Vergaderingen.
Gemeenteraad
Noordscharwoude
maar het is zeer waarschijnlijk dat kerenski,
die dicht in de huurt zich gevestigd heeft, de haïd
in het spel heeft, om zijn troeven uit te spelen
tegt- ndc mannen die hem uit Petersburg verdre
ven hebben. Uit Konstantinopel wordt gemeld
dat de strijd wederom is ontbrandt tusschen Tur
ken en Grieken, hoofdzakelijk om de stad Smyrna
De Turken zouden tijdelijk succes hebben kun
nen behalen. Wel weten wij nog niet veel1 Van de
gevechten, maar voor koning Constantijn is het
van groot belang dat hij geen nederlaag lijdt in
verband met zijn zetel, die hoewel te Athene
geplaatst, toch nog wankel is.
'Ifer 'taefl komt hierna de tokening voor een
nieuw te bouwen 'woning voor het hoofd der
school. Het doed is deze woning te plaatsen aan
de Uosterstraat met een bruggetje verbonden met
het schoolterrein.
Tot bouwen wordt besloten en de aanbesteding
zal spoedig plaats hebben. i
Aan de orde is hierna het punt Langedijk één
waarvoor de voorzitter direct het woord geeft
aan den heer Keizer en deze zegt het volgende:
Mijnheer de Voorzitter, Mijne heeren,
In de eerste plaats, Mijnheer de Voorz., wil ik
U en mijn mede-itaadsleden dank zeggen voor het
verlof mij gegeven, in deze vergadering mijn
standpunt te kunnen uiteenzetten omtrent de I meentepolitiek," no. 3, lezen wij o.a.
spannen de middelen aan te grijpen^ die de wel
vaart onzer gemeenten zouden bevorderen; werd
er een werklust en arbeidskracht ontwikkeld, die
werken uitdacht en tot stand bracht, door den
naijver steeds geprikkeld. Wat men NIET gehad
zou hebben, den innerlijken drang den voorrang te
verkrijgen en te behouden in het streven naar
de ontwikkeling en den bloei onzer gemeenten, in
het aangrijpen der middelen, die aan ONZE' ge
meente welvaart bracht, zooals de geschiedenis
heeft bewezen.
Een derde vraag dringt zich aan mij op, nl. zal,
bij vereeniging der vier Langedijker gemeenten
op onze gemeentelijke huishouding kunnen wor
den bezuinigd?
In het tijdschrift „Roomsch Katholieke Ge-
Vergadering van den raad dezer gemeente op
Donderdag 13 Januari 1921, des namiddags 4 uur
Voorzitter de Edelachtb. heer C. Brinkman,
Burgemeester, de heer Reinders, Secretaris.
Aanwezig allel' eden.
De voorzitter opent met een woord van wel
kom deze eerste vergadering in dit jaar. Spreekt
zijn verheuging erover uit allen weer aanwezig
te zien en hoopt dat dit ook in den loop van dit
jaar zoo mag blijven.
Hierna worden de notulen gelezen en onver
anderd vstgesteld
Van Ged. Staten is bericht ingekomen, dat op
de besluiten betreffende de aanwijzing van de
plaats voor de U.L.O.school en de verkoop van
de oude gebouwen ten behoeve van de U .L.O.
school verdaagd is.
Goedgekeurd zijn teruggekomen de betalingen
uit den post onvoorzien in totaal 3897.95.
van het nieuwbenoemde hoofd der school den
heer Mallecote is bericht ingekomen, dat hij zijn
benoeming onder dankzegging voor het gtenoten i
vertrouwen aanneemt.
en op 16 Eebruari in dienst hoopt te treden
aan den heer J. Buis is eervol ontslag verleend
met ingang van 1 Februari, doch deze is bereid
langer te blijven, wanneer zijn vertrek naar In
dië niet op 1 Maart kan plaats (hebben.
van de gymnastiekvereenigingen Hercules en
Hygiéa is het verzoek ingekomen om gedurende
de zomermaanden Woensdag en Zaterdag 's a-
vonds gebruik te mogen maken van het sport
terrein voor het houden van oefeningen in hard-
loopen enz. 1
De voorzitter denkt dat wel begrepen wordt
welk terrein bedoeld wordt en deelt tevens mede
dat het voor voetbalterrein te klein bleek te zijn
De heer Heman is er voor om het verzoek toe
te staan, temeer waar het als een algemeen belting
beschouwd kan worden en ook de dienst deze oe
feningen vraagt.
