Uit den Omtrek Feuilleton. S C H AAK MAT Plaatselijk Nieuws. Van alles en nog wat wal ver. De heer Marchant behoort ni»t tot die genen die zich door een dergelijke opmerking van verder vragen laten afschrikken, en hij is dan ook doorgegaan met vragen totdat hij zoo volledig mogelijk antwoord ontving. Of deze antwoorden hem echter in gelijke mate hebben bevredigd, is MUZIEKCONCOURS TE HOORN. Ter gelegenheid van het 15-jarig bestaan van het harmonie- en fanfarecorps „Kunst na Ar beid", is te Hoorn het jaarlijks concours gehouden van den [West Frieschen Bond. Zaterdag waren de feesten ingezet rtiet kinder spelen, waaraan 250 jongens en meisjes deelna men. Den eersten Pinksterdag had de officieele opening plaats door den heer A. A. de Jongh, burgemeester van Hoorn, voorzitter van het eere- eomitó. Aan het concours namen 21 corpsen deel one. een 518 werkende leden. Als jury traden op de heeren D. Speets, hoofdleeraar aan het Con servatorium te Amsterdam; Sara Vlessing, toon kunstenaar te Ymuiden en A. C. Brouwer, toon- -kunstenaar te Rotterdam. (Ie dag)) en Joh. Schui- j temaker .musicus te Amsterdam (2e dag.)) Een 20-tal medailles, kruisen en lauwerkransen waren door diverse vereenigingen aangeboden. I De efestelijkheden werden opgeluisterd door tal van attracties. Het Doelenplein was herschapen in een oud Hollandsche kermis, oud Hollandsehe dansen werden uitgevoerd en een geschiedkundig blijspel met zorg vertolkt: Een Noordhollandsche Vrijstersmarkt in 1696 of Tetjeroen te Schermer- horn, onder regie van-den heer Joh. Wilson. Dank zij het prachtige zomerweer liepen de feesten flink van stapel. De uitslag van den eersten dag was 3e af deeling Fanfare. Volharding, Berkhout 3e prijs 104 p.; Excelsior, Andüj'k, 2e pr. 121 p.; Concordia, Hoog karspel, 3e pr. 109<>/o p.; De Herleving, Zwaag, Onder ons, Hauwert, 3e pr. 113% p. 2e pr. 130 p.; Kunstmin, Andfijk 3e pr. 105 p.: 2e afdceling Fanfare: ONDER ONS, DIRKS- IIORN le prijs 167<y0 p.; EXCELSIOR, NIEU WE NIEDORP 2e prijte 125<y0 p; Ons Genoegen, Wdidenes, 2e prijs 128% p.; Crescendo, Middelie, le prijs 1630/0 p.; KUNST NA ARBEID ZUID j SCHARWOUDE, le prijs 165 p. Maandag 2en Pinksterdag kwamen in het bijl 1 zonder de Harmoniegezelschappen in aanmerking. j De uitslag luidde: Afdeeling uitmuntendheid Fanfare: Winnabot j Den Helder, le prijs 196o/0 p.; 3e afdeeling j 'Harmonie A., Ta venue, Opperdoes, 2e prijte 130 punten, 45e afdeeling Harmonie B., Winkels Har- monie Winkel 3e prijls 106o/0 punten; 2e afdeeling I Harmonie, Crescendo, Medemblik, le prijs 141 j punten, le afdeeling Harmonie, Kunst na Arbeid Hoorn, le prijs 163 punten, EXCELSIOR TE NOORDSCHARWOUDE EERSTE PRIJS MET LOF 174 PUNTEN. _Uits 1 eerewedstrdjjdj^nf^. ONDER ONS, DIRKSHORN 80o/0 p.; b. harmo- mie le PRIJS ZILVEREN LAUWERKRANS j EXCELSIOR NOORDSCHARWOUDE 86% p. 2e prijs Kunst na Arbeid Hoorn, 83% p. HEER HUGOWAARD NOORD- Zaterdagmorgen geraakte de huisvrouw van M. de V. in de molensloot. Haar echtgenoot dit zien de, snelde onmiddellijk toee en wist haar spoedig uit haar benarde positie te verlossen. Zondagmiddag had aan de Pijpjes alhier een ongeluk plaats, dat goed is afgeloopen. Een wiel rijder, komende van den Middenweg, reed op dit kruispunt pardoes tegen een paard en kar aan, komende uit de richting Noordscharwoude, doordat de voerman zijn tegenwoordigheid van geest be- 9.)) De bepaling omtrent de gerimpelde of gladde kant was zulk een levensvraag, dat het viertal eenigen tijd noodig had, om de zaak uit verschil lende oogpunten te