NIEUWE LANGED1JKER COURANT Zaterdag 3 September 1921. TWEEDE BLAD. VAN ALLES EN NOG WAT. Het feit va nde Week is ongetwij feld de arrestatie va nden heer YV. H. Broekhuys, den wijd vermaarden oud-Directeur va nde Rotterdamsche Handels- en Landbouwbank, die als een moderne rattenvanger van Ha- Veusachtige advertenties van de wel bekende verlotingen. Men weet hoe de justitie tevergeefs hem zoc'ht om dat het bedrijf dat hij |sr op nahield h.i niet door den beugel kon- Maar Broekhuys heeft steeds buiten het bereik van de geweldig langen arm 'van Vrouwe Justitiea wieten te blij ven. ook al is h ijheel dicht in die buurt gebleven. Totdat Broekvhuys de slimme vos, vMn 'zijn standpoint gerekend, domme dingen ging doen. Hij ging logeeren in Zeddam, een heel klei nplaatsje in dien Gelder - schen Achterhoe. Daar zou nie mand hem gezocht hiebben als hij in het pension niet de gebraden haan had uitgehangen en met zijn geld had gesmeten. Een fooi va|n hon derd gulden aan den chauffeur heeft in het bijzonder vermoeden giewekt. Toen er over hem gesproken werd, was het voor de recherche een klein kunstje om den befaamden Rotter dammer te vangen. H ijzat nu fei telijk al i nden val en de politieman nen konden hem zoo grijpen. Dat is da Inpok geschied, midden i(n de nnacht. Zonder aarzelen heejft Broekhuys zich in zijn lot geschikt. Hij vroeg nog aan een der rechph- seurs. wie h ij was en het antwoord luidde van Mastrigt, aan wien U zooveel ansichten hebt gezonden. ,„Nu dan feliciteer ik U met uw de auto, die hem naar Rotterdam- zou brengen. Daar is hij nu gast in het huis van bewaring. Zeker zal met belangstelling de behand|elling der zaak Broekhys worden tegemoet gezien, want iedereen is nieuwsgie rig o fde man die zoo glad is, ,nu werkelijk veroordeeld zal wonden. Had de Rotterdamsche politie het druk met de arrestatie van Broek huys. elders in ons land is er voor de opsporingsambtenaren 'een terg werk te doen. Het is also fplotseling een dievenbende op ons land is neer gestreken, want dagelijks leest men van inbraken zonder tal. Vooral het Go<>i moest he. ontgelden; in Baarn op ©en nacht zeven inbraken, in Hil versum drie, en in verreweg de mees te gevallen met een goede|n bujt voor de Heeren inbrekers. Ook in Rotterdam werd in een nacht op et telijke plaatsen inbraak gepleegd. Vele menschen zullen er een bodor- ven vacantie door hebben, wanneer zij thuiskomende ontwaren hoe er in hu nwoning is huisgehouden. Hiet is - te hopen dat het geboefte spoedig achter slot en grendel komt en dan 'o pwat solider wijze wordt vastgehou den dan ©en zekere A. van Valken burg, die in de Scheveningsche straf ggevangenis was opgesloten voor den tijd van drie jaar, omdat hij tijdens den oorlog aan de Duitschers voor f 165.000 levesnsmiddpten had JONG ZIJN. Arthur van ZutTen slenterde oip en neer langs 't perron. Hii was veel ite vroeg; hij had iboodschap>p1emi i fadp stad gedaan en ziin dangle heemiein ihadden ihemi veel eerder 'Idaar doen komen, dan hu berekend had. 't Was Vrijdagmiddag. De (heele week 'hard gewerkt hé, hij was moie. Zaterdagavond en Zondag m'aar ems niets doen. Ellen izoiu wet eehs aan ko men loopen. Hiv voedde zam geest omfloerst met ee» wod'k van Imelanehoke. H.et was th-uiis nu stil len wat droevig. Moeder was bezorgd over Annie en hunkerde naar den twnet, «luie nu gauw komen kon len 't was beroerd, om tie weten, dat te zuster zoo ongelukkig wa,s, beroerd om1 te weten, dat te Wallieim niet meer terug zou zien dat M; neergeslagen had kunnen worden door zoon eillen- dige ziekt© Het iperon vulde zich wat. Zijn dwa lende bthkken ru-stten nu hier, dan daar H ijwilde zichzelf wat verstrooien wat loskomen uit zijn