ns De voorzitter dankt in hartelijke bewoordingen, werpt de oude hamer weg en hanteert tegelijkertijd die nieuwe als teie- ken zijner waardigheid. (Nadat de thee is gebruikt wordt gelegenheid gegeven tot j het bezichtigen van het nieuwe kantoor. Hierna wordt het wootld gegeven aan den heer S. de Boer i als veilingleider. Het is den heer De Boer een genoegen het j woord te kunnen voeren. Hebben enkelen een stukje oudie j geschiedenis opgehaald, hij moet bij jongeren datum aan- j vangen. Elke oorzaak heeft een gevolg, zegt spr. en het j stichten van de markt te Noordlscharwoude werd door velen een slag genoemd. Deze markt was, zoo niet wereldberoemd dan toch de grootste van 'Nederland, en het algemeen gevoe len was. dat onze markt door die van Noordscharwoude zou hebben te lijden. Maar het is zeker te danken aan gunstige ligging, dat de tuinders van Koedijk en Zuidscharwoude niet naar het Noorden gingen, maar naar het Zuiden en onze vei ling bezochten. Het is goed geloopen. Er was echter nog een ding waarom wij jaloersch konden zijn op Noordscharwoude, n.l. die veliing was een eigen veiling en de onze behoorde aan de gemeente. Maar ook dat zou door de goede meening van dejn Gemeenteraad van Broek op Langendijk anders worden. We bereikten wel niet alles, maar wij mochten toch her genoe gen smaken, dat wij deze in huur kregen, waarvoor een con tract moest worden geteekend. Laat ik er bij voegen, dat we meermalen het contract hebben overschreden, zonder gevol gen en dat het evenals elders ook hier gaat langs een leien dakje. De veiling is niet kleiner geworden, en thans hebben wij lp r een eigen huis bij. Was het in die oorlogsjaren een moeilijke tijd, en stond de veilingleider, zoodra hij de veiling verliet op straat, hij vond steeds gastvrij huisvesting in het kantoor van den heer C. Wagenaar. Thans zijn die moei lijkheden overwonnen. De behoefte drong steeds meer en het nieuwe betaalkantoor kwam nadat vele teekeningan de revue wanen gepasseerd1, tot stand. Wel heeft het lang geduurd maai' het was toch een waardig slot in verband met de even lange voorbereiding. Hulde daarom aan den bouwheer en den bouwkundige. Daarop brengt spr. hulde aan den heer T. Keizer, die zoo uitmuntend zorgt voor de reinheid in het veilingsgebouw en dit proper in orde houdt. Hoewel de spreuk „eendracht maakt macht" niet op het gebouw staat, heeft men zich steeds daaraan gehouden, tot bloei van de veiling. (Applaus) Hierop krijgt de heer W. 'Slot, Voorz. van „Groentecultuur" het woord. Spr. herinnert er aan, dat door de veereeniging „Groentecultuur" een mooie staande klok is cadeau gedaan. Waaruit bestaat zoo'n klok: Uit veeren, raderen, snaren en verschillende andere onderjdeelen, waardoor zoo'n uurwerk accuraat kan loopen, wanneer alles op z'n plaats is en goed gesteld Wanneer de verschillende deelien niet goed op hun plaats zijn aangebracht functioneert zoo'n klok niet en zoo is het ook met het raderwerk der vereeniging. Maar die klok geeft daardoor juist den tijd aan. Dat is liet eigenlijke doel' van het bezit van zoo'n klok. En nu hoopt Spr. maar, dat altijd naai' die klok zal worden gezien wanneer het gelde op nijd te komen en op (tijd te zijn. Wanneer zooals tot dusver is gebleken, wordt gezorgd voor regelmaat en tijd, dan zal dat zeker strekken tot groei en bloei va iade markt en die in den vorm van de geschonken klok vpor oogen hebben. (Applaus) Hierop wordt het woord gegeven aan den heer Swetsman van Koedijk. Toosten is mijn werk niet, zegt spr., maar er moet er toch een van Koedijk het woord voeren. Thans is zwijgen geen zaak. Dan zegt spr., dat