Bijvoegsel TuiuboiiHbelanfffH.
gf)
DONDERDAG 20 OCTOBER 1921.
Reglement
gebrek1
ndische sp
gein heeft
sche regel]
Scheurer,
zal verwijt
voord voerc
ingewerkt
het leven',
hen recht
ïaar men n,
TOr< lm-
ieuwe Langedijker Courant.
DE BOL.
Hebben we de vorige maal het over den wortelstok en den
,ol gehad, thans willen wij wat oyer den bol meedeel-en.
Onze bolgewassen zijn toch van zoo'n groote beteekenis voor
He welvaart van tal van ,Niederlanders, dat een afzonderlijke
bespreking hier alleszins op zijn plaats is.
Naast de ui en sjalot moeten als zeer belangrijke bolplan-
ten de tulp, hyaci(nt'h' en narcis genoemd worden, terwijl ver-
Ier de lelie en het sneeuwklokje nog om een plaatsje vragen.
De bollen worden verdeeld in gerokte en geschubde bol
len. Biiji (de laatste bedekken de buitenste rokken de meer
binnenwaarts gelegene niet geheel1 maar slechts voor een deel.
De schubben ligge|n dan dakpansgewijs over,elkaar. De lelie-
is een voorbeeld van. een plant met zoo'n geschubde bol. Bij de
rokte bollen is voor zoover ze gaaf zijn, slechts de buitenste
rok te zien.
Elke bol' bestaat uit een kegelvormig, vast gedeelte, dat
den naam van bolschijf draagt. Als we spreken van een vast ge
deelbe, dan is dit slechts betrekkelijk. Bij nauwkeurig be
schouwen bemerken we, dat deze bolschijf uit ringen bestaat;
deze ringen zijn leden en de bolschijf moeten we dus voor een
stengeldeel aanzien. Op deze schijf zijn de rokken ingeplant,
plantendeelen, welke als bladeren zijn te beschouwen. Als de
bollen gerooid zijn, bevatten deze rokken tamelijk veel.re
servevoedsel. Hiet komt izelfs wel voor, dat door de massa
voedsel, die ze opgenomen hebben, er een zekere spanning
dien bol ontstaat. Deze spanning kan zoo groot worden,
dat de buitenste rokken barsten, welke wonden zich dan
dikwijls ook ov-er de bolschijf uitstrekken (scheurbodems. Tus-
schen de rokken', op de schijf, bevinden zich knoppen. De
middelste van deze knoppen is het grootst en zal in het vol
gende seizoen een stengel met bladeren en meestal ook bloe
men leveren. Daar bij het vermeerderen van tulpen steeds
den natuurlijken weg is gevolgd komt het ons gewenschf
voor ,dat we bij -deze planten even stil1 staan.
Wanneer we in dit jaargetijde een tulpenbol' gaan ontleden,
blijkt hij tusschen Üe rokken den hoofdknop te bevatten. Ge
durende den winter en het voorjaar groeit deze- knop uit een
brengt een stengel met bladeren en (als we een flinken bol
hebben genomen) ook een bloem voort. Onderwijl zijn de
kleine knoppen, die naast den hoofdkn-op stonden, uitgegroeid
en gevuld met lh-et reservevoedsel, dat door de bladeren uit het
koolzuurgas van de lucht ien ihet water uit den bodem gevormd
De oude rokken zijb( i nhet voorjaar leeggezogen en om
geven de nieuwe hollen als droge vliezen. Bij het pellen
'de rbollen worden deze vliezen, alsmede de oude bodem,
weggebroken -en raken de jonge bollen vrij'. De grootste zijn
voor een groot deel voor den handel' bestemd, terwijl de klei
nere in het najaar worden opgeplant. Onze lezers begrijpen
natuurlijk wel, dat er aan de tulpenteelt meer vast zit dan
onze korte beschrijving doet vermoeden, maar in .een artikel
over plantkunde kunnen we niet dieper op de zaak ingaan.
Ingewikkelder is de böibbuw ya;n de hyacinth.
De eer van het onderzoek naar den bolbouw van onze Hya
cinth) komt toe aan Prof. A. H. Blaauw, hoogleeraar aan de
Liandbouwhoogeschool te Wageningen.