bekijken. Sara Selfridge heeft de haree gerimpeld, zei Lilia. En dat stond allerliefst, meende juffrouw Knipper. Misschien zou het dan maar het best zijn, dat gij haar ook liet rimpelen, Lilly zei mama. Maar driemaal glad boven elkander, dat maakt ook een heel goed effèct, meende juf frouw Snipper. Dan zouden drie rijen glad mogelijk beter zijn zei mama. Of men zou ook kunnen nemen, eenmaal ge plooid op den rand en daarboven driemaal glad 'met een satijn belegseltje, vervolgde juffrouw Knipper. Zoo heb ik het voor juffrouw Elliott opgemaakt. -Dat zal wel voldopn, zei mama. Dan zou ik dat maar nemen, Lilly. Och kom, zei Lilly, houd u nu allen maar stil, ik weet nu wel wat ik hebben wil. Deze woorden klonken nu wel wat ruw en onbeleefd, maar Lilly zag er altijd zoo lief uit, en zei de vinnigste dingen met zulk een zachte stem, dat iedereen op den koop toe haar nog aardig vond. Zij besliste nu de keus van haar garneersel' met zulk een helder hoofd, dat men wel kon zien dat zij over zulke punten rijpelijk had nagedacht, en mevrouw Ellis_ stond in haar moederlijken trots te schudden van het lachen. Lilly weet altijd wel juist hoe het wezen moet, zeide zij, het is een aardig klein ding. En .toen nu het spreken over strooken, plooien hield en met een ruk het paar lot stilstaan bracht waardoor het dier kwam te vallen wat erger deed voorkomen. De beide inzittende vrouwen werden door deze onverwachte beweging uit het rij'tuig geworpen doch bekwamen geen letsel. Met behulp van voorbijgangers werd' het paard weer spoe dig op $|e been geholpen, waarna bleek dat ook het dier zich niet had bezeerd. Allen konden hun reis weer vervolgen. (Ons Blad.) SINT PANCRAS. Donderdag trouwde de jongste zoon en naam genoot van den heer P. Volkers alhier. De plech tigheid zou zonder aanwezigheid van den vader moeten gebeuren, daar hij1 door langdurige onge teteldheid verhinderd werd ten raadhuize te ver schijnen. Doch dit wist de heer J. van Kampen, kantoor houder alhier, te voorkomen. Op zïjln raad werd de telefonische verbinding zoo gemaakt, raad huis en woonhuis zïjln telefonisch aangesloten, waaroor dde vader de geheele voltrekking van het huwelijk kon volgen als ware hij persoonlijk te genwoordig. PINKSTEREN. Het Pinksterfeest is met het heerlijkste weer begunstigd. Duizenden en nog/ eens duizenden heb ben er van geprofiteerd en, hoewel er een spreek woord bestaat, „lest heugt den mensch het best", toch kan gezegd worden dat het in geen jaren zoo druk is geweest, dan dezen Pinkster. In-ver schillende gemeenten in de omgeving was het er stil van. He tvroolïjke Vertier, dat anders langs den weg is waar te nemen, was verdwenen, men had zich begeven naar de badplaatsen Bergen aan Zee en Egmond aan Zee, en de vsjedrennen te Alkmaar hadden eveneens veel publiek getrokken. De steeds nieuw blïjjVende réis naar Schoorl en Bergen werd ook nu weer door duizenden paar tjes ondernomen en booten uit Amsterdam', spoor en tram voerden steeds nieuwe Pinkstergangers bij duizenden aan en het was in de duinen, in de bosschen langs het strand en op de wandelwegen een deinende drukte, een vroolijk en opgewekt le ven van blijde Pinkstervreugd. Te Schoorl en te Bergen was de drukte enorm. Op het kruispunt waar de wegen loopen naar Schoorl, Groet en de tram naar A lkmaar had men do uitmuntende maatregel getroffen een verkeers pgent. te plaatsen. Ongetwijfeld zijn daardoor on gelukkeu voorkomen. Zoodra door voetgangers, fietsers, „stoomfietsen" en auto's het verkeer als het ware werd ingeknoopt, maakte de