Koedijk altijd den bloei van deze markt op het oog heeft gehad, en dat men gaarne medewerkte ter bereiking van het doel, zoowel als tot de op richting van de „G. C." Thans is een mijlpaal ber «kt, en verwekt dat een gevoel van voldaanheid, toch mogen wij niet voldaan zijn. Die geest moet ons blijven bezielen, dat wij steeds voort willen en voortschrijden op den weg die steeds leidt naar meerdere verbetering.. Moge die weg eenmaal leiden bovendien tot het verkrijgen van een eigen veiling. Dat doel zal eenmaal zeker bereikt worden wanneer wij ons best doen haar bloei te bevorderen. (Applaus) Hierna spreekt de Betaalmeester. De heer Dirkmaat meent te mogen zeggen dat de opening van het Betaalkantoor allen voldoening moet schenken. Hjj wil dan ook allen féliciteeren met het bereikte ideaal, waarbij hij zijn dank betuigt aan het Bestuur en de Organisatie hem de opdracht te geven tot het maken van plannen en teekeningen, welke taak men hem vertrouwde met het oog o|> izijn bekendheid met het vak, dat? aanvankelijk zijn levensdoel uitmaakte. Nu zal de bouw meester ook als betaalmeester zijn taak verrichten in iaën gebouw door hem ontworpen. Een woord van bijzonderen dank richt hij daarop tot den heer S. Vis, die hem in het uitoefenen van zijn werk heeft terzijde gestaan met raad en daad en voorlichting. Zijn esthetisch gevoel en practische er varing zijn eem grooten steun geweest. Maar ook heeft hij weerdeering voor het werk der aannemers. De Vries en "Rutsen, die het werk ondier moeilijke omstandigheden moesten uit voeren. Het heien heeft teleurstellingen gegeven en vertraagde het werk. De historische grond, waarop het gebouw rust speelde ons leelijk parten. Rutsen heeft niet bekwame hand het metselwerk tot een goed einde gebracht en de monu mentale wijze waarop die gevel zich vertoont, verdient aan den metselaar een bijzonder woord van lof. Spr. hoopt in zijn pret tige werkkamer nog lange jaren te werken. (Applaus) Thans spreekt de heer Jac. Groot, vertegenwoordiger van „Ons Belang" te Hensbroek. Het is hem aangenaam een woord te spreken en bij dezen een geschenk aan te bieden. Zij waardeeren daarmee bedoelt spr. de leden van Hensbroek', het contact, dat bestaat tusschen deze veiling en hunne be- s uur meende in den Eere-Voorz. en O.:it-Burgemeester, de ziel van dit alles te zien,, daar meende men niet beter te kunnen' doen, dan het potret in salon formaat als gedenkstuk te schenken, waarmede wij den Eere- Voorz. hebben willen eeren. Ik spreek den wensch uit, dat Z. A. rog jaren uwe vergadering mag bijwonen. Moge een blik op de foto U steeds aansporen eendrachtig samen te gaan en voort te werken op de fundamenten door hem gelegd;. (Luid applaus) Met aandoening in zijn stem', dankt de Eere-voorzitter voor dit treffend blijk van belangstelling. I's! v De heer Hoogland spreekt namens „De Koophandel". Aan vaardt het exuus voor de uitnoodi'gijng ter elfder ure ont vangen, maar zégt daardoor onvoorbereid hier ie zijn geko men. Vreugde, zegt spr., is een bijzonder ding en verschik hierdoor bij de smart, dat het gedeeld grooter wordt. Het doet hem genoegen tot v-ergrooting der vreugde te kunnen bijdra gen en dit feest mee te maken en een woord te kun nen spreken. „Koophandel" heeft ook een verleden. Wij ston den destijds op het standpunt, dat bet veilingwezen goed was, wanneer er radichle verbeteringen in werden aangebracht. In de veiling moet ieder dezelfde rechten hebben. Eerst moeten dus de veilingen gesticht worden en d'an de contante betaling ingevoerd, waartoe wij in de eerste plaats hebben bijgedragen. Dan meent spr. te hebben