Nieuwsblad voor LANGEDIJK en Omstreken.
No. 75. «uww.». Zaterdag 18 September 1980 2' Blad 29o Jaargang-,
per 3 maanden fl,00
J. H. KEIZER.
Plaatselijk Nieuws.
Nieu wstij d i n gen
NIEU WE
LAAGEDIJK1R COURANT.
Deze courant verschijnt eiken Woensdag-en Zaterdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS
REDACTEUR-UITGEVER
BUREEL:
-loordseharwoude.
PB IJ 8 DEB AÖTERTENTIjtN:
Vai 1—5 regels 78 et., elke regel meer 15 et.
firoote letters of vignetten worden n&ar plaatsruimte berekend,
Brieven rechtstreek* aan den Uitgever
TWEEDE BLAD.
DE WINTERTIJD.
In Jen nacht van 26 op 27 Saltern her zal we
derom de zonnetijd! worden ingevoerd!, en moet
onze klok een uur terug gezet wOrden.
„ONZE WASCHINRICHTING.»'
Onze zindelijke Langedijker huisvrouw heeft
natuurlijk reeds begrepen, dat wij daarmede de
Wasehinrichting van den heer O. van der 'Abeele
bedoelen! Natuurlijk! Hier bestond nog geen
wasehinrichting, en het spreekt wel van zelf, dat
de krant ook op dit nieuwtje dje aandacht wil,
neen, moet vestigen. Welnu, bij Abeele wordt
gewasschen en gestreken, zóó dat het voor onze
door en door zinderlijke huisvrouw een bekoring
der oogen is. W(ie denkt er bij dleze mededeeling
niet aan het'dienstboden vraagstuk Diensteden,
Werk- en Waschvrouwen vindt men niet meer,
Ieder moet z'n eigen have en goed maar zindelijk
zien te houden. Een aardig dienstmeisje isi nog
te duui betaald, wanneer men haar tien gulden
in de week moet geven, en daarbij aan al haar
pretenties voldoen. En heeft men een wasch vrouw
men mioet de klachten eens hooreb: Vijf pond
zeep is zoo verstreken. En onze tegenwoordige
werkvrouwen Graag op tijd hun „natje en droqg
je", en hou maar, wanneer men een aanmerking
durft te maken wanneer het een of ander koper
werk niet al te glad en blinkend naar dór huis-
vrouws zin is geschuurd. „Doe het dan zelf!"
is al heel gau'w het antwoord. (Natuurlijk de goe
den niet te na gesproken.) Maar, die zijn er zoo
weinig meer. Ik wilde dus maar zeggen,
heeft men weinig hulp' en een vuile wasch, men
ga naai Abeele, te Oudkarspel, geedkoolp1 en zin
delijk wordt Ideze behandeld. Zie de advertentie!
UIT OUD KARSPEL.
Onze zaadbouwers hebben een reuzenstrop, dat
de dorschmachine gedurende een tiéntal dagen
defect is. Het weer laat. zich aanzien diat dfe
mooie dagen voorbij zijn en er staat nog o zoo
vveel zaad op dorschen te wachten. Een andere
machine, die was toegezegd, laat nog steedis1 op
zich wachten.
Het Nederlandsch Verhond van Ziekenkas
sen zal vanaf de maand October een Landelijk
Orgaan uitgeven dat eens per maand verschijnt.
Zooals onze lèzers weten had Hulp in Nood dit
punt. op den beschrijvingsbrief voor de verga
dering van den prov. Bond geplaatst, omdat dit
de aangewezen weg kon zijn propaganda te ma
ken voor een blijende zelfstandigheid der onder-
Inige kassen. We vernemen, dat de heer Visser
van Nieuwe Niedorp zich met de hoofdredactie
beeft laten belasten.
De stoomdorscbmlachine aan hef noordeinde
laat haar geronk weer hooren, wat voor de vele
houwers die hun zaad. aan schelven hadden gezet
eeii uitokmst' kan heeten. Er staat er nu een die
nog een graadje sterker is, dan djs machine die
defect raakte.
