NIEUWE
LANGED1JKER COURANT
Zaterdag 3 September 1921.
TWEEDE BLAD.
VAN ALLES EN NOG WAT.
Het feit va nde Week is ongetwij
feld de arrestatie va nden heer YV.
H. Broekhuys, den wijd vermaarden
oud-Directeur va nde Rotterdamsche
Handels- en Landbouwbank, die als
een moderne rattenvanger van Ha-
Veusachtige advertenties van de wel
bekende verlotingen. Men weet hoe
de justitie tevergeefs hem zoc'ht om
dat het bedrijf dat hij |sr op nahield
h.i niet door den beugel kon- Maar
Broekhuys heeft steeds buiten het
bereik van de geweldig langen arm
'van Vrouwe Justitiea wieten te blij
ven. ook al is h ijheel dicht in die
buurt gebleven. Totdat Broekvhuys
de slimme vos, vMn 'zijn standpoint
gerekend, domme dingen ging doen.
Hij ging logeeren in Zeddam, een
heel klei nplaatsje in dien Gelder -
schen Achterhoe. Daar zou nie
mand hem gezocht hiebben als hij in
het pension niet de gebraden haan
had uitgehangen en met zijn geld
had gesmeten. Een fooi va|n hon
derd gulden aan den chauffeur heeft
in het bijzonder vermoeden giewekt.
Toen er over hem gesproken werd,
was het voor de recherche een klein
kunstje om den befaamden Rotter
dammer te vangen. H ijzat nu fei
telijk al i nden val en de politieman
nen konden hem zoo grijpen. Dat
is da Inpok geschied, midden i(n
de nnacht. Zonder aarzelen heejft
Broekhuys zich in zijn lot geschikt.
Hij vroeg nog aan een der rechph-
seurs. wie h ij was en het antwoord
luidde van Mastrigt, aan wien U
zooveel ansichten hebt gezonden.
,„Nu dan feliciteer ik U met uw
de auto, die hem naar Rotterdam-
zou brengen. Daar is hij nu gast
in het huis van bewaring. Zeker zal
met belangstelling de behand|elling
der zaak Broekhys worden tegemoet
gezien, want iedereen is nieuwsgie
rig o fde man die zoo glad is, ,nu
werkelijk veroordeeld zal wonden.
Had de Rotterdamsche politie het
druk met de arrestatie van Broek
huys. elders in ons land is er voor
de opsporingsambtenaren 'een terg
werk te doen. Het is also fplotseling
een dievenbende op ons land is neer
gestreken, want dagelijks leest men
van inbraken zonder tal. Vooral het
Go<>i moest he. ontgelden; in Baarn
op ©en nacht zeven inbraken, in Hil
versum drie, en in verreweg de mees
te gevallen met een goede|n bujt
voor de Heeren inbrekers. Ook in
Rotterdam werd in een nacht op et
telijke plaatsen inbraak gepleegd.
Vele menschen zullen er een bodor-
ven vacantie door hebben, wanneer
zij thuiskomende ontwaren hoe er in
hu nwoning is huisgehouden. Hiet is
- te hopen dat het geboefte spoedig
achter slot en grendel komt en dan
'o pwat solider wijze wordt vastgehou
den dan ©en zekere A. van Valken
burg, die in de Scheveningsche straf
ggevangenis was opgesloten voor
den tijd van drie jaar, omdat hij
tijdens den oorlog aan de Duitschers
voor f 165.000 levesnsmiddpten had
JONG ZIJN.
Arthur van ZutTen slenterde oip en
neer langs 't perron. Hii was veel ite
vroeg; hij had iboodschap>p1emi i fadp stad
gedaan en ziin dangle heemiein ihadden
ihemi veel eerder 'Idaar doen komen, dan
hu berekend had.
't Was Vrijdagmiddag. De (heele
week 'hard gewerkt hé, hij was moie.
Zaterdagavond en Zondag m'aar ems
niets doen. Ellen izoiu wet eehs aan ko
men loopen.
