Bo. IQ?, tgoautist TtetLfciPinaoi& Zaterdag 12 November 1921 2e Blad 80a Jaargang
NIEU WE
LAM1RÏJKER COURANT.
TWEEQE BLAD.
DE WINTERLEZINGEN
TE BROEK OP LANGENDIJK.
XXXVII.
In zijn 3ie greep vraagt spr. onze aandacht' voor: den weg
di eiin de praktijk ingeslagen moet worden, om va éi de be-
staaande Maatschappij te komen tot de Socialistisch ingerichte
samenleving. C. Marx is ten opzichte va nzijn beschouwing
vol hoop voor de toekomst. Volgens hem beweegt zich alles in
de richting van het collectivisme: we gaan steeds vooruit!;
steeds meer verliest het indijvidueele terrein, om plaats té
maken voor het gemeenschappelijk. Wij Nederlanders zijn ge
wend wat achteraan te komen; bij ons gaat alles voetje voor
voetje; de Amerikaansche volksgeest is er veel beter op aan
gelegd dan de onze: daar zijn de groote oeconomische maat
schappijen daar de trust; daar de groote geldmagnaten,
daar reeds veel in de hand des volks, terwjjl wij nog maar
slecht opschieten met de coöperatie en de socialisatie voor ons
nog weinig meer is dan een kllank!
Volgens Marx iwordt de waarde der dingen, en' het bepaald
door den daaraan besteeden arbeid. De plattelandsbewoner,
levende op een bodem, die in zijn schoot „het zwarte goud"'
herbergt, is zich zijn eigendom niet bewustwaarschijnlijk'
weet L#ij triiet eenmaal, dat daar 50 M. beneden hem, rijke
steenkoollagen op ontginning wachten. Die steenkool heeft
absoluut geen waarde. Ze krijgtze, zoodra de delvers haar
door hun arbeid boven den grond brengen. En wat genieten
de delvers ervan? Enkel het loon de gebruikers strijken de
meerwaarde, zonder er iets voor gepresteerd te hebben, in hun
zak.
Omdat we zoo langzaam gaan in de gewenschte richting, is
het noodig de samenleving een duwtje te geven: daarvoor
moet de klassenstrijd dienen, die de menschheid in twee el
kaar op leven en dood bekampende complexen verdeeld. Niet
meer vreedzaam naast elkaar Leven, elkander zoekende te
helpen en te dienen neen, strijd, verbitterde strijd tot alles
onderst boven is gekeerd. En om dien strijd niet te doen ver
flauwen, moet er gezorgd worden, dat de thans nog onderlig
gende partij,, niet te veel en niet te snel door allerlei maatre
gelen geholpen vyordt, immers, daardoor vermindert de on
tevredenheid., en deze alleen kan het vuur van haat en twee
dracht brandende houden.
Bij de exacte-wetenschappen wordt gesproken van axioma's
d. i. waarheden die inzichzel'f zoo duidelijk zijn, dat ze niet
nader bewezen behoeven te worden, a, die voor nader bewijs
niet vatbaar zijn. Ook Marx gaat uit van zoo'n axioma, n.l. dit:
x„aHe rijkdom en waarde wordt geschapen door den arbeid,"
xen dit leidt hem tot de sluitrede „dies hoort alle rijkdom aan
den arbeid". Dat is nog niet het geval. Dit is een misstand,
en wat eerder deze uit den weg geruimd wordtwat beter. Het
thans vigeerend maatschappelijk stelsel is hier de schuldige
en daar dit zeker niet goedschiks voor het begeerde plaats
zal maken, mag niet voor geweld teruggedeinsd worden, daar
om moet de Staatsmacht door de Revolutie worden veroverd.
Waaaï b'iij Ge oude Romeinen in kritieke tijden meermalen
alle macht in de hand van één persoon de dictator wend
gelegd, om daardoor het welzijn van het Rijk te bevorderen,
moet er ook thans zoo'n dictatuur komen de Arbeiders-
dictatuur.
