C 3 C to, JA Gemeenteraad Sint Pancras Zuiv reusTchlig groot. Men k'aH zijn a^fnslüiting 'Krij- 'pen oïnïrent Handelingen, waarmede de welhóü- gen met over 10 jaar te betalen. ders en de Baad zich niet konden vereenigen. No We heer De Geus. Daandoor wendt het finan- j eens, ik behandel g(*n details, maar releveer cieel bezwaar grootendeels ondervangen. Een groot gedeelte is voor waterleiding, omdat het nut prvan wondt ingezien. De heer Ootjers. Het groote genot en het groioite voordeel voor de volksgezondheid, daar wegen"* de kosten in de verste Verte niet tegenop. De voorzitter. Het ziektecijfer is hier toah niet zoo lijzonder hoog. En de behoefte is hier niet zoo groot. Mijnheer Keizer kan het wel lieel aardig voorstellen(De heer Keizer: Naar waarheid, M. de voorz.) maar wanneer men goed op zijn gooten past, heeft men gped water. De heer Ootjers. Bij een droogte van een 4 weken heliben een hoop menschen direct gebrek aan water. leen de feiten. Maar, Mijnheer de Voorzitter, het ging weer z'n oude sleur gedurende.het jaar, dat (de nieuwe raadsverkiezingen volgens de nieuwe kieswet in uitzicht werden gesteld. En inmiddels leefde onze levensmiddelendirecteur op grooten voet, dat wel de argwaan opwekte van vielen maar niet van Burgemeester en Wethouders, die niettegenstaande zij waren ingelicht, geen motief 1 schenen te vinden om een nader onderzoek in. te stellen. Dat, Mijnheer de Voorzitter, heeft groote Vei wondering moeten wekken, waar men zoo> lang zamerhand begon in te zien, welk vleesch men in de kuip had. Onverantwoordelijk moet het worden genoemd, dat in Idit geval niet eeider werd ingegrepen, en tot schorsing van den levenamid De heer Keizer. M. de voorz., ik ten met over delendirecteur wend overgegaan. Over de fcenoe mij zelf tevreden, omdat ik de waterleiding niet krachtig genoeg verdedigd heb. Wanneer U, M. Ide voorz., meent, dat ik het aardig kap zeggen, is het toch een overtuiging die in mij leeft. Wanneer ik U herinner aan een samenkomst op een bovenzaal, en wij keken toen in de dakgoo- ten. begrijp ik niet dat wij het water nog gebrui ken. Het regenwater wordt op de meest schan delijke wijze verwaarloosd. Ik stel1 mij de onkos ten niet voor op een bankje van f 25dat weegt natuurlijk. Maar dan zie ik voor mij een 'lijder ■die in heete koortsen ligt, waar angst en span ning in huis heersehen. En daarom hoop ik ook dat, waar waterleiding door de wetenschap wordt erkend als goed voor de volksgezondheid, de hee- ren zullen besluiten het nu te nemen. Ik ben er zoo van overtuigd dat dit iets is, wat gebaren en daargesteld moet worden, dat ik mij er niet ver antwoordelijk voor stel, wanneer een ander zijn stem hiertegen uitbrengt. In stemming gebracht wordt de aansluiting met 4 tegen 3 stemmen verworpen. Voor stemden de heeren Ootjers, Keizer en Heman. Tegen de hee- ren Barten, Zut, De Geus en Duijves. Door B. en W. wordt thans voorgesteld de ver ordening op den H.O. te wijzigen als volgt: de aftrek voor noodzakelijk levensonderhoud te hren gen van f400.op f600.en de kinderaftrek! te brengen van f 40.op f 50. Zonder eenige discussie goedgekeurd;, i In behandeling komt thans: Voorstel van B. en W. tot het aangaan van eene geldlee- ning, groot ƒ23000,—, tot dek king van het tekort aan het Distributiebedrijf. De voorzitter leest het desbetreffend concept besluit voor, waaruit blijkt, dat de leening zal worden aangegaan tegen een rente van ten hoog ste 7 pCt. af te lossen in 15 jaren. De voorzitter vraagt wie van de heeren hier over het woord wenscht. De heer Keizer. M. de Voorz., het doet mij lead dat ik naar