:ment
"1
ar.
Nieuwsblad voor LANGEDIJK en Omstreken.
en
iEEF's
PHUIü
k te 1
aanoogst
lappen
zalen,
jEEF's
piiuia
iipar.
Mo. 67. a Donderdag 11 Augustus .331
80e Jaargang
per 3 maanden f 1,15
J. H. KEIZER.
rgiop
maar
fftantt
is-
Ikmaar.
jmahonieho
u Jour,
zijdes trijp,
piegel,
gulden.
ruime sorteer
Kolfje
laarhame
enz., fc
OUDKARSPS g
Ikmaar.
toskenkast,
lokken.
Tafels, Lei
Aardewerl
Hikwerk,
Gfaslamp
)m te noeme
tot ruile
lief. 544.
liegen.
ks.
stuks,
nden.
NIEUWE
AICIIUKEI COIIim
Des® courant verschijnt Dinsdags, Donderdags en Zaterdags.
abqhhehbktsbbijs
BEDACTEUR-UITGEYER
BDBESL:
loordseiiarwoude.
PRU8 DER ABTEBTENÏIEMt
Vsb 1—8 regale 75 et., elke regel meer 15 et.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend
Brie-ren rechtstreeks aan den Uitgever.
VAN ALLES ENNOG WAT.
Annémte, Jan, atninémie...... Maar Jan
de kellner zwijgt, vliegt niet op uw ta-
tj-e toe om met nederige buiging uw
lestelling i pont vangst tie nemen En
al roept ge ook allervriendelijkst
Ober", h». blijft met de handen in dia
zakken staan en gaapt u aan, alsof haj
zeggen wil: mot je mijn hebben.
Jan de kellnier staakt en in tal van
café's in Amsterdam-, Rotterdam en
Den Haag behoeft ge hem niet te roe-
pen, i&etnvo'udig omdat bij er rnüiet is. Hij-
staakt vanwege zijn positie-verbetering,
vanwege de fooien, düie hij als georgani
seerd hotel-, café-, of Restaurant-be
diende bjehioort te verfoeien in het het
diepst van zijn. ziel. En dat in dezen
tijd, nu het vreemdelingenverkeer bet
drukst en de behoefte aan verffnssch-en
de drank bet grootst is. Wat een pech
voor de groote zaken, wat een pech
voor het biertjes en Ranja zwelgend,
publiek.
De .Staking dn bet Hotelb-ednjt
züoals het officieel heet, woedt als een
geesel over de naar lafeniis smachten
de menschheid. Maar zooials altijd wept
men zich bij zulke gelegenheden' op
offeringen te getroosten. Het „Help Ui
Zelf" i» in vele café's met succes, toe
gepast en waar hot niet ging, sloot men
eenvoudig. Er bleven intusscben gele
genheden genoeg, waar iet gestaakt
wordt -omdat de eischen van de ken
ners werden ingewilligd of omdat men
mtet kunst- en vliegwerk in de bedie
ning kon worden voorzien. Het ging,
men dronk kofffie of koelen drank, men
at biefstukjes. De stakers demonstreer
den en deden ook prger dingen, zooals
toet lastig vallen van werkwillige colle
ga's en het ingooien van ruiten, zooals
o.a. in Den Haag in een café op het
Spui en in een woning van een met-
stakende kellmer te Rotterdam geschied
de. Dat zijn nu toch heelemaal geen
dingen om de sympathie- van het pu-
bliek te winnen, waarmede de kellner
toch wel degelijk rekening heeft tie
houden. Itunsschen be-git het eidne van
deze staking al weer zichtbaar te wor
den. In Rotterdam is de toestand) al
weer van dien aard, dat men in het
café-lev-en weinig meer van een kesH-
nersstaking bespeurt e nde waarn. Bur
gemeester van Amsterdam, bereid een
bemidd-elingspoging voor.... Toch blijft
de staking nog een bradnende kwestie.