Niet alle Socialistische voormannen denken gelijk over den
te volgen weg. Staat de Engelsche Bellamy een meer geleide
lijken overgang voor, en hoopt hij dat de samenleving lang-
zumcrhan din de toekomstige Socialistische Maatschappij als
hetjiware zal ingroeien. Herman Gorter te onzent deinst voor
bruut geweld niet terug, maar dorst te zeggen, dat desnoods
>de tegenstaande priesters en geleerden maar ten onder ge
bracht moesten worden." Bebel wil alle vermogen maar con-
hsceeren, en zou dit een daad van „het reinste recht" achten.
FEUILLETON.
Immers wat Proudhon tijden de kransche Revolutie uitte:
I „eigendom is diefstal" acht hij reine waarheid, en teruggave
j van het gestolene aan den rechtmatiigen eigenaar is toch
j eenvoudig „recht." Van genotmiddelienrente, die bij wijze van
overgang aan de tegenwoordige bezittende klasse, als ver
goeding langer of korter uitgekeerd zou kunnen worden. --
zooals door enkelen is voorgesteld, mag volgens B. absoluut
gee nsprake zijn. 'Hij siddert geen oogenblik voor, het toe
komstige geweld, maar onderschrijft gaarne wat Marx schreeff
x„het geweld is de geboortehelm die de Nieuwe tijd met zich
brengt."
Bebel heeft, om zijn zienswijze meer ingang doen vinden, in-
zijn. De breede straat siaat van het eene eind tot het andere
vol met hopeloos wachtende menschen. Aan helpen is geen
denken, de bank moet sluiten. Die menigte trekt af naar het
Departement van den Rijkskanselier. Deze belegt een ver
gadering van den Rijksdag, maar als blijkt, dat er meer dan
milliard posten in de registers voorkomen, dan wordt er
gedeclareerd: „dat sparen uit den tijd is!" en er dus van
teruggave geen sprake behoeft te zijn, wat zooals te begrij
pen is, geen kleine opschudding en ontroering brengt.
De regeling van den verplichten arbeid brengt niet minder
moeilijkheden. Ieder moet opgeven voor welk sooirt werk hij
of zij zich het meest geschikt acht. Maar wat blijkt?datf
dertijd een werk in 't licht- gegeven, getiteld: „De vrouw in er zicht meer voor ager aangemeld'hebben, dan er hazen
het Héden, het Verleden en de Toekomst", dat in Duitsch,-
knd verboden werd, maar misschien juist daardoor te vlij
tig gelezen.is. Naar aanleiding daarvan deed Eugene Rifchter
een werkje verschijnen over de dwalingen van het Socialisme,
waarin hij op de meest cardinate punten het Socialisme krach
tig bestreed. Hij toonde aan dat de leuze „gelijk loon en ge
lijken arbeidstijd voor allen" de samenleving in een wooird zou
vermoorden; hij wijst op de ontzettende ellende, die bij ver
te schieten, dat er in Duitschïand belangrijk meer geschikte
kindermeisjes zijn, dan kinderen 'voor wie nog toezicht noo
dig is. Schier ieder wil wel koetsier zijn, maar voor zwaar en
vuil werk zijn hoegenaamd geen liefhebbers. Het gaat zoo
niet i Van keuze kan geen sprake zijn, men neemt de toe
vlucht tot loten. Frans blijft in zijn vak. maar moet verhuizen
naar Leipzig. Maar heeft er al spoedig genoeg van en ontkomt
naar Amerika. Agnes vindt als naaister of wodiste plaars op
wezenhjking van dien door velen zoo verheerlijkten „Hleij- een atelier, waar ze wegens hofmakerij allerlei narigheid heeft'
staat is te wachten, en wijst aan de hand van statistieken! te verduren, moeder de vrouw wordt ziekenoppasser, maar