naargeestige stem mmg. Hij he pachter een dame en .een heer en merkte op, dat hiv al enkele se conden geboeid was jdoor die bijzondere mooie dieproode kleur van haar cos tuum'. Nu toezag zn haar wat oplet tende. zag hoe mooi het blonde haar lag onder het hoedje van dieprood cas toor. E ntoen oppens met een gevoel als van een doodielijfcen schink, herken de hu de 'dame, t was Ellen! Elleni Gehoor gevende aa neen plotselinge opwelling, trok h iizach teruigl l nde fcliea- vestibule der wachtkamer. Zoo, on gezien, bespiedde hij haar, zag haar weer voorbij komien. H ijdacht er niet aan, ho© ze toch hier kwam, midden in d© week, op het perron Hij zag alleen maar dat ze mooi was, elegant en heel an ders dan anders O, mooi en ele gant was ze altijd Maar nul Die daar ging was geen meisje geen speelmesije. dat met g.roo'.e jongens na loo piert je speelde i nidein tuin of aan het strand! Maar een dame, een volwassen deftige dame 'Nu bleef ze staan. Haar geleider, een oud statig heer, sprak tot haar en Arthur voelde, dat déze ook haar niet als ©en meisje behandelde, maar tneende een vrouw voor zich te 'heb ben een zeer gedistingeerde volwas- se nvrouw1. 01 !Hiet -was hem, of hij be zwijken zo uorider dien last van me lancholie, die o pzijn schouders zon. O! hij voelde zich een jongen, akelig onbeholpen, akelig eenvou dig, totaal nul naast deze vorstinne - verschijning. En dat was Ellen, zij, Jvjer naam hij gestameld had, toen hij meende te sterven, zij, voor wie hij had willen lewen De sneltrein voor Amsterdam reed binnen en hij zag Ellen en haar ge leider ieen coupé opzoeken. Toen reikte Ellen de nouden hjeer dje 'hand, verköchf zonder die' 'ooft te Tevoren, terwijl hij bovendien zijn afnemer nog als spion b 5jWen Duitschen i spionnendienst had aangegeven. Dit heerschap heeft nu weien uit te bre ken en verheugt zich o phet oogen'- blik in de vrijheid. We zulle nlangzamierhand van on ze versleten zilverbons verlos gera- ken, want regelmatig worden de af- tandschen exemplaren ingetrokk|en. Korten tijd geleden ging er een partij j van den agent van het Ministerie v. j financiën te Amsterdam naar dien Rekenkamer te 's-Gravenhage. Bijl j aankomst bleken ©r 1000 rijksdaal- dersbons te ontbreken. Vermoedelijk heeft iemand, die nog wel iets voor die papiertjes gevoelde, al waren ze dan van kenteekenen voorzien, (die er o p we zen dat ze geien wettig be taalmiddel meer voormden, ze o ne'er zijn hoede genomen. Het is een istnop voor den agent van het ministerie van financiën want de verzendjnig had moeten plaats hebben in een verzegelde houten kist. De kist was niet verzegeld en zoo is de agept aansprakelijk voor den diefstal. Wat met zeggen wil, dat de biljetten niet zouden zijn gestolen, wanneer er ze- ggels op de kist hadden gezeten. Vaarlustige jongelui, een Delftsch student en een opzichter hebben de zer dagen een stukje uitgehaald dat hun bijna het Teven kostte. Zij had den zelf leen bootje gemaakt en daar mede waagden z ijzich te Sébevenin)- gen op zee, eerst bij het strand en toen verder. De waaghal zien begon nen langzamerhand te begrijpen in welk een netelgien toestaend zij' zich zeiven haddien gebracht. Zoover wa rren zij van de "kust verwijderd, dat terugkeeren haast onmogelijk scheen aan het scheepje geheschen. Geluk kig werd dit sein tien langen leste 'aan het strand opgemerkt. Een vlet jwerd uitgezet dat de waaghalzen in Veilige haven bracht. Niet alleen o pzee worden waag halzerijen uitgevoerd. Ook op het 'land en niet door eesn paar jonge lui die geen gevaren zien, maar door dames, slavinnen van die mode. Het is mode, om onder damesschoenen decimeters hooge hakken te plaat sen. De vrouwen onderwerpen