De voorzitter merkt op, dat ze vlug naar de
loopgraven moeten kunnen loopen, of er vandaan
voegt de heer Barten er schertsend aan toe.
De heer Heman zegt dat het een korter dienst
tijd tengevolge kan hebben.
Wethouder Ootjers is er voor het verzoek toe
te staan en zou er tevens voor zijn om het terrein
meer geschikt te maken, wat met weinig kosten
De heer De Geus zou dan een kleine vergoeding
wlilen bepalen.
De voorzitter is daar ook voor temeer waar ook
in Oudkarspel een deel der leden woont.
Dc heer Barten wijst er op dat er ook gedrai
neerd zal moeten worden en de buizen daarvoor
duur zijn.
De heer De Geus zegt dat dit met het geven
wan vergoeding in orde komt.
De heer Barten zou het terrein willen geven ate
subsidie.
De heer Duijves vraagt of het zeer groote kos
ten met zich zal meebrengen als al'les vak ge
maakt moet worden.
De heer Ootjers. Neen, dat valt mee.
De heeren Barten en Ootjers. Het zou voor
werkverschaffing kunnen.
De heer Keizer. Dat wordt te duur.
De heer Barten zou den tweeden avond niet
direct willen toestaan omdat er meer aanvragen
kunnen komenn en ieder dezelfde rechten heeft.
De heer Heman. Dat zouden B. en W. aan zich
kunnen houden. Het is nu alleen muziek en gym
De voorzitter. Er is ook al korfbal en op sport
gebied is er veel.
Ze zullen toch niet over het terrein kunnen
beschikken voor het hooi er af is.
Besloten wordt het verzoek toe te staan onder
voorbehoud dat er niet meer aanvragen komen,
het terrein te geven als subsidie.
De kosten van verbetering zullen worden on
derzocht.
Van het bestuur van de openbare leeszaal en
boekerij te Alkmaar is het verzoek ingekomen
om subsidie. Zij meenen dit verzoek met eenige
'grond te kunnen doen omdat in deze gemeente in
het afgeloopen jaar 412 boeken ter lezing zijn
afgegeven.
Dc voorzitter zegt dat het geen groote subsidie
behoeft te zijn.
Vroeger was er in de school een bibliotheek,
doch dezè is in verval. Er zijn nu 4 of 5 deeltjes
van over.
De heer Keizer zegt, dat de boekerij .veel
(goedn biedt. De controle is uitstekend geregeld
De heer Duijves .ducht dat het beter was, dat
de lezers zelve een kléine vergoeding gaven.
Met algemeene stemmen wordt op het verzoek
afwijzend beschikt.
Het besluit om de maximumsnelheid op 20
K.M. te bepalen is goedgekeurd teruggekomen.
Besloten wordt nog op enkele gevaarlijke pun
ten waarschuwingsborden te plaatsen.
vraag: ..Hoe denkt ge over de samenvoeging der
vier Langedijker gemeenten tot één?" Bij de be-
antwourding dezer vraag ging ik uit van de ge
dachte dat alleen het belang onzer gemeente I
mijn inzicht moest beheersuhen en dat in de al-
leriaatste plaats de persoonlijk® idee mocht gei- j
den. Het is daarom, dat ik mij (verheug, mij
hier te kunnen uitspreken, ook al moet ik daar- j
bij een weinig van uw geduid vorderen. i
Be circulaire waarmede Ged. Staten zich heb- j
ben gewend tot de.kleine gemeenten, gemeenten
die minder dan 3000 zielen teilen en kunnen wor- j
den beschouwd tot samenvoeging tot eén het
meest geschikt mag bekend iieeten. Ook de vier
Langedijker gemeenten genoten de eer deze te
ontvangen, waarmede het vraagstuk ook hier aan
de orde is gekomen en het wetsontwerp tot sa
menvoeging onzer vier gemeenten ons reeds heeft
bereikt.