We zullen trachten het resultaat van de onderzoekingen van
Prof. Blaauw zoo kort, maar toch zoo nauwkeurig mogelijk
mede t-e deelen. Als we een zaadkorrel van een hyacinth aan
Üe aarde toevertrouwen en de Flemings voorwaarden vervuld'
zijn, ontwikkeld zich uit dezen zaadkorrel een zeer,, zee klein
hyacinthenplantje, dat enkel uit een blaadje bestaat, maar toch
voor de voortplanting zorgt door een zeer, zeer klein bolletje
te vormen. Dit bolletje bestaat uit een schijfje en enkele schu-
jes. Tusschen de schubjes bevindt zich een knopje. Wordt dit
bolletje het volgend plantseizoen geplant, dan ontwikkelt zich
het knopje ten koste van het reservevoedsel va nde buitenste
schub of schubben, maar laat de binnenste schubben onge
moeid. Dit nu is het kardinale verschilpunt met de tulp. Bij
Üeze worden alle schubben leeggezogen. Er blijven dus en
kele schubben bij (de hyacinth intact, terwijl b ijhet afsterven
van de bladeren, de ondereinden, die zich in het bolletje be
vinden, niet verdomen, maar evenals de echte rokken, zich
volproppen met reservevoedsel. Bij' de nnu komenden rooitijd
zijn de bolletjes natuurlijk dikker- geworden. Tusschen de
rokken bevindt zich weer een -knop, -die zich in den loop van
'den zomer ontwikkeld 'heeft. Wanneer we zoo'n knop onder
het microscoop bekijken blijkt h ijuit verschillende blaadjes
te bestaan, alle natuurlijk zeer klein, maar toch reeds verschil
lend van aanleg. Terwijl de buitenste kört en gedrongen zijn,
.vertoonen- de binnenste meer den gestrekten vorm. De buiten
ste zullen de nieuwen schubfben vormen, de binnenste de
nieuwe bladeren, waarvan echter het ondereinde weer niet
vergaat,- maar als bergplaats voor het reservevoedsel dienst
doet. f
Worden de bolletjes voor de tweede maal geplant, dan
worden weer -enkele van de buitenste rokken leeggezogen
waar tegenover staat, dat er meerdere nieuwe aan den binnen
kant gevormd worden. Dit proces herhaalt zich nog enkele
jaren, totdat de hyacipfihenbol de vereischte dikte heeft be
reikt. 'Hij heeft onderwijl reeds bloemen voortgebracht, eerst
een zeer mager trosje, later een gropter en eindelijk' een vol-
zeer mager trosej later een gropter en eindelijk eien volslagen
tros. Wij zijn van een zaadje uitgegaan, ofschoon het zaaien
van hyacinthen niet plaats grijpt, tenzij men nieuwe variëteiten
wil winnen. De vermeerdering van hyacinthen gaat door het
z.g. hollen of door het kuisen, maar -een bëschrijVing voor
deze kunstbewerking is in dit verband hier niet op zijn plaats.
Mocht één onzer lezers -er belang in stellen, dat hij schrijve!
Wanneer we dus in dé maand M-ei van dit jaar een vol
wasseri hyacintbenbol onderzocht hadden, dan zouden we in
bet midden -den stengel van de pas uitgebloeide bloemtros
aangetroffen hebben. Naast 'dien stengel stond reeds de knop,
die in Augustus van het vorige jaar gevormd was en die in
April 1922 zal bloeien. Om dien bloemstengel bevonden zich
een zestal groene bladeren, waarvan nu (Oct. 1921) de onder
einden, de z.g. bladsch-eeden, dienst doen al's schubben, terwijl
de boveneinden in den loop van den zomer v-erdPrd zijn. Om
deze oneigenlijke schubben twaren echter schubben ingeplant, j
Om deze bevonden 'zich de oneigenlijke schubben van 1920, 1
daarom de echte van 1920, daarop volgden onechte van 1919, j
dan echte van 1919 enz1, enz. hoogstwaarschijnlijk tot 1916 toe. j
Wat gebeurt er dus elk jaar bij' den hyacintbenbol'?
Wel, er wordt een deel' van de schubben van één jaar uit'ge-
zogen, terwijl er een geheel' nieuw stel binnen in den bol ge'-
vojrmd wordt. Hfoe ouder de bol dus wordt, des te meer 1
jaargangen zijn op te merken. Men zal nog kunnen vragen
hoe het mogelijk is -de schubben vajn verschillende jaren van
-elkaar te onderschei-den'. Zeker is dit mogelijk. De echte
schubben zijn van boven gaaf, de onechte rafelig. Dit laatste i
is te begrijpen, daar de bladschijven er van verdord zijn.
Bovendien vindt men, tenminste bij oudere bollen tusschen de
verschillende jaarringen den bloemtrosst-engel als een smal.