Hiv voedde zam geest omfloerst met
ee» wod'k van Imelanehoke. H.et was
th-uiis nu stil len wat droevig. Moeder
was bezorgd over Annie en hunkerde
naar den twnet, «luie nu gauw komen kon
len 't was beroerd, om tie weten, dat
te zuster zoo ongelukkig wa,s, beroerd
om1 te weten, dat te Wallieim niet meer
terug zou zien dat M; neergeslagen
had kunnen worden door zoon eillen-
dige ziekt©
Het iperon vulde zich wat. Zijn dwa
lende bthkken ru-stten nu hier, dan daar
H ijwilde zichzelf wat verstrooien
wat loskomen uit zijn naargeestige stem
mmg. Hij he pachter een dame en .een
heer en merkte op, dat hiv al enkele se
conden geboeid was jdoor die bijzondere
mooie dieproode kleur van haar cos
tuum'. Nu toezag zn haar wat oplet
tende. zag hoe mooi het blonde haar
lag onder het hoedje van dieprood cas
toor. E ntoen oppens met een gevoel
als van een doodielijfcen schink, herken
de hu de 'dame, t was Ellen! Elleni
Gehoor gevende aa neen plotselinge
opwelling, trok h iizach teruigl l nde fcliea-
vestibule der wachtkamer. Zoo, on
gezien, bespiedde hij haar, zag haar
weer voorbij komien.
H ijdacht er niet aan, ho© ze toch
hier kwam, midden in d© week, op
het perron Hij zag alleen maar
dat ze mooi was, elegant en heel an
ders dan anders O, mooi en ele
gant was ze altijd Maar nul Die
daar ging was geen meisje geen
speelmesije. dat met g.roo'.e jongens
na loo piert je speelde i nidein tuin of
aan het strand! Maar een dame, een
volwassen deftige dame
'Nu bleef ze staan. Haar geleider,
een oud statig heer, sprak tot haar
en Arthur voelde, dat déze ook haar
niet als ©en meisje behandelde, maar
tneende een vrouw voor zich te 'heb
ben een zeer gedistingeerde volwas-
se nvrouw1.
01 !Hiet -was hem, of hij be
zwijken zo uorider dien last van me
lancholie, die o pzijn schouders zon.
O! hij voelde zich een jongen,
akelig onbeholpen, akelig eenvou
dig, totaal nul naast deze vorstinne -
verschijning. En dat was Ellen, zij,
Jvjer naam hij gestameld had, toen
hij meende te sterven, zij, voor wie
hij had willen lewen
De sneltrein voor Amsterdam reed
binnen en hij zag Ellen en haar ge
leider ieen coupé opzoeken. Toen
reikte Ellen de nouden hjeer dje 'hand,
verköchf zonder die' 'ooft te Tevoren,
terwijl hij bovendien zijn afnemer
nog als spion b 5jWen Duitschen i
spionnendienst had aangegeven. Dit
heerschap heeft nu weien uit te bre
ken en verheugt zich o phet oogen'-
blik in de vrijheid.
We zulle nlangzamierhand van on
ze versleten zilverbons verlos gera-
ken, want regelmatig worden de af-
tandschen exemplaren ingetrokk|en.
Korten tijd geleden ging er een partij j
van den agent van het Ministerie v. j
financiën te Amsterdam naar dien
Rekenkamer te 's-Gravenhage. Bijl j
aankomst bleken ©r 1000 rijksdaal-
dersbons te ontbreken. Vermoedelijk
heeft iemand, die nog wel iets voor
die papiertjes gevoelde, al waren ze
dan van kenteekenen voorzien, (die
er o p we zen dat ze geien wettig be
taalmiddel meer voormden, ze o ne'er
zijn hoede genomen. Het is een istnop
voor den agent van het ministerie
van financiën want de verzendjnig
had moeten plaats hebben in een
verzegelde houten kist. De kist was
niet verzegeld en zoo is de agept
aansprakelijk voor den diefstal. Wat
met zeggen wil, dat de biljetten niet
zouden zijn gestolen, wanneer er ze-
ggels op de kist hadden gezeten.