Wij hebben ons uit te spreken, M. de Voorz.,
hoe >vVi ij er over denken en dan vraag ik in de al
lereerste plaats naar de motieven, die onze Re
geering nopen onze vier gemeenten samen te voe
gen. Ik heb getracht die motieven op te sporen.
Naarmate de bebouwde kommen der gemeenten
elkander naderen, het gebied der genieentezorg
zich steeds meer uitbreidt, en daarnaast in alle
opzichten de belangen der gemeenten steeds meer
reiken in het gebied der aanliggende gemeenten,
dringt zich de vraag op, welke motieven bij de
beslissing van samenvoeging en aanvragen om
grensveranderingen en inlijvingen moeten voor
zitten.
Onze Grondwet en Gemeentewet zwijgen over
die motieven geheel; ook de praktijk geeft er over
weinig licht. Zelfs de overwegingen in de betref
fende wetten loopen uiteen; scheen het aanvan
kelijk, dat niet tot grensverandering of inlijving
van gemeenten zou worden overgegaan, tenzij
was gebleken, dat zoodanige maatregel (noodza
kelijk) of „noodig" werd geacht, spoedig stelde
de wetgever zich met de zwakkere motiveering,
dat zulks „nuttig' 'of „wenschelijk" werd geacht
tevreden; een enkele maal werden van de zijde der
Kamers tegen deze zwakkere motiveering bezwa
ren gemaakt, en nu en dan vindt men dan ook
in de wetten de overweging der „noodzakelijk
heid terug. Eenig stelsel is daarin niet te vin
den.
Het beginsel, door onze Regeering in den laat-
sten tijd voorgestaan, dat „ieder geval op zich
zelf moet worden beschouwd", is zeker juist,
maar het geeft weinig licht over de leidende mo
tieven, die toch in ieder geval behooren aanwe
zig te zijn.
Waar de Regeering dus in gebreke blijft met
gegronde redenen de samenvoeging onzer vier
gemeenten te motiveeren, daar komt het mij voor
dat de Regeering onze gemeenten beschouwt als
staatskundige districten, die zij naar willekeur
meent te kunnen vormen en vervormen. Maar zt
zijn en blijven de reëele producten der natuur
lijke volksbeweging, met eigen geaardheid, eigen
belangen, eigen middelen van bestaan, eigen toe
komst, die veelal de van elders toevloeiende be
volking, reeds na kort verblijf, zeker na een
geslacht, aan zich weten te verbinden. Als zoo
danig heeft de wetgever ze te eerbiedigen.
De gemeenten zijn geen producten van Grond
wet of Wet, zijn niet staatsrechterlijke districten
van staatswege gevormd, maar historisch ge
groeide plaatselijke corporatiën, die zich niet
tegenstaande aile tegenwerking sinds het einde
der 18e eeuw van op centralisatie beluste geslach
ten en Regeeringen, alszoodanig hebben weten
te handhaven, en, vooral sinds 1848, toen men
haar in het algemeen de juiste plaats wist te ge
ven in onze staatkundige organisatie, een behoor
lijk evenwicht in onzen Staat hebben weten te
ontwikkelen. Hoe dikwijls nu ziet toen niet vurige
bewondering der plaatselijke zelfstandigheid a.s
politiek stelsel, als staatsrechterlijke idee, gepaard
gaan met luchthartige minachting of onverschil
ligheid voor den reëelen achtergrond van dat stel
sel, liet historisch bestand onzer 1100 gemeenten.
Ook de expansiezucht der groote steden, haar
rusteloos streven, ten koste van het bestaan of
met verminking van de omliggende plattelands ge
meenten haar gebied uit te breiden, is een teeken,
dat het historisch moment der decentralisatie
^geenszins steeds naar waarde wordt geschat.