In de hoofdstad heeft men nog een
ander verschijnsel dat de algemeens
belangstelling heeft en wel in de dader
van d-en geheimz-inigenn inktwijerper die
ook vroeger al door zjjn lafffe daden
van zich deed spreken. Niemand kent
den man die tallooze damescostumes
onherstelbaar bedierf. Men zoekt en
m'en speurt naar hem,, maar tot dusver
tevergeefs. Dat heeft iemand, die het
aan de „Maasbode" schreef op de ge
dachte gebracht, dat er wel andere oor
zaken zijn voor het bederven va dma-
mesblouses dan boo-saardig opzet van
iemand die vermoedelijk hiiet geheel die
beschikking heeft over zijn vijff zin
tuigen. Hij wijst er b v. op dat de g-e-
ereosote-erde en met kopersulfaat be
handelde heipalen, en ook de met ver
schillende bijtende stoffen behadmelde
heipalen erg verdacht, zijn, want door
de buitengewone warmte gaan- ziji de
scherpe stofffen waarmede zij- gedrenkt
werden, afscheiden. Voorts, kunnen de
vogels schuldig zijn aan imktwerperij. Er
zijn tal van zwarte bessen welke door
de vogels gegeten e pmeegevoerd wor
den en. later in ontbonden vorm' uit de
lucht op de blouses nederdalen. Ook
zonder het nuttige nva zwarte bessen
stichten de vogels wel eens onheil door
ongewenschte versieringen van beieren
hoofddeksels enz. Dat is bekend- genoeg
Om ze nu nog van zwartmakerij van
blouses te gaan verdenken? Laten wij-
het maar met den inktwerper hopen, als
op toe. Hoe is
moet er bij we
West-Afrika
hij- eens gepakt wordt, dan zijn de vo
gels een prachtig ondeijverp vópr het
pleidooi van zijn verdediger. Vogels zijn
-en blijven vreemde dieren, dat cs ze
ker. Daar is nu b.v. in. Engeland een
p-apegaai ontdekt, die al 23 jaar lang
zijn -eigenaar vermaakt heeft met mooi
praten en die nu warempel nog ee nei
is gaan leggen op den k< ,c
het mogelijk. Maar mm'
ten, dat de vogel uit
komt e ndat de vogel thans in Enge
land voor de eerste maal een tempe-r
ratuur beleeft, welke die van zijn ge
boorteland nabij komt en uit vreugde
daarover verscheen ookjhet ei!
Nie aan d-e warmte maar aa nhet op
treden van de huiurcotümissde in Am
sterdam is bet te dankerf, dat daar toe
passing va nde Huuraarizeggiigswet inn
Amsterdam em Verhu-urbordje world
aangeslagen aan een leegstaande wo
ning. De gebeurtenis zal door meerdere
worden gevolgd, waarmede de woning
zoekenden zich ni-e-t al te blij behoeve
t-e maken want diei 'huurfommissie hoeft
een lijstje) dat veel' meer liefhebbers
bevat dan er wopingen beschikbaar zul
len 'komen.
Door de warmte kunnen de mienschen
vergeetachtig w-orden. Lteest men te
genwoordig niet telkens va mennschen
die zich niets meer h-erigjierep., hun ge
heugen totaal kwijt zijn? Zoo erg was
het -nu niet met een zekeren Utrocht-
schen werkman gesteld, die verge tons
had waar h-ij zijn kapitaaltje had ver
stopt, maar hij was toch aan d-en ver-
geetachtigen kaJn-t e nfcelijk' ook. De
man bezat f 2000, die hij- om het gold
veilig te bewaren, bij zijn getrouwden
zoon bracht, waar de bankbiljetten in
een bout-en kistj-e in ee nkast zouden
warden bewaard. Op em goeien dag
was het kistje leeg. Men begrijpt wat
-er gebeurde: ruzie in het huis va bden
iz-oon, ruzie i pbet huis van dm vader,
Daarop de politie, die maar eens moest
uitzoeken, waar het gel dwas gebleven.