zich aan de mode, dragen dus die schoe nen al zijn de hakken nog zoo hocfe Wat regel is, z ijgaan ter uitstapjes mee maken in berg- en heuvelland. Dat heef ttengevolge gehad, dat er inderdaad slachtoffers zijn gevallen 'van deze modegril. In Maastricht zijn niet minder dan vier jonge da mes thuis gekomen van een tocht in de omstreken met gebroken enkel. Inderdaad een ernstige vingerwijzing voor andere vrouwjen die ook hooge hhakken dragen. Een vroolijker gebeurtenis waarbij ook de mode te pas komt is idie vol gendie. i n Neder lamdsch Indië voor gevallen. Daar leden in de oorlogs jaren vele gouvernementsambtenaren in een klein plaatsje fatsoenlijke ar moede en hu nvrouwen waren zuinig bezuinigden vooral op haar kleedipg welke zij zelf mooi of minder mooi vervaardigden. Totdat eindelijk de duurte toeslag kwam. Dat was |een feest dat miet een feestje in de soos zou worden gevierd en ters'.opid werd) door de dames die behoefte gevoeld aan een mooie Japon, een avondtoi- en deze groette haar met een diepe buiging, bleef miet den hoed in de hand staan, tot de trein wegreed. Even later kwam Arthurs ttrein en hij wierp zich o pdie bank in 'een hoek en dacht aan die slanke damt in het wijnroode costuum Ellen bestond niet meer. O God, Ellen 1 Ellen I Ellen 1 Zaterdagavond probeerde 'hij zijn moede versufte hersens toch nog tot werken te krijgen. Maar hij kon niet en liet het hoofd weer op die jhandén zinen. Daar kwam ze weer voor hem, zijn kwelgeest. Hét blozendie gelaat met de blonde krullen stond ernstig; stemmi gboog ze voor dien ouden heer; al zij nhoffelijkheden accep teerde ze als iets, wat ze gewend was. i. Every inch a lady diets, niets mieer va neen meisje 1 Toen hoorde hij vlugge schreden o pde trap, de deur vloog open. En daar, in een dikke donkerblauwe jer sey met witte opslagen een korte blauwe rok, een klein bontmutsje op de krullen stond Ellen, het spieel- meisje wiser Met een luiden vreugdekreet, waarvan Ellen eigenlijk een beetje schrikte, omdat ze op zooveel ent'hu- siasme niet voorbereid was, vloog hij o pen haar tegemoet. Maar zie was al b ijhem, dwong hem te gaan zitten in den schrijf- stoel, op welker armen ze zoo graag zat, zocht haar plaatsje o pde leu ning, zich een bieetje vasthoudend' aan zijn schouder, en bungelend met haar lange beenen: i „Ik kwam vragen, of je morgen mee ging rijden, ik kan je niets meer dan veldijs aanbieden, maar dat is al veel met deze kwakkel winters. Ga ej mee? Nettie en Jop'ie komenook o pValkenbosch. De rest vindt 't de moeit ewaard. Maar ik zieg, ik moet mn ijijzers weer eens onder hebben. Ga je mee?" i. Natuurlijk.' Zij nwangen gloeiden van verras sing over deze plotselinge uitredding uit zij nellen de. Was het da nalles 'n drrom geweest? Die hier achter hem zat en zóó met haar beenen bungel - I de, dat de inkt in zijn grooten ge leer - den inktkoker o pen neer bibberde, j wa see nspeelmeisje zijn Ellen 1 i De Ellen, wier naam hij had gesta- 1 meld, toe nhij meende te sterven. Maar waar was nu de andere, die deftige vrouw-van-jde-wereld! Ach, die zou weer terugkomen en hij zou er weer hartsverdriet van TeF, vervaardigd door die bekwame 'hand va neen modiste. Die woonden niet in het kleine plaatsje maar in Padang. Daarheen werden door alle ambtenaars vrou wen bestellingen gezonden, want zelf er heen te gaan was wel wat ver en dus werd alles aan den goeden smaak va (nde modiste overgelaten De japonnen kwamen o pden avond voor het feest aa ufcn iedere der vrouwen afzonderlijk was buitenge woon verheugd over het keurige toi let dat haar was toegezonden. Maar toen brak de avond van het feest aan. Er ontstond een steeds groo- tere schrik bij ieder nieuw