Uit den Omtrek
Feuilleton.
S C H AAK MAT
Plaatselijk Nieuws.
Van alles en nog wat
wal ver. De heer Marchant behoort ni»t tot die
genen die zich door een dergelijke opmerking van
verder vragen laten afschrikken, en hij is dan
ook doorgegaan met vragen totdat hij zoo volledig
mogelijk antwoord ontving. Of deze antwoorden
hem echter in gelijke mate hebben bevredigd, is
MUZIEKCONCOURS TE HOORN.
Ter gelegenheid van het 15-jarig bestaan van
het harmonie- en fanfarecorps „Kunst na Ar
beid", is te Hoorn het jaarlijks concours gehouden
van den [West Frieschen Bond.
Zaterdag waren de feesten ingezet rtiet kinder
spelen, waaraan 250 jongens en meisjes deelna
men. Den eersten Pinksterdag had de officieele
opening plaats door den heer A. A. de Jongh,
burgemeester van Hoorn, voorzitter van het eere-
eomitó. Aan het concours namen 21 corpsen deel
one. een 518 werkende leden. Als jury traden op
de heeren D. Speets, hoofdleeraar aan het Con
servatorium te Amsterdam; Sara Vlessing, toon
kunstenaar te Ymuiden en A. C. Brouwer, toon-
-kunstenaar te Rotterdam. (Ie dag)) en Joh. Schui- j
temaker .musicus te Amsterdam (2e dag.))
Een 20-tal medailles, kruisen en lauwerkransen
waren door diverse vereenigingen aangeboden. I
De efestelijkheden werden opgeluisterd door tal
van attracties. Het Doelenplein was herschapen
in een oud Hollandsche kermis, oud Hollandsehe
dansen werden uitgevoerd en een geschiedkundig
blijspel met zorg vertolkt: Een Noordhollandsche
Vrijstersmarkt in 1696 of Tetjeroen te Schermer-
horn, onder regie van-den heer Joh. Wilson. Dank
zij het prachtige zomerweer liepen de feesten
flink van stapel.
De uitslag van den eersten dag was 3e af deeling
Fanfare. Volharding, Berkhout 3e prijs 104 p.;
Excelsior, Andüj'k, 2e pr. 121 p.; Concordia, Hoog
karspel, 3e pr. 109<>/o p.; De Herleving, Zwaag,
Onder ons, Hauwert, 3e pr. 113% p.
2e pr. 130 p.; Kunstmin, Andfijk 3e pr. 105 p.:
2e afdceling Fanfare: ONDER ONS, DIRKS-
IIORN le prijs 167<y0 p.; EXCELSIOR, NIEU
WE NIEDORP 2e prijte 125<y0 p; Ons Genoegen,
Wdidenes, 2e prijs 128% p.; Crescendo, Middelie,
le prijs 1630/0 p.; KUNST NA ARBEID ZUID j
SCHARWOUDE, le prijs 165 p.
Maandag 2en Pinksterdag kwamen in het bijl 1
zonder de Harmoniegezelschappen in aanmerking. j
De uitslag luidde:
Afdeeling uitmuntendheid Fanfare: Winnabot j
Den Helder, le prijs 196o/0 p.; 3e afdeeling j
'Harmonie A., Ta venue, Opperdoes, 2e prijte 130
punten, 45e afdeeling Harmonie B., Winkels Har-
monie Winkel 3e prijls 106o/0 punten; 2e afdeeling I
Harmonie, Crescendo, Medemblik, le prijs 141 j
punten, le afdeeling Harmonie, Kunst na Arbeid
Hoorn, le prijs 163 punten, EXCELSIOR TE
NOORDSCHARWOUDE EERSTE PRIJS MET
LOF 174 PUNTEN.
_Uits 1 eerewedstrdjjdj^nf^.
ONDER ONS, DIRKSHORN 80o/0 p.; b. harmo-
mie le PRIJS ZILVEREN LAUWERKRANS j
EXCELSIOR NOORDSCHARWOUDE 86% p.
2e prijs Kunst na Arbeid Hoorn, 83% p.
HEER HUGOWAARD NOORD-
Zaterdagmorgen geraakte de huisvrouw van M.
de V. in de molensloot. Haar echtgenoot dit zien
de, snelde onmiddellijk toee en wist haar spoedig
uit haar benarde positie te verlossen.
