ordt vsrhaal-J
em er van iK:t
bijdrage,
uitbrengen.
t gemeentebe-
een voor den
school in den
le R.K School
xeerd en daai"
l f 528.19 D-
getaxeerd op
.ijks f 4039.10
id is aan den
k. School jian den Honden weg ook het Patronaat sgebouw
daar te taxeeren. F.n welke reden hebben er hem toe ge-
racht om na de taxatie van de R.K. School en het Patro-
aalsgebouw het rapport mede te teekenen.
Waren Burg. en Weth. zich niet bewust voor -de taxatie
aai deze school, dat gepoogd werd door het R. K. School-
eatuur om het patronaatsgebouw over te brengen op d" se
teenschap.
Zoo ja, was dan de weg niet open geweest alvorens de
ixatie moest plaats hebben om advies te. vragen bij den on-
:r wijsraad.
Zoo neen, wat denken nu B. en W. aan deze ongemotiveerde
erbrenging op de gemeenschap te doen.
Volgens rapport is 't patronaatsgebouw getaxeerd als gym-
jstieklokaal, behoorende bij de R.K. School.
Waren wij nu geen gemeentenaren, dan zouden wij moge-
jk gelooven aan deze voorspiegeling, maar daar wij zeer
oed weten waarvoor 't patronaatsgebouw moet dienen dan
jten we te goed dat dit tot heden en in 't vervolg mrvt die-
in ter bescherming van het katholicisme onder het etiket
-mnastieklokaal en natuurlijk ten koste der gemeente Mt
It oog op het ernstige van de zaak en op de belangen van
me gemeente die er ten zeerste mee gemoeid zijn. hoop ik
1 een correct oordeel vain uw college.
Op deze vraag antwoordt voorzitter dat door het R.K. Kerk
muur hel patronaatsgebouw beschikbaar is gesteld voor vrije -
1 arde-oefeningen. En het recht is er om het er voor in
richten.
Den taxateur der gemeente, den heer A. Groot, heb ik er
ffdege op gewezen dat hij zich er van moest vergewissen
0<le taxatie dat het adrem was. Hij heeft het rapport me»-
iteekend en daarbij kunnen we ons neerleggen
De heer Kostelijk zegt van den heer A. Groot vernomen
hebben dat die onder protest het rapport onderteekende.
De heer Krom gelooft vast dat de R. K. Taxateur niet over
bi nacht ijs gmg, die heeft wel over alle noodige gegev-ns
eschikt. Morrelen zal ons niets baten, die taxateur weet wr-1
hoever hij kon gaan.
De heer Kostelijk wil wel eens hooren wat B. en W. tegen de
[gemotiveerde overbrenging denken te doen.
Voorzitter: Daaraan is niet veel te doen.
De heer Wijnker't Zal wel in orde wezen.
De heer Kostelijk vindt het niet in orde en wil de zaak bij
:n onderwijsraad laten bespreken, door een deputatie waar
oor hij den voorzitter en den eersten wethouder op 't oog had.
Voorzitter stelt zich daar anders niet veel resultaat van°voor
De heer Krom heeft bezwaar tegen een deputatie.
Zij weten wel, dat zij in hun recht staan.
De heer Kostelijk wijst er op, dat jaarlijks bijna 6 en een
wart procent moet worden betaald aan gymnastiiekwerkturren
'aar is veel van aangeschaft. Spreker stelt voor ons niet met
gedane taxatie te vereenigen.
Eerst zien welk resultaat de conferentie met den onder -
ïjsraad geeft.
(Wordt vervolgd).
PLAATSELIJK NIEUWS.
NOORD-SCHARWOUDE.
Velen waren, ondanks het ongunstige weer, Donderdagavond
pgetrokken naar het gebouw der Ned. Herv. Kerk.. Van alle
anten waren zij gekomen, de liefhebbers van zang, om te
nsteren naar „Crescendo", dat dien avond een kerk-con-
ert zou geven,
Wij willen voorop zeggen, dat men in het samenstellen
an het programma gelukkig was geweest. Toen dan ook
u7'iZ°i?W:a^ acht het eerste nummer werd gezongen.