aangeko mene in die zaal van de sociëteits gebouw. Want elk© japon o pzich- zel fwas prachtig maar zij waren alle onderling precies aa nelkaar gelijk. Verschil in afwerking was er niet alle néén kleur. Zoo scheem het als o fplotseling alle vrouwen die aam het feest deelnamen één uniform droegen. Zoo ziet men alweer Ik.. lets waarover mannen zich niet druk zouden maken bij vrouwen ontstel tenis wekt. Er zijn in ons land huizen waar het spookt althans wanneer men ge- looven wil de verhalen die gewoon lijk heel oud zijn, welke door bewo- enrs gedaan worden. Zoo is er in Arnhem ook een „spookhuis'.. (Het staat aan het Roermondsplein en werd een dikke 20 jaar geleden door den eigenaar, die het zei f bewoonde, verlaten. Hij ging naar Parijs en keek niet meer naar zijn eigendom og. Al dien tijd is het huis verlaten geweest, niemand betrad het. De verf o pde kozijnen verdween lang zamerhand. de gesloten zonneblin den werden ook verveloos ©n het huis kreeg een haveloos aanzien.. Toen is men gaan vertellen, dat het in de kamers waar het stof duimen- dik o pde meubels lag, ging spoken Maar heel bijzondere aandacht heeft het huis nooit getrokken. Totdat eenige dagen geleden de bewoner weer is teruggekeerd en zijn intrek nam in het oude huis. Hij was |een man van 60 jaar geworden een heeft direct de aandacht op zich gevestigd door zijn goedgeefsheid. Hij schijnt schatrijk te zijn, want bewoners uit sloppen en stegen in die buurt schenkt hij rijksdaalders en gouden tientjes. Dat heeft hem een zee va© hinderlijke belangstelling gebracht Voortdurend staan er groepjes men schen uit donker Arnhem voor zijn deur ,en wachten op zijn kowst en dan rekende op een gift. Gaat hij uit dan volgen hem wel honderd jon gens en meiden. Op een avond zag het Roermondsplein zwart van men schen, als gold het ©en publiek© ver makelijkheid, alleen maar om den geheimzinngien bewoner te zien. Toen de man buitien kwam, hoeft de politie hem ter wille van eigen vei ligheid naar het politiebureau ge bracht en hem, teen de belangstel lenden wanen afgezakt, naar huis ge zonden. De belangstelling schijnt hem toch te machtig te worden, want hij heeft het voornemen te kennen gegeven om Arnhem zoo spoedig mogelijk weer te verlaten. Zijn buu- ren, die door de voortdurende volks oploopen veel hinder ondervinden, zullen over zijn vertrek niet rouwig zijn. BRIEF VAN KRELIS. hebben, 'en niet weten, wie de werke lijke Ellen was, zij daar, die precies paste naast zij neenvoudige jongens achtigheid, ot de dame van gisteren, va nvandaag. r E ntoegeerend, dat dit alles tof klaarheid zou komen, begon hij te spreken, 't hoofd in de hand, wat langzaam en weifelend. „Gisteren zag ik je op het per ron!" Zij, ineens een beetje verbaaisd over zijn langzaamheid ©n duidelij ke weiefling: f „Aan het station? O, wat ©enig 1 Dan dacht je zeker ,dat ik we'gge- loopen was, o fspijtoelde. Ik moesi voor het eerst i nlmijn functie van hoofdboekhoudster naar <pns hoor je Arthur naar ons filiaal in Am sterdam. Toen kon ik net een trein tje hie roverblijven en bij Marianne koffiedrinken e nhaar mijn nieuw pa laten zien. Ik was zoo deftigI Ja. lbegrijp eens .mejuffrouw de hoofd boekhoudster. Je hebt me zeker nog nooit zoo behoorlijk gezien als giste ren. hé?" „Behoorlijk? Zóó ben je behoorlijk ik wou je nooit anders zien O, Ellen „Nu dan Toen vatte hij moed en begon zijn .hart uit te storten: i „O Ellen je was zoo mooi en zoo statig, en wel heel wereldwijs en hieel deftig maar je was naar Je was geen aardig meisje meer En toen Ellen, bedacht ik met schrik, voor 't eerst, dat we geen 'kinderen meer zijn." Ze leunde achterover tegen den breeden stoelrug. En terwijl ze reeds