Vaarlustige jongelui, een Delftsch
student en een opzichter hebben de
zer dagen een stukje uitgehaald dat
hun bijna het Teven kostte. Zij had
den zelf leen bootje gemaakt en daar
mede waagden z ijzich te Sébevenin)-
gen op zee, eerst bij het strand en
toen verder. De waaghal zien begon
nen langzamerhand te begrijpen in
welk een netelgien toestaend zij' zich
zeiven haddien gebracht. Zoover wa
rren zij van de "kust verwijderd, dat
terugkeeren haast onmogelijk scheen
aan het scheepje geheschen. Geluk
kig werd dit sein tien langen leste
'aan het strand opgemerkt. Een vlet
jwerd uitgezet dat de waaghalzen in
Veilige haven bracht.
Niet alleen o pzee worden waag
halzerijen uitgevoerd. Ook op het
'land en niet door eesn paar jonge
lui die geen gevaren zien, maar door
dames, slavinnen van die mode. Het
is mode, om onder damesschoenen
decimeters hooge hakken te plaat
sen. De vrouwen onderwerpen zich
aan de mode, dragen dus die schoe
nen al zijn de hakken nog zoo hocfe
Wat regel is, z ijgaan ter uitstapjes
mee maken in berg- en heuvelland.
Dat heef ttengevolge gehad, dat er
inderdaad slachtoffers zijn gevallen
'van deze modegril. In Maastricht
zijn niet minder dan vier jonge da
mes thuis gekomen van een tocht
in de omstreken met gebroken enkel.
Inderdaad een ernstige vingerwijzing
voor andere vrouwjen die ook hooge
hhakken dragen.
Een vroolijker gebeurtenis waarbij
ook de mode te pas komt is idie vol
gendie. i n Neder lamdsch Indië voor
gevallen. Daar leden in de oorlogs
jaren vele gouvernementsambtenaren
in een klein plaatsje fatsoenlijke ar
moede en hu nvrouwen waren zuinig
bezuinigden vooral op haar kleedipg
welke zij zelf mooi of minder mooi
vervaardigden. Totdat eindelijk de
duurte toeslag kwam. Dat was |een
feest dat miet een feestje in de soos
zou worden gevierd en ters'.opid werd)
door de dames die behoefte gevoeld
aan een mooie Japon, een avondtoi-
en deze groette haar met een diepe
buiging, bleef miet den hoed in de
hand staan, tot de trein wegreed.
Even later kwam Arthurs ttrein en
hij wierp zich o pdie bank in 'een
hoek en dacht aan die slanke damt
in het wijnroode costuum Ellen
bestond niet meer. O God, Ellen 1
Ellen I Ellen 1
Zaterdagavond probeerde 'hij zijn
moede versufte hersens toch nog tot
werken te krijgen. Maar hij kon niet
en liet het hoofd weer op die jhandén
zinen.
Daar kwam ze weer voor hem, zijn
kwelgeest. Hét blozendie gelaat met
de blonde krullen stond ernstig;
stemmi gboog ze voor dien ouden
heer; al zij nhoffelijkheden accep
teerde ze als iets, wat ze gewend
was. i.
Every inch a lady diets, niets
mieer va neen meisje 1
Toen hoorde hij vlugge schreden
o pde trap, de deur vloog open. En
daar, in een dikke donkerblauwe jer
sey met witte opslagen een korte
blauwe rok, een klein bontmutsje op
de krullen stond Ellen, het spieel-
meisje wiser
Met een luiden vreugdekreet,
waarvan Ellen eigenlijk een beetje
schrikte, omdat ze op zooveel ent'hu-
siasme niet voorbereid was, vloog hij
o pen haar tegemoet.
Maar zie was al b ijhem, dwong
hem te gaan zitten in den schrijf-
stoel, op welker armen ze zoo graag
zat, zocht haar plaatsje o pde leu
ning, zich een bieetje vasthoudend'
aan zijn schouder, en bungelend met
haar lange beenen: i
„Ik kwam vragen, of je morgen
mee ging rijden, ik kan je niets meer
dan veldijs aanbieden, maar dat is
al veel met deze kwakkel winters. Ga
ej mee? Nettie en Jop'ie komenook
o pValkenbosch. De rest vindt 't de
moeit ewaard. Maar ik zieg, ik moet
mn ijijzers weer eens onder hebben.