verkeers vrij! baan en alles bleef zijn rustigen gang gaan. De restaurants, de café's de speeltuinen, de ver schillende „gelegenheden" zaten vol en nog eens propt vol menschen en het zal ongetwijfeld voor die plaatsen welke het van het vreemdelingen verkeer moeten hebben, voordeelige dagen zijn ge- ^ans de zware lastengoed, goed, alles goed, maar.. wie met Pinkster een blik rondom zich heeft geslagen, wie een oogenblik heeft gedacht aan de klaagtonen, die in gesprekken, in verga deringen, in de bladen en eigenlijk overal worden gehoord, heeft van de waarheid der bewering, dat het een door en door slechte tijd is, met Pink ster daarvan geen bewijs ontvangen. Wat wij le zen ook over de enorme drukte elders, gaat elk denkbeeld te' boven. Over het geheele land heeft men Pinkster gevierd en heeft men van het heer lijke zomerweer genoten. OUDKARSPEL. D® Woningbouw-Vereeniging „Goed Wonen" heeft op hare statuten de Koninklijke Goedkeu ring ontvangen. I NO ORDSG H A RW GITT0E ONZE MUZIEKGEZELSCHAPPEN. Het Fanfarecorps „Kunst na Arbeid" te Zuid- scharwoude en het Harmoniegezelschap „Excel sior", alhier, hebben deelgenomen aan het Muziek- j Concours te Hoorn, den 2en Pinksterdag gehou- I den. De eerst-genoemde vereeniging kwam met den eersten prijs thuis in de tweede afdeeling, de vereeniging te Noordscharwoude, „Excelsior", mocht het genoegen smaken met DRIE EERSTE PRIJZEN thuis te komen. In de eerste plaats won deze dappere vereeniging den eersten prijs bij den gewonen kamp in de eerste afdling. In den Eere-wedstrijd won zij eveneens den eersten prijs en verde rwon zij den eersten prijs voor het hoogste aantal punten. 180 punten was het maxi mum; 140 het minimum; onze vereeniging be haalde maar eventjes 1731/2 punt, met bij zonde ren lof van de Jury. Beide vereenigingen staan onder leiding van den heer P. Pranger, die met vier vereenigin gen aan dit concours deelnemende, met drie eer- sste prijzen en een tweeden prijs ging strijken. Dat's kranig werk zouden we zoo zeggen. In de eerste plaats onze welgemeende felicitatie voor zooveel prestatie. Wij hebben meermalen den lof I dezer kranige vereeniging bezongen, en wij zouden i dus in herhaling treden wanneer wij nog eens gingen opsommen de groote verdiensten van een directeur als de heer Pranger. Wie zoo uit het ^strijdperk treedt diens bekwaamheden kunnen niet meer aangevochten worden. Maar... de ver eeniging „Excelsior" is thans in de afdeeling „uitmuntendheid" geplaatst. Wanneer men twee malen achtereen den eersten prijs behaalt, ge niet men die eer der rangverhooging. „Excelsior" heeft dat stuk volbracht, en nu hebban wij slechts één wensch, nl. deze: Moge dit succes opnieuw 1 de leden overtuigen, dat er steeds gewerkt moet 1 worden. Op de paden des roems liggen de klem men van den overmoed. Men is schijnbaar op den hoogsten trap, maar het besevhavingswerk is nooit volbracht. Een lichte verzwakking is een I stap terug, waarvoor men zich hebbe te hoeden. Evolutie is een plantje, dat zeer voorzichtig moet worden gekweekt en zich even licht als een vlin dervleugeltje wondt aan het scherpe revolutio- naire doorntje ,in dit geval de gedachte aan zelfvoldaanheid. Deze mooie overwinning is i eene algemeene felicitatie van de burgerij ten I volle waard, voor wie wij gaarne als tolk dienen: Nogmaals, Excelsior", hartelijk gefeliciteerd. HET ONWEER» Heden ontlastte zich een zwaar onweder bo- onze. gemeente gepaard met een geweldigen slag- regen Zware donderslagen rolden langs de lucht j en knetterden door de hemelruimte. Voor een j oogenblik was het zelfs angstig, de dreunende 'donder onmiddellijk o phet felle licht, dat blik- j semde door den met dikke stralen neergietenden i regen. [Heerlijke verkoeling na eene'benauwende 1 warmte ,die in kamers, lokalen en werkplaatsen tegen de tachtig graden teekende. Van onge- - -j &A.