Zondagmiddag had aan de Pijpjes alhier een
ongeluk plaats, dat goed is afgeloopen. Een wiel
rijder, komende van den Middenweg, reed op dit
kruispunt pardoes tegen een paard en kar aan,
komende uit de richting Noordscharwoude, doordat
de voerman zijn tegenwoordigheid van geest be-
9.))
De bepaling omtrent de gerimpelde of gladde
kant was zulk een levensvraag, dat het viertal
eenigen tijd noodig had, om de zaak uit verschil
lende oogpunten te bekijken.
Sara Selfridge heeft de haree gerimpeld,
zei Lilia.
En dat stond allerliefst, meende juffrouw
Knipper.
Misschien zou het dan maar het best zijn,
dat gij haar ook liet rimpelen, Lilly zei mama.
Maar driemaal glad boven elkander, dat
maakt ook een heel goed effèct, meende juf
frouw Snipper.
Dan zouden drie rijen glad mogelijk beter
zijn zei mama.
Of men zou ook kunnen nemen, eenmaal ge
plooid op den rand en daarboven driemaal glad
'met een satijn belegseltje, vervolgde juffrouw
Knipper. Zoo heb ik het voor juffrouw Elliott
opgemaakt.
-Dat zal wel voldopn, zei mama. Dan
zou ik dat maar nemen, Lilly.
Och kom, zei Lilly, houd u nu allen
maar stil, ik weet nu wel wat ik hebben wil.
Deze woorden klonken nu wel wat ruw en
onbeleefd, maar Lilly zag er altijd zoo lief uit,
en zei de vinnigste dingen met zulk een zachte
stem, dat iedereen op den koop toe haar nog
aardig vond. Zij besliste nu de keus van haar
garneersel' met zulk een helder hoofd, dat men
wel kon zien dat zij over zulke punten rijpelijk
had nagedacht, en mevrouw Ellis_ stond in haar
moederlijken trots te schudden van het lachen.
Lilly weet altijd wel juist hoe het wezen
moet, zeide zij, het is een aardig klein ding.
En .toen nu het spreken over strooken, plooien
hield en met een ruk het paar lot stilstaan bracht
waardoor het dier kwam te vallen wat erger deed
voorkomen. De beide inzittende vrouwen werden
door deze onverwachte beweging uit het rij'tuig
geworpen doch bekwamen geen letsel. Met behulp
van voorbijgangers werd' het paard weer spoe
dig op $|e been geholpen, waarna bleek dat ook
het dier zich niet had bezeerd. Allen konden hun
reis weer vervolgen. (Ons Blad.)
SINT PANCRAS.
Donderdag trouwde de jongste zoon en naam
genoot van den heer P. Volkers alhier. De plech
tigheid zou zonder aanwezigheid van den vader
moeten gebeuren, daar hij1 door langdurige onge
teteldheid verhinderd werd ten raadhuize te ver
schijnen.
Doch dit wist de heer J. van Kampen, kantoor
houder alhier, te voorkomen. Op zïjln raad werd
de telefonische verbinding zoo gemaakt, raad
huis en woonhuis zïjln telefonisch aangesloten,
waaroor dde vader de geheele voltrekking van het
huwelijk kon volgen als ware hij persoonlijk te
genwoordig.
PINKSTEREN.
Het Pinksterfeest is met het heerlijkste weer
begunstigd. Duizenden en nog/ eens duizenden heb
ben er van geprofiteerd en, hoewel er een spreek
woord bestaat, „lest heugt den mensch het best",
toch kan gezegd worden dat het in geen jaren
zoo druk is geweest, dan dezen Pinkster. In-ver
schillende gemeenten in de omgeving was het er
stil van. He tvroolïjke Vertier, dat anders langs
den weg is waar te nemen, was verdwenen, men
had zich begeven naar de badplaatsen Bergen
aan Zee en Egmond aan Zee, en de vsjedrennen te
Alkmaar hadden eveneens veel publiek getrokken.
De steeds nieuw blïjjVende réis naar Schoorl en
Bergen werd ook nu weer door duizenden paar
tjes ondernomen en booten uit Amsterdam', spoor
en tram voerden steeds nieuwe Pinkstergangers
bij duizenden aan en het was in de duinen, in de
bosschen langs het strand en op de wandelwegen
een deinende drukte, een vroolijk en opgewekt le
ven van blijde Pinkstervreugd.