moeten opmerken, dat door de sprekers „Koophandel" nog niet is opgenoemd. Toch heb ben wij in gemeenschappelijke vergadering veel tot stand ge bracht, waarbij wij onze medewerking hebben doen gelden, hec zou ons een voldoening zijn, wanneer de adviseeren.de leden nu ook eens voor vol worden aangezien en als bestuursleden werden benoemd. Mogen wij zoo nog eens met elkaar ver gaderen in het nieuwe gebouw, dat mooi is en waarmede wij U hartelijk feliciteeren. (Applaus) De voorz. zegt wel met het eerste deel der rede van den heer Hoogland mee te kunnen gaan, maar niet riet den straat. De vertegenwoordiging als adviseurs in ons bestuur heeft juist de goede verhouding gekweekt. Nergens is die beter. Verder wijst spr. op 'het 1/4 en het 2/10 pGt. en het verplichte veilen, waardoor goede toon en gewenschte ver houding bleven. Met ee nschertsenden mond kan soms wel iets onaangenaams gezegd worden. De voorz. meende hierop even te moeten wijzen. De heer C. Kloosterboer van St. Pancras zegt het volgende: Wanneer ik terugdenk aan heel vroeger dagen, omtrent tuin bouw en handel, bleef deze, wat bloei betreft, vrijwel statio nair. Hoe anders is dit, 'vooral de laatste jaren, met haar bijna ongekende bloei van tuinbouw, handel en vereenigingsleven. Maar die vooruitgang is ons niet voor niets gebracht. Neen, wij hebben in dat tijdperk mannen gekend, die steeds werkten en streden, en zich zeer verdienstelijk hebben gemaakt om te bereiken, wat nu bereikt is. Toen in 1896 bij ons te St. Pancras, drie Broeker heeren verschenen om een tuinbouw vereeniging te stichten, toen was het vooral wijlen den heer A. Nobel, die zich er sterk voor spande. In korten tijd kwam door zijn medewerking een flin ke vereeniging tot stand. Toen afdeeling St. Pancras, van „de Naamlooze landbouw en Handelsvereniging" te Broek' op Langendijk. Maar al spoedig volgde strijd, 't Was alweer de heer Nobel die op de bres stond, na de opening van de Broek - lijn, toen de Handel van ons eischte, dat wij een gedeelte van onze producten, zoo noodig naar Heeir-Hugowaard zouden brengen om daar te wonden verladen. Om maar enkele grepen te doen, o.a. de contante betaling- Ik durf openlijk hiér ver klaren. dat het de beer Njobel is geweest, die er de grootste stoot aa|n heeft gegeven om dit te doen slagen. Toen wij St. Panorassers uitsluitend de vroege kool bouw uitoefenden, en die producten steeds op „bestel" leverdien., en en er eindelijk stemtnen op gingen, deze te veden, gaf weler een hevige strijd, Was het niet de heer N'obel, die het soms voor ons allen opnam, zoo zelfs, dat sommige kooplieden, die meen den dat hun door deze wijze van verkoop schade werd berok kend. hem negeerden, en hij zichtbaar financieel schade leed in zijn bedrijf. Toch bleef hij recht op 't doel afgaan, dat hij voor oogen had, hetwelk naderhand bleek in ons aller belang te zijn, zoo wei voor handel als tuinbouw. Hoewel zijn doel en vele werkzaamheden vaak door den hand: 1 en sommige tuinbouwers niet werd gewaardeerd, deed 't mij ieen groot genoegen te vernemen, dat een onzer grootste handelaren, n.l. de heer Slot, in een vergadering van de „Gr. Centrale" ridderlijk erkende: dat hij zijn groote uitgebreide handel mede te danken haid aan de contante betaling en Marktwezen. Die verklaring deed mij althans dankbaar aan de w erkzaamheden van den heer Nobel terugdenken. Wat heeft hij niet gestreden en gepleit voor eigen markt, dit heeft hij helaas niet mogen beleven, 't Spijt mij ten zeerste dat hij niet heeft mogen aanschouwen, de vruchten die nu worden geplukt, ook in den vorm van de contante betaling, in dit