Wilt heden nu treden", was onze belangstelling onmiddellijk
ewekt. Rein van toon en onberispelijk wat betreft de uit
braak, gevoelden we onmiddellijk de eminente leiding vaa
len heer Willem Hespe, en onze goede verwachtingen werden
net teleurgesteld, toen we daarna het beroemde „Ave Ve-
um" van Mozart op aangrijpende wijze mochten hooren zin-
[en. Er zat „ziel" in het koor. Er werd gezongen met gevoel,
net voordracht en, wat we vooral in het volgend nummer',
Domme, Salvam, Fac," opmerkten, met een gloed, een be-
lelmg, die het gansche gebouw scheen te vullen. Maar het
laarop volgend „A Palmis ad Crucem", (van de Palmen
laar het Kruis) overtrof daarin alle andere nummers. Moei-
'JK, en van melodie, èn van uitspraak, met vele lastige, do;h
clioone toonsovergangen, werd dit stuk op schitterende wijze
[ezomgen. We bewonderden bovenal de schone sopranen, doch
w de alten, tenoren en bassen waren zeer goed. En alle
temmen smolten inéén tot één schitterend en machtig ge-
ieel, dat door de mooie acoustijek ifi het gebouw goed tor
P recht kwam. Wij1 kunnen zeggen: „het was \f." Daar-
nede is dan alles, maar zeer veel gezegd en men mag dit op-
atten als een welerdiend compliment, èn aan dirigent, èn
an leden.
!Het lied „De Stal" was voor ons geen onbekende. Meer
alen hebben wij het hooren zingen, hebben wij het mooi
evonden. En ook nu weer hebben wij met genoegen geluisterd.
®eft het ons bevredigd.
Als teedere bloemen in den tuin, waren verder eenige een-
ludige, doch juist daardoor mooie liedjes. „De nederige
ïboorte" is er één van. Het is een teer liedeke en werd
ok teer gezongen. Ook „Nu zijt wellekome", „De Her-
tertjes", en het laatste nummer „Drie Koningenlied''', waren
'eel mooi.
Wij willen er opwijzen, dat een kerk'-concert, zooals „Cres-
tndo" er Donderdag een heeft gegeven, de aandacht van
ei Publiek ten zeerste waard is. Voor ware kunstliefheb-
ers is hier de gelegenheid tot het hooren van ware kunst. En
a wat wij Donderdagavond en ook meerdere malen van de
ereeniging hebben gehoord, willen wij „Crescendo" mee
parmte toejuichen en haren dirigent, Willem Hespe, weer
«"s een woord van hulde toeroepen, (het hoeveelste reeds)?
fut afwisseling werden eenige mooie composities op het
gespeeld door den heer M. Visser, die zoo welwillend
"as zijn medewerking aan dit concert te verleenen. Ook dit
edeelte van het programma juichten wij toe. De compo
tes waren niet slechts een welkome afwisseling voor de
lr|gers, doch werden ook door het publiek met genoegen
angehoord.
NIEUWSTIJDINGEN.
T WATERSCHAPPEN.
Dijkgraaf en hoogheemraden van Noord-Hollands Noor
derkwartier hebben het volgende technisch personeel benoemd
hoofdopzichter de heer J. C. Rempt, standplaats Alkmaar;
ambtenaar bij de zeewering te Petten, standplaats Petten.
heer K. Jansmatot ambtenaren bij de zuiderzeedijken de
eeren J. Zeeman, standplaats Monnikendam; A. Visser,
pbdplaats Edam: G. Kleppe, standplaats Hoorn; L. J. Lou-
"rs, standplaats Enkhuizen; D. P. Passer, standplaats Me
"'bilk en P. I-ï. Krijger, standplaats Van Ewijcksluis.
EEN KERSTVERTELLING.
Er waren dien avond heel wat menschen op de been daar
0 i boekje van 't Plein en de korte Poten. Was er iets bij-
uers ie zien, een zakkenroller gesnapt, een dronken man or>-
t o u' een voetSanger overreden? Niets van dat alles.
- ubliek had ditmaal een overdeelde belangstelling v-oor
een dwergje, een miniatuur-manneke op-en-tóp!
Nu, t was wel om even naar te kijken en luisteren.