begon te begrijpen, waarom hij nu verdrietgi was, zei ze: „Ik geloof, dat dit je hindert „Ja", antwoordde hij. „Gisteren nog waren we twee kinderen, twee twee vrienden ,e nik dacht, dat we dat jarenlang zouden blijven en dan wat anders e nieters. En nu be njij ©e n vol wassen dame, met een zeer goede positie en mooie tailetten en ik een arme student in 't begin van zijn studietijd, |een schooljongen nog. Zoo kunnen w© 't niet jaren uithouden, Ellen. Want er hullen i nal dien tijd anderen komep, die ineens van je willen zijn, w'at ik pas heel veel later zou kupnem worden maar H ijzweeg .verschrit over zijn eigen vertrouwelijkheid. Dit had hij aangevoerd,wat hij nog jaren in zijp hart had willen ver bergen? En opieens overviel hem een verschrikelijke angst Indien in El- Ik had mijn krant uit. Vervuild' van al dat nieuws, dat men bijna niet kon lezen, zonder te huiveren bijl de vermelding van de vulkanische woelingen op maatschappelijk, poli tiek en economisch gebied, zat ik zoo'n beetje na te mijmeren. Ik nam een lucifer om mijn pijp weer aap |t© steken, die onder het lezen was uit gegaan. Ik deed een paar haleP toen het langzaam tegen de ramen begon te kletteren. Meende ilc Het had blijkbaar al geruimien tijd geregend, want zoo op eens be gint het niet tie stortregenen. Een bui. Gelukkig, dacht ik Hoe meer water, hoe beter. En ik haalde de rook met smaak naar bininen, blies dikke wolken uit en voelde, dat mijp pijp mij wat afleiding gaf. Maar het was later geworden, dan ik dacht. 'Naar ebd, Krelis, zieide ik tot me zelf. Maar daar zag ik toch ook ev©n tegen aan. Een mensch moest eigenlijk voor het naar bed gaap geen krant lezen. Dat deugt niet Je droom er van, vooral wannieer het geen opwekkende lectuur is. Maa rwat moet je dan tegenwoor dig wel lezen? Geen kramt althans. Stellig niet. Maar laten kan ik het niet. Evenmin als rooken En veel rooken is ook niet goed. Neemt de eetlust weg en is voor die maag niet goed. Maar wat ligt tegenwoordig niet zwaar op de maag? Weet ik niet. Ik'weet een massa dingen niet. Ik kan tegenwoordig weinig meer legrijpen. Eerst had ik het groote verslag over de protest-vergadering te Sint Pancras gelezen en daarna was ik naar het buitenland gegaan. En in geen enkel land vond ik de noodige rust. Dan maar naar bed Ik lag mijn pijp neer ©n schoot er on der dat wil zegggen, zoo vlug als ik het tegenwoordig nog kap doen. In elk geval, ik voelde mij heel behaaglijk. En wonder boven wonder, geen vijf minuten of 'ik sliep. Ja, ik sliep. Het regende maar door, wat zachter later en door dat geruisch Maar wat heb ik toe 'h»veer een nacht gehad. Die droomen, die droomenl Die herrie in Sint Pancras ook! Die heele veenderij kwam voor mijn geest. Groote goedheid wat een turf Die Amerikaansche moiém kon het water niet verwerken en maalde als een wiel van een electro-motor. Ik vluchtte zoo hard mijn beenen mij konden dragen, niaar in je droom schiet je nooit op. Tocih kwam ik bij een driesprong, (daar was het een lawaai van jewelste. En het was of het water mij maar ver volgde. Een verschrikkelijke straal uit een waterleidingbuis spoot kaars recht het water in de hoogte. „Dat noemen ze noii de gemeente 'drpog leggen'., spotte er eer. En de drup pels vielen weder van bo\©n neer en het was of elke droppel eer stern- blok werd. Het waren alle blolcbroe- sen en blokjassen, een was er b.v die droog bleef en in 't zwart ge kleed was. Bij nadere beschouwing was het er een in 'een gympakje. Voor een groot gebouw bleef dé me nigte staan, in afwachting van de dingen, die komien zouden. Daar kwam een ander aan, nam de gym- len's hart niet was, wat hij er !in vermoedde, indien ze nooi.t aan een