Ga je mee?" i.
Natuurlijk.'
Zij nwangen gloeiden van verras
sing over deze plotselinge uitredding
uit zij nellen de. Was het da nalles 'n
drrom geweest? Die hier achter hem
zat en zóó met haar beenen bungel -
I de, dat de inkt in zijn grooten ge leer -
den inktkoker o pen neer bibberde,
j wa see nspeelmeisje zijn Ellen 1
i De Ellen, wier naam hij had gesta-
1 meld, toe nhij meende te sterven.
Maar waar was nu de andere, die
deftige vrouw-van-jde-wereld!
Ach, die zou weer terugkomen en
hij zou er weer hartsverdriet van
TeF, vervaardigd door die bekwame
'hand va neen modiste.
Die woonden niet in het kleine
plaatsje maar in Padang. Daarheen
werden door alle ambtenaars vrou
wen bestellingen gezonden, want zelf
er heen te gaan was wel wat ver en
dus werd alles aan den goeden
smaak va (nde modiste overgelaten
De japonnen kwamen o pden avond
voor het feest aa ufcn iedere der
vrouwen afzonderlijk was buitenge
woon verheugd over het keurige toi
let dat haar was toegezonden. Maar
toen brak de avond van het feest
aan. Er ontstond een steeds groo-
tere schrik bij ieder nieuw aangeko
mene in die zaal van de sociëteits
gebouw. Want elk© japon o pzich-
zel fwas prachtig maar zij waren alle
onderling precies aa nelkaar gelijk.
Verschil in afwerking was er niet
alle néén kleur. Zoo scheem het als
o fplotseling alle vrouwen die aam
het feest deelnamen één uniform
droegen. Zoo ziet men alweer Ik..
lets waarover mannen zich niet druk
zouden maken bij vrouwen ontstel
tenis wekt.
Er zijn in ons land huizen waar
het spookt althans wanneer men ge-
looven wil de verhalen die gewoon
lijk heel oud zijn, welke door bewo-
enrs gedaan worden. Zoo is er in
Arnhem ook een „spookhuis'.. (Het
staat aan het Roermondsplein en
werd een dikke 20 jaar geleden door
den eigenaar, die het zei f bewoonde,
verlaten. Hij ging naar Parijs en
keek niet meer naar zijn eigendom
og. Al dien tijd is het huis verlaten
geweest, niemand betrad het. De
verf o pde kozijnen verdween lang
zamerhand. de gesloten zonneblin
den werden ook verveloos ©n het
huis kreeg een haveloos aanzien..
Toen is men gaan vertellen, dat het
in de kamers waar het stof duimen-
dik o pde meubels lag, ging spoken
Maar heel bijzondere aandacht heeft
het huis nooit getrokken. Totdat
eenige dagen geleden de bewoner
weer is teruggekeerd en zijn intrek
nam in het oude huis. Hij was |een
man van 60 jaar geworden een heeft
direct de aandacht op zich gevestigd
door zijn goedgeefsheid. Hij schijnt
schatrijk te zijn, want bewoners uit
sloppen en stegen in die buurt
schenkt hij rijksdaalders en gouden
tientjes. Dat heeft hem een zee va©
hinderlijke belangstelling gebracht
Voortdurend staan er groepjes men
schen uit donker Arnhem voor zijn
deur ,en wachten op zijn kowst en
dan rekende op een gift. Gaat hij uit
dan volgen hem wel honderd jon
gens en meiden. Op een avond zag
het Roermondsplein zwart van men
schen, als gold het ©en publiek© ver
makelijkheid, alleen maar om den
geheimzinngien bewoner te zien.