't Lilliputtertje had een stemmetje als van een kind van
vijf jaai, maar de wijze van spreken en bet na-druk leggen
op de woorden als een professor, 't Was hier en daar eomisc'h
om bolste wonen. Booze tongen, ceweerden tamelijk veel
slechts van 't kereltje. Het zou niet meer of minder zijn dan
remand in dienst van die diepgezonkenen. die de straten van
elke groote stad. met haar perverzen opschik, ontsieren! Hij
zou een soort van postillon -d'amour zijn tusschen die vvezea
en heeren uit de voorname wereld of would-be voorname
wereld der residentie.
I t^ ^as Willempje I Willempje met 't waterhoofd, waarop de
duidelijke trekken van ee nd er tig jarigen, wellicht ouderen leef
tijd waren ingegrift, ondanks de drager van dat hoofd de
lengte van vier vo,et amper haalde. Hoor hoe hij aan den gang
is met zijn kraakstemmetje te oreeren en liedjes te zingen....
liedjes op bekende wijsjes, maar met gewijzigden inhoud meer
naar den trant als van dien, door den straatzanger Meijer,
jaren geleden aan z'n vieze uitinkje gegeven.
't Begint tamelijk onschuldig, dikwijls dichterlijk zelfs, als
va- neen herderinnetje aan den oever van een beek ie, die
een liedeke zingt, zoo smachtend van liefde, dat" vogeltjes
e. neekhoorntjes gaan zitten luisteren en de schichtige' hert
jes uit t woud te- voorschijn kömen om toch maar geen syl
labe van 't arkadisch poéempje te verliezen!.... Maar bij 't
Itweede couplet worden al dubbelzinnigheidjes ingelascht isn
Ide verdere ontwikkeling is zoo plat en triviaal, dat 't aan-
hooren ervan een ergernis wordt.
Willempje schijnt 'heel wat te hebben meegemaakt in 't
leven. Fen twintig jaar van -z'n leven heeft hij kermissen be
reisd, en werd hij geëxploiteerd door gewetenlooze klanten,
clie hem al 't kinderlijke eruit ranselden en hem, wie weet door
.welke misdadige trucs „Klein" hielden naar geest en gestalte.
Dit te weten doet 4e afkieer voor hem omslaan in medelijden.
Z n lievelingsstandplaats was steeds daar, waar thans het
magazijn van Perry zich bevindt. Dan had hij zoo mooi 't uit
zicht op het Plein, o,p He lange Poten, en dichterbij en ver-
oeraf respectievelijk o[p' Korte- en Lange If .utsrtaten.
Daar kwam „zijn" wereld voorbij, de wereld die hem werk
gaf, hem voedde en kleedde en hem in staat stelde, wanneer
zijn voorraad lucifers op was, een nieuwen zich aan te schaf -
Want, zeker, Willempje was venter, koopman in „strijkinstru
menten", naar hijzelf beweerde en dit emplooi ontsloot hem
bijna alle. koffiehuisdeuren waar menig keilner hem bewust
en onbewust over 't hoofd zag in dubbelen zin.
Vooral zee rveel relatiescheen hij te hebben met elein avond-
kroeg in de buurt der Kalvermarkt, waar hij niet alleen venter
maar ook als gewoon bezoeker aan een der tafeltjes mocht
plaats maken.
Daar hoorde hij dan al het minne en vies-platte uit de mon
den der daar aanwezige habitué's. Gretig ging alles die groote
ooren in, zette zich in dat groote hoofd en verwoeste de kleine
ziel van dat kleine schepesel.
Juist vertelt hij er vatn Jran de menigte, hoe hij -Sok meneer
km zijn en welkom is ddafr waar hij z'n geld laat rollen!
Je moet niet denken, dat 'k omdat ik maar tot aan de
knop van de deur kom', niet net zoo goed mee kan doen als
jullie? Wat zou 't. Daar zit 't 'm niet in, mHi goeie mensa'. Ik
kom net zoo fijin bij Tante-Dien als wie ook maar. Dar zal
ik jullie eens vertellen. Maar koop d'r eerst eens wat <1 lossies
fan me weg; want anders mot ik strakkies over de lijn han
gen of de nor in, en 't is me op straat te benauwd, vooral in
t spookuurtje. Nou dan... asjeblief meneer... dank u wel...
asjeblief jufffrouw... dank je wel.. ,„U óók een doossie"
vraagt hij mij en 'k neem er een van 'm, hem een kwartje;
gevend.-
,'t Gaat 'r hier als op de „flensefeer" van de groote lui....
van niemandal wordt 'r ies teruggegeve... nou en geef d'r
mrar 'ns ies terug van niemandal. Dat bestaat toch niet?....