aanleiding Vpn Idit voorstel! dingen zal moeten zeggen, die het verleden raken. Maar ik vraag de aandacht van den geachten Baad', omdat ik meen verplicht te zijn, dit te moeten zeggen Mijnheer de Voorzitter, Mijne hèeren, Het Voorstel van B. en W. tot het aangaan vjan eene geldleening, groot 23000 gulden, tot dek king van het tekort aan het dis triutbie bedrijf, is een voorstel, dat niet zoo eenvoudig is, als het er uitziet. De agenda, waarop dit voorstel voor komt, zoowel als de vergadering, waarin dit voor stel zal worden behandeld, M. de Voorz., zal Jh is tonische beteekenis krijgen in de annalen onzer gemeente. Met dit voorstel worden tijden wakker "geroepen, die voor onze gemeente noodlottig zijn geweest. De indrukken zijn vervaagd onder welken wij toen hebben geleefd en daarom roept dit voor stel ons weer gebeurtenissen wakker, die in onze 'gemeente algemeene verbazing en verontwaardi ging hebben verwekt. Toen bnze eerste levens- middelendirecteur, of wilt ge ambtenaar, belast «net de regeling en de administratie van het le vensmiddelen bureau, voor het salaris via,n f 12 per week te duur werd geacht en naar de ge meente Zuidscharwoude vertrok, kwam het beheer m uwe handen M. de Voorz., en het is zeker een 'gevolg geweest van de minder bekwame hulp, die ge n hadt aangeschaft, dat al spoedig bleek, dat de geregelde gang daaronder leed en het onder uwe lerdmg niet van eem' leien dakje ging. Er kwam steeds meer verwarring, misschien nog ver oorzaakt door het verloren gaan van verschillende papieren, door een veronderstelde of werkelijk gebeurde inbraak op het raadhuis, en niemand beter dan U, M. de Voorz., zal zich den tijd kunnen herinneren, dat u werd geplaagd met «■zoeken van slagers, bakkers, winkeliers an mel'k- sJijters, die allen aandrongen op aMoening van <die zaken, waarbij zij financieel belang hadden. w,..?1®t in details treden, maar u even aafh dien tijd herinneren, waarin algemeen de trao-e gang van de distributie-aangelegenheden we.d te- sproken en meermalen van andere levensmidldelen- bureaux verschillende waren moesten worden ce- leend, in de eerste plaats meel, om de bakkers aLn het werk te houden en de gemeente van heb noodigebrood te vpjarzien. Een ander ingezetene, niet geheel onbekend met administratieve werk zaamheden, trad voor u in de pla»t», wiaarbij ge uw invloed M. de Voorz., nog .geregeld deed gel- den en ook deze man, van goeden wille, maar niet tegen zijn taak opgewassen, moest het veld fuimen, waarbij wij onze hoop gevestigd hadden op een nieuwe ster, die zich metterwoon in deze gemeente had gevestigd. En deze mijnheer heeft blijken gegeven zijn vak op uitnemende wijze te verstaan, zoo dat hij al spoedig bij zijne benoe ming uw vertrouwen en dat der beide inmiddels- 'algetreden wethouders mocht verwerven. De nnng van een accountant hangt nog een sluier, waarin U, Mijnheer de Voorz., met den Heer He- man verschilt. De notulen zouden moeten uitma- ken of met het aanstellen van een accountant is gedraald, niettegenstaande daaromtrent een be sluit was gevallen. Echter, door niet intijds ingrij pen kon de levensmiddelendirecteur zijn slóg slaan en heeft dat ook gedaan. In diat jaar werd 'de „krach" voltooid. Er is ongeveer een jaar ge werkt om den chaos uit te zoeken. Alles gaat) reeds gedurende een jaar langs nieuwe banen maar, Mijnheer de Voorz., we zitten op het oogen- blik met eene nalatenschap, die voor de gemeente een „strop" kan worden genoemd. Het tekort in het distributiebedrijf zal door eene leening moe ten worden gedekt, heel eenvoudig, blijkbaar, maar M. de Voorz., ik Vraag