UIT NOORDiSClHARWOUDE
De klachten over de telefoon zijn legio, dat is
algemeen bekend. Het is geen pretje voor hen die
'daarmee dagelijks moeten omgaan, doch we raken
ev reeds zoo langzamerhand aan gewoon.
Dat hét echter met een dringend gesprek uit
Broek met Noordscharwoude (mteer dian drie uur
kan duren voor men aansluiting, heeft, is echter
^el (Wat heel erg. Een onzer kooplieden achtte
het 's morgens om' half acht noodig een gesprek
te hebben met Noordscharwoude en vroeg dat
dringend aan. Het was echter reedis bijna 11
uur en nog was er geen verbinding. Het gesprek
z°u toch geen waarde meer gehad hebben, waar
om hij het heeft afgelast. De toestand wordt
onhoudbaar, vooral in handelskringen laat zich
oat in niet geringe mate gevoelen. Met verlangen
wordt uitgezien naar de verwezenlijking van het i
plan totaparte verbinding der beidie markten j
waarvoor reeds geruimen 'tijd geledfen de 'toe
zegging is ingekomen.
DE KERMIS TE ZUIDSCHARWOUDE.
De herfstvlagen zijn in aantocht, en we heb
ben er het eèn en ander reeds van gevoeld'. Na de
zoi nige dagen, gedurendle dé tentoonstelling te
Scha gen, is het weer omgeslagen en zitten we,
zooals de term in de gewone spreektaal luidt,
in de helft van Herfstmaand. De bladeren vallen
af, het jaar is bijna reeds voor drievierdlfe very
streken. De kermis te ZuidscharwOude staat
THANS weer voor de deur. Het is alweer veer
tien dagen geleden, dht de kermisvreugde te
Noordscharwoude werd gevierd, laten we zeg
gen gevierd op een wijze, die betamelijk kan hee
ten. Kondigden wij in eene voorloopige bespreking,
de y'erschilelnde vermakelijkheden aan, een ver
slag vaD het optreden der verschillend/a gezel
schappen gaven wij niet. Mosterd na den maal
«tijd zult ge zeggen er nu no,g op terug te ko
men. Egienlijk gezegd heeft het er wel wat van
maar lóf komt nooit' te laat, eu wanneer wij
zeggen, dat de Bioscopen van die HH. Regter
en Dc- Jong en van J. de Bakker Co. bijzonder
jiebben voldaan, dat het spooroafe geregeld vol
volk zat en de ondernemer op uitnemende wijze
zijn bezoekers bediende, dan gaan wij nog even
naar „Concordia." met onze gedachten en stellen
ons de groote zaal voor vol van belangstellenden
j op Maandagavond, toen Kees Pruis met zijn ge-
i zeischap optrad. "Wij hebben dien avond veel'
i genoten en de Heer Jenner ,de Pachter van ge
noemd Hotel, had zijn keuze op een uitneméndf
gezelschap laten vallen.
Hoewe er eigenlijk toe kwamen bóven dit'
stkuje „De kermis te Zuidscharwöude" te plaat
sen Laat ik u zeggen, waarde lezer en lezeres,
dat dit aanloopje noodig was, om' u méde te dee-
j len, dat we, wat we thans te Zuidscharwoudfe te
j genieten zullen krijgen, door toevallige omsta n-
digheden te Noordscharwoude hebben moeten mis-
sen. We zullen er verder maa. rniet op ingaan,
j want eigenlijk gezegd doet het er niet toe,, en ge
j zoudt er evenmin iets door winnen. Maar, luister,
het is belangrijk genoeg om het te vernemen, „Het
JKleine Tooneel" van HIER., (niet van Alkmaar)
'zal ten lokale van den Heer Kramer, op Maan
dagavond optredlen met' het tóoneelstuk „Hein
Roekoe."
