Zaterdag 12 Jtmi 1920. 29e Jaargang. Vergaderingen. Feuilleton. SCHAAKMAT No, 47. mrmmt. NIEUWE mimi TWEÉDE BLAD. GEMEENTERAAD HEER HüGOWAARDu Gister Vrijdagmiddag, half drie, vergaderde dc raad dezer gemeente onder voorzitterschap van tden iWeled. Ach tb. Heer W. van Slooten, Bur- Met kennisgeving afwezig de heer Wijnker. De voorzitter opent met een welkom1 de ver gadering, waarna de notulen worden voorgelezen en zonder op- of aanmerkingen worden goedge keurd. Naar aanleiding van de voorgelezen notulen, vraagt de heer Met of er nog iets gekomen is van het advies van het ingenieursbureau. De voorzitteer antwoordt, dat om advies ge vraagd is, waarop is ingekomen, dat wel een transformator kon worden geplaatst op de ge dachte plek, maar voor gemeenterekening en een uitgaaf zou vorderen van f12000. Nu zal het dan op eer. andere manier uitgevoerd worden, en wel door verzwaring van de koperdraad in de trans- (formator aan den Zuiderbrug. Deze behandeling zal ongeveer een uitgaaf vor- Gntheffing van den aanslag in den H. O. wordt deren van f5000. verelend wegens vertrek, voor den tijd van: 8 maanden, 8 maanden, 7 maanden, 4 maanden, 4 maanden. ,Van den voorzitter van Ged. Staten is een schrijven ingekomen, naar aanleiding van een be zoek van den Inspecteur der Drankwet, om te heaplen, dat een vergunning binnen 50 Meter afstand van den weg moet staan. Deze bepalnig wodrt door den Raad met' al- gemeene stemmen goedgekeurd. Van A. Langereis is een adres ingekomen, met verzoek om schadeloosstelling voor den uitgaaf 'van f125, door hem gedaan, volgens bepaling van dc Bouw- en Woningverordening, om de pri vaten te veranderen en te verplaatsen. De heer Kostelijk zegt, dat het nu reeds zoo afkomt, als door hem in een der vorige vergade ringen werd medegedeeld. Nu komen ze al vra gen ogi schadeloosstelling. En ik kan den man niet direct ongelijk geven. De heer Krom is van meening, dat Langereis niet in aanmerking komt voor schadeloosstelling. Spr. zou in deze liever een afwachtende houding willen aannemen. Hiertoe wordt dan ook. met algemeene stem men besloten. Van de Gezondheids Commissie is bericht ingpt -12)). ZESDE HOOFDSTUK. De jonge koningin is ten troon verheven, en de eerste van haar slaven volgt gehoorzaam hare schreden. Hij draagt haar waaier en haar parasol. Hij doet hare boodschappen, pakt hare koffers! schrijft haree brieevén, koopt alles voor haar waar zij zin in heeft en is gereed, om bij alle 'voorkomende gelegenheden het onmogelijke voor haar te doen. 1 Een groot, sterk man gevoelt zich wel eens wat wonderlijk, als hij zoo in gevangenschap verkeert, maar de allergrootsten, de allergrootsten en zij die het hoogste woord voeren zijn dikwijls het meest gedwee in die slavernij. (Maar niets is bestendig. Ieder koninkrijk, iedere heerschappij duurt slechts voor zekeren tijd. Het eenvoudige proza des levens moet na de poë zie aan dee beurt komen, en de wittebroodsweken rek ze uit zoolang "als ge wilt loopén een- tmaal ten einde. Zoo kwameen dan ook John en Lilly, na ver loop van zes weken, eenigszins stoffig en ver reisd te Springdale aan, waar Grace hen in het oude familiehuis opwachtte. Grace had in haren bijbel en in Fenelon gelezen tot zij zich bereid gevoelde om zich gelaten in haar lot te schikken. Grace was volstrekt geen stijve, hoekige, oude vrijster, die door de aanstaande komst eener jeug dige schoonheid uit haar humeur werd gebracht. Zij wes een bevallige, talentvolle vrouw, met een zeer ontwikkeld verstand, een goede opvoeding «en fijne smaak en beschaafde manieren, törwijl zij bovenal een zeer groote mate van zelfkennis fen zelfbebeersching bezat. Op vijf en dertig-ja rigen leeftijd had zij nog haar bewonderaars, maar tot dusver was haar hart ontoegankelijk geweest komen, dat er geen reden is om' nog langer te wach ten met het aanbrengen van de noodige verande ringen aan de privaten. Zij stelt dan ook voor de gewijzigde Bouw- en Woningverordening ter 'goedkeuring op te zenden. De heer Kostelijk zegt, dat er genoeg menschen zullen zijn, die het niet betalen kunnen. Wij zul len iu verband daarmee de verordening moeten wijzigen. De heer Poland zegt, dat indertijd het besluit i genomen is, dat de privaten veranderd moeten wor- i den. Daar stond toen een tij'LAor van 5 jaar voor. De materialen waren erg^Buur en de men schen hebben natuurlijk gewacht op Jiet beter worden der tijden. Het is echter niet beter ge worden, maar alles is met 150 pCt. in de hoogte gegaan. Ik ben het volstrekt niet met de Gez.heids Commissie eens, dat er geen reden is, om liet "hog een jaar óp te schorten. De duurte is dunkt j mij voldoende reden. 