Toen de man buitien kwam, hoeft de
politie hem ter wille van eigen vei
ligheid naar het politiebureau ge
bracht en hem, teen de belangstel
lenden wanen afgezakt, naar huis ge
zonden. De belangstelling schijnt
hem toch te machtig te worden, want
hij heeft het voornemen te kennen
gegeven om Arnhem zoo spoedig
mogelijk weer te verlaten. Zijn buu-
ren, die door de voortdurende volks
oploopen veel hinder ondervinden,
zullen over zijn vertrek niet rouwig
zijn.
BRIEF VAN KRELIS.
hebben, 'en niet weten, wie de werke
lijke Ellen was, zij daar, die precies
paste naast zij neenvoudige jongens
achtigheid, ot de dame van gisteren,
va nvandaag. r
E ntoegeerend, dat dit alles tof
klaarheid zou komen, begon hij te
spreken, 't hoofd in de hand, wat
langzaam en weifelend.
„Gisteren zag ik je op het per
ron!"
Zij, ineens een beetje verbaaisd
over zijn langzaamheid ©n duidelij
ke weiefling: f
„Aan het station? O, wat ©enig 1
Dan dacht je zeker ,dat ik we'gge-
loopen was, o fspijtoelde. Ik moesi
voor het eerst i nlmijn functie van
hoofdboekhoudster naar <pns hoor
je Arthur naar ons filiaal in Am
sterdam. Toen kon ik net een trein
tje hie roverblijven en bij Marianne
koffiedrinken e nhaar mijn nieuw
pa laten zien. Ik was zoo deftigI Ja.
lbegrijp eens .mejuffrouw de hoofd
boekhoudster. Je hebt me zeker nog
nooit zoo behoorlijk gezien als giste
ren. hé?"
„Behoorlijk? Zóó ben je behoorlijk
ik wou je nooit anders zien O,
Ellen
„Nu dan
Toen vatte hij moed en begon zijn
.hart uit te storten: i
„O Ellen je was zoo mooi en zoo
statig, en wel heel wereldwijs en hieel
deftig maar je was naar Je
was geen aardig meisje meer En
toen Ellen, bedacht ik met schrik,
voor 't eerst, dat we geen 'kinderen
meer zijn."
Ze leunde achterover tegen den
breeden stoelrug. En terwijl ze reeds
begon te begrijpen, waarom hij nu
verdrietgi was, zei ze:
„Ik geloof, dat dit je hindert
„Ja", antwoordde hij. „Gisteren
nog waren we twee kinderen, twee
twee vrienden ,e nik dacht, dat we
dat jarenlang zouden blijven en
dan wat anders e nieters. En
nu be njij ©e n vol wassen dame,
met een zeer goede positie en mooie
tailetten en ik een arme student
in 't begin van zijn studietijd, |een
schooljongen nog. Zoo kunnen w© 't
niet jaren uithouden, Ellen. Want er
hullen i nal dien tijd anderen komep,
die ineens van je willen zijn, w'at
ik pas heel veel later zou kupnem
worden maar
H ijzweeg .verschrit over zijn
eigen vertrouwelijkheid.
Dit had hij aangevoerd,wat hij
nog jaren in zijp hart had willen ver
bergen? En opieens overviel hem een
verschrikelijke angst Indien in El-
Ik had mijn krant uit. Vervuild'
van al dat nieuws, dat men bijna
niet kon lezen, zonder te huiveren bijl
de vermelding van de vulkanische
woelingen op maatschappelijk, poli
tiek en economisch gebied, zat ik
zoo'n beetje na te mijmeren. Ik nam
een lucifer om mijn pijp weer aap |t©
steken, die onder het lezen was uit
gegaan. Ik deed een paar haleP
toen het langzaam tegen de ramen
begon te kletteren. Meende ilc
Het had blijkbaar al geruimien tijd
geregend, want zoo op eens be
gint het niet tie stortregenen. Een
bui. Gelukkig, dacht ik Hoe meer
water, hoe beter. En ik haalde de
rook met smaak naar bininen, blies
dikke wolken uit en voelde, dat mijp
pijp mij wat afleiding gaf. Maar het
was later geworden, dan ik dacht.