mij af, of de gemeen tenaren zich dat zóó maar zullen laten welge vallen? Alles werkt bovendien tegen. Een reden temeer om die vraag te overwegen I Wij staan reeds voor hooge belastingen en geringe inkomsten en wij zouden zonder protest dit maar weer op de schouders der ingezetenen schuiven? Neen, M. de Voorzitter, daar komt mijn rechtsgevoel tegen óp. Ik stel den Burgemeester en de afgetreden Wethouders verantwoordelijk, die, teen het er op aankwam, de groote schoonmaak gaarne aan een ander overlieten. Nu staan wij voor het feit, en de vraag, wie moet dat betalen? JaL Mijnheer de Voorzitter, „Wie moet dat betalen?" Ik zou tegen mijn natuur spreken, wanneer ik daarop niet volmondig antwoordde: Burgemeester en Wethouders, toentertijd met dë leiding der gemeentezaken belast. Maar ik weet ook, gesteld, dat dit jbesluit 'Werd1 genomen, dat Gedi Staten niet het recht zouden hebben den Burgemeester en de beide afgetreden Wethouders te dwingen die som te betalen of het tekort alsnog aan te zuiveren. Het zou een lange weg worden, waarop vele voet angels e(n klemmen zouden worden aangetroffen, maar, zóó de leening te aanv&arden is ónmo gelijk. Ik vind het niets meer dan billijk, dat door den Burgemeester en de afgetreden Wet houders wordt bijgedragen in het tekort. En die billijkheid grondt ik op het feit, dat mede door hun schuld de gemeente in finantieele moeilijk heden is (gekomen en Ide terge rij voor een schulden last, waarvan ik haar gedeeltelijk zou willen ont lasten. Ik heb dan ook de eer voor te stellen, M. de Voorz., dat de Baad besluite zich te wen den tot den Burgemeester en de afgetreden Wet houders, met de vraag: of zij in het tekort, dat onder hunne leiding is ontstaan, wenschen bij te dragen en zoo ja, op hoeveel de gemeente dan van hun kant zal kunnen rekenen. Mocht dit besluit niet worden genomen en mijn voorstel vallen, dan zal ik noodgedwongen vóór de lee ning stemman, omdat het geld er wezen moet, maar niet dan onder protest voor de wijze, waar op toentertijd met de belangen der ingezetenen is gespeeld. Het heeft mij leed gedaan, M. de voorz., dit te hebben moeten zeggen, maar mijn' rechtsgevoel heeft er mij toe gebracht. Wij staan thans voor het feit een leeningsbesluit te moeten nemen ter bestrijding van het tekort en ik wilde mij van den plicht, die zieh aan mij opdrong, ontlasten. De heer Ootjers. Het is niet mijn plan, de ge schiedenis der laatste twee drie jaren te releveern, maar toch wensch ik te wijzen op dè zware taa|k, waarvan wij ons in het afgeloopen jaar hadden te kwijten. Een jaar van veel moeite en zorgen. Thans staan wij voor (de kwestie en het staaf bij mij Vast dat door B. en W- veel te lichtvaardig is gehande.d. Dit is voor mij een onbetwistbare meening. Nu moet men niet denken, dat ik met hetgeen ik zal zeggen, een pleidooi bedoel' voor de wethouders, maar we moeten ons wel indenken hoe de verhouding was tusschen den Burgemees ter en de Wethouders. Die verhouding was van dien aard, dat zij zich ged'wongen zagen uit den Baad vandaan te gaan. De Burgemeester heeft nu eenmaal niet de manier alles eerlijk en open hartig met de wethouders te bespreken. Ik kan dat zelf getuigen en mijn mede-wethouder ook, wanneer hij dat wil. Wanneer wij aandringen en Er om vragen, -ja, dan laat de burgemeester iets los, maar de wind komt nooit van dien kant. Dat hebben de vorige wethouders ook ondervonden, hoewel niet mag worden ontkend dat zij evenzeer lichtvaardig te werk zijn gegaan. Het is een feit, dat B. en W. verantwoordelijk moeten worden gesteld, maar gaat de B|a|id vrij uit? Ik heb zelf ook