„i Raak geslagen zijn een boet en een loods op het Visseherspad, terwijl van een huisje staande aldaar en bewoond door A. Kroon, den sehoor- 'steen werd weggeslagen. Ook werd de woning be woond door Joh van Dijk getroffen. en strikken was afgeloopen, ging Lilljy weder in hare gemakkelijkste houding op het bed lig- 'gen, om den brief verder te lezen. De slimme juffrouw Knipper had den geeuw opgemerkt, waarmede zij den brief uit de hand -had gelegd en zei Het schijnt dat die brieven u niet heel veel pleizier doen. Wel, alle dagen krijg ik er een en zulke lan- 1 ge, antwoordde Lilly, terwijl zij' de paginas omsloeg. Kijk eens even, vervolgde zij, een laadje opentrekkende, welk een stapel. Ik voor mij begrijp niet, hoe iemand lust heeft om' dag aan dag zulke brieven te schrijven. Maar John is ook zoo op mij verzot. Dat zal wel veranderen, als gij maar eerst eens een half jaar getrouwd zijt, zei juffrouw Knipper, het hoofd schuddende als iemand die weet wat er in de wereld te koop is. Nu, daar zal ik niet rouwig om zijn, was Lilia's antwoord, terwijl zij het bevallige hoofdje in den nek wierp. Het is zoo nogal lastig. Uit hetgeen men van Lilia hoorde, zou men denken, dat zij in werkelijkheid volstrekt de per soon niet is. die John zich voorstelt, als hij met zulk een verrukking aan haar denkt en haar zulke lange lastige brieven zit te schrijven. Dat is zij ook niet. John is verliefd, niet op de eigenlijke Lilia Ellis, maar op dat ideale we zen, dat op zijn moeder gelijkt en tevens al de deugden van die moeder in zich vereenigt. Het ge voel dat John bezielt moet geëerbiedigd worden, het is een gevoel waarover geen sterveling zich behoeft te schamen. Eene liefde, die de geheele betere natuur doet ontwaken, die den man doet streven naar alles wat rein en verheven is en zijn godsdienstzin opwekt. Zulk een liefde is heilig en vermindert geenszins in waarde, al wordt zij aan een onwaardig voorwerp toegewijd. De man en de vrouw ondergaan beiden eenmaal in hun leven de wijjding van die heilige inspraak des harten maar ondervinden meestal dat op het altaar waar zij hunne godheid zoeken geen he- 1 melsch wezen troont. Er blijft van hunne Zachte, zoele windjes waaien, In den nooit volprezen Mei Bloemengeur en vog'lenzangen Maken 't harte vrij en blij. Kom, een staf ter hand genomen, Kom, de reistasch vastgesnoerd, Moeder, moeder, laat ons reizen, Waar de weg ons henen voert. jWie heeft leeren lezen in het boek der na- illusien vaak niets over dan alledaagschheid en eigenbaat. En iedereen die tot deze treurige ontdekking is gekomen, zal wijs doen als hij' de wieken van zijn verbeelding samenplooit en zich zoo goed mogelijk in het onvermijdelijke schikt. Zoo het hem dan al onmogelijk is geworden, om' de geheele volheid zijner liefde te schenken, dan kan hij toch vriendschap geven. Hij1 kan dulden als een wijsgeer. Hij kan deernis hebben als een christen en, als hij de wïj'ze gevonden heeft waar- ,op een huwelijk zonder overeenstemming het lichtst is te dragen, dan kan hij' zijn last op de schouders nemen en zijn weg, niet alleen zonder klagen, maar somtijds met een opgeruimd gemoed bewandelen. Geen greintje van dit alles komt in de gedachte van John op, als