Maar 'k zou jullie vertellen van wat me bij Tante-Dien is
overkomme 1"
Ik zit me d'r verleden week $1 me hoekkie bij de potkachel
naast 't buffet, en daar komp me d'r in Lauwe Leen mi.':
'n poen.
Ik zeg niks, smikkel an me bikkie, want ik had trek; ern
ze hebbe me heelegaar niet in de gaate, hè? Laten ze nou
vlak voor me gaan zitet?
Woord voor woord kbn je verstaan en al ben 'k geen
lantaarnpaal, me gehoor is van Jetje, geloof me daéjrop.
„Wel juffrouw" zeit-i, „wat een mooie „brós" heb je daar
0(p je bloessie zittedie heit méér gekost dan zeven stuivers."
„Ja" zeit ze „vin-je? 't is In gedachtenis aan 'n knul uit
Leije, 'n student denk ik, 'n jonge van de „Siëk'1' die mij(n)
graag mocht. Ik be|n idestijds wel 'n keer of tien mit 'm uit
geweest.... effetief 'n fijne khul.
„,Weet je wel",, zeit hij, toen, „dat wat je daar an heb
wel vijftig gulden waard is?"
„Ga door", zeit zij, „ik heb 't late tackseere op it 'Sipui,
maar 't is 'n dingie fan hoogstens twintig guide'".
„Nou", zeit hij, „ik vind 't 'in mooie bros en 'k geef je d'r
direk vijftig guide voor."
„Dat dcen-'n-ik", zeit Leen, „vooruit d"jr mee.... ik heb
lood noodig voor me huur" en ze doet t'r "t brossie af en
hij haalt 'r pardoes twee geele brieffies uit z'n portefuUije
efn 't zaakkie was kedin, hè?
Leen was t'r beslist mee in d'r sas en ze kijkt zoo om
of iemand 't gezien had, tot zie mij(n) in de kiere krijgt.
„Willem" zeit ze, „doe mij(n) d'r 'n lol en ga jij d'r even
naar me juffrouw en zeg, dat ik om 1 uur rhfiis kom, en
hier.... neem d'r 'n brieffie mee en betaal me huur voor me,
't is twaalf guide, dan krijg je dertien terug en jij mag twee
kwartjes voor je moeite.... want ik zou vóór tiene bera'e en
anders is me kamer weg.... doe je 't even, Willem?"'
Ik stak gauw me laatste stukkie spek achter me kieze.
nam d'r 't brieffie en ik d'r van door!....
Daar kom ik me bij Leen d'r juffrouw op de Hiekkelaan 1
en ik doe m'n boodschap en ze gaat naar de kast om dertien
gulden weeeom te geven, maar meteen staan ik dat geele 1
brieffie te bekijke, en daar zien ik me tot me schrik, dat 'r j
op staat: „goed voor vijf-en-twintig sigare"!
Wat zat ik me daar in de rats, hè?!
Nou was m'n eerste plian om1 't dat wijf maar an ie smeere... j
maajr daócht ik bij me zelf, dan hebbe ze mij(n) te pakken
maar dacht ik weer., dat andere brieffie, dat Lauwe leen
nog heit.... zal ook wel fan de segaremaker zijn-., enfein... ik
zeg inééns tege de juffrouw van Leen: „Hou je geld maai
bij je, lieve ziel, want kijk 's hier!
„Dadelijk terug, Willem!" zeit ze„ dadelijk jonge en kijke 1
oftie smeerlap d'r nog zit.... en zeg maar an Leen, dat ik
't schaap d'r kamer nog zal anhouë hoor!"
Ik de beene hé... maar onderweg denk 'k „sjonge Willem../
je hebt daar zoo'n mooi „berroT van „peliesja" an de Nieuwe
Have... en ik d'r op of!