niet met de noodige ernst en klem' aan gedrongen om den levensmiddelendirecteur te ver wijderen. Maar waar is het, daf het besluit tot het aanstellen van een accountant door den bur gemeester slecht is uitgevoerd'. Wanneer intijds het besluit was uitgevoerd dan was er zeer ze ker veel voorkomen. Doch vergeten mag niet u„4 worden, dat de distributie geheel nieuw was. 1 V°°r ,örs höl0,gst moeiliik De wethouders zaten er niet in, maar wel moet Tenswt knaP h,m Portie Sehad- het verwondering wekken, dat de burgemeester hoofld W dat ziJ er uit" niet intijds de fraude heeft ontdekt. De wethou-'i ri ders zijn er te goeder trouw ingeloopen. Ik ben it JL i Jfas de zo"del*>k- Maar het met den heer Keizer eens, dat het een héél' tlif i wethouders geheel op zich moeilijke en lange weg is, (de vordering te verha- I An n 11 - - 1 heer Ootjers herhaalt dat Jiet met den voor- is. De stukken komen blenoemïf maar dat is niet zóó, Hij is dóiór B. en W benoemd. Ik heb dat den burgemeester gezegd) en er op gewezen, jdat de raad in dezen niet ge moeid was. De voorzitter. U moet met eerlijke wapenen strijden, mijnheer Heman. - De heer Heman. Het is waar wiat ik zeg. De heer Ootjers en ik hebben tegen de benoeming gesputterd, omdat ik Bluijssen niet vertrouwde. De heer Barten. Het is zeker een' treurige ge- leehieidenis. Bezwaar had ik er ook tegen, maar (we zaten in de .omstandigheid dat er een direc teur moest wezen, we waren gedwongen er een te nemen. Bluijssen kon aardig zijn mondje roe ren en genoot het vertrouwen van den burgemees ter. Voorts wisten we, dat er voortaan een com missie van toezicht zou wezen en 'dat heeft ons gerustgesteld. Zeker, wat lichtvaardig, maar ik meen ook, dat wij de heeren niet te hard mogen beoordeelen. Wanneer er eerder een accountant Was benoemd, was er veel voorkomen. De heer Heman. Met zelf-schuld is ieder er ingevlogen, maar verkeerde optellingen in de re kening werden ook niet waargenomen. De heer De Geus. Het doet mij leed dat ik zal moeten spreken tegen mijn meerdere in jaren en 'pösitie op een wijze, die mij niet past maar mijn plicht heeft mij dat opgelegd. In den korten tijd, dat ik deze plaats inneem als raadslid heb ik vele treurige ervaringen opge daan. Wel is waar heeft Bluijssen hier een slech te rol gespeeld maar het is in hooge mate in de hand gewerkt door hen, die toentertijd aan het hooM stonden. De wijze, waarop de burgemeester de zaak heeft aangepakt en uitgevoerd' getuigt van e|en 200 groote achteloosheid', dat het voer den (burgemeester zeer (poeilijk wordt zich te hand haven Een stem van verontwaardiging zal er in de gemeente opgaan als de geheele schuld, ver oorzaakt door wanbeheer, pp de schouders der burgers wordt geworpen. Het is niet alleen de distributie, maar in vele andere gevallen is het voor iden Baad en Voor de Wethoudfers in de eerste plaats haast ondoenlijk het bootjein de goede richting te sturen. Ik zou er dan ook vbor fcijn, dat de wethouders den raad bijeen riepen om de zaak grondig te bespreken, want er zijn er, die in deze zaak niet vrij uit kunnen gaan. De heer Ootjers zegt nog, dat de commissie niets anders had te doen dan de rekening nazien. De voorzitter. We hebben nu een zekere ge schiedenis gehoord, waarin een massa klaagtonen tegen mij zijn geuit. In 'hoeverre de heer Kei ler waarheid spreekt laat ik a|an zijngeweten over te beoordeelen. Maar ik zeg, dat het niet zoo- is als de heer Keizer voorstelt. Die menschen hete ben leugens gezegd en stel ik aansprakelijk voor hetgeen zij gezegd hebben. Moeten idle dan juist geloofd worden?? Wij hebben altijd op tijd