(bij donk-erbloemige hyacinthen) rood gekleurd lintje.
•Nla het lezen vajn 't bovenstaande zullen onze lezers wel
begrijpen ,dat mén tulpen éénjarige bollen genoemd heeft
en hyacinthen meerjarige, r
WAT IEDERE MAAND TE DOEN GEEFT.
(2e helft October).
Mdngelwo'rtels rooit men -eind dezer maand of begin No
vember. Misschien heeft men het loof gedeeltelijk reeds eerder
1 geplukt; begint mien hiermee te vroeg, dan wordt de groei
van d-en wortel hierdoor gestuit. Alleen bij" voedemood mag
men het derhalve do-en. Het lbof kan ook voor veevoer worden
ingekuild; in natte tijden laat men het achter op liet land
en ploegt het bij wijze va ngroenbemesting onder. De wortels
bewaart men in kuilen of mijten, ze blijven goed tbt laat in
't voorjaar, althans van sommige rassen. Mangels zijn uitste
kend voor alle diersoorten, inzonderheid voor melkvee. De
i koolraap kan men pogst-en na de mangelen, ze kunnen oen
nachtvorstj-e lijden; ze zijn geschikt zoowel voor menschelijke
consumptie als voor veevoer, vooral voor mestvee; ook de
blad-eren, die voedzaam en zeer smakelijk zijn, zijn een best-
veevoer, dat echter, evenals de raap zelf i;n mate moet wpr-den
1 verstrekt; -een te groot rantsoen vermindert de kwaliteit der
boter.
't Wordt tijd pm de roode en witte kool op de wintéxplaats
te brengen; buiten bewaren gaat niet best. Men trekt z-e
met -den wortel uit den grond, on-tdbet ze van de rottende
bladeren, en hangt ze aan de stronken op (wet een ijzer-
i draadje) op -een koele, droge, donkere pliaats| i neen luchtigen
kelder; den wortel dus naar"boven. Wie geeh ruimte b innen s-
1 huis beeft, kan ze in een droog gedeelte van- den tuin tegen
1 elkander aan plaatsen, pok met de wortels naar boven, en er
een dikke laag boomblad-eren over heen brengen. De te be-
waren kooltjes mbeten vast en groot zijn. en niet gekneusd,
j Op gezette tijden, in kelder en schuur, nazien en de rotte
I plekjes wegsnijden. Savoije kb'ol en de gele *B loem endaal sche
j kunnen buiten blijven, in vorst en sneeuw: hoe kouder des te
geler worden ze. Ook de kleine groene Savoije kan men aan
haar lot overlaten, eveneens de spruit- en boérekbol; d-e laat-
I ste is na -een vorstje nog wel zoo smakelijk. De bloemkool
neemt men op en kuilt z-e in den k-elder met de wortels in
zand, in. Brocoli, |een bloemkoolsoort, die 't volgend jaar op
j den kouden grond geoogst kan worden, moet men nu beenbin-
j den en den voet aanaarden; vorst- en nachtschade zijn dan
l minder te duchten. V
'Het is nu, in den herfst, de meest geschikte tijd voor het
planten van ooftb,bomen en heesters, voor de meeste sierge
wassen, voor woudboom en en rozen. Dj.w.z. op lichten, niet
t-e natten, kouden grond. Met naaldbpomen wacht men tot
z-e beginnen uit te loopen; 'vpor deze is de herfst dus niet ge-
schikt. Bescherm straks de geplante boomen en struiken te-
gen vorst door loof <>f korf en mest boven op de aarde; laat'
j echter de boven grondsche deelèn vrij.
j Hebt ge uw winter vruchten al geplukt'? Zoo niet, doe het
dan nu: de 2e helft dezer maand is de meest geschikte tijd.
j Pluk als de vruchten droog zijlri. Zijn uw planten al naar
binnen gehaald? Laat u door het mjpoic weer niet verleiden ze
nog wat buiten te laten. Uw Palmen, Agave's, Musa's, Phor-
i miums en Gordeline's b-ehooren thans onder dak te zijn. Ge
kunt uw vaste plaint en, die in het voorjaar bloeien, nog ver
planten; die pas uitgebloeid zijn, snijdt ge terug, en die, welke
1 nog volop staan 'te bloeien, beschut ge tegen de 'nachtvorsten,
i Wat bloeien de Salvix splendens en vele'Dahlia's nog prach
tig, veel mooier dan van den zomer. Met wat zorg kunt ge
er nog -een heele poos genot van hebben.