D'r ging subiet 'n resjersjeur mit me mee en een mannetje
achter 'm en zoo kwam ik gemoedereerd, bij Tante Dien weer
binne en zuil ie bleve an de deur van 't zaakkie staan, maar
de deur op 'n (kier hé, zoodat ze alles-konde waarneme. j
ïHier hield Willempje op om zeer aandachtig z'n neus te
snuiten in een groote rooije zakdoek en daarna aaustalte te 1
maken om gewoon door te loopen.
,,En", vraagt er een uit 't publiek, „zat i§ dftt, nog?"
En dan schatert Willempje 't ui.
schudden van z'n groote hoofd op 't kleine lichaampje voegt-
hij den vrager toe: „Bien jij nou een kerel? Ja! die zal d'r
blijve zitte om te gaan zitte!... Die ijwas natuurlijk foetsie-
foetsie van de Klep en van heb ik1 jou niet gezien."
Nóu! mense... nog 'n doossie?... en een deel der omstan
ders koopt 'm nog wat af of geeft 'm wat om z'n improvisa
torisch talent te beloonen... en wat mij betreft... ik dacht bij
mezelf... „Jongen je hebt zeer uiteenloopende kwaliteiten....,
maar je voordracht is goed en ik! kan je eens noodig hebben 1"
't Was een paar weken voor Kerstmis. Het Sint-N!icolaas-
!feest was juist voorbij en had die gezellig estemtning in ide
stad achtergelaten die de menschen vereenigt en saamhoo-
rig maakt in vele opzichten.
We waren bezig, m'n vrienden en ik, iets voor te bereiden,
een gezellige voordracht-soirée, welke gehouden zal worden
op tweeden Kerstdag in een der groote zalen van een aan
kunst en gezelligheid gewijd gebouw in ons mooie Haagje.
Onder meer zou er opgevoerd worden een Kerstsprookjes
idylle waaraain' veel kinderen, ja bijna uitsluitend kinderen
hadden mee te doen. 't Gold hier de bestreving van een lief
dadig doel.
Nu we houdden een mooi ploegje meisjes en een aardig
dito 'tje jongens bijeen, plus een paar volwassenen die voor
reuzen hadden te fungeeren, maar met één figuur zaten wj
wat te houden, n.l. met die va neen grimmig oud aardmannetje,
dfe als aanvoerder had te fungeeren gedurende een belangrijk
deel van de voorstelling en die nog al veel en breedvoerig
had te snreken in twee der drie bedrijven.
Daar waren al heel wat pretendenten voor die rol geweest
en menig dapper jeugdlingetje had haar gerpobserd, maar
steeds mankeerde er wat aan en steeds werd gemist het „ouwe
lijk-geposeerde" en de macht om' makkelijk en met -een zekere
intonatie en bewijsvoering te spreken en spelen.
't Was wel jammer. Een traveste ging ook niet. Alles was
beproefd en we konden elkaar niet ontkennen, dat we hier
voor een zeer moeilijk probleem stonden.
We zaten op een dag dan zoo- gemoedelijk in de koffiekamer
bijeen en toen weer en nog eens weer 't struikelblok 'n do
voorbereiding werd mgenoemd en besproken, was t of een
geheime stem mij influisterde: „Willempje!".... „neem Wil
lempje en je bent gered."
Ik schijn met heel veel pathos m'n ingeving getolkt te heb
ben zoodat het auditorium werkelijk onder den indruk kwam
en er heet-van-de-naald besloten werd: Willempje op te spo
ren en vóór te brengen.
Een krantenjongen haalde hem bij Tante Dien vandaan'
en 's avonds te geer half negen hadden we Willempje in
hoogst eigen persoon in ons midden.
't Was koddig te zien 'hoe gewichtig hij zich voelde en
met welk een air hij een panatella opstak of z'n koffie
slurpte, 't Leek wel een ipère noble uit de een of andere draak
van 't jaar 1840.
De voorzitter van ons comitétje deelde hem mee wat wa
in studeerden en vroeg hem of hij pee wou doen tegen een,
overeen te komen vergoeding en na gebleken geschiktheid.
Daar hem voor elke repetitie een rijksdaalder werd toege
zegd en voor de voorstelling zelf nog eens tien gulden, werd
al spoedig 't ijs gebroken en waren we er aan toe Willemp-
jes kwaliteiten in deze te kunnen gaan beproeven.