1 Dc heer Kostelijk vraagt, of het niet zal gaan S met het graven van een kuil op behoorlijken af stand van het huis. Zoo als het voorgesteld wordt is Jvet voor de menschen onuitvoerbaar. De voorzitter. Wanneer de menschen niet mee- j werken, krijgt men niets gedaan. 1 Besloten wordt de verordening op te zenden, met het advies van de Gezondheids Commissie, en het tegenargument van den heer Poland, om nog een jaar te wachten. Van den Directeur der Posterijen en Telegrafie is eeu schrijven ingekomen, om het meubilair van het hulpkantoor te verkoopen aan het Rijk. De voorzitter zegt, dat B. en W, dit wenschen over te doen tegen den kostenden prijs. Door Ged. Staten is voorgesteld, de aflossings termijn van de geldleening, aangegaan voor den sluisbouw tc Rustenburg, terug te brengen van 20 op 5 jaar. Naar aanleiding' daarvan is hier .bij den raad het verzoek ingekomen, om de jastr- lijksche rentegarantie van f100 in overeenstem ming te brengen met dezen kor teren tijd. B. en W,. stellen voor hier niet op in te gaan. De heer Met, zegt, dat, hoewel de begrooting de verhoogde uitgave niet toelaat, er toch wel niets tegen is om er wel op in tegaan. Het is slechts een kwestie van tijd. Nu gaat het in sneller tempo. De heer Krom zegt, dat het veel gemakkelijker voo]' dc gemeente is om in 20 jaar te betalen dan in 5 jaar. Hierna wordt het voorstel van B. en W. met Ingekomen is de bekende motie van de gemeen te Oud Beijerland, betreffende de stichting van een politieschool en reorganisatie van het politie- en de volmaakte vriendschap die tusschen broe der en zuster bestond had ieder verla,ngen en ie~ deien ewnsch bij haar onderdrukt, waardoor zij een nirr zoo hoogst gelukkig had kunnen maken. Grace had besloten om hare nieuwe zuster lief te hebben, om haar vroegerefouten en gebreken met een toegevend oog te beschouwen, om alles wat zij ooit in haar nadeel had gehoord uit het hoofd te zetten en om met John samen te wer ken tot haar geluk. John is zoon beste man, zeide zij- tot Letitia Ferguson, dat Lill yniet anders dan een goede vrouw kan worden. Daarom was Grace bij de voltrekking van het huwelijk verschenen in een elegant kostuum, dat voor die gelegenheid opzettelijk uit Parijs was .ontboden, en had zij de jonge bruid een prachtig stel paarlen en amethysten ten geschenke gege ven. Zij hadden elkander gekust en vriendelijke briefjes geschreven en nu had Grace zich gedu rende verscheidene weken bezig gehouden met de voorbereidselen om de nieuwe meesteres in het fa miliehuis te ontvangen. De kamers die John als jongeheer bewoond had waren nieuw opgemaakt, nieuw gemeubeld en als in een rozenprieel herschapen. Voor het overige was het huis, weder in orde gebracht, zooals John en zijne zuster het altijd sedert den dood van hun ne moeder hadden in stand gehouden, en zooals deze h'êt gaarne had gezien. Er was iets rustigs er. e erwaardigs in, dat Grace bij uitstek beviel, en juist II) et verschil met de opgepronkte, het oog vermoeiende meubeleering der hedendaagsche ver trekken, die men overal in denzelfden stijl terug vindt, was in haar oog een bekoorlijkheid temeer. Lilly echter overzag het geheel, reeds op den- persten avond dat zij er bezit van nam, met het vaste besluit om het bij de eerste geschikte gele genheid te moderniseeren. Maar, dacht zij er bij, ,er is nog tijd genoeg, om daarover te denken. En geen schijn van deze inwendige opmerkingen Was in haar uiterlijk zichtbaar, toen zij .overal, juist waar het te pas kwam, de woorden liet 'hooren: .0/ hoe aardig. Hoe allerliefst. Hoe prachtig, en John was innig gelukkig. Op voorstel van B. en "Wi. wordt' dit adres voor kennisgeving aangenomen. Ingekomen is een schrijven van de afd. Noord- Holland, van de Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten, om mede te werken aan de malaria bestrijding en daarvoor een crediet te verleenen van 5 cent per inwoner voor dan tijd van 4 a 5 jaar. De voorzitter deelt mede dat het voor onze gemeente zal komen te staan op een uitgaaf van 11] 00.