Volgens een Groningsfeh volksverhaal kwam de
seigeant Jean Roucoux, een der eerste sans-culot-
tes, geboren ergens in de buurt van Bordeaux, met
Eransche troepen in Holland. Hij deserteendJe met
eenige kameradenen, wist zich in de Groninger
Veenkoloniën voor de autoriteiten schuil te hou
den. Hij bleef tot aan zijn doodj in die streken
rondzwerven.
Hieruit wordt een menschenleven met al zijn
wisselingen opgebouwd. Het stuk is spannend van
het begin tot het einde, en waar het eerste bedrijf
reeds boeit, daar kunnen de twee volgende bedrij
ven de hoorders geheel voor het stuk innemen.
Dus „Het Kleine Tooneel" van hier, bestaande
uit leden van de opgeheven vereeniging „Cicero"
treedt bij den heer Kramer op. Dat zal dus wél
volk lokken en wij weten, hiervan houden wij
ons overtuigd, dat dé ondernemer en de vereeni
ging elkander bij dezen de hand reiken. Het is
bij Kramer altijd goed en hij verstaat die kunst het
publiek aan zich te binden.
Wij zullen zeker gelegenheid hebben nader hier
op terug te komen. „Hein Roekoe" is een mooi
stku, dat ongetwijfeld zal boeien.
UIT BROEK OP LANGE,NDIJK.
De buslichtingen aan het postkantoor alhier
zijn gewijzigd en thans bepaald op: 's morgens
7.15, 's middags 1.20, 's avonds 5.50 en' 8 uur.
De Hongaarsche kinderen, die sedert begin
Februari hier bij verschillende ingezetenen ver
pleegd werden, zijn gistermorgen naar hun landl
en familie teruggekeerd. Slechts een drietal is
gebleven, waarvan één Wegens ernstige ongesteld-
herli. Bij bekkenslag was bekend gemaakt, d'at
zij Donderdagavond hun bagage aan het station
alhier konden bezorgen, en dat ze VVrijdhgmorgen
7 urn- bij het raadhuis bijeenkomen zouden om
gezamenlijk over Heerhugowaard naar Utrecht te
vertrekken ,o,nder geleide van het Dames-comité
dat heel wat tijd en moetie aan dat jonge volkje
heeft opgeofferd gedurende de ruim 7 maanden
van hun verblijf alhier. Zoo hadden wé dus Don
derdagavond een voorbereiding voor het a.s. ver
trek. Bepakt en bezakt zag men den een na den
ander tegen half 7 naar het station trekken, om
af te geven wat ze nog aan kleeren, voedsel en
versnaperingen van hun pleegouders meekregen
en dat was waarlijk voor velen geen kleinigheid.
I Het dorpsplein, de gewone avondve rzamelpl a ats'
der Hongaarsche (ook der Broeker) jeugdl, lag
deu laats ten avond stil en verlaten. Ze moesten1
afscheid nemen van velen en daarna vroeg onder
de wol met het oog op de a.s. vermoeiende vier-
i daagsche reis. We hebben dat laatste „naar bed
gaan" en „opstaan" niet aanschouwd, mahr le
vendig kunnen we ons voor oogen halen de too-
neelen, die zich daarbij zullen hebben afgespeeld]
En bij het laatste ontbijt zal menig boterham! ge-
reeder een plaatsje gevonden hebben in den ran
sel dan in de maag. Tegen] 7 uur: dfaar kwamen
ze opdagen, den knapzak ojpi dien rug, omstuwd
door een overgroote menigte, die weldTa het plein
en de straat vulde, diat er haast geen doorkomen
meer aan was. Het Veer was nat en koud, somber
als de af scheidsstemming van klein en groot,
van eigen en vreemd. Een oogenblik nog van
zoeken naar een bekende onder .dé vertrekkenden
om hem of haar nog gauw: eeh versnapering of
oo.jj: wel (een geldstuk toe te stoppen, en daar
gingen ze voor goed het dorp uit. Hoewel er nog
een kleine honderd pleegkinderen moeten ge
dweest zijn, (waren ze weldra niet meer te on
derscheiden tusschen dén drom van menschen, die
ben naar Heerhugowaarjl vergezelden, om daar,
aangedaan afscheid te nemen, met die weemoedi
ge gedachte: „Wie onzer zal hen, wie hunner zal
ons ooit wederzien?"