ons eigen, zoo pradhtig gebouw, als uitvloeisel in ver band met zijn vele, arbeid en strijd. Ik neem dan ook de volle vrijmoedigheid om namens u allen hulde te brengen aan wijlen den heer A. Niobel, den man die zich zoo verdienstelijk heeft gemaakt voor den bloei van tuinbouw en handel, in het belang van ons allen. (Applaus.) Dan neemt de heer Gootjes het woord en zegt, dat wat door verschillende sprekers is gezegd wel mooi is, maar het mooiste is nog ONS GEBOUW, ONS VERGADERLOKAAL. Wanneer wij in gedachten de 25 jaar, die achter ons liggen door loepen, dan scheelt het nog zooveel niet en moet men getuigen dat de tuinders wel aardige goede menschen zijn, ze hebben wel een eigen kijk en eigen wil, maar we hebben toch samen een huis kunnen bouwen. Het ging alles wel niet van een leien dakje, maar we wisten het toch met elkander te vinden, tot bloei van onze markt en den handel. (Applaus). Dan neemt de heer C. Slot, keurmeester, het woord en zegt het volgende: Mijnheer de Voorzitter, Aangenaam is het mij als jongste beambte der veiling, gelegenheid te krijgen ook een enkel woord te spreken. Vergadering, vreemd zou het niet zijn, indien ik mij thans schuldig maakte aan zelfverheerlijking, zoodat mij het: „Laat een ander u prijzen en niet uwen mond, een vreemde en niiet uwe lippen", fluisterend zou worden toegevoegd. Want de positie welke ik inneem, n.l. Keurmeester zijn, brengt die eigenaardigheid mee, dat de een je soms gebruiken wil als voetveeg, en een ander als wrijfpaal. De overeenkomst aamtoonen van het voetveeg of wrijfpaal zijn zou genoegzaam stof opleveren voor een vroolijke be spreking, op een gezellige bijeenkomst als deze, toch zal ik om niet te veel van uwen tijd te vragen, daar nu niet aan beginnen Toch, mijnbeer de voorzitter, waar ik mij thans mag beschou wen als een der genoodijgden, dus bijna uit den band zou' springen, daar is het toch weer de eigenaardige positie die ik inneem, dat zelfs mijn wensch, een ander gevolg moet hebben dan die der andere heeren. Allen, die voor mij spraken, spraken van groeien en bloeien, voorai daarin uitkomende, dat op (het kantoor veel te doen zou zijn voor tuinder en koopman, Waar ook ik mij van (harte met dien wensch kan vereenigen, daar zal het jui|& i nhet belang van den aanvoerder en 'Han delaar zijn als ik in kwaliteit van keurmeester, niet verplicht ben het nieuwie kantoor te bezoeken. Waar dus MIJN NIET KOMEN bevorderlijk is voor de groei en bloei, daar is mijn wensch: Keurmeester te zijn zonder werk. (Applaus). De heer Zeeman hierna het woord verkrijgende, zege, met geen historische herinneringen te zullen aankomen, omdat die plaatsing zullen krijgen in het jaarverslag der vereeniging „Groente-Centrale". Hij zou moeten herinneren aan zoovele mannen, die reeds zijn heengegaan, hetgeen een stemming zou wekken, waarvoor hij de vergadering wil sparen. Maar spr. meent, voordat hij verder kan gaan, een woord van excuus te- moeten uitspreken voor een nalatigheid, die thans naar het schijnt tot een nalatigheid is geworden. Het gèhéele bestuur is niet uitgenoodigd, en de heeren Wagenaar, in dat bestuur als afgevaardigden zitting hebbende, ontvingen te goe der trouw eveneens geen uitnoodiging, hoewel hij kon wieten, dat zij niet als bestuursleden zitting hebben. Aan de nog in leven zijnde personen, die van de oprichting af hun besté krachten voor de organisatie hebbeti gegeven noemt hij d heeren D. Slot, -@ud-Voorz., Oud-Burgemeester Slo:, Eere. Voorz., P. Slot, Burgemeester en Voorz., J. öouwens, S. Wa genaar ei C. Slot. wien 'hij hulde en eer wil brengen op dazen, dag. Zij vormen