Het is zoo gauw gezegd, M. de Voorz., de sa-
jmenvoeging der vier Langedijker gemeenten had
vele jaren eerder moeten geschieden, dan was er
veel meer tot stand gekomen! Wat dan toch, M.
de Voorz. zou ik willen vragen. Een gemeentelij
ke waschinrichting,- die aan Amsterdam een scha
depost van een half millioen heeft bezorgd? Ik
zou de vvraag andersom willen stellen, nl., wat
zou er NIET tot stand zijn gekomen? Zou men
werkelijk m eenen, dat Oudkarspel zijn sluis, wij
onzen destijds onschatbaren Waterweg, onze mooie
en welvarende veiling en onze van energie en
welvaart getuigende Spoorlijn StationDorp Nrd.
scharwoude zouden hebben gehad? Zouden 1 bur
gemeester en 13 raadsleden meer voor de gemeente
„Langedijk" hebben gedaan dan 4 burgemeesters
en 28 raadsleden voor dd 4 [gemeenten afzonderlijk
hebben gewrocht en tot stand gebracht? Neen,
I M,. de Voorz. In den grooten wedloop heeft men
I elkander nagestreefd, werden geest en zinoea ge-
„ln tal van kleinere gemeenten is de controle
op de boekhouding van den Gemeente-Ontvan-
„get en van de Bedrijven nog altijd overgelaten
„aan het College van B. en W. In den regel be
schikken deze echter niet over den noodigen
„tijd, om de controle naar behooren te verrich
ten. Bovendien is het controleeren van comta-
,,bele administratie een VAK hetwelk GEr
„LFERD moet worden. Slechts zelden zullen
„de leden van het college de hiervoor aangewe-
„zen personen zijn.
„Bovendien vordert ook het belang van den
„ambtenaar, dat hij weet, dat zijn beheer en
„administratie ieder oogenblik aan een DEGE-
.LIJKE controle kan onderworpen worden."
Wanneer nu Langedijk één gemeepte wordt, dan
zal ongetwijfeld rekening moeten worden gehou
den toet a le moderne eischen, die eene goede
gemeente-administratie vordert. Alleen het alge
meen finantieel beheer zou finantieele offers vra
gen, die niet vergeleken zouden kunnen worden
bij de -uitgaven, die de vier gemeenten zich thans
afzonderlijk hebben te getroosten.
Bij de organisatie der secretarie moe tvooral
ruime aandacht geschonken worden aan de finan
tieele afdeeling. Voorshands schijnt het toe, dat
de organisatie daarvan kan zijn als volgt:
Een Hoofd-Ambtenaar een Secretaris een
ambtenaar speciaal voor controle een ambte
naar speciaal voor administratie en een amb
tenaar speciaal vpor belastingen; wel'ke beide
laatsten geassisteerd worden door andere ambte
naren.
Ik mag er wel even de aandacht op vestigen,
M. de Voorz., dat, in de Tweede Kamer bij de
gevoerde debatten een onzer Volksvertegenwoor
digers gaarne den Minister in zijne poging zou
willen steunen, indien de vrees voor een nieuwe
,ambtenarensleep" hem daarvan niet terughield.
Wat heeft men eigenlijk met ons voor, M. de
Voorz. Wij hebben onze veiling, onze spoorbaan,
onze sluis; Zuidscharwoude geniet daarvan de
zegeningen voor de eene helft, voor de andere
helft profiteert het van de middelen van vervoer
te Broek op Langendijk, dat eveneens kan roemen,
op de zegeningen van de tot stand gekomen wer
ken door het krachtig initiatief der burgerij en
een goed beheer tot stand gebracht. Oudkarspel
bouwde met aller medewerking zijn sluis en zou
men denken, dat de Diepsmeer eerder per voet
zal zijn te bereiken wannéér de vereeniging der
vier Langedijker gemeenten tot stand komt En
de gemeenschappelijke lichtbedrijven verspreiden
die niet haar gas- en electriseh lidht in elke wo
ning
Zouden de belangen van de gemeente „Lange
dijk'' krachtiger en beter behartigd worden, dan
van de vier gemeenten thans afzonderlijk?