Te Schoorl en te Bergen was de drukte enorm.
Op het kruispunt waar de wegen loopen naar
Schoorl, Groet en de tram naar A lkmaar had men
do uitmuntende maatregel getroffen een verkeers
pgent. te plaatsen. Ongetwijfeld zijn daardoor on
gelukkeu voorkomen. Zoodra door voetgangers,
fietsers, „stoomfietsen" en auto's het verkeer als
het ware werd ingeknoopt, maakte de verkeers
vrij! baan en alles bleef zijn rustigen gang gaan.
De restaurants, de café's de speeltuinen, de ver
schillende „gelegenheden" zaten vol en nog eens
propt vol menschen en het zal ongetwijfeld voor
die plaatsen welke het van het vreemdelingen
verkeer moeten hebben, voordeelige dagen zijn ge-
^ans de zware lastengoed, goed, alles goed,
maar.. wie met Pinkster een blik rondom zich
heeft geslagen, wie een oogenblik heeft gedacht
aan de klaagtonen, die in gesprekken, in verga
deringen, in de bladen en eigenlijk overal worden
gehoord, heeft van de waarheid der bewering,
dat het een door en door slechte tijd is, met Pink
ster daarvan geen bewijs ontvangen. Wat wij le
zen ook over de enorme drukte elders, gaat elk
denkbeeld te' boven. Over het geheele land heeft
men Pinkster gevierd en heeft men van het heer
lijke zomerweer genoten.
OUDKARSPEL.
D® Woningbouw-Vereeniging „Goed Wonen"
heeft op hare statuten de Koninklijke Goedkeu
ring ontvangen.
I NO ORDSG H A RW GITT0E
ONZE MUZIEKGEZELSCHAPPEN.
Het Fanfarecorps „Kunst na Arbeid" te Zuid-
scharwoude en het Harmoniegezelschap „Excel
sior", alhier, hebben deelgenomen aan het Muziek-
j Concours te Hoorn, den 2en Pinksterdag gehou-
I den. De eerst-genoemde vereeniging kwam met
den eersten prijs thuis in de tweede afdeeling,
de vereeniging te Noordscharwoude, „Excelsior",
mocht het genoegen smaken met DRIE EERSTE
PRIJZEN thuis te komen. In de eerste plaats
won deze dappere vereeniging den eersten prijs
bij den gewonen kamp in de eerste afdling. In
den Eere-wedstrijd won zij eveneens den eersten
prijs en verde rwon zij den eersten prijs voor het
hoogste aantal punten. 180 punten was het maxi
mum; 140 het minimum; onze vereeniging be
haalde maar eventjes 1731/2 punt, met bij zonde
ren lof van de Jury.
Beide vereenigingen staan onder leiding van
den heer P. Pranger, die met vier vereenigin
gen aan dit concours deelnemende, met drie eer-
sste prijzen en een tweeden prijs ging strijken.
Dat's kranig werk zouden we zoo zeggen. In de
eerste plaats onze welgemeende felicitatie voor
zooveel prestatie. Wij hebben meermalen den lof
I dezer kranige vereeniging bezongen, en wij zouden
i dus in herhaling treden wanneer wij nog eens
gingen opsommen de groote verdiensten van een
directeur als de heer Pranger. Wie zoo uit het
^strijdperk treedt diens bekwaamheden kunnen
niet meer aangevochten worden. Maar... de ver
eeniging „Excelsior" is thans in de afdeeling
„uitmuntendheid" geplaatst. Wanneer men twee
malen achtereen den eersten prijs behaalt, ge
niet men die eer der rangverhooging. „Excelsior"
heeft dat stuk volbracht, en nu hebban wij slechts
één wensch, nl. deze: Moge dit succes opnieuw
1 de leden overtuigen, dat er steeds gewerkt moet
1 worden. Op de paden des roems liggen de klem
men van den overmoed. Men is schijnbaar op den
hoogsten trap, maar het besevhavingswerk is
nooit volbracht. Een lichte verzwakking is een
I stap terug, waarvoor men zich hebbe te hoeden.