— De heer Kostelijk is van oordeel, dat het meer op den weg ligt van Rijk of Provincie. De voorzitter zegt, dat B. en W. wel van het >nut der bestrijding overtuigd zijn, en stellen voor 'het crediet voor één jaar te verkenen om ieder 'jaar opnieuw een besluit te nemen. Dc heer Met wenschte den Raad nog aan te hc elen, toch vooral mede te werken. Met algemeene stemmen wordt het voorstel van B. en W. aangenomen. VaD den Nederlandschen Bond van Gemeente- Ambtenaren is een adres ingekomen, houdende ver zeek. de pensioenen voor de gemeenteambtenaren te verhoogen. 'i:_ De voorzitter antwoordt, dat hier in deze ge meente slechts 1 gepensionneerde ambtenaar is, Miej de Wed. Sellemans. Zij geniet jaarlijks een pensioen van f315, waarbij verleden jaar nog f50 toeslag is gegeven. Besloten wordt haar ook nu weer f50 toeslag te verkenen. Van de Ned. Vereeniging ter bevordering van de l-'elangen der Verpleegsters „Moskomos" is het vei7oek ingekomen om van de Wijkverpleging een gemeentedienst te maken. Voorzitter stelt voor om in deze een afwach tende houding aan te nemen, ook met het oog op de pas aan het Wjtte Kruis verkende subsidie van f800, voor de verpleegster, die thans aan het Witte Kruis werkzaam is en zeer tot ge noegen. Overeenkomstig het voorstel van B. en W. wordt met algemeene stemmen besloten. Goedkeuring is ingekomen van Ged.. Staten op 'do huurwaarde van de woningen voor de hoofden van scholen. Goedkeuring is ingekomen op het besluit tot het aangaan van een geldleening, groot f48000, ten behoeve van de uitbreiding van het electrisch net. Dankbetuiging van de heeren A. Kwantes en C. Brum voor de verhooging hunner jaarwedde. Deze stukken worden voor kennisgeving aange nomen. Goedkeuring wordt gehecht" aan de af- en over schrijving tot een bedrag van f6144.27. Zij viel Grace om den hals en kuste haar har telijk, zoodat John de zusterlijke vereeniging dié hij zich niet had voorgesteld, onder zeer gunstige teekenen zag aanvangen. Grace voelde zich eenigszins gedrukt door een soort van clairvoyance, die aan zeer oprechte menschen schijnt eigen te zijn, en die hen, met een verwonderlijke fijnheid van gevoel, ook de geringste afwijking van de waarheid doet onder scheiden. Hoe schoon de nieuwe zuster ook was en hoe zacht en vleiend hare liefkoozingen warén hoe vast Grace zich ook had voorgenomen om haar te gelooven en te vertrouwen en lief te hebben, gevoelde zij toch in haar hart een on- .Zichtbaren, ijskouden scheidsmuur tusschen haar oprijzen. Zij verweet dit haar zelve en in haar ijver om dezen indruk te overwinnen, werd zij onnatuurlijk in haar uitingen van vriendschap en zeide en deed veel meer dan zij gewoon was doen. Terwijl zij over dit alles zich evenzeer inwendig beschuldigde, van geveinsd te zijn en Iveel meer te betuigen dan zij gevoelde. Wat de schoone Lilly betreft wij hebben gezienjd at het haar niet aan gezond oordeel ont brak en zij doorgrondde haar zuster met dien scherpen, juisten blik, dien de vrouwen als bij instinct in iemands karakter slaan. Lilly was niet verliefd op Jóhn, omdat zij tot zulk een gevoel (nliet in staat was, maar zij had hem getrouwd en beschouwde hem nu als haar be zitting, haar onderhoorige, in een woord als ,.he1 h|aie" met zulk een bepaald eigendomsrecht dat het alle vroegere bezitters uitsloot. rislu. Lilia, zag dan met een enkelen blik, wie .Grace iW, és en weiken invloed zij op John moest uitoefenen. Zij zag tevens dat, wilde zij- het le ven lelden waarvan zij gedroomd had, John onder haai' scepter moest staan en niét onder dien van zijne zuster en dus besloot zij, dat er aan Grace's bewind een einde zou komen en dat zij, als op permachtige alleenheerscheres, den kleinen staat, zou hervormen. Maa rzij was natuurlijk wijs ge noeg om er voorshands met geen woord van te reppen. Och, zeide zjj deo volgenden ochtend, Door B. en W. wordt voorgesteld, de geldlet ning voor het electrisch bedrijf te verhoogen met een bedrag van f5000 benoodigd voor de zwaardere