Ik zie in mijn geest den toekomstigen Raad der
gemeente Langedijk" bijeen. De verhouding
waarir de verschillende partijen naar ons even
redig kiesstelsel in den Raad zullen zijn vertegen
woordigd en tegenover elkander zullen staan,
zal zeker naar ik verwacht niet bevorder
lijk zijn voor een vriendelijk samengaan, waar
van een onzer naburige gemeenten het bewijs
levert. Scherper dan nu zullen de beginselen Spre
ken ten nadeele van den [groei en bloei' en de belan
gen der gemeente, waarvan door voorstanders zoo
veel verwacht wordt. De gemeenschapszin zal
dan blijken een gevoeligen steg te hebben gekre
gen. Samenvoeging der vier Langedijker gemeen
ten zou wel beteekenen: Een (gemeente) voor
allen maar niet allen één. Onze toekomstige
raadszittingen zouden daarvan een sprekend be
wijs leveren. Of het vrouwen
kiesrecht zou wellicht mannen en vrouwen naar
den Gemeenteraad afvaardigen, in wier oogen
de oude limiet niet meer bestond. De .groote
belangen echter, die er mede op het spel staan,
mogen niet afhankelijk worden gesteld van zulke
wisselvallige kansen.
In een streek als deze is samenvoeging der vie®
gemeenten een hoogst twijfelachtige opl
voor een zuiniger beheer en nog twijfelachtiger
middel om tot grooteren bloei te geraken.
Een onzer teekenaars illustreerde op de vol
gende geestige wijze de onrustbarende stijging
)ïer uitgaven bij de uitbreiding der gemeente door
hnnexatie van enkele omliggende kleinere gemeen
ten.
De burgemeester ziet proevend en peinzend
zijn vergroote gemeente in den vorm van een flin
ke, opgeschoten jongedame aan, die gekleed is
in een zeer kort rokje, waarop het woord „finan-
tien," en zegt: „Een aardige deern, maar ze is
uit haar rokje gegroeid."
Wellicht zei de toekomstige burgemeester van
de gemeente „Langedijk' 'het zijn collega wel
na.
Het wetsontwerp ligt ter tafel, M. de Voorz.
Onze Wet geeft het initiatief aan Ged. Staten,
niet aan de gemeenten. Deze laatsten kunnen zich
echter met voorstellen tot Ged. Staten wenden.
Van een juditieele werkwijze weet onze Wet
niets. Over het voorstel van Ged. Staten wordt
het oordeel gevraagd van den Raad en van de
bijzondere commissie ad hoc, bedoeld in art. 131
der Gemeentewet, maar uit de verdere behande
ling van het voorstal zjja de gemseatebssturen.,
als de eerste belanghebbenden geheel buitengeslo
ten. Van hetgeen tusschen Ged. Staten en Regee
ring wordt verhandeld, weten zij niet meer dan
toen haar wil mededeelende Regeering dient het
Voorstel bij de Kamers in naar eigen goeddun
ken.
Wij hebben af te wachten! Maar, M. de Voorz.,
waar onze Raad zich eenmaal reeds uitsprak te
gen de vereeniging, daar zou het mijU wensch zijn
dat wij ons nogmaals in krachtigen tegenweer
stelden tegen het voorgenomen plan en met al
onze ten dienste staande middelen bij onze Re
geering aandringen het wetsontwerp in te trek
ken, aangezien bij vereeniging der vier gemeenten,
geen gemeenschap van belangen maar strijd van
belangen zal ontstaan, tot de medewerking waar
van wij bij de tegenwoordige tijdsomstandigheden
een misdaad zouden begaan.
De voorzitter dankt den heer Keizer voor het
gesprokene. Het is, zegt voorz., een bijzonder
aardig opstel, dat zeker ernstig is opgesteld, of
schoot wel wat tegenaan te voeren zal zijn.
Dc heer Heman. Ik wil direct zeggen dat ik
voor ben van den Langendijk één gemeente te
maken. We hebben het nu weer gezien met de
waterleiding hoe noodig het is. Als we nu de Wa
terleiding krijgen zal het zeker aardig wat duur
der zijn.
De heer Barten. Met de hoofdzaken, door den
heer Keizer gesproken, kan ik mij zeer goed
vereenigen. Finantieel zal het zeker niet wen
sheclijk zijn. Wat de waterleiding betreft, is dit
door Zuidscharwoude verkeerd voorgesteld. Mijn
doel althans was alleen aan de menschen zeve
te vragen. De kwestie liep over het verplichtend
stellen, doch ik heb mij nooit tegen waterleiding
verklaard.