Voor de huisvrouw: Bieten in 't zuur: Neem' voor 6 a 8
donkerroode bieten 1 flesch inmaakazijn, 1 Spaansche peper,
öcentimeter mieriks- of gemberwortel, 1 takje venkel en 5
gram zout. Kook -de azijn met de kruiderijen en het zout en
giet dit kooksel over de gekbokte en in schijven ges-neden
bieten: Na 8 a 10 dagen kunnen de bieten gebruikt worden.
Zoetzuur van peren. 'Hiervoor worden geen zachte peren
gebruikt. Men zoekt de kleine vruchten uit, schuilt z-e (het
steeltje er aan laten!) dan wasschen en half- gaar koken in
weinig'water. Kook intusschen -een suikerstroop van 1 ons
suiker, een maatje 'azijn, kruidnagelen en pijpkaneel, en giet
den stroop over de peren '(zond-er het water). Na 4, 5 dagen
de stroop opkoken, de peren- daarin bijna gaar koken; in
potten doen en afsluiten. Nja 6 weken gereed.
- DE AARDAPPELOOGST IN GRONINGEN.
Vooral in de veenkoloniën, maar ook op de kleigronden
van ,t Oldambt, Hunsinge en Fivelingo en in het meer zan
dige gedeelte vzan het Zuidelijk westerkwartier neemt in de
Provincie Groningen onder de akkervruchten de aar-dapp-el
een zeer belangrijke plaats in en met name voor de klei- en
zavelgebieden kan d-e oogst dit jaar m één woord uitstekend
genoemd worden, zoowel naar hoeveelheid a,ls naar kwaliteit.
Speciaal de bravo's, di-e bij voorkeur op die zavelgronden
van Hunsingo -en Fivelingo geteeld worden, leveren een oogst
grooter -en bet-er Idan men in jaren gekend heeft; vele per
ceelen brengen van 260 tot 280 H.L. op, welke te verdeelen
zijn in 180 a 200. H.L. voor de consumptie en 80 ri 100 H.L.
sorteergoed, gedeeltelijk bestemd om aan de fabrieken ge
leverd te worden en voor de rest om als veevoeder te die
nen. Van doorwassen, waarvoor men na de régens van Aug.
en begin September hier en daar bang was, is in deze streken
nergens sprake en dank zij het bij voortduring droge en
mooie najaarsweer verloopt het oogsten onder ongekend gun
stige omstandigheden, waardoor mede groote duurzaamheid'
van het product gewaarborgd wordt.
Minder gunstig, hoewel volstrekt niet slécht, zijn de toe
standen in d-e veenkoloniën, die zeker, wat d-e in percen
ten met aardappelen beteeld-e oppervlakte betreft, op dit ge
bied wel de meest belangrijke streek van ons land is. In
deze streek nu is de oogst bij lange na zoo groot en zoo
goed niet als op de klei. In de eerste plaats werd op vele
perceelen het groeproces zooal niet geheel tot stilstand ge
bracht, dan toch belangrijk belemmerd door de herhaaldelijk
opgetreden nachtvorsten, welke vooral omstreeks half Juli nog
onnoemelijk veel schade hebben veroorzaakt. Velé der toen
door nachtvorsten geteisterde perceelen werden begin Aug.
toen er uit België en (No-ord -Frankrijk veel vraag naar aard
appelen kwam, vaak onitij-dig -gerooid en tegen goeden prijs
van f 3.50 tot f 4.25 per H.L. verkocht, zoodat ze
voor de telers nog een goed resultaat hebben gegeven, daar,
de gemiddelde opbrengst varieerde van 140 tot 180 H.L.
per H.A. Van de latere Poorten wordt vooral de variëteit
Thorbecke in deze streken veel geteeld en daarvan zijn in 't
algemeen zoowel opbrengst als kwaliteit zeer voldoende, al
zijn ze op sommige perceelen wat gaan doorwassen, wat
vooral op dé hoedanigheid vanzc-er dépriimeer,enden invloed
is.