koperdraad in de transformator aan 'den Zuiderbrug. Hierna wordt doo rden raad het' besluit tot het aangaan van een geldleening groot f48000 in ge. trokken en een nieuw besluit genomen tot f53000 De heer Kostelijk zegt, dat in de advertentie, staat, voorkomende in de Gemeentestem, ter op roeping van sollicitanten naar de betrekking van ambtenaar ter secretarie: „Diploma strekt tot aanbeveling". Ik zag liever daar staan „geëischt." Ei; de slotzin was: „Bevolking overwegend"Katho lick. Dat is niet neutraal. Wij zitten hier voor de belangen van de gemeente, en daardoor zijn andersdenkenden geweerd. De voorzitter antwoordt dat het zonder bijbe doeling is gegaan. Wanneer men een diploma eischt komt er absoluut niets. En wanneer de sollicitant katholiek is, haeft dia j tochd e meeste kans. B. en Wi. zijn belast met de aanstelling van de gemeenteambtenaren en meende naar beste weten te hebben gehaadeld. De heer Kostelijk zegt zich te zullen beroe pen op artikel 183 van de Gemeentewet, waarbij B. en W. door den Raad ter verantwoording kun nen worden gerooepen. Zij toch vertegenwoordigen den Raad in het dageJijkseh bestuur, of het een katholiek, een i jood of een christen is. Maar zooala het nu ge gaan is, is het geen gemeentebelang. Onder de advertentie stond „Namens B. en W." maar ik wil wil zeggen „ik had het „verrekt." Het doet mij denken aan de spreuk „dat men heult met de wolven waarmee men in het bosch is." De voorzitter. B. en W. meenden er goed aan tee doen. De heer Kostelijk. Om welke reden I? De voorzitter. Omdat de meeste kans bestaat, dat bij verschil van sollicitanten de katholiek be noemd wordt. De heer Kostelijk. Het is te idioot om het te zeggeD. De heer van der Oord, zegt het met den heer Kostelijk volkomen eens te zijn. De heer Kuiper. Wanneer er 5 Gereformeer den zijn en 6 roomschen, is het toch niet over wegend roomsch. Of is het omdat de beide wet houders roomsch zijn? De heer Met, zegt ,dat al is het ook gedaan zon der nevenbedoelingen, het hem ten zeerste frap peert. Ik ben het volkomen met Kostelijk eens, dat het geen gemeentebelang is. Ik geloof dan ook ten sterkste dat het in het omgekeerde geval niet gebeurd was. De heer Kostelijk zegt, ook nog een advertentie toen Giace voorstelde om haar het huis rond te leiden eD haar de sleutels over te geven, ik weet waarlijk niet waarom ge mij alles zoudt aanwijzen. Ik weet niets van het huishouden, ik weet alleen wat ik noodig heb en, daar ik dat altijd b eb kunnen krijgen, heb ik er mij ook nooit in het minste om bekommerd, hoe het er kwam en hoe alles beredderd werd. Ziet ge, thuis was ik het bedorven kindje van iedereen, en mama. lachte alleen op de gedachte dat ik iets weten zou. Daarom, lieve Grace, zult gij mijn eerste mink ter maar moeten zijn, en ik zal de onbe duidende koningin wezen, die nergens voor deugt, dan om de haar voorgelegde stukken te teekenen én voor dergelijke dingen. Grace ondervond reeds in de eerste week, dat het juist geen werkeloos eerebaantje wns, om in eeu amerikaansch dorp, met amerikaansche dienst boden de huishoudster van zulk een jonge vorstin te zijn. De nieuwe mevrouw gaf terstond zulk eene verbazende hoeveelheid neteldoek en kant, doffen en gepijpte strooken te wasschen, dat een paar var. de fijnste strijksters wel drie dagen noodig zouden hebben gehad om alles weer in orde te brengen en de trouwe eertijke Brigitta, die aan de waschtobbe stond, was er geheel van versuft. En wilt ge nu eens even hier zien, juffrouw Seymour zeide Brigitta tot Grace, met on- dei drukten toorn in hare stem en met haar uitge- strekten, zeepigen rechterarm op den vloer wij zende, waar de kanten en strooken als bloemslin gers lagen uitgespreid. Ik vraag maar, juf frouw Grace, wie dat alles beredderen moet. Daar gaat een week mee heen, al werken Kaatje en ik -ei' dag en nacht aan, al kwam er het koken en het zilverschuren en het beddenmaken en al het andere niet bij. Het is wat te zeggen dat niemand dit eens aan dat schepseltje vertelt, want het i9 immers nog maar een kind, dat nergens beg. ip van heelt zooals jyist de meeste dame.,, die noon weten hoe het behoort. SLordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1920 | | pagina 1