'Naar ebd, Krelis, zieide ik tot me
zelf. Maar daar zag ik toch ook ev©n
tegen aan. Een mensch moest
eigenlijk voor het naar bed gaap
geen krant lezen. Dat deugt niet
Je droom er van, vooral wannieer
het geen opwekkende lectuur is.
Maa rwat moet je dan tegenwoor
dig wel lezen? Geen kramt althans.
Stellig niet. Maar laten kan ik het
niet. Evenmin als rooken En veel
rooken is ook niet goed. Neemt de
eetlust weg en is voor die maag niet
goed. Maar wat ligt tegenwoordig
niet zwaar op de maag? Weet ik
niet. Ik'weet een massa dingen niet.
Ik kan tegenwoordig weinig meer
legrijpen. Eerst had ik het groote
verslag over de protest-vergadering
te Sint Pancras gelezen en daarna
was ik naar het buitenland gegaan.
En in geen enkel land vond ik de
noodige rust. Dan maar naar bed Ik
lag mijn pijp neer ©n schoot er on
der dat wil zegggen, zoo vlug
als ik het tegenwoordig nog kap
doen. In elk geval, ik voelde mij
heel behaaglijk. En wonder boven
wonder, geen vijf minuten of 'ik
sliep.
Ja, ik sliep. Het regende maar
door, wat zachter later en door dat
geruisch Maar wat heb ik
toe 'h»veer een nacht gehad. Die
droomen, die droomenl Die
herrie in Sint Pancras ook! Die
heele veenderij kwam voor mijn
geest. Groote goedheid wat een turf
Die Amerikaansche moiém kon
het water niet verwerken en maalde
als een wiel van een electro-motor.
Ik vluchtte zoo hard mijn beenen
mij konden dragen, niaar in je
droom schiet je nooit op. Tocih
kwam ik bij een driesprong, (daar
was het een lawaai van jewelste. En
het was of het water mij maar ver
volgde. Een verschrikkelijke straal
uit een waterleidingbuis spoot kaars
recht het water in de hoogte. „Dat
noemen ze noii de gemeente 'drpog
leggen'., spotte er eer. En de drup
pels vielen weder van bo\©n neer en
het was of elke droppel eer stern-
blok werd. Het waren alle blolcbroe-
sen en blokjassen, een was er b.v
die droog bleef en in 't zwart ge
kleed was. Bij nadere beschouwing
was het er een in 'een gympakje.
Voor een groot gebouw bleef dé me
nigte staan, in afwachting van de
dingen, die komien zouden. Daar
kwam een ander aan, nam de gym-
len's hart niet was, wat hij er !in
vermoedde, indien ze nooi.t aan een
zelfde toekomst had gedacht als hij
dap wel dan moest zie wel nie.s
van hem begrijpen op dit oogenblik
dan zat hij te bazelen, gewoon
weg
En in doodsangst wachtte hij op
wat ze zeggen zou
Toen sprak ze kalm, langzaam,
alsof ze goed overdenken wille, wat
ze ging zeggen:
„Dat heeft alles mijn costume lit-
de-vin gedaan En je denkt dat
ik dat ben, dat lange statige perso
nage, dat buigen en strijken kan
Hoe moet ik jie to Ji alles duidelijk
maken, dat ik daar lieg en huichel
en to chweer niet lieg en 'huichel
Mijn jongen Juister nu goied, en
wees voor alles heel gerust, voor
nu en later
Jij leeft hier geheel buiten de we
reld ik leef erin. En de wer©ld
heeft zijn eischen. Ze eischt van 't
Jnenschenkind, dat ee nposbie beeft,
dat ze zich zal gedragen als een
positie -hebband menschenkind. Daar
hooren mooie japonnen bij, daar
hooren buigingen ©n strijkages bij.
Ik zo uliever langs het strand hol
len en o pdie duinen naloopiertje met
je spelen ,dan werken Maar ik
werk, want ik moet.
Ik werk met al dien aankleve van
dien kleed me in statigejaponr.pn
en ben deftig in mijn manieren.
Daarginder vermoeden ze niet eens,
dat ik hard loopen kan ,en 't Voord
spelen achten ze misplaatst bij mij.