hij dag aan dag, met nameloos verlangen, zijn hart uitstort in brieven, die Lilia storen in de overwichtige bezigheid, welke het in orde brengen van haar uitzet vordert. Moeten wij ons die bevallige schoone Lilia nu voorstellen als een moster zonder hart, omdat zij yolstrekt niet getroffen is door die brieven, wel ke zij' veel te langdradig vindt? Waarom heeft John er pleizier in, om voor haar zijne denkbeel den te ontwikkelen over eene menigte van za ken waar zij geen ziertje om geeft Zij! weet nietls van de zuivere kerkleer of van het voor en tegen der kerkgebruiken, en wat meer is, het is haar volmaakt onverschillig of zij het weet. Zij' hoort niet gaarne zooveel over godsdienst spreken; dat vindt zij vervelend. Wat haar aangaat, kan John naar de kerk gaan die hem het best bevalt. En al dat geschrijf over zijne lievelings-dichterszij1 houdt niet van verzen. Zij heeft die altwijd onzin nige beuzelpraat gevonden, en John haalt er al tijd zooveel in zijne brieven aan. Wat er ver der van liefde in voorkomt, nu ja, dat kan misschien alles nieuw en aardig voor John wezen, maar zooals gezegd is, zij heeft dat alles reeds tot vervelens toe gehoord en die dingen spreken var. zeiven. Natuurlijk is zonder haar, de we reld eene woestijn, die verzekering werd al zoo tuur, diens ©og zal met blijdschap hangen aan het hoofdstuk: Meimaand. De natuur heeft zich getooid in haar wonderschoon bruidskleed en in do 'bosschen galmt het liefdesgekweel van het vog'lénheir. Men moet wel een groote kniesoor zijn om op zoo'n schitterenden voorjaars-zomer dag, als alles tintelt van licht en léven onder de straelnde koesterende zon, het leven niet te min ten en do zorgen zij het ook tijdelijk op zij te zetten. Ach ja, die zorgen, ze kunnen hot mooie leven zoo droevig maken. En wij, wie 's le- [vens misère niet in die mate drukt als onze min der bedeelde lotgenooten, mogen wij ons wel, bij schitterende levensblijheid ter eene zijde het oog sluiten voor de weemoed heerschende aan den anderen kant. Lord Newton heeft eens gezegd „Ik zie op de wereld twee bergen, 'een van liet menschelijk geluk en een van de menschelijke' ellénde, wanneer ik nu van den eenen berg eenj klein schepje afneem en dit toevoeg aan den an deren, dan heb ik reeds een overwinning be haald." Van die menschelijke ellende, maakt onze correspondent te S teen wij kerwold melding. Hij brengt de(n) lezer(es) in een nederig woninkje, waar, in de eenige ruimte een jonge vrouw op een rustbed voor het raam ligt. De lijderes is tuberculoos in hooge mate. Hulp in het gezin ont breekt. Versterkende middelen kunnen niet ge nuttigd worden, want de man eikschiller verdient nog geen f9.per week. Vader moet pm 4 uur des morgens opstaan en eerst de h lijke werkzaamheden verrichten, gaat dan de deur uit en komt des avonds laat terug. De zieke vrouw moet de kinderen oppassen en voor de schrale tafel, die gewoonlijk aardappelen met pakjes vet verschaft, zorgen. En zoo kwijnt dit jonge leven weg, tenzijvan den berg van het menschelijk geluk iets wordt afgenomen en .toegevoegd aan den ander. ,Wie brengt er zonne schijn in dit gezin? Wie durft bij zzooveel ellende te zeggen: ben ik mijn broeders hoeder? Nietwaar, het huwelijk loopt om in poeti- schen trant te blijven, niet over rozen alleen. Als de honger het venster binnen komt, gaat de liefde de deur uit, al zijn er ook wel eens andere mo tieven waardoor Amor op de vlucht slaat. Iu een der Hollandsche bladen biedt een jonge, ge- Zij deelt mee, dat zij een maaneldijksche toelage scheiden