de goederen aangevraagd, maar wanneer die niet op tijd kwameD, dan werd wel eens geleendj van Oud karspel. Meermalen moesten wij lang wachten. Ik durf verklaren dat het beweren op groote onwaarheid berust. Geen mensch is iets te kort (gedaan en wordt er wel met groote woorden ge schermd, maar het is alles niet wa,ar. Het heeft mij zelf meermalen geld gekost om de zaak drij vende 'te houden. Maar de distributie moest en zou van het raadhuis af en we hebban verschil lende menschen gevraagd directeur te willen zijn, maar allen weigerden. De uitkomst was Bluijs sen. Maar het liep treurig af, en ik wias- een der eersten die hem wantrouwde. Toch waren er nog menschen, die met hem wegliepen, o.a. wethou der Keeman, die geheel met hem meeging. Allen worden we nu voor het feit gesteld en opk andere lui hebben minstens portie aan de schuld. Met zoo n zaak valt het moeilijk de schuld op een paar personen te werpen. Wenschelijk zou het zijn, dat deze vergadering werd verdaagd en wij bij elkander kwamen om deze zaak uitsluitend on der de oogen te zien. Wij kunnen dan rondtuit zeggen wat wij hebben, nu maakt het mij ze nuwachtig. Het heeft mij teveel aangegrepen. In die bijeenkomst kruinen wij de zaak ernstig onder de oogen zien om dan tot een besluit te komen. Laten wij allen ons geweten eens nagaan Ik acht het wenschelijk deze zaak in een bij zondere bijeenkomst tc behandelen. De heer Keizer. Het leeningsbesluit moet üoch genomen worden. De voorzitter. Natuurlijk. De.heer'Keizer. Heigeen ik gezegd heb en, ge sproken is een uiting des harten, gedreven door het rechtsgevoel, dat in dezen naar voren moet komen. Deze zaak moest komen. Ik zal niet in details treden, dacht ik. Indien ik dat had ge wild, dan had ik gegevens te over uit de gebeur tenissen van het afgeloopen jaar. Ik handhaaf mijn voorstel, waarmede ik bedoel, dat wij al'len verantwoordelijkheidsgevoel genoeg moeten bezit-- ten om ons tegenover de burgerij te kunnen en durven verantwoorden. Hét leeningsbesluit kan gemakkelijk genomen worden, maar niet zonder dat wij eene poging doen, de burgerij van nog zwaardere lasten te ontlasten. Ik verzoek u no<* te herlezen wat door mij heden is gezegd. Maar wanneer u bijzonderheden wenscht, dan zal ik u satisfactie geven en met details voor den dag komen. Wanneer de zaak uitgesponnen moet worden, dan zullen wij de zaak ontspinnen, ma gr ik geloof, dat het beter is, wanneer u in de eer plaats daarop niet aandringt. Ook ik stel mij er niet veel van vbor, dat mijn voorstel bij hen succes zal hebben, maar de vraag kam gedaan worden, en wenschen zij niets in het tekort bij te Idiagen, welnu, dan weten wij het. De heer De Geus. Het is een uitgemaakte zaak dat bestaan. Het is geen pleizierige samenwer king. De voorzitter. Wat heb ik soms niet móetei jat niet te Düien- Goedkeur ii De heer Ootjers. Ik beleedig u niet. Er is geei root i6000( Bericht w ^noemd de Hierna de< •billende 'bi en gehad mt ake de nie atuni van overleg. Alle welwillendheid is verdwenen. Die ór buiten staan kan zich de moeilijke positie vaj (ons als wethouders niet indenken. De heer Heman. U mist alle tact. De voorzitter. Ligt het misschien opk aan' jut lie? De heer De Geus wijst op de door de Wet houders belegde spoedvergadering, toen er een au nog geei brief was ingekomen van mr. Leesberg, zon- jch het kw der dat de voorzitter daar notitie van genomen renseht voar maken om» t stichten omliggend had. Ik verkoop geen smoesjes De voorzitter antwoordt, dat die brief kwam, (toen hij juist op het punt stonid uit te gaan. La ten (ie heeren hun (geweten ook eens