er op, dat bij de voorgestelde „algentöenë onteigening," een moet de verpleging van haar jongste zieke kind desniettemilh
zeer groot deelb der Duitsche bevolking er de dupe van zou aan vreemden toevertrouwen. Vader blijft boekbinders^ezel
worden, want het bezit is niet 'm handen van betrekkelijke maar de voorheen gesmaakte arbeidsvreugde blijft hem in het
weinigen, neen mi'llioenen, en nog eens mi'llioenen, zouden knellende gareel ten eenenmale vreemd
zich van hun eigendom beroofd zien. Bij de verdeeling der meubelen komt aan'het licht watf
Het Socialisme verwacht wonderen van de wetenschap en de te ere banden er vaak tusschen de bezitters en hun bezit b°-
techniek, grooter dan spr. gelboft, dat deze ooit zullen kunnen staan. En niet enkel bij de rijken, maar meer nog bij den mi'd-
tot stand brengen. Is als toekomstmuziek niet gesproken van densland, en de minder gesitueerden. Want wet is er geleer-
een 111 cultuur brengen van Siberië en van de Sahara? En al dard, dat men het maar van de rijken had te halen wat de
zou dit niet te verwezenlijken zijn, men vreeze niet, immers
de Natuurhistorie leert, dat op wat hooger trap een dier staat,
wat minder jongen het aanzijn geeft. Slechts de lagere dier
soorten vermenigvuldigen zich sterk: conclusie: naarmate de
menscheüjke ksamenleving zich rijker ontplooit, zal de vrucht
baarheid afnemen,, en behoefft er dus geen vrees te bestaan,
dac er te eenige tijd te veel gelukkigen zouden komen.
Als laatste greep (koos spr. het Toekomstbeeld, dat spr.
paupers te. kort kwamen.", maar nu men voor het feit: „alles
gelijk verdeelen", komt te staan, blijkt, de misrekening. Tal
loos velen, die gehoopt hadden hun bezit belangrijk te zul
len zien toenemen, zien zich nu verplicht nog veel goed- of
kwaadschiks te moeten afstaan. Men waande zich „minder
bedeelde" en het blijkt, dat men „bevoorrechte" was.
Bjij de wooningverdeeling ongeveer hetzelfde verschijnsel':
- >'"e openbare dienst" heeft alleen gen reden tot klagen, voor
zijn gehoor schetst aan de hand van het genoemde werk van haar wordt steeds meer opgeëischt, en met haar veel-omvat-
van Richter, dat in 1892 in het 'Niederlandsch vertaald is tende eisch'en wordt in de eerste plaats gerekend,
door Jhr. Rochussen. j jHeeft het persoonlijk leven, door het volksmen te loos gaan
„Wat me bij het lezen van dat boek -het meest trof, was de van vrijheid en zelfstandigheid alle glans en bekoring ver
omslag!" zegt spr., T.met 4iet jaartal 1892':,. Wat een profeti- loren de gevolgen er van voor de publieke samenleving", blii-
schen blik heeft de schrijver op zijn tijd gehad! Wat hij voor- ven lang uit!
DOOR EIGEN KRACHT.
„En bleven ook de anderen u na dien tijd zoo- noemen?
,Ja. Omdat ik het wilde. Ik gaf geen antwoord als zij iets
anders zeiden."
»Speeh gij nog altijd in pantomimes mee?"
„Neen," antwoordde het jonge meisje met gebogen hoofdje:
vraagt het mij nog telkens, maar ik' wil niet meer."
„Waarom niet?"
„Omdat Kate Vaughan nog altijd meespeelt."
„Houdt gij dan niet meer van haar?" en met klimmende be-
hgstelling "zag de barones dit vreemdsoortig wezen aan, dat
ret alleen in haar uiterlijk, maar ook in 'hare gevoelens zoo
Beneel en al van het overige menschdom afweek.