Evolutie is een plantje, dat zeer voorzichtig moet
worden gekweekt en zich even licht als een vlin
dervleugeltje wondt aan het scherpe revolutio-
naire doorntje ,in dit geval de gedachte aan
zelfvoldaanheid. Deze mooie overwinning is
i eene algemeene felicitatie van de burgerij ten
I volle waard, voor wie wij gaarne als tolk dienen:
Nogmaals, Excelsior", hartelijk gefeliciteerd.
HET ONWEER»
Heden ontlastte zich een zwaar onweder bo-
onze. gemeente gepaard met een geweldigen slag-
regen Zware donderslagen rolden langs de lucht
j en knetterden door de hemelruimte. Voor een
j oogenblik was het zelfs angstig, de dreunende
'donder onmiddellijk o phet felle licht, dat blik-
j semde door den met dikke stralen neergietenden
i regen. [Heerlijke verkoeling na eene'benauwende
1 warmte ,die in kamers, lokalen en werkplaatsen
tegen de tachtig graden teekende. Van onge-
- -j &A.„i
Raak geslagen zijn een boet en een loods op
het Visseherspad, terwijl van een huisje staande
aldaar en bewoond door A. Kroon, den sehoor-
'steen werd weggeslagen. Ook werd de woning be
woond door Joh van Dijk getroffen.
en strikken was afgeloopen, ging Lilljy weder
in hare gemakkelijkste houding op het bed lig-
'gen, om den brief verder te lezen.
De slimme juffrouw Knipper had den geeuw
opgemerkt, waarmede zij den brief uit de hand
-had gelegd en zei Het schijnt dat die brieven u
niet heel veel pleizier doen.
Wel, alle dagen krijg ik er een en zulke lan-
1 ge, antwoordde Lilly, terwijl zij' de paginas
omsloeg. Kijk eens even, vervolgde zij,
een laadje opentrekkende, welk een stapel. Ik
voor mij begrijp niet, hoe iemand lust heeft om'
dag aan dag zulke brieven te schrijven. Maar
John is ook zoo op mij verzot.
Dat zal wel veranderen, als gij maar eerst
eens een half jaar getrouwd zijt, zei juffrouw
Knipper, het hoofd schuddende als iemand die
weet wat er in de wereld te koop is.
Nu, daar zal ik niet rouwig om zijn, was
Lilia's antwoord, terwijl zij het bevallige hoofdje
in den nek wierp. Het is zoo nogal lastig.
Uit hetgeen men van Lilia hoorde, zou men
denken, dat zij in werkelijkheid volstrekt de per
soon niet is. die John zich voorstelt, als hij met
zulk een verrukking aan haar denkt en haar zulke
lange lastige brieven zit te schrijven.
Dat is zij ook niet. John is verliefd, niet op
de eigenlijke Lilia Ellis, maar op dat ideale we
zen, dat op zijn moeder gelijkt en tevens al de
deugden van die moeder in zich vereenigt. Het ge
voel dat John bezielt moet geëerbiedigd worden,
het is een gevoel waarover geen sterveling zich
behoeft te schamen. Eene liefde, die de geheele
betere natuur doet ontwaken, die den man doet
streven naar alles wat rein en verheven is en zijn
godsdienstzin opwekt. Zulk een liefde is heilig
en vermindert geenszins in waarde, al wordt zij
aan een onwaardig voorwerp toegewijd. De
man en de vrouw ondergaan beiden eenmaal in
hun leven de wijjding van die heilige inspraak
des harten maar ondervinden meestal dat op
het altaar waar zij hunne godheid zoeken geen he-
1 melsch wezen troont. Er blijft van hunne
Zachte, zoele windjes waaien,
In den nooit volprezen Mei
Bloemengeur en vog'lenzangen
Maken 't harte vrij en blij.
Kom, een staf ter hand genomen,
Kom, de reistasch vastgesnoerd,
Moeder, moeder, laat ons reizen,
Waar de weg ons henen voert.
jWie heeft leeren lezen in het boek der na-
illusien vaak niets over dan alledaagschheid en
eigenbaat. En iedereen die tot deze treurige
ontdekking is gekomen, zal wijs doen als hij' de
wieken van zijn verbeelding samenplooit en zich
zoo goed mogelijk in het onvermijdelijke schikt.