nog de schakel van samenwerking, die allen verbond. Verder herinnert spr. er aan, dat ia 1903 aan „Koop handel" een schrijven werd gericht om te komen tot de c<® tante betaling. Het ging niet vlot, ieder trok aan het langst» touwtje, en te meer waar men meende, dat daardoor de klein handel in de klem zou komen. Hij brengt aan den Oud-Be taalmeester nog hulde, die eigenlijk de vader van da contante betaling kan worden genoemd. Hulde brengt hij ook aan den tegenwoordigen betaalmeester, die in de oorlogsjaren, uitne mend werk heeft verricht. Na een woord van groote hulde aan den oud-voorz., die allen voorging in het scheppen van betere toestanden en het wekken van een goeden geest, waar van wy thans den besten uitslag zien, eindigt spr. (Applaus). Nu verkrijgt' de heer D'. (Slot het woord. Spr. zegt ongeveer het volgende 'Na er op gewezen te hebben, dat spr. zijn boekje wel eens te buiten gaat en dat dus de jas van zijn eere-lidmaatschap hem minder goed past, wil hij toch in korte trekken enkele beelden uit het verleden terugroepen. Dat hij nog. alleen over is van de mannen met wien hij to^n rondging om afdeel !n gen in den omtrek te stichten, doet hem pijn C. Wagenaar nam het voorzitterschap waar, D'. Wagenaar was penningmeester en Auke Dirkmaat was secretaris. Het was een reuzenwerk. Zuidscharwoude, Noordscharwoude, Oiud- karspel, Koedijk, Sint Pancras, Kerkbuurt, Tuitjenhorn. Op twee plaatsen in He er-Hugo waard, Warmenhuizen, Stro: Langereis en misschien nog een paar andere plaatsen wierden bezocht. Voor den grooten ijver door Dirkmaat coen als secre taris aan den dag gelegd, lokalen bespreken, bekendmaken, notulen houden en al zoo meier, moet hij hem nog eere brengen. Dan herinnert spr. aan de rijtuigen van P. Fluister, en de avonturen op die reizen beleefd, waarbij eenmaal het heele rijtuig in tweeën brak. De stukken moesten wij met de handen vast houden. Nog een keer met storm en wind van Kerkebuurt. zoodat we dachten op den dijk te zullen verongelukken. Ge noeg ervan zegt spr. Wij hebben ons ideaal bereikt. Dat samen voort mogen arbeiden in de beste eendracht om het goede te zoeken. Door aaneen te zijn zullen wij de economische crisis kunnen doorworstelen. (Applaus). Nu wordt aan den heer Visser, voorz. van „Die West", Koedijk, het woord gegeven. Wanneer zegt spr., gesproken wordt over hét groot maken van veiling, markt en betaal kantoor en aan verschillende personen wordt daarvoor hul de gebracht, dan stelt hij de vraag, maar wie deden dat dan ook meer. Hét antwoord geeft spr. door te zeggen, dat eigen 'ijk de bouwers dit hebben gedaan. Zij breidden steeds' meer de bouwerij uit, teelden daardoor meer kool en voerden dien tengevolge meer aan. Hulde brengt hij daarop aan „De Koop handel", die de producten distribueerden. Maar ook hulde aan het gemeentebestuur, dat medehielp het ideaal reiken. Zoo werd het verband gelegd tusschen bouwer e bank laar. die als afgevaardigden va:. „Koophandel" in het bestuur zitting neemt. Ze vragen wel als bestuurslid te wor den toegelaten, maar ook' wij hebben ge,en zitting in hun bestuur, het zou ook niet gaan. Laten wij dus met eten toestand tevreden zijn. (Applaus) „Gr. Na den heer Jb. Kramer, die hulde brengt aan cle Centr." voor het stichten van het Bondsgebouw, het werken en streven der voormannen prijst, den bouw roemt, i ndat alles een eendracht ziet, die voor- en tegenstander tot elkaar bracht, in de klok een tijdwijzer voor beperkte debatten, wordt het woord gegeven aan dein Iheer Jb. Wagenaar van H eer - H ugowaaxd Het is wel opmerkelijk, dat vele zaken die zonder tegen spraak