Len brandende traan viel langs de donkerkleurige kaken
ter zwervelinge.
h°ud van haar nog geheel' zooals toen, dat is het juist"',
_oti!k het op smart elijken toon: „maar ik zou niet meer kun-
verdragen dat zij zich nog vol vriendelijkheid' tot mij boog
„Queen Mab" noemde zooalsvroegerzij zo\u het stel-
vo"' want heeft zfiji hu een groot heer, den hertogj
pn Wellington getrouwd, daarom is zij nog niet trotscher
ïemf Maar' ziet gij, "J is niet zooals ik dacht, zij leid|t
T1 revefi waarover zijzelve zich eenmaal schamen zal, en ik
T1 "aar niet aanzien, zoolang "ik dat weet; ik zou het haar
re&gen den eenen dag of den ander, en dat zou haar immers
aar ptjn doen voor niet; want z ij moet het honderdmaal
dag bij ziohzelve erkiene, zij die aers zoo goe is. Zout gij
spelde, dat komen zou, wanneer ooit de Socialistische denk
beelden in vervulling mochten komen, zien-we thans in Rus
land letterlijk gebeuren, en zijn conclusie„het moet spaak
löopen!" blijkt daar zeker wel juist te zijn geweest!
'Het. boek schetst in verhaaltrant de ellende die dan door
leefd zal worden. We maken kennis met een eerzaam boek-
bindersgezin, bestaande uit man, vrouw, zoon en dochter,
Berlijn op 't oogenblik dat het Socialisme over geheel de
linie gezegevierd heeft. De toongevende landen van Europa
hebben een nieuwe leer met blijdschap omhelsd, de klei
nere Staten zijjn |hog niet allen zoo ver gevorderd maar i
in Amerika leeft men nog onder het oude regilme. Als het
gezin „Unter der Linden" wandelt, worden de diepst ingrij- j
pende veranderingen juist afgekondigd, alle efffecten wor- j
den van nul en geener waardie verklaard, allen zullen ar-
beidsplichtig zijn van hun 21ste tot hun 65ste jaar; alle bezit
is afgeschaft, na nader af te kondigen inventarisatie zal de
verdeeling plaats grijpen, opdat voor de ongelijkheid van thans j
de zoo vurig begeerde gelijkheid in de plaats komel
Agnes de dochter
UIT DEN OMTREK.
WARMENHUIZEN
Was de installatie van den Burgemeester aanvankelijk be
paald op Dinsdag 15 November, thans kan worden medege
deeld, dat de installatie zal pjaats hebben op Woensdag 16
November a.s., 's voormiddags om half elf.
Des namiddags zal receptie worden gehouden van half twee
tot drie uur.
PLAATSELIJK NIEUWS.
PECH,
De reizigers, die hedenmorgen met de omnibus naar den
Broe'kertrein gingen, moesten halveVwege uitstappen, omdat
er een band van een der wielen van de omnibus liep.
„DE ONEINDIGE WERELDRUIMTE."
Kon bij leen vorige gelegenheid de lezing van Ds. van Meurs
die eerlang hoopt te trouwen, heeft voor het Nutsdepartement niet door gaan, thans zal daze wor-
pïpicnsrarrl fvn ?p nrv -H/» 12ar. Hon o\'hnn,lon /-vrv Mmndor,- i a ntu,,' u:; t- vr-
voor haar uitzet 2000 Mrk'. gespaard en ze op de Rijksspaar
bank geplaatst. Al is vader tamelijk „van in de leer" wat het
Socialisme betreft, vindt hij het toch wel goed dat Frans
de zoon het geld maar terughaalt, wat blijkt niet te gaan,
daar vrijwel alle inleggers blijkbaar van dezelfde meening
den gehouden op Maandag 14 N|ov.' bij den heer C. Vis te
Oud'karspel.
