitnemend idee van de leden dezer Tooneelvereeniging een dergelijken avond op touw te zetten. Voor een dergeljjke organisatie heeft het haar evenmin aan medewerking ontbroken, zoowel van den kant van het publiek als van hen, die waren aangezocht het doel, dat werd beoogd, door hunne medewerking mede te helpen be reiken. Of 't heeft gelegen aan het feit, dat het voor de Boeren was, dat van alle kanten het beste beentje werd voorgezet, we zouden 't haast wil len gelooven, maar ook de blijken van sympathie die het gezelschap van de zijde van het publiek heeft mogen ondervinden, maakte eene misluk king van zijn plan onmogelijk en heeft ongetwij feld dermate de leden geïnspireerd, dat zij zich dubbel hebben willen inspannen om den hen verleenden financieëlen steun waardig te maken. Voor een talrijk opgekomen publiek, werd al lereerst opgevoerd het Tooneelspel „Arthur of zestien jaren later." Rekening houdende met zoovele kleine hulp middelen, die de leden niet ter hunner beschik king hadden, kunnen we over de vertolking een woord van waardeering den leden niet onthouden. De omstandigheden waren niet ten hunnen voordeele, de gelegenheid was te beperkt, maar deze was niet van invloed op het spel. Treden wij in gewone gevallen nogal eens in eene critische beschouwing over het spel der ver schillende medewerkers, wij zullen ons hiervan thans onthouden, omdat wij meenen een onge paste daad te verrichten nu het gold het heer lijke doel van weldadigheid, eene sympathiebe tuiging, een huldebetoon, eene geestdriftige uiting van liefde en plicht voor de, niettegenstaande hunne overwinningen, zoo zwaar beproefde na tiën, onze Stamverwanten in Zuid-Afrika. liet tweede nr. bestond uit Volksliederen van Transvaal, Oranje-Vrijstaat en Nederland door eenige jonge dames. In haar witte kleedjes getooid met ceintuurs van de kleur der beide natiën, geflankeerd aan beide zijden met de Transvaalsche vlag en die van den Oranje-Vrijstaat, werden door de meisjes heel lief de beide Volksliederen gezongen, waarna het Nederlandsche volgde, waarvan het 3e en laatste complet door alle aanwezigen werd mee gezongen. Hierop volgde een komische voordracht van den heer S. Timmerman, die bij het publiek nog al ingang vond. Hoewel een weinig pikant. Die z.g. toespelingen kunnen er even gevoeglijk afgelaten worden. De voordracht zal daardoor in geestigheid meer winnen. Als nastukje werd gegeven „Een half uurtje bij den Kapper," een kluchtspel in één bedrijf. Dit stukje vond grooten bijval, en werd door het dankbaar auditorium luide geapplaudiseerd. De Heer van Loo dankte het publiek voor zijn steun en medewerking, waarna de WelEerw. heer Ds. Stramrood als tolk der vergadering ongetwij feld, aan de Rederijkerskamer zoomede als aan alle medewerkers,- zoowel dames als heeren, een woord van waarrdeering en lof toesprak. Als pianist vergastte de jongeheer A. Kist ons op vele vroolijke nrs. en bracht tothetsuc- cés van den avond niet weinig bij. Hebben wij ons niet geheel onthouden, te wij zen op hetgeen wij liever niet hadden gezien of gehoord men houde dus dit ten goede. De stemming blijve opgewekt, zonder eenige herinnering aan onaangenaamheden. Het doet ons voorts groot genoegen te kunnen mededeelen, zooals we in den aanhef zeiden, dat de avond haar doel niet heeft gemist. De rede rijkerskamer „Eensgezindheid" heefteer van haar werk, het publiek zal dit weten te waardeeren. Ds. Heep te Wijdenes heeft de toezegging naar Zuidscharwoude niet aangenomer. EenigeD leerlingen van de Rijkslandbouw school te Schagen, hebben aan enkele land bouwers alhier een bezoek gebracht, en namen met veel belangstelling enkele kooldorschen in oogenschouw. De Afd. Langendjjk der Holl. Mij. van Landbouw, heeft zich met een adres tot de di- rectie der Holl. Spoorweg Mij. gericht met ver zoek in het gebrek aan waggons voor de ver zending van groenten naar het Buitenland te voorzien, daarbij in het breede in het licht stel lende, de schade en het ongerief dat door dat gebrek wordt geleden. Zuidscharwoude. Mej. J. H. A. Duker heeft den 19 dezer met gunstig gevolg te Venlo examen afgelegd als apothekersbediende. Tot Hoofdingeland van den polder Geestmer- Ambacht is bij de laatst gehouden stemming door het Polderdisstrict Noordscharwoude her kozen de heer D. Schuitemaker. Deze opgave werd ons pas heden verstrekt. Wat is billijk? De ijsclub te Oud-Karspel, die voor dit jaar pas eens goed in de gelegenheid wordt gesteld te toonen, wat voor nut het heeft dat dergelijke Clubs bestaan, had bij haar ernstig streven naar meerdere samenwerking en verbetering van be staande toestanden ook op dit gebied, reeds vroeg tijdig pogingen aangewend, het vrije beheer te verkrijgen over een door haar begeerd baanvak en bijslooten en daartoe de vergunning verkregen van betrokken Gemeente en Polderbesturen. Zij liet banen aanleggen, bakende af wat niet be trouwbaar was te rijden en ook, lag een brug over de vaargeul van de Sluis der gemeente Noordscharwoude en die v/d Noordscharwouder polder. Voorts riep zij werklieden op tegen 15 ct. per uur en trachtte op die manier nuttig werk zaam te zijn. Het bedrag voor het gebruik van die brug bepaalde zij op 1 ct., en meende dat deze billijke vergoeding voldoende was om de door haar gemaakte onkosten eenigszins te dek ken. Maar wat is het geval? Er wordt door een paar particulieren een brug bijgemaakt, en doen de ijsclub op die manier concurrentie aan. De berekening valt voor ons moeielijk te maken of de mannen hierdoor meer zullen verdienen dan in dienst van de ijsclub, evenmin als we kun nen uitmaken of zij hiertoe het recht hadden. Zoo ja, dan wordt het hoog tijd, dat er bepalin gen worden gemaakt, waardoor een dergelijk con flict worde vermeden. "We gelooven nu niet, dat dit zoo'n vaart zal loopen, maar in elk geval wordt hierdoor de zaak èn van het publiek in de eerste plaats, èn van die der ijsclub en in de derde plaats van hen, die op het ijs trachten een daghuurtje te verdienen, niet gediend. Het publiek geve antwoord op de door ons hierboven gestelde vraag: „Wat is billijk?"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1899 | | pagina 3