Vaarwel
KIESPLICHT EEN WASSEN NEUS.
De nieuwe kieswet heeft ook kiesplicht ge
bracht, met een strafbedreiging tegen hen, die
zonder geldige redbn de kiesplicht" niet vervul
len. Hoe deze strafbedreiging tot een wassen
neus Wordt gemaakt, leert ons het gemeentever
slag van Amsterdam1 over 1919. Wij zien daarin
dat op een kiezerscorps van rond 155500 kiezers
bij drie verkiezingen in 1918 en 1919 niet minder
dan 63364 kiezers hun kiesplicht niet vervul
den. Van deze kondien bijna, 15000 geen geldige
reden ovor hun verzuim opgeven.
In 1918 diende dé burgemeester, ingevolge art.
148 der kieswet tegen 3427 van die nalatigen een
klacht in bij den ambtenaar van het O.M. bij
de kantongerechten. Deze ambtenaar zond de lijst,
aan den hoofdcommissaris met verzoek elk dier
gevallen te willen onderzoeken.
Om aan dit, verzoek te voldoen, zou dé hoofd
commissaris aan' de commissarisen en aan den'
hoofdinspecteur-afdeelingschefs ieder voor zijn
ressort op de gebruikelijke wijze moeten op
dragen -die 3427 personen te hooren in zake lnm
overtreding van art. 71 lid 2 dier kieswet, bene
vens de 155 voorzitters 'der desbetreffende stem-
bureaux.
De burgemeester heeft aan het verzoek van den
ambtenaar van het Openbaar Ministerie intus-
scliei. geen gevolg doen geven, maar zich gewend
tot den Minister van Justitie, onder medfedeeling,
dat z.i. door de opdracht aan de gemeentepolitie
van al deze justitieele werkzaamheden haar veel
'omvattende geméentetaak zeer in het gedrang
zou worden gebracht. De burgemeester sprak
daarbij als zijr. overtuiging uit, dat van de ge-
n 5si,p olitie dan ook niet geëiseht kan worden
ëen zoo groot aantal krachten voor het verhoor
van de overtreders beschikbaar te stellen, tenzij
beven twijfel vaststond, dat zondier een dusdanig
verhoor een strafvervolging niet zou kunnen wor
den ingesteld.
De Minister van Justitie antwoordde, dat hem
niet was gebleken, dat de ambtenaren van het
O.M. 1 ij de kantongerechten te veel eischend
waren met het oog op het gewenschte bewijsmate
riaal en noodig,le dón burgemeester uit, alsnog
bar, het verzoek van het parket te voldoen. In-
'middels waren de 3427 overtredingen bijna ver- 1
jaard, zoodat van dleze geen werk meer werd
gemaakt.—
Het resultaat ziet men ui de cijfers, tpe 350(1
overtreders van 1918 hebben school gemaakt. In
1919 kwamen er nog 12000 bij.
HET TAPVElRBODi.
De Minister van Arebid heeft naar aanleiding
van een door den Erieschen Bond( van Hotel-]
café- en societeithouders tot H.M. de Koningin'
gericht verzoek om vernietiging van verschillende
'gemeentelijke verordeningen, waarbij voor be-
paalde dagen een tapverbod wordt ingesteld, tot
Me betrokken gemeentebesturen een brief ge
richt.