Ik hoe fme niet erg te dwingen om
zoo te zijn, net zoo min, als lik me
hoe fte dwinge nom te werken. En
daarom huichel ik eigenlijk niet.
Maalr wie ,ben 'ik nu eigenlijk, mejuf
frouw Hoogendijk, eerste boekhoud
ster b ijde firma Verveer, de lange
deftige Juffrouw Hoogendijk, die zoo
tamelijk ongenaakbaar is, of Ellen
Hoogendijk, die hier o pje stoel zit
te wiebelen, met haar beenen zwaait
en komt vragen, öf je morgen mee
gaat krabbelen o pveldijs?
„O Ellen 'riep hij isn spron,
op, met opgeklaard gelaat, hopeni
en verwachtend, dat ze nu nog iets
zou zeggen
j 1 Ze las 't i nzyn oogen, zie Ihad de
woorde nal op de lippen. En nu ze
zijn gelaat voor zich had, met de
groote eerlijke oogen, waarin verlan-
gen en trouwe, onuitgesproken
j liefde te lezen was, toen vatte ze zijn
j beide handen en keek hem vriende-
I lijk lachend aan.
„Waarom toch eigenlijk die juf-
frouw Hoogendijk zoo ongenaaikbaar
nasf onder den arm len beiden? lie
pen naar een groot nieuw gebouw,
waar zonder dat ik het vermoedde
een gymlokaal was. Daar zoudisn de
gymnast en zijn arm-genoot hun
kunsten beproeven. Het publiek
drong op. Ook ik kwam binnen De
kleinste greep de stang van bet
hoogrek en maakte de reuzenzwaai.
Zijn vriend moedigde hem aan en
steeds harder ging het. Leve Teeu-
wis, ewrd er geroepen. Daar prote
steer ik tegen, riep zijn vriend ©n
niet zoodra had hij het gezegd of bet
tooneel veranderde. Alles liep ep.
eenmaal naar buitien, naar het
raadhuis. „Gesloten" stond ter op
een groot wit papier. „In Comitél'<
De menigte brulde. Bundels stem
biljetten vlogen door- de lucht,
een naam heel groot gedrukt. Het
blok kreeg den vorm van een 'huis.
De naam luidde: „Post- len Tele
foonkantoor'.. En naet de woordian
„Ik ben je kiezer", liep er een, de
vriend van den gymnast op bat post
kantoor toe. Maar plotseling ver
anderde het kantoor in een groot©
turfhoop. Daar kwam weer dis ver
schrikkelijke waterstraal. De slang
kwam regelrecht uit het nieuwe ge
bouw. De bewoner was pijpleider.
„Niet alleen voor unrinoirs en clo
sets, maar ook voor jullie', klonk bat
uit zijn mond. Alles lostte zich op i|n
een nevel. Drie figuren teekenden
zich donker daarin af. „Wij geven
jullie de warmte,', zei het klaverblad
en niet zoodra was bat gezegd of de
groote turfhoop viel in elkaar. „Dat
is nou geen molm, maar dat (is
„mot", ajuusl zei de leerste ©n
weg was ie.„Dat is nou die
klap op de vuurpijl", zeide de twee
de en die derde zei„Dat is de rech
te reuzenzwaai", leve de gymna
stiek 1 Ik werd wakker
van een ontzettende hagelbui en een
slagregen. Wat kan leep mensch
toch raar droomen 1 i
KRELIS]. i
BUKüEKLIJKt STANDEN.
OUDE N1EDORP.
Geboren: Ceci'liia Maria, dochter van
Gernt Kamper lem. Girerte Hoogebooim.
Uverletten: Cornells 'Kramer, oud .jo
jaar, echtgenoot van 1 «intie Groot;
lacob Vis, oud 71 laar, echtgenoot van
Antje Houtkooper, overiedien te Gas-
tncum; Evert van Leeuwen, oud qi i„
weduwnaar van Geert te Spaan sen.
Si. TANGKAS.
Geboren: Nelly Ahe, diochter van
Gorns. Klooster-boer len Maartie Bal
der. i'ie ter. zoon van Abram Bakker
en Kenouwt'.e longert.