Er werd gezocht maar niet gevonden,
maar het gevolg was, dat de- schoon
dochter werd gearresteerd, verdacht
van diefstal. En wat gebeurde den vol
genden dag? Toien kijwam de eigenaar
van het geld doodleuk op het politie
bureau vertellen, dat de f 2009 terecht
was. Hij v-ond het geld toch niet zoo
erg veilig bij zijn zoon bewaakt, en
had het daarom uit het kistje genod
men en in- zijn jaszak gestoken. Zes we
ken Hang had h ijhet bij zich gedragen,
hetgee nhsij totaal vergeten was. Totdat
het hem plotseling te binnen schoot.
Erg prettig voor den man, dat hij zijn
geheugen terug had, met dat al een cm-
pleiz-ierige geschiedenis voor de schoon
dochter, de ten onrechte verdachte.
Met haar heeft schoonvader het echter
goedgemaakt. Alles werd vergete ncn
vergeven, en d-e rest van de bank
biljetten ss naar een bank gebracht.
Men heeft de zaak maar o-p reke
ning van de warmte geschreven. Overal
is wel em mouw aa nt-e passen. Dat
deed de jonge man ook, toen zijn
vrouwtje zich beklaagde, dat ze vroe
ger eiken ochtend bloemen van hettni
Üsjreeg en in den la'atsten tijd noodt
meer. „Lieveling", zei de echtgenoot
met veel t-eed-erheid in zijn stem, „de
lieve bloemenmeisjes heb.be nniet zoo
veel" bekoring me er vöor mij als vroeger,
dat is de reden, apdlers niet." De jon
ge vrouw haastte zich, om haar man
te verzekeren, dat z ijheelemaal niets
om bloemen gaf.
Een sensationeele aanhouding, tets
voor een filimi is in Nijmegen geweest
de aanhouding van een drietal verdach
te personen die vermoedelijk heel wat
o-p hun geweten hebben. Zij hadden
ni-etss misnder dan 7000 gulden b ijzich
uitsluitend in bundels va nbankbil jet-
ten van f 10 en van -zilverbons. Bo
vendien werd een spaarbankboekje met
teen tegoed van f 3000 b ijeen hunner
Foon 614.
FEUILLETON.
EEN GOEDE GENIUS.
6°)
Min of meer omslachtig en door Mar-
tijn's nieuwsgierige blikken begeleid,
trad er een klein, b-reedgescho-udcrd
mannetje ov-er d-en- dremp-el, geh-uld in
een donkerblauw-en mantel met een
boog-en kraag, die nu echter aan beide
kante nwas opgeslagen, zoodat de ar
men in de wijde paletot-mouwen en de
banden, in ee lapaar grijze, gebreide
wanten gestoken, zichtbaar waren. Zajn
gezicht was bloedrood van de koude;
de grijze bakkebaarden, die ondier de
kin van de eene naar de andere wang
doorliepen, ware nnat van de gesmol
ten sneeuw, -evenals het grijze haar.
Met de eene hand hield hij zijn hoed
vast, m-et de andere een brief.
„Goedenavond samenl" zeid-e hij in
Izijn breed, vol Hoogduitsch, dat blijk-
Ibaar niet zijn dagelijksche taal was.
1 Fribo noodzaakte door een zeer on
dubbelzinnig en blik den no-g altijd!
wachtenden Martdjn om zijns we-egs te
gaan.. Daarna vroeghij met een ge-
daard en vriendelijk:
Wel, Rocksien! het gaat toch plet
slechter -met moeder de vrouw?
Neen, ik mo-et u no-g wel vriende
lijk bedanken .mijnheer de dokter, die
poeders van u hebben haar weer f.k'sch
op de been geholpen. Ik kom maar al
leen met een boodschap van de jonge
mevrouw, die in dit hondenweer naar
Waldorf is gereden.'