We lazen hem den aanhef van zijn rol voor en zin voor
zin gat hij al tamelijk aardig weer, alleen, we moesten hier
en daar z'n uitspraak wat vermooine.
Maar in ieder geval waren we allen best te spreken over de
kennismaking en later njbt minder over Willempjes optre
den op plankenland zelf.
Zoo was het dan dat na een. drietal repetities hij z'n taak
volkomen wist te volbrengen, en ook de generale repetitie
toen hij mei baard en muts werd getooid, was een bra-
vou-rtje voor hem. Da leelijke dikke I's waren weg uit z'n
uitspraak, z'n gestie was natuurlijk en goed z'n woorden on
derlijnend en z'n geheele verschijning wa.s juist wat de regisseur
zich gedroomd had.
In 't tweede bedrijf, waarin hij een reusachtige vleermuis
had te bevechten ter beveiliging van een schare elfjes aaa z'a
speciale zorgen toevertrouwd, moesten we om hem gieren
van. lachen.
Hij deed dit zoo Roland-achtïg en met zulk een pose,-
dap we alles voorbij zagen, z'n kromme beentjes, z'n buiten
sporig groot hoofd en de kortheid van z'n armpjes, die veel
op een paar saucijzen geleken.
Die algemeene repetitie liep prachtig van stapel!
En nu was de groote avond daar van dien tweeden Kerst
dag!
•Niemand der toeschouwers herkende in 't genomen vorst
je 't Willempje van de straat!
Waar andere kinderen bij name waren genoemd op 't pro--
gramma was WilHempje aangeduid door: Tongeheer A. Nb-
nymus. Ieder dacht dat het een der ons bekende jongens was,
die door meesterlijke grime zich zoo onkenbaar had gemaakc,
maar die stem, zoo echt dwergjesachtig na te bootsen en den
heelen avond die beentjes zoo krom te houden... Ze vonden,
hetphenomenaal knap.
Er werd geapplaudiseerd als 'n lieve lust 1
E11 na de vleermuisscène in 't tweede bedrijf moest driemaal
gehaald voor ons Heinzelm^nnchen en ontving hij een groote
lauwerkrans.
Maar wat doet-i! Zóó heeft hij den krans aangenomen van
de vrouw van onzen secretaris, die van Willempjes medespel
in deze niets afwisc en dacht dat zij een kind van een barer,
standgenooten lauwerde..... of daar gaat-i met een fieren gang,
z'n brokaatmanteltje wijd open naar 't eerste rolletje der
feetjes, een. mooi meisje met ^goudblond kopje en legt z'n schat
met maejstueuze en onberispelijke kniebuiging aan hare voe
ten!
Een daverend applaus breekt los.... Een ieder roept: bravo 1
mooi 1 aardig!..... de dames stamelden „,dat is aandoenlijk
lief..... Wat 'n dékdige jongen."
De voorstelling is schitterend geslaagd. Er is een recette
gehaald van f 432 ten bate -der algemeene armen 1
1 Willem had juist f! 20 te vorderen van vier repetities en de
uitvoering. Er bleef dan f 412 over.
Vier honderd twaalf gulden kwamen den arman ten goede
als uiting van naastenliefde naar 't voorbeeld van den Edel-
steln Mensch, die ooit bestond...
Er was gestudeerd, gerepeteerd, gemusiceerd, gezongen en
gedanst door -gelijksoortige toekomstige grootheidjes dar lieve
Haghestad, waarbij één loontrekkende, één paria der samen
leving, waarbij niemand giste de gave om meesterlijk meè
te kunnen doen... waarbij niemand vermoedde... dat één-a,
dat sublieme, beschaafde, vól-manlijke idee z'n Kunsroogat
te schenken aan het schoonste dezer wereld.... het opbloeiende
meisje, omstraald van den zonneglans der, Jeugd!....
„Willempje" is nadien niet meer op straat gezien en heeft
zich onttrokken aan alle verachtelijke omgeving.
Wat een mooi, heerlijk Kerstgeschenk hem voor altijd ge
schonken, hem voerend, den mismaakte, naar oorden van
opperweelde in diepst eigen binnenst 1
JAM DE DAARK.