De heer Heman. De weg naar de Diepsmee:
zou er allicht ook eerder gekomen zijn. Wij het
ben daarvoor ons best gedaan, doch Oudkarspe
wilde niet.
De heer Keizer. Het voorstel zal misschien
nooit in bespreking gekomen zijn.
De voorzitter. Daarover kan ik u wel eens in
lichten.
De heer Barten. Ik was in beginsel niet tegen
waterleiding.
De heer Ootjers. Het verplichtend stelten was
veel voor te zeggen, het water zou te duur wor
den wanneer ze het vrij lieten. Het was noodza
kelijk.
De heer Barten. Als dan de menschen er niet
voor zijn??
De heer Ootjers. De menschen moeten
tegen zich zelve worden beschermd. Als Lan
gedijk 1 gemeente is, zal er echter ook veel
wenschen overblijven. Op het moment voel
niet voor dit punt. Ik voel me veel te vooruitstn
vend om niet aan het algemeen belang mede t
o, doch ik heoht aan de zelfstandigheit
avn de plaats en daarvoor zal ik strijden zooten:
ik er voor in de gelegenheid ben, tenzij men m
kan aantoonen dat het in het algemeen belang is
van de 4 gemeenten één te maken. Dan zal i
morgen den dag uit een andere trompet blazen
Op het moment voel ik de voordeelen niet
daarom sta ik als een krachtig tegenstander
De heer De Geus gaat volkomen met het ge
sprokene van de heeren Keizer en Ootjers aceoor
Dc opmerking inzake de waterleiding acht i
hier niet op zijn plaats. Het is niet goed dit al
argument te gebruiken.
De voorzitter. De besprekingen die inzake de
weg naar de Diepsemer gevoerd zijn, pleitte
niet voor samenwerking. Het stuitte af op lie
ieder zijn belang. Ik blijf er verder buiten, doe.
ik akn (wel taeer dingen noemen, .waarbij de satoen
werking niet te best is.
De heer Heman. De electrifioatie heeft 3000
gulden meer gekost omdat Broek er in het begii
tegen was.
De heer Keizer. Wat er niet tot stand zou zij
gekomen daar gaat het ook om.
De heer Heman. De spoorlijn langs het dor
stuitte af op de tegenwerking van Oudkarspe
De heer De Geus. Als Langedijk één gemeent
is, zal ook niet allés even glad van stapel loopei
De heer Barten. Ik geloof niet dat het zuideii
de dan ook veel voor een weg naar de Diepsmee
zou gevoelen.
De heer Heman. We gaven er zelfs een deel va
het burgerrecht voor over.
Ten slotte spreekt de raad zich met 16 sten
men tegen vereeniging uit. De heer Heman sten
de voor.
Rondvraag.
De heer Keizer. Zo uhet in verband met deBzeker
uitspraak niet goed zijn, dat B. en W. en de ras Alleen
drang op de regeering uitoefenen.
De voorzitter. We kunnenn de besprekingen
eer. rapport samenvatten. Als u verder gaat, ko
ik met mijn persoonlijke opvatting in botsing.
De heer Keizer. De burgerij kan er zich
leen met hart en ziel tegen verzetten. Wij.kui
nen alleen invloed bij de regeering uitoefenen, m
een krachtig rapport.
De heer Duijves. De raad heeft door het gevi
van subsidie bewezen met de burgerwacht
sympathiseeren, ze zullen ook deze verordenii
wei eens willen inzien.
De heer Duijves. Fr is op 20 October
besluit genomen betreffende het aantal vergi
ningen. Is daarop nog geen bericht ingekomen
De voorzitter. Er is nog niets van
De heer Heman. Ten opzichte van de bran
spuit, meen ik hier eens even te moeten wijz
op het zeer gevaarlijke van het spuiten op
electrische draden.
Het zal goett zijn daar de pijpleiders op
wijzen.
De voorzitter dankt den heer Heman voor di
opmerking en zal het gaarne overbrengen.
Hierna wordt de vergadering met een woo
van dank door den voorzitter gesloten.
speler.
Een
Gaart
vweds
spe
En
Jailers
ma;
Dit
ijd va
Om
amerh
boorde
Mell
De a