Het zal zeker een leerzame avond zijn, welke zal worden
afgewisseld door muziek en zang.
gelooven dat ik er zooveel verdriet van heb gehad1 toen ik het
voor het eerst hoorde, dat ik er door leerde bidden? Eerst wil
de ik het niet gelooven, en kreeg ik' een maand boete te be
talen, omdat ik een andere figurante, die het mij zeide bont
en blauw sloeg; maar langzamerhand moest ik het wel aan
nemen; man leverde mij te veel bewijzen; en van dat oogen
blik af, heb ik mij herinnerd eens te hebben hooren vertel
len, dat er een God was, die ons alles gaf waar wij ernstig
om vroegen vroegen. Ik bid nu al vijf jaar djat zij beter moge
worden." 1
Blanche Walinsky wist zelve niet waarom, maar zij voel'- mannen bang, want ik durf hen terecht te wijzen
de haar keel als dic'htgesnoerd door een groote aandoening En hebt gij nooit van een hunner gehouden?"
Er lag lets in dat vastklemmen aan het geloof; aan dié ver-
uit de bloemenwinkels, en hoe ik ze ook schikken mag, nooitJ
zien ze er weder geheel frisch uit. En dan
„Welnu?" vroeg Blanche, ziende dat zij aarzeldevoort te
gaan: „Gij kunt mij gerust alles zeggen."
„Ik wilde mij niet beklagen," hernam het kiind blozend':
het is heel goed, zooals het is, en-als het niet was voor een
ander ziek meisje, een kind van twaalf jaar, dat tusschen
een machine is geraakt, zou ik nooit tot Mylady zijn gekomen;
maar men verdient niet veel, omdat er zooveel andere bloe-
menverkoopsters zijn, die luisterend naar de gekheden die
men haar zegt, Men gaat liefst tot haar. Voor mij zijn de
goding der deugd, in een ,,ie nooit geleerd 'had wat geloof en
deugd beteekenden, dat haar onbeschrijfelijk aangreep. Het
was dus waar dat er bloemen konden groeien tot zelfs in de
vunzigste goten; dat er stemmen konden opgaan "uit oordien
van misdaad en verderf-die tot zelfs diegenen wier leven van
de wieg af van zorgen en beginselen omringd was geworden,
beschamen moesten? Drong in haar eigen hart gieen pijl' der
wroeging door bij het luisteren naar de onsamenhangende
taal der arme Queen Mab? r
Heel, heel zacht vroeg zij dan ook:
„En waar leeft gij van, sedert dien tijd'?"
„Ik verkoojp thans bloemen," antwoordde het kind, op fle
ren toon, als wilde zij zeggen: „ik voorzie in mijn eijgen onder
houd."
Het schijnt u toch niet veel' op te leveren?"
„Neen. Dat kan het ook niet. Vooreerst heb ik geen geld
om iets anders op te koopen, als de verwelkte overblijfselen
Eens maar, doch hij heeft het nooit geweten, hij stond
veelte hoog voor mij; maar waarom zou men va niemand hou
den als hij niet in alles hooger en béter was da nwij? Het was
de jonge dokter üilej i nhet hospitaal de kleine Mary verzorgde.
Niemand kon het zachter of met meer liefde gedaan hebben;
en op een morgen ontdekte ik dat ik van hem alleen nog
droomde als ik wakker was. Toén ben ik niet anders meer
raaf het hospitaal gegaan als op de uren dat hij er" niet was.
I'k heb ihem niet weergezien, dat moest zijn."
Ziendie dat zij gèdaan had met haar avondeten, dat zij, al
sprekende, met heel die graagte der uitgehongerden genuttigd
had, zette Blanche zich naast haar neer en haar kleine ver
werkte handje tusschen haar fijne, doorschijnende vingeren
nemende, zeide zij:
„Luister eens, Queen Mab, want ik wil u voortaan ook zoo
noemen, wilt gij mij een groot genoegen doen?"
Dc oogefc. fier arme flikkerden, en Blanche voelde b^.ar
handej beven.