Daarin zegt de Minister:
Bij doorlezing van de verordfeningen bij dit
adres gevoegd, hebben voorshands reeds de vol
gende punten mijn aandacht getrokken:
1 1In verschillende verordeningen Wordt een
tapverbod uitgevaardigd soms nog versterkt
door beperkende bepalingen ten aanzien van het
slijten van sterken drank o.a. gedurende den Zon
dag.
2. In sominige verordeningen wordt aan den
burgemeester de bevoegdheid verleend in het be
lang der openbare orde, voor een dbor hem te
bepalen tijd den verkoop of het verstrekken van
sterken drank in het klein in de voor het publiek)
toegankelijke vergunningslokaliteiten te verbie
den.
Wat het' eerste punt betreft, is er m'.i. geen'
bezwaai tegen, dat een gemeentelijke verordening
voor bepaalde dagep een tapverbod vaststelt. Art.
35 der gemeentewet' Waarnaar de aanhef van het
art. der Drink'wet uitdrukkelijk' verwijst, laaf
hiervoor ruimte.
Een dergelijk tapverbod mag echter in' zijn
strekking niet verder gaan dan het sluitingsge
bod, bedoeld, in art. 7, lid. 4 der Drankwet. Nu
houdt laatstbedoelde bepaling voor het uitvaar
digen van een sluitingsgebod voor bepaalde dagen
'uitdrukkelijk de beperking in ydat alleen zulke
dagen daarvoor in aanmerking mogen komen,
waarop Wegens bijzondere omstandigheden mis
bruik van sterken drank is te vreezen.
Daarbij is blijkens de toelichting hoofdzakelijk
gedachtja an lotingsdagen van de nationale militie
of bijzondere nationale feestdagen. De Zondag
valt hier echter als een wekelijks terugkeerende
dag zonder meer niet onder. In ieder geval zullen
tijzondere omstandighedfen moeten worden aan
gevoerd om een sluitingsgebod en dés ook een'
tapverbod op bedoeldlen dag te wettigen. Zulks!
klemt nog te meer, w'aar in sommige der onder
havige verordeningen het tapverbod is Verscherpt
door een beperkende bepaling ten aanzien van het
slijten van sterken drank.
Wat het tweede punt aangaat, de hierbédóelde
bepaling is m.i. zonder meer in strijd met de
wel te achten. Uitgaande van mijn boven uiteen
gezette opvatting, dat een tapverbod in zijn
strekking niet verder mag gaan dan een sluitings
gebod, is in de gemaakte bepaling ongetwijfeld)
te zien een ongeoorloofde delegatie van wetgeven
de macht. Op grond van dó hier aan den burge
meester gegeven Levoegdheid kan déze feitelijk'
voor on bepaalden tijd het taplpen an sterken drank
in vergunningslokaliteiten verbieden. De eenige
beperking aan deze bevoegdheid gesteld is deze
dat hij daarvan slechts gebruik mag maken in
het belang der openbare orde, een terminologie, die
doet vermoeden, dat deze bepaling bedoelt aan te
sluiten aan de hij art. 188 der gemeentewet aan'
den burgemeester opgedragen politie over herber
gen etc. Intusschen kan m.i. ter rechtvaardigingi
van meerbedoeldb bepaling op art. 188 der Ge
meentewet' geen beroep 'worden gedaan. Kon op
grond van dit Wetsartikel aan den burgemeester
feitelijk een ongelimiteerde bevoegdheid worden
verleend ten' aanzien an het uitvaardigen van
tapverboden, zoo zou de bepaling van art'. E,
de lid 4o der Drankwet feitelijk illusoir.kunnen
Worden gemaakt.
Hetzelfde argument tegen een poging tot recht
vaardigen der gemaakte bepalingen met een be
roep op art. 135 der gemeentewet. Zeker is er
geen bezwaar tegen, dat den burgemeester bij dé
uitvoering der gemeentelijke verordeningen d'e
noodige vrijheid van beweging wordlt gelaten',
maar dan moet tóch in'; ieder geval in dó veror
dening. worden aangedfuid, op 'welke dagen de