Irene drukte de hand van mevrouw
St-einbruck zóó krachtig, dat deze zich
sidderend van eiken uitroep onthield.
Dat was heel onverstandig, mtet
Uw ij welnemen, mijnheer de dokter.
ja> z-eide Fribo met een onvaste
stem1, imaar nog altijd met een poging
om' te glimlachen, dat vond ik ook.
Maar mijn schoonzuster milde met alle
geweld het dichtgevroren meer eens
Hm, zool Imomp-elde de slimmle
man goedhartig, dajn zon zou zij
er wel m-et haar eigen rijtuig heen zijn
gereden en een beteren dag hebben
afgewacht, en er ook niet gebleven- zijn.
Nieen ,ne-en, dat zit wat achter. Maar
dat gaat mij niets aan, en ik klap ook
nooit uit d-e school. Een koetsier komt
heel wat te weten. Daarom kunt gij
gerust slapen.
Heeft mijn schoonzuster erg on
der dien rit in die koude geleden?
vroeg Fribo.
Bijna voor dood hebben wij haar
pit het rijtuig getild, de oude Mollers
en ik. Maar toen ik mijn paarden voer
gegeven had en wat had laten uitrust-en,
ien to-en ik nog eens met haar sprak,
of zij o-ok weder mee terug wilde, was
z ijre-eds een beetje bijgekomen en zei-
de zij, dat ik hier wel betaald zou
word-en, en gaf zij mij1 den brief f mede.
Fribo- nam met bevende vingers den
zonderling gevouwen en geadresseerden
brief aan. Tegelijkertijd tastte hij in
zijn zak.
Neen, ik kom altijd Zaterdags met
mijn briefje, zedde de ma nmet een
afwerend gebaar; maar wanneer ik
mij in de keuken wat warms mag lat-en
geven, het was een frissche tocht,
en nu "zou een hapje uit de keuken bij-
de Steinbiucks m-ij beter smak-en, dan
de opgewarmde koffie van mijn oudje.
Irene 'ging terstond naar de deur, om:
den man zelf naar de keukten t-e bren
gen -en hem daar van het noo'dige te
voorzien.
Nu, neem m' ijmet kwalijk,
goedenavond samen, riep hij, met
zijn hoed een afscheidsgroet zwaaiend.
Goedenavond, vriend Rocksien,
z-eide Fribo met zijn gewone minzaam
heid.
Toen Irene de man wat eten het
gevonden. Twee hunner Tiadden mo
torrijwielen in Nijmeegsche garages ge
stald. Vermoedelijk is alles gestolen.
Maar de arrestatie was geen peulschil
letje. Twee werden dadelijk gegrepen,
maar de derde kwam in een roeiboot
over de Waal, na te voren vel-e re
volverschoten op z-ijn achtervolgers te
hebben gelost en een schipper, die
trachtte hemi te beletten de roeiboot
los te maken, werd in den arm getrof
fen d-oor een kogel uit z-ijn browning.
Aa nde overzijde van de rivier werd hij-
door agenten, die per rijwiel over de
spoorbrug rieden, gearresteerd. Hij wei
gerde zijn naam op té geven, maar ver
moedelijk is het de voortvluchtige van
Leeuwen die in Mei bij: het Deventer
Dagblad heeft ingebroken. Eten goede
vangst du-si De Nijmeegsche politie kan-
verheugd zijn. Maar zij zal het op een
andere wijze zijn, dan de mah, d-i-e zijn
vrouw een gasfornuis cadeau deed op
dat zij bet-er zou koken. Hij volgde
daarmee ©en vrienden, raad op. Toen
die vriend hem' na een week vroeg hoe
het met de kokerij ging antwoordde
hij: z-00 goed als het maar kan. Die.
krel van de gasfabriek heeft dat gas;-
fornuis verl-ede nweek aangestoken en
nu brand het nog.
ziig was, fluisterde de o-udie man haar
haastig to-e:
Om mij b-ehoeft gij niet op wacht
te blijven staan, jufffrouw, Ik klap niet
uit d-e school.