raadplegen. H oende geleg heb hier gewerkt, zoolang het dag was. AltijJ n voor ons 1 diebt ge den burgemeester zonder hulp gelaten, en onder di dat durf ik met eede bevestigen. Zij mogen mijn dkmaar. werk nog zien. Van des morgens vroeg - tot dej avonds laat ben ik aafri het werk. Het lag toch aan den Baad om te zeggen, moet de burgemeester geen hulp hebben? De heer De Geus. Als ze mij een brief sturen 9,ten nuinme komt hij terecht. In de kwestie Zureveen had brieven ontvangen van Alkmaar mtapr u wist én Wi. va er blijkbaar niets van. De voorzitter.. U kunt alles wel1 fantaseeren, Nou mijnheer de Geus, dat was een Zureveentje 'hoor en wat zij meer heeft geprofiteerd komt meer op haar geweten, dan op het mijne. Bij een v vooruitgaande gemeente als Noords char woude had ik hulp moeten hebben. U weet niet wat voor werk die Oosterstraat-bebouwing mij geeft, is heel wat gebeurd. De heer De Geus. Dat is het zeker. Ik ben voor dat de wethouders den raad bijeenroepen. De voorzitter. Schuwt u mijn bijzijn De heer De Geus. Neen hoor! De voorzitter. Waarom mag ik er djan niet bij? Wil men onder onsjes houden? De heer De Geus. Misschien is het nog wel goed wanneer u er 'bij is. Hierop wordt voorgesteld het leeningsvfoorstel in stemming te brengen. De heer Keizer. Met de voorwaarde er aan tog f332.50 verbonden, die ik heb gesteld. Dit beteekent en kei een vraag en geen Verplichting tot bdjdra De heer Barten. De bedoeling van den heer Kei zer is duidelijk. Door het aannemen van zijn vtoor- stell erkennen wij de verantwoordelijkheid en de schuld van B. en W. De heer Keizer. Zo ois 't. I De heer Ootjers releveert nog eeUs zijn n ning en waar allen voljgens zijn inzicht er goeder trouw zijn ingeloopen, daar zal hij tegen, het voorstel van den heer Keizer stemmen. Voor het voorstel van den heer Keizer stem den de voorsteller en de heer De Geus, blanco de heer Duijves. Tegen de andere heeren Het' voorstel tot het aangaan van "de geldlee ning wordt thans aangenomen. De heer Zut wijst er nog op dat informaties: le handelare: waren ingekomen na zijn benoeming tot levens middelendirecteur. De voorzitter. En nu de openhartigheid van mijn wethouders. Vlug schreef briefjes naar Kee man en beiden stonden het met elkaar! Wat niet tegen mij uitgespeeld. God hoort mij spre ken! Van Vlug heb ik nooit de ingewonnen formatie naar Bluijssen geweten of gezien. De heer Heman. Die is hier ook niet" geweest. De voorzitter. Bij de vorige wethouders was ik altijd het vijfde wiel aan de wagen. Dan zegt de voorzitter, meermalen te hebben aangedron gen op spoed bij den accountant, terwijl ik er van beticht Wordt, dat ik de zaak wilde tegen houden. Ik maakte geen gemeene zaak met Bluijs sen. Het- spijt mij genoeg, maar nooit heb ik be wijzen van Vlug of Keeman gehad. De heer De Geus wijst er nog eens op, dat hei besluit een accountant te benoemen, te laat i uitgevoerd en dat dit aan de gemeente noodlotiij is geweest. De heer Ootjers wijst er nog op, dat bij infor; matie naar het uitvoeren van dit raadsbtesluit voorzitter zich niets er van kon herinneren, d 'het genomen was. Wat ik doe, doe ik niet ach iemands rug en de volle medewerking was door mij toegezegd, en daar kon u op rekenen. De voorzitter antwoordt nög, dat Bluijssen in: bijzondere- vriendschap met den wethouder K amn leeMe. Dat zou zelfs Levendig nog kunn getuigen. Hierop wordt voorgesteld de vergadering verdagen tot Maandagavond 7 uur, ter verdei afwikkeling van de agenda. m "t e b tengevol| ba eenige oideeld nog Op voorste allies op De oude 1 zegt de v an het voor p te leverei 1 cr met et blazen