en tegenspoed en strijd verrijzen, veelal weer verdwij nen als de nevel voor de zon. Maar daar staat dan ook zeer zeker tegenover, hetw; worstelt om te zijn, komt niet alleen boven, en tot ontplooiing ,g Werd van zijn bestemming werkt zichzelf een plaats in het leven eijnnerhon het duurt niet lang of ze wordt onmisbaar genoemd Het is zeer zeker hier op zijn plaats als wij de grondleggers van onze organisaties, die naast hunne noeste vlijt op hunne de allen, voor uv de he< herini creenigii herde 'ken, da akkers te arbeiden, het als een eisch en plicht achten, tijd Groente te nemen, om samen te werken en met de ontwikkeling vai den Tuinbouw, het ideaal te bereiken, de verkoop en afr en de contante betaling zoo te regelen, lat de opvolgen in eendracht, een vaste grondslag, een uitgangspunt zouden vinden, waarop zij kunnen voortbouwen. Nu, alle lof en eer aan hen, die de spade hei eerst in den grond gestoken hebben. Maar het verleden was voor onze vaderen, het heden wienkl en roept ons om te werken 'Het is na v-eel arbeid, worsteling en strijd, het resultaat, een de i'n d< plaats, een goed begin is verkregen, en hoe hebben wij reeds lang de eenheid die ons noodig was, en ons aan elkander bindt g \verd gevoeld, en wij waren tot op heden bij moeder goed ver smer vai zorgd. ering, d Door allerlei omstandigheden is ons de gelegenheid gebod# oordee dit huis te bouwen, waar wij de prijs voor onze productei laren zullen ontvangen, waar wij samen zullen vergaderen, en onz belangen zullen bespreken. Zoo zijn wij dan nu voortaan in het bezit van een eigff betaalkantoor, en ik wil dit huis beschouwen als een symboo van onze eenheid, waar wij de prijs zullen ontvangen voor d producten imja we: voor - verschil! 3' hij d Eu om deze eenheid te kénnen moeten wij overtuigd zijn, e# droegen K>u ve zelfstandig recht van bestaan te bezitten, en die dit nog nis weet. en hier soms aan twijfelt, of wat erger is, het som inde, nog bestrijdt, heeft in dit -huis een sprekend bewijs van h opbouwend ideaal en arbeiden, dat bij de Tuinders reeds jaar lang de eendracht onze kracht heeft gemaakt. Wanneer wij dan dit huis aanvaarden in het teek-en 1 het symbool van de waarheid van ons besta an smek, d zal deze kennis ons vrij maken, en zullen de tuinders als v-riï zonen hier komen in en uitgaan in hun eigen huis. Mijnheer de voorzitter vergadering 1 Ik wil dan dit huis beschouwen als een bewijs van veel sa menwerking als het resultaat van bouwende bouwers en te vens als een voorziening in een lang gevoele behoefte. Ik spreek den wensch uit, dat de tuinders langs dit kaatoo een p -ijs mogen ontvangen voor hunne producten, die hu -een menschwaardig bestaan veroorlooft, en groeie en bloei onze organisatie, en Gods zegen rustte op alle handeling®1 ook op dit huis. De heer R-ens Slot spreekt thans als Wethouder nam#1 het gemeentebestuur en complimenteert het bestuur met dei stichting. Het symboliseert de welvaart van de gemeente de streek, en waarlijk, ver-geleken met handel -en omzet is I* .geen overboige weele. De gunstige ligging van Broek h# daartoe bijgedragen, maar de tijden waren niet gunstig- P droge zomer en de malaise in den handel was voor den bouw, niet gunstig, moeilijke tijden gaan wjf tegemoet. E# tans mo prijze dat Jkantoo pplaus). h ee r V rede mnen sj el mij b nwerkin hec nieu ien. Da) mag 1 pplaus). ook de ij of vi en he pe -nam ft twee oeker °P gin rijn lo van de en k'le «men, c alsof 1 vorm aart a, in o d en la het ni- de bes< hoinvwif dijk gee d- fcerscht, val allee Niet

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1921 | | pagina 4