zelfde toekomst had gedacht als hij dap wel dan moest zie wel nie.s van hem begrijpen op dit oogenblik dan zat hij te bazelen, gewoon weg En in doodsangst wachtte hij op wat ze zeggen zou Toen sprak ze kalm, langzaam, alsof ze goed overdenken wille, wat ze ging zeggen: „Dat heeft alles mijn costume lit- de-vin gedaan En je denkt dat ik dat ben, dat lange statige perso nage, dat buigen en strijken kan Hoe moet ik jie to Ji alles duidelijk maken, dat ik daar lieg en huichel en to chweer niet lieg en 'huichel Mijn jongen Juister nu goied, en wees voor alles heel gerust, voor nu en later Jij leeft hier geheel buiten de we reld ik leef erin. En de wer©ld heeft zijn eischen. Ze eischt van 't Jnenschenkind, dat ee nposbie beeft, dat ze zich zal gedragen als een positie -hebband menschenkind. Daar hooren mooie japonnen bij, daar hooren buigingen ©n strijkages bij. Ik zo uliever langs het strand hol len en o pdie duinen naloopiertje met je spelen ,dan werken Maar ik werk, want ik moet. Ik werk met al dien aankleve van dien kleed me in statigejaponr.pn en ben deftig in mijn manieren. Daarginder vermoeden ze niet eens, dat ik hard loopen kan ,en 't Voord spelen achten ze misplaatst bij mij. Ik hoe fme niet erg te dwingen om zoo te zijn, net zoo min, als lik me hoe fte dwinge nom te werken. En daarom huichel ik eigenlijk niet. Maalr wie ,ben 'ik nu eigenlijk, mejuf frouw Hoogendijk, eerste boekhoud ster b ijde firma Verveer, de lange deftige Juffrouw Hoogendijk, die zoo tamelijk ongenaakbaar is, of Ellen Hoogendijk, die hier o pje stoel zit te wiebelen, met haar beenen zwaait en komt vragen, öf je morgen mee gaat krabbelen o pveldijs? „O Ellen 'riep hij isn spron, op, met opgeklaard gelaat, hopeni en verwachtend, dat ze nu nog iets zou zeggen j 1 Ze las 't i nzyn oogen, zie Ihad de woorde nal op de lippen. En nu ze zijn gelaat voor zich had, met de groote eerlijke oogen, waarin verlan- gen en trouwe, onuitgesproken j liefde te lezen was, toen vatte ze zijn j beide handen en keek hem vriende- I lijk lachend aan. „Waarom toch eigenlijk die juf- frouw Hoogendijk zoo ongenaaikbaar nasf onder den arm len beiden? lie pen naar een groot nieuw gebouw, waar zonder dat ik het vermoedde een gymlokaal was. Daar zoudisn de gymnast en zijn arm-genoot hun kunsten beproeven. Het publiek drong op. Ook ik kwam binnen De kleinste greep de stang van bet hoogrek en maakte de reuzenzwaai. Zijn vriend moedigde hem aan en steeds harder ging het. Leve Teeu- wis, ewrd er geroepen. Daar prote steer ik tegen, riep zijn vriend ©n niet zoodra had hij het gezegd of bet tooneel veranderde. Alles liep ep. eenmaal naar buitien, naar het raadhuis. „Gesloten" stond ter op een groot wit papier. „In Comitél'< De menigte brulde. Bundels stem biljetten vlogen door- de lucht, een naam heel groot gedrukt. Het blok kreeg den vorm van een 'huis. De naam luidde: „Post- len Tele foonkantoor'.. En naet de woordian „Ik ben je kiezer", liep er een, de vriend van den gymnast op bat post kantoor toe. Maar plotseling ver anderde het kantoor in een groot© turfhoop. Daar kwam weer dis ver schrikkelijke waterstraal. De slang kwam regelrecht uit het nieuwe ge bouw. De bewoner was pijpleider. „Niet alleen voor unrinoirs en clo sets, maar ook voor jullie', klonk bat uit zijn mond. Alles lostte zich op i|n een nevel. Drie figuren teekenden zich donker daarin af. „Wij geven jullie de warmte,', zei het klaverblad en niet zoodra was bat gezegd of de groote turfhoop viel in elkaar. „Dat is nou geen molm, maar dat (is „mot", ajuusl zei de leerste ©n weg was ie.