zij Ook de an >i over uit, moet geb De voorz il oodc bópmp uinid. Er is och dat vi< 30de door 1 lOgelijke ko Ei was^ee •ale Brands betreffent J 7 gemeen ■an de rader wee pn Letaal renwöordigen welke ha Ir is geen b W. van I ing in dez iïandstoffenc taat. De co 'ommissaris ai bericht e: iet gemeente' •egelen genot lig van de di nissie heeft j e verzoeken, wenscht te ien gedaan. De voorzit al zijn uit loeh de con (Vaar Llijft iet zoo moe •ftreden. Wij ïeen het er t De voorzit nan 2ijn hed ;en over te 1 De heer D De voorzit i' moeten zi len op de heeren. Zij zijn met den raad te goedter i 7:riir T?r Uotjers he™aa' trouw er ingeloopen en ik mag mijzelf daarbij z^f ^a geen werken i i u y vi wuj vcu. uü c en m mag mii ze 11 daartxii .u"j j tuuvun mouicu nenascnappelijke omgang van een der wethou- niet wegcijferen. Ook ik liep er in, niettegenstaan- tusschenkomst van den secretaris tot Zwet dpn nieuwherioemden levensmiddelen-di- de ik zat in de commissie van toezicht op het ^s wanneer wij er naar vragen. 1 !v!h wa'\dfa''yan een roerend bewijs. Maar levensmiddelenbureau. Maar ik erken niet dat heL H stukjes en beetjes, wij mof het Daard" t, mJ' .de Voo:'z dat men lk tegen de belangen der burgers handel, 'wan- al 'sDoedir ?foye,kad 1 "gehaald. Er liepen "eer rk tegen het voorstel van den heer Keizer "■eruchten tongen los maakten, ben. Ik verwacht daar niet veel v,an. Zooals de weldra bleek bóTn™60 6 ?og twiifelde> maar Raad hier zit, waren wij allen er ingelbopen. De Mp 1 1 - mgewonnen informaties, dat de felechte tijding op waarheid berustte. Het viel ongeveer samen met de raadsvergadering, waarin u, M- de Voorz., tot verantwoording wftï En tLan komt - wij moeten het uit uw mond halen. Openhartigheid is er nimmer bij u De voorzitter. Wat wenscht u dan van mij De heer Ootjers. Ik wensch geen gesprek over benulligheden. Wat ik wensch weet u. Met de stukken voor den dag komen, niets achteraf hou den, de wethouders inlichten, met hen de zaken he6ft' dat de directeur door den Baad is I bekort is het belang dê" gemeente. Nppjt h,eft mogelijkheid bestaat iets te krijgen, maar vor deren kunnen wij het niet. \ergadering van den raad dezer gemeente Donderdag 21 October 1920, des avonds half zeven. De heer Kloosterboer was wegens een lichte ongesteldheid afwezig. Voorzitter—Secre taris de Edel Achtb. Heer Kroonenburg, Bur gemeester. Na opening door den VOjoirzitter wórden de mor tullen van de vorige vergadering gelezen en on veranderd goedgekeurd. Van Ged. Staten' was bericht ingekomen, dal 1de kas en bbeken' van het electrisch bedrijf doof 'hen zijn nagezien en in volkomen orde bevon den. Tevens wordt den raad gegeven, om met het óog op den grooten magazijn voorraad een n 'zijnadministratie te voeren. De voorzitter. De heeren Van de gascominissw 'zullen wel zoo goed zijn dit v|opr de eerstvolgende vergadering in gedachten te houden. Op 28 September is de kas bij den gemleente- ontvanger opgenomen. Er Was in kas f.1639.52, welk bedrag met de boeken klopte. Medodeeling Was ingekomen dat de rijksver goeding voor het herhaïingsonderwijs oVer 1913' bedraagt f480.Voorzitter deelde mee dat er f570.— is uitgegeven en verwacht was dat dif bedrag ook vergoed zou wórden, vooral ok óm dat in 1917 het besluit is goedgekeurd om het aantal esluren op 225 te bepalen. Het blijkt nu dat er maar 192 vergoed zijn. Nadere correspondentie wordt hierover echter *iog gevoerd. Van Ged. Statert was het bericht mo-ekomem Üftt het verzoek om soep 1121 het aantal legureK Houtt G^gara p*r p

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1920 | | pagina 4