Engelsche dame haar hart en hand aan, geniet, en de voorkeur geeft aan den eigenaar van een auto. Misschien bedoelt ze nog wel meer de auto, dan den eigenaar. Die fijnere beschaving, ze verbergt véél zelf zuchtigheid. Zïj heeft het hoogere standpunt van het menschdom ons de arbeidstm'oeheid bezorgt of om in ronde woorden te spreken: de luiheid Men herinnert zich, dat een bekend staathuis ihoucfkundige heeft gezegd: „Arbeid is eigen dom." Een andere staathuishoudkundige beweerde „Eigendom is diefstal." Bijgevolg zou ook arbeid diefstal zijn en daar we onder de hooge moraal van tegenwoordig, zulks niet op ons wil len laten zitten, werken we liever niet. Hoe min der werk, hoe minder diefstal. Ta pr minder .wérk dan deugt het evenmin, 't Is geen florisahtpn tijd, doch de 8-urigen werk dag maakt dat er gebrek is aan werkkrachten. Vooral op het woningbouwgebied komt dit uit. Werklieden uit vakken, waarin malaise heerscht, worden opgeleid tot metselaar. De gemeenten Franeker en 's Hertogenbosch en andëre zijn voornemens, in deze richting werkzaam te zijn. Zoo heeft 's Hertogenbosch het voornemen, nu in Re sigarenindustrie ter plaatse groote malaise heerscht en het wellicht nog geruimen tijd zal <tiuren, alvorens de fabrieken weer met volle kracht zullen werken, jonge sigarenmakers tot tnetselaars op te leiden. Het leven vooral in een groote stad neemt een bedenkelijke reputatie aan. Rotterdam is echter met hare hooge belastingcijfers de resi dentie reeds sterk gaan overvleugelen. We zul len enkele cijfers naast elkaar zetten, wat men in dikwijls door allerlei waarheidlievende mannen uitgesproken, dat zij dit met volkomen gerustheid gelooft, en niet inziet; waarom John in dit op zicht meer te beklagen is dan haar overige aan bidders, die allen in hetzelfde geval verkeeren Lilia heeft met de smart van een minnaar zoo weinig medelijden als een jonge kat met de mui zen. Zij amuseert er zich mede, en beschouwt die als een soort van speelgoed, waar zij recht op Zij solt met de eene muis na de andere, zonder te begrijpen dat dit voor het dier ernstige gevolgen kar. hebben. Toen Lilia een klein meisje van omstreeks acht jaren was, werden haar, door de tralies van het tuinhek, suikerklontjes voor een kus in ruil ge geven, en dus ontwaakte al vroeg in haar de dachte, dat zij door haar lieve gezichtje veel van de goederen der aarde zou kunnen bemachtigen Het was haar ongeluk dat zij reeds als kind zoo buitengewoon mooi was, dat zij niet op de straat kon komen zonder geliefkoosd te worden en, wat erger was, zonder lof en bewondering uit ieders mond te hooren. Overal werd zij' ingeroepen, soms alleen om bekeken te worden, terwijl fotografen vroegen om haar portret te mogen maken. Kortom er waren zoovelen onnadenkende, dwaze lieden die van het aardige kind een speelpop maakten dat die vroegere schoonheid haar tot een wezen lijke ramp werd, en zoowel haar karakter als haar gezond oordeel er door werden bedorven. Voor een kind, dat in zulke omstandigheden verkeert' ligt- de eenige hoop op redding in het bezit van .verstandige ouders. Lilia. bezat die echter niet, want haar vader was niets meer dan een knappe kruidenier, toe 'geiust met de slimheid die voor zijn bedrijf noo dig was. en haar moeder was eenvoudig een vol leerde kookster en naaister. Terwijl hij' suiker en zout verkocht, maakte zij den wintervoorraad in of borduurde japonnen, en de mooie Lillydreef op haar eigen wieken rond. BCprdt véwrelgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1920 | | pagina 2