GehuwdKlaas groen en Ahda van
Kheenes. fte ter van der Bul en Maar
tie Groen. Adnanus Langen berg en
Aaltje Stoierd'sma.
Overiedleln: Neieltpe Tot, 6.1 taar, echt
genoot van Dirk Kloosterboer.
BROEK OP LANGEND1IK.
Géboren: Anttie. dochter van Kr. Ot-
toi en A. Otto-. Neettie, dochtisr van' Abr.
Schoon en N. v. d. Molen. Pieber, zoon
van G. -van Manen en M. Trommel.
Ondertrouwd en getrouwd: |an Bak
dn Reinout ie tien Bruggencate.
Overleden: Neieltve Steen, 72 taar, we
duwe van Jan Vroegoip.
BKOEK OH LANGENOIJK.
Gedurende idie maand Augustus w.em
0;p 10 (dagen regen m den meter ge-
vopden tot ee gezamielijk biednrag van
.10.t xn-M., terwijl die gemiddelciie re
genvat der maand 81.1 m.M. bedraagt.
in dien 'loop van dit taar is totaal
231.1 m.M. regen aigetapt, wat 436.4
m.M. had kunnen zitn, naar den ge
middelden regenval. Alleen lanuan
steeg zit ngenudideidie ©regenval.
is, en alle poging© ntot toenadering
verijdelt? Omdat zie denkt aan
©en armen student, die nog v©le ja
ren zal moetien wachten Buiten
hem beeft ze niemand noodig, geen
©nele nvriend, ook ge©n vriendinnen,
want die zouden haar in haar vrije
uren maar verhinderen om aan dien
armen student te denken aan een
schoome toekomst en aan den Za
terdag e nZondag als ze weer thuis
zal zijn en hij baar na zal loopen
op 'tduinveld o fmet haar krabbelen
op 't veldijs
Hij zag haar steeds aan en kon
zij ngeluk niet begrijpen.
En hij wist niet wat hij zeggen of
doen mocht ,als man van eer En
h ijmeende 'half, dat nu dat bevel zijn
kracht had verloren, e nhalf, dat bet
nooit zijn kracht mocht verliezen.
Ellen was de geschikte vrouw voor
een stillen schuchteren geleerde. Ze
las op zij gelaat, al wat hij in zich
zelf doormaakte.
Toen zei ze, onderrichtend
„Zulk een spieech beloont men met
een kus
En met een juichkreet sloeg hij de
(armen om haar heen, beloonde haar
speech vele, vele malen.
Dien Zondag viel het Albert op,
dat Arthur er zoo gelukkig uitzag,
en dat hij telkens met een uitdruking
va nextase naar Ellen keek.
bert. En hij maakte zicih wat bezorgd
over zijn broer, was bang, dat die
twee daar miet vuur speelden.
't Trof net even, dat Ellen e nhij
alleen in die kamer waren, In idie huis
kamer der Hoogemdijken. Arthur
verliet hen net om in Fiets biblio'-
theek te gaa nscharrelen. Albert riep
Ellen terug, die hem na wilde.
Lui lag hij i nPiets fauteuil. En
wat vaderlijk keek hij 't jonge meis
je aan, dat voor hem stond in haar
lichte huisjurk, e nhiem een beetje
plagend aankeek omdat hij zoo lui
was en zoo vaderlijk deed.
„Zeg Ellen", zei hij dtoen waar
schuwend: „weet je wel, dat die Jon
gen hopeloos verliefd o pje is?"
„Hopeloos?" vroeg Ellen, quasi
verbaasd, geheel bij haar positieven
blijvend, ondanks haar grooten
schrik. „Hopeloos, zei Uw Edele?
Neen, dat wist ik niet 1 1
„Ellen!" riep hij, opspringend, en
hij had zoo graag haar vertrouwen
gehad dat oogenblik. V
„Monsieur?" vroeg z© plagend.
Toen draaide zie zich op de hakken
om en snelde met tooneejmatige
haast de kamer uit. I j