Zoo het hem dan al onmogelijk is geworden, om'
de geheele volheid zijner liefde te schenken, dan
kan hij toch vriendschap geven. Hij1 kan dulden
als een wijsgeer. Hij kan deernis hebben als een
christen en, als hij de wïj'ze gevonden heeft waar-
,op een huwelijk zonder overeenstemming het
lichtst is te dragen, dan kan hij' zijn last op de
schouders nemen en zijn weg, niet alleen zonder
klagen, maar somtijds met een opgeruimd gemoed
bewandelen.
Geen greintje van dit alles komt in de gedachte
van John op, als hij dag aan dag, met nameloos
verlangen, zijn hart uitstort in brieven, die Lilia
storen in de overwichtige bezigheid, welke het in
orde brengen van haar uitzet vordert.
Moeten wij ons die bevallige schoone Lilia nu
voorstellen als een moster zonder hart, omdat zij
yolstrekt niet getroffen is door die brieven, wel
ke zij' veel te langdradig vindt? Waarom heeft
John er pleizier in, om voor haar zijne denkbeel
den te ontwikkelen over eene menigte van za
ken waar zij geen ziertje om geeft Zij! weet nietls
van de zuivere kerkleer of van het voor en tegen
der kerkgebruiken, en wat meer is, het is haar
volmaakt onverschillig of zij het weet. Zij' hoort
niet gaarne zooveel over godsdienst spreken; dat
vindt zij vervelend. Wat haar aangaat, kan John
naar de kerk gaan die hem het best bevalt. En al
dat geschrijf over zijne lievelings-dichterszij1
houdt niet van verzen. Zij heeft die altwijd onzin
nige beuzelpraat gevonden, en John haalt er al
tijd zooveel in zijne brieven aan. Wat er ver
der van liefde in voorkomt, nu ja, dat kan
misschien alles nieuw en aardig voor John wezen,
maar zooals gezegd is, zij heeft dat alles reeds
tot vervelens toe gehoord en die dingen spreken
var. zeiven. Natuurlijk is zonder haar, de we
reld eene woestijn, die verzekering werd al zoo
tuur, diens ©og zal met blijdschap hangen aan
het hoofdstuk: Meimaand. De natuur heeft zich
getooid in haar wonderschoon bruidskleed en in
do 'bosschen galmt het liefdesgekweel van het
vog'lénheir. Men moet wel een groote kniesoor
zijn om op zoo'n schitterenden voorjaars-zomer
dag, als alles tintelt van licht en léven onder de
straelnde koesterende zon, het leven niet te min
ten en do zorgen zij het ook tijdelijk op
zij te zetten. Ach ja, die zorgen, ze kunnen hot
mooie leven zoo droevig maken. En wij, wie 's le-
[vens misère niet in die mate drukt als onze min
der bedeelde lotgenooten, mogen wij ons wel, bij
schitterende levensblijheid ter eene zijde het oog
sluiten voor de weemoed heerschende aan den
anderen kant. Lord Newton heeft eens gezegd
„Ik zie op de wereld twee bergen, 'een van liet
menschelijk geluk en een van de menschelijke'
ellénde, wanneer ik nu van den eenen berg eenj
klein schepje afneem en dit toevoeg aan den an
deren, dan heb ik reeds een overwinning be
haald." Van die menschelijke ellende, maakt onze
correspondent te S teen wij kerwold melding. Hij
brengt de(n) lezer(es) in een nederig woninkje,
waar, in de eenige ruimte een jonge vrouw op
een rustbed voor het raam ligt. De lijderes is
tuberculoos in hooge mate. Hulp in het gezin ont
breekt. Versterkende middelen kunnen niet ge
nuttigd worden, want de man eikschiller
verdient nog geen f9.per week. Vader moet
pm 4 uur des morgens opstaan en eerst de h
lijke werkzaamheden verrichten, gaat dan de
deur uit en komt des avonds laat terug. De zieke
vrouw moet de kinderen oppassen en voor de
schrale tafel, die gewoonlijk aardappelen met
pakjes vet verschaft, zorgen. En zoo kwijnt dit
jonge leven weg, tenzijvan den berg van
het menschelijk geluk iets wordt afgenomen en
.toegevoegd aan den ander. ,Wie brengt er zonne
schijn in dit gezin? Wie durft bij zzooveel ellende
te zeggen: ben ik mijn broeders hoeder?