E nzoo ging zij- dan verteerd door
spanning -e nonrust, weer naar de huis
kamer.
.Mevrouw St-einbruck liet. zich door
Irene's binnenkomen binnentreden niet
storen iri een lange reie'ks van luide,
snelle en woordenrijke jammerklachten.
Fribo zat aan d-e tafel, met bet hoofd
tusschen de beide handiep.
En z-ooveel is zeker: Ik heb ga»
schuld. Dat kan niemand beweren. Ik
b-en goed e mhefderijk vóórhaar ge
weest. Iedereen is er getuige geweekt
Neen, mij kap men de schuld niet ge
ven. Natuurlijk zijn er altijd hatelijke
menschen, die graag een ldad op ie
mand gooien en bovendien: die
schoonmoeder ja, die is altijd de zon
debok. Maar ik weet, dat ik mij' niets
te verwijten heb. Ik heb haar altijd
d-e hand boven het hoofd1 gehouden,
en er is geen dag omgegaan, dat ik
haar niet bezocht heb.
Op dien toon ging het nu voort.
Fribo- overhandigde zwijgend den
-brief. Het was een stuk oud, geheel
vergeeld papder, misschien nog het bes
te, dat er bij de oude huisbewaarders
was te vind-en geweest.
Met zeer onvaste bewegingen had ©en
blijkbaar afgematte hand met potlood
daaro, pgeschrev-en:
„Waarde Fribo zeg aan allen, dat
ik wegga. Zend mij, wat ik daartoe
noodig heb. Ik wil naar mijne ouders
gaan. Signe
Ziji zagen elkaar aan. Hare en zijne
©ogen waren vochtig. Zij wasten, bei-
geven, en nog talm-end iii de keuken den, dat zij hetztelfde gevoelden: e-en
bleef romdloopen,' daar het haar be- eindeloos medelijden mtet het jonge, on
bedenkelijk voorkwam, hem onbewaakt gelukkige schepsel.
bij de dienstboden achter te lat-en, keek- Wat zullen wij doen? vroeg,
h-ij haar eens met een sluw glimlachje Iren-e
a^n Moeder en ik zullen morgenoch-
Op een ©ogenblik, terwijl d-e meid tend vroeg, bij het ambreken^van^d-en
in den uiterste nho-ek' der keuken met dag, naar Waldorf rijden. Wij zullen
hej. e,en en ahd-er aan de rechtbank be- 'Signe, wanneer haar toestand het ver
oorlooft, weder terugbrengen, en haar
met zorg en liefde verplegen, totdat zij
sterk genoeg is om de reis naar haar
vaderland..t-e ondernemen. Maar ik vrees
Hij hiel-d plotseling op.
Wat?! riep zijn moeder, ik
zon tegenover haar, die ons zó diep
b-eleedigd heeft, nog mooi weer gaan
spelen, -en mijn gezondheid in gevaar,
breg-en, door haar achterna te gaan
(rijden? E hnaar da nnog bévendicn
kalmpjes weg laten gaan? Neen!
zij moet weer voorgoed bij ons terug
-en Torn moet haar maar -eens behoor
lijk op haar plaats zetten, zoo-dat de
lust tot zulke romantische kuurtjes
haar voor altijd vergaat.
Op Fribo's gelaat vertoonde zich 'n
uitdrukking van immig hartzeer.
Blijf dan tehuis, moedert zeide
hiji zacht. Gij kunt gelijk hebben
van uw standpunt.
Na een stilte van. eenigie seconden
terwijl er in Irene's gemoed een strijd
ontstond, vro-eg Fribo met zachte stem:
En gij-, Irene, zondt gij zoo
barmhartig willen zijn?