„Dat is nou die klap op de vuurpijl", zeide de twee de en die derde zei„Dat is de rech te reuzenzwaai", leve de gymna stiek 1 Ik werd wakker van een ontzettende hagelbui en een slagregen. Wat kan leep mensch toch raar droomen 1 i KRELIS]. i BUKüEKLIJKt STANDEN. OUDE N1EDORP. Geboren: Ceci'liia Maria, dochter van Gernt Kamper lem. Girerte Hoogebooim. Uverletten: Cornells 'Kramer, oud .jo jaar, echtgenoot van 1 «intie Groot; lacob Vis, oud 71 laar, echtgenoot van Antje Houtkooper, overiedien te Gas- tncum; Evert van Leeuwen, oud qi i„ weduwnaar van Geert te Spaan sen. Si. TANGKAS. Geboren: Nelly Ahe, diochter van Gorns. Klooster-boer len Maartie Bal der. i'ie ter. zoon van Abram Bakker en Kenouwt'.e longert. GehuwdKlaas groen en Ahda van Kheenes. fte ter van der Bul en Maar tie Groen. Adnanus Langen berg en Aaltje Stoierd'sma. Overiedleln: Neieltpe Tot, 6.1 taar, echt genoot van Dirk Kloosterboer. BROEK OP LANGEND1IK. Géboren: Anttie. dochter van Kr. Ot- toi en A. Otto-. Neettie, dochtisr van' Abr. Schoon en N. v. d. Molen. Pieber, zoon van G. -van Manen en M. Trommel. Ondertrouwd en getrouwd: |an Bak dn Reinout ie tien Bruggencate. Overleden: Neieltve Steen, 72 taar, we duwe van Jan Vroegoip. BKOEK OH LANGENOIJK. Gedurende idie maand Augustus w.em 0;p 10 (dagen regen m den meter ge- vopden tot ee gezamielijk biednrag van .10.t xn-M., terwijl die gemiddelciie re genvat der maand 81.1 m.M. bedraagt. in dien 'loop van dit taar is totaal 231.1 m.M. regen aigetapt, wat 436.4 m.M. had kunnen zitn, naar den ge middelden regenval. Alleen lanuan steeg zit ngenudideidie ©regenval. is, en alle poging© ntot toenadering verijdelt? Omdat zie denkt aan ©en armen student, die nog v©le ja ren zal moetien wachten Buiten hem beeft ze niemand noodig, geen ©nele nvriend, ook ge©n vriendinnen, want die zouden haar in haar vrije uren maar verhinderen om aan dien armen student te denken aan een schoome toekomst en aan den Za terdag e nZondag als ze weer thuis zal zijn en hij baar na zal loopen op 'tduinveld o fmet haar krabbelen op 't veldijs Hij zag haar steeds aan en kon zij ngeluk niet begrijpen. En hij wist niet wat hij zeggen of doen mocht ,als man van eer En h ijmeende 'half, dat nu dat bevel zijn kracht had verloren, e nhalf, dat bet nooit zijn kracht mocht verliezen. Ellen was de geschikte vrouw voor een stillen schuchteren geleerde. Ze las op zij gelaat, al wat hij in zich zelf doormaakte. Toen zei ze, onderrichtend „Zulk een spieech beloont men met een kus En met een juichkreet sloeg hij de (armen om haar heen, beloonde haar speech vele, vele malen. Dien Zondag viel het Albert op, dat Arthur er zoo gelukkig uitzag, en dat hij telkens met een uitdruking va nextase naar Ellen keek. bert. En hij maakte zicih wat bezorgd over zijn broer, was bang, dat die twee daar miet vuur speelden. 't Trof net even, dat Ellen e nhij alleen in die kamer waren, In idie huis kamer der Hoogemdijken. Arthur verliet hen net om in Fiets biblio'- theek te gaa nscharrelen. Albert riep Ellen terug, die hem na wilde. Lui lag hij i nPiets fauteuil. En wat vaderlijk keek hij 't jonge meis je aan, dat voor hem stond in haar lichte huisjurk, e nhiem een beetje plagend aankeek omdat hij zoo lui was en zoo vaderlijk deed. „Zeg Ellen", zei hij dtoen waar schuwend: „weet je wel, dat die Jon gen hopeloos verliefd o pje is?" „Hopeloos?" vroeg Ellen, quasi verbaasd, geheel bij haar positieven blijvend, ondanks haar grooten schrik. „Hopeloos, zei Uw Edele? Neen, dat wist ik niet 1 1 „Ellen!" riep hij, opspringend, en hij had zoo graag haar vertrouwen gehad dat oogenblik. V „Monsieur?" vroeg z© plagend. Toen draaide zie zich op de hakken om en snelde met tooneejmatige haast de kamer uit. I j

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1921 | | pagina 3