Komt 't doorwassen onder de Thorbecken betrekkelijk wei
nig voor, in vrij sterke mate heeft daaraan de variëteit Roode
Star te lijden, die weliswaar wegéns haar neiging om snel
te dégénereeren niet meer op groote oppervlakten verbouwd
wordt, maar tóch door sommige boeren nog steeds weer wordt
uitgepoot, daar ze, wordt ze gezond geoogst, zeer duurzaam en
uitstekend va nsmaak lis. Vooral bp zandilgte perceelen met een
veenacht igen ondergrond heeft bij; Icleze variëteit de neiging
om te schieten zich na de regens in Augustus vrij sterk ge
openbaard: "ëftlsele" kampen maakten: half September nog een
indruk, zoo groen, alsof ze in hun voljen wasdom waren en
bij 't opdelven van stammen op zulke velden we hebben
herhaaldelijk -de proef genomen bleken telkens d-e reeds
gevormde knollen scheut-en te hebben gemaakt, waaraan zich
vaak alweer miniatuuraardappeHtjes bezig waren te ontwik
kelen. Onnoodig te zeggen, dat knollen, die op zoo'n manier
hun beste krachten verbruikt hebben, totaal ongeschikt zijn
voor de consumptie al willen we. hiermee niet zeggen dat
de telers ze niet voor de consumptie zullen trachten te ver-
koopen, doch hoofdzakelijk als veevoeder eenige waarde
hebben. rf
Geeft dus de verbouw van dergelijke aardappels dit jaar
maar matige finajncieel-e resultaten, zij die een gezond-en oogst
wonnen, kunnen over dit deel van him bedrijf volmaakt te
vreden zijn; in de vruchtbare klei- en zavelstreken werd eeni'ge
weken geleden van f ;li000 tolt F 1100 per H.A. grif besteed,
terwijl op de lichtere gronden niet zeldiefci f 800 tbit' f .900 be
dongen werd. Ook werden in de kleistreken door de boeren
vooral groote partijen bravo's in voorkoop verkocht tegen
een gemiddelden prijs van f 6.00 per H.L. Deze transacties
werden veelal aangegaan in den loop der maand Augustus,
toen door de groote vraag naar het buitenland de indruk ge
vestigd werd, dat in d-en komenden winter met den verkoop
1 van go-ede consumptie-aardappelen groote winsten gemaakt
zouden kunnen worden, 't Schijnt echter anders te loopen
i dan de opkoopers toen verwachtten: de slechte waar, di,e
veelal naar het buitenland geleverd is, heeft den lust om uit
ons land te betrekken aanmerkelijk bekoeld, d-e teruglóopen-
koers zoowel van de mark als van de franc heeft voor de koo-
pers over d-e grens het product hpg weer duurder gemaakt en 't
gevolg is geweest minder vraag voor 't buitenland en een
lagere prijs voor 't binnenknd dan waarop eenige weken
geleden gehoopt werd. Dachten toen de opkoopers bij de
burgers in de stad tegen den tijd van den win-teropslag voor,
goede consumptie-aardappels f 7.50 k f 8.00 per H.L. te
zullen bedingen, op 't oog-enblik kan men tegen f 6.50 per
1 H.L. zijn opslagplaatsen vol maken met d-e allerpuikste Bravo's,
die op de Groninger klei gegroeid zijn. („Handelsblad")
OVER DE RICHTING ONZER BAKKEN.
Ofschoon er aan den Langendijk niet speciaal bakcultures
worden beoefend, is het aantal ramen dat gebruikt wordt.,
toch niet gering, e>n fal aïs de nieuwe wijze van bloemkool!
telen ingang vindt, vooral ih het Zuidelijk deel van den Lange-
dijk wellicht uitbreiding opdervindlen. Het is onzen lezers
natuurlijk allen bekend, dat er enkele en dubbele bakken zijn,
dat beide voordeden, maar ook schaduwzijden hebben.
Ook is wel bekend, dat de planten in den enkelen bak
vroeger zijn dan die in den dubbelen, al's de richting van dien
enkel-en bak tenmiste 'zoo gunstig mogelijk gekozen is.
Wat is dan de gunstigste stand?-
In de boeken over groenteteelt vindt men als richting voor
den -enkelen bak Oost-West aangegeven. De dubbele bak
wordt zoowel in de richting Oost-West als Nioord-Zuid ge
plaatst. 1 i
Laten we met den dubbelen bak' beginnen. Een dubbele
bak is als een laag, tweezijdig kasje te beschouwen. Nu heeft
de ondervinding geloeid, dat in een tweezijdige kas, die Nbo-rd-
Zuid geplaatst is, en waarbij' de zojn dus om twaalf uur over'
de nok der kas gaat, de planten in h-et oostelijk deel zich
sneller ontwikkelen dan in de westelijke helft. Hoe dat komt?
Wel, de morgenzOjn is vo:or den tuinman van meer beteekenis