Die weeke toon, vol teederheld, trok
mu- toch d-e aandacht van mevrouw
Stcinbruck. M-et gro©te oogen zag zij
beiden aan.
Op Irene's gelaat ston dee nweigerimg
te lezen gee ntrotsche, hooghartige
meer, maar d-e angstvallige weigering
van iemand, die zich overwonnen ge
voelt.
Toen nam Fribo hare hand an de zijne
en sprak hij vol ernst:
Kunt gij in deze oogienblik'ken met
over uzelve zegepralen, en u niet hceinl-
zett-en over d-e herinnering aan klein
geestige krenkingen blijf dan. Dan
wil ik u niet dwingen o-m deel te ne
men in- het lot van eene, die onder dis
kleingeestigheden des levens bezweken
Weifelend sloeg zij hare oogen naar
hem' op. Toen zij nu zijn emstigen-,
mann-elijken en toch zoo eind-elooss
goed-hartigen blik ontmoette, die hare
ziel scheen te willen bezweren, zeide
zij' zacht: -
NIEUWSTIJDINGEN.
Motorrijder gearresteerd.
Te Valkenswaard (N. Br.) reed een
motorrijder uit Eindhoven in staat van
dronkenschap, een inwoner van Valkenjs
waard aan, welke zwaar werd gekwetst
-en bewusteloos opgenomen. D-e motor
rijder w-erd gearresteerd.
Door ©en auto gedood.
T-e Mi-nnertsga heeft een auto, be
stuurd do-or den heer S. J- H. een kind)
van vier jaar overreden. Het kfnd was
terstond dood. De bestuurder treft geep.
schuld, daar het kind plotseling vlak
voor de auto liep en d-e bestuurder
onmogelijk bijtijds kon stoppen.
Ik zal gaan.
Overweldigd dioor -een plotselinge op
welling van e.en ongekend geluk, sloot
zij gedurende e-en paar second-en haar
oogen.
Maar zij moest haar bést doen oml
zich z-elve te beheerschen ,o-m zichzelve
te verget-en.
En reeds kwam er ook een nieuwe
stoornis. Martijn verscheen en diende
den heer Arvid Cedierstroim' aan.
In mijn kamer, beval Fribo-.
Hij- wendde zich to-t de dames.
Wees dus zoo goed om last te ge
ven, dat morgenochtend om zeven uur
het rijtuig voor moet komen, moeder.
Gij- blijft hier en geeft aan Signe's.s
vlucht naar Wal-dorf.d-e aannemelijkste
uitlegging. Misschien brengen wij
haar terug. Ik maak aanspraak op het
(recht als hoofd der familie naar eigien
goeddunken te mogen handle-lien.
Mevrouw Steinbruck z-edde reeds
niets meer. Zij wenschte haar zoon
goedennacht en na een stilzwijgend-en
handdruk met Irene gewisseld te heb
ben, ging hij de kamer uit.
Ook de beide vrouwen begaven zich;
naar hunne vertrekken. M-et zeer bij
zondere vriendelijkheid1 nam mevrouw-
Steinbruck afscheid van Irene, -en ter-
wijlzij naar haar slaapkamer ging, zei
de deze, altijd op bet nuttige -en voor-
dceligste bedachte vrouw bij zichz-elf:
Dat zou nog het eenige gbede van
de fatale geschiedenis zijn, wanneer
Frib-o bij d-eze gelegenheid dat meisje-
kreeg. Irene is een verstandige, gefor
tuneerde partij, wel is waar van adiel
maar zooveel weet ziji ongeveer wijd,
dat dit ons tamelijk koud! laat. Wer-
keldjk, het zo-u heel aardig zijn.
En met deze moederlijke gedachten
sliep mevrouw Steinbruck zacht in. En
zelfs niet in den droom verscheen
haar het bl-eeke beeld der gevluchte
jonge vrouw.
Wordt vervolgd.