Nietwaar, het huwelijk loopt om in poeti-
schen trant te blijven, niet over rozen alleen. Als
de honger het venster binnen komt, gaat de liefde
de deur uit, al zijn er ook wel eens andere mo
tieven waardoor Amor op de vlucht slaat. Iu
een der Hollandsche bladen biedt een jonge, ge-
Zij deelt mee, dat zij een maaneldijksche toelage
scheiden Engelsche dame haar hart en hand aan,
geniet, en de voorkeur geeft aan den eigenaar
van een auto. Misschien bedoelt ze nog wel
meer de auto, dan den eigenaar.
Die fijnere beschaving, ze verbergt véél zelf
zuchtigheid. Zïj heeft het hoogere standpunt van
het menschdom ons de arbeidstm'oeheid bezorgt
of om in ronde woorden te spreken: de luiheid
Men herinnert zich, dat een bekend staathuis
ihoucfkundige heeft gezegd: „Arbeid is eigen
dom." Een andere staathuishoudkundige beweerde
„Eigendom is diefstal." Bijgevolg zou ook
arbeid diefstal zijn en daar we onder de hooge
moraal van tegenwoordig, zulks niet op ons wil
len laten zitten, werken we liever niet. Hoe min
der werk, hoe minder diefstal.
Ta pr minder .wérk dan deugt het evenmin, 't
Is geen florisahtpn tijd, doch de 8-urigen werk
dag maakt dat er gebrek is aan werkkrachten.
Vooral op het woningbouwgebied komt dit uit.
Werklieden uit vakken, waarin malaise heerscht,
worden opgeleid tot metselaar. De gemeenten
Franeker en 's Hertogenbosch en andëre zijn
voornemens, in deze richting werkzaam te zijn.
Zoo heeft 's Hertogenbosch het voornemen, nu
in Re sigarenindustrie ter plaatse groote malaise
heerscht en het wellicht nog geruimen tijd zal
<tiuren, alvorens de fabrieken weer met volle
kracht zullen werken, jonge sigarenmakers tot
tnetselaars op te leiden.
Het leven vooral in een groote stad
neemt een bedenkelijke reputatie aan. Rotterdam
is echter met hare hooge belastingcijfers de resi
dentie reeds sterk gaan overvleugelen. We zul
len enkele cijfers naast elkaar zetten, wat men in
dikwijls door allerlei waarheidlievende mannen
uitgesproken, dat zij dit met volkomen gerustheid
gelooft, en niet inziet; waarom John in dit op
zicht meer te beklagen is dan haar overige aan
bidders, die allen in hetzelfde geval verkeeren
Lilia heeft met de smart van een minnaar zoo
weinig medelijden als een jonge kat met de mui
zen. Zij amuseert er zich mede, en beschouwt die
als een soort van speelgoed, waar zij recht op
Zij solt met de eene muis na de andere, zonder te
begrijpen dat dit voor het dier ernstige gevolgen
kar. hebben.
Toen Lilia een klein meisje van omstreeks acht
jaren was, werden haar, door de tralies van het
tuinhek, suikerklontjes voor een kus in ruil ge
geven, en dus ontwaakte al vroeg in haar de
dachte, dat zij door haar lieve gezichtje veel van
de goederen der aarde zou kunnen bemachtigen
Het was haar ongeluk dat zij reeds als kind zoo
buitengewoon mooi was, dat zij niet op de straat
kon komen zonder geliefkoosd te worden en, wat
erger was, zonder lof en bewondering uit ieders
mond te hooren. Overal werd zij' ingeroepen, soms
alleen om bekeken te worden, terwijl fotografen
vroegen om haar portret te mogen maken. Kortom
er waren zoovelen onnadenkende, dwaze lieden
die van het aardige kind een speelpop maakten
dat die vroegere schoonheid haar tot een wezen
lijke ramp werd, en zoowel haar karakter als haar
gezond oordeel er door werden bedorven. Voor
een kind, dat in zulke omstandigheden verkeert'
ligt- de eenige hoop op redding in het bezit van
.verstandige ouders.
Lilia. bezat die echter niet, want haar vader
was niets meer dan een knappe kruidenier, toe
'geiust met de slimheid die voor zijn bedrijf noo
dig was. en haar moeder was eenvoudig een vol
leerde kookster en naaister. Terwijl hij' suiker en
zout verkocht, maakte zij den wintervoorraad in
of borduurde japonnen, en de mooie Lillydreef
op haar eigen wieken rond.
BCprdt véwrelgd.