DE WINTERLEZINGEN TE
BROEK OP LANGENDIJK
XXXVIII.
WAT IS DE HEMEL?
IV.
Maar al moet van Christelijk standpunt op Dante's voor
stelling scherpe critiek geoefend worden, dit neemt niet weg,
dat er-ook bijzonder fraaie trekken in voorkomen: trekken
die doen zien, dat de groote dichter bij wijlen de waarheid
Gods, zooals die ons in de Heilige Schrift is geopenbaard1,
als bij heilige insuitie heeft gevoeld.
Allereerst de „scalaidee." Wat we op aarde onderschei
den in rangen en standen, wordt hiernamaals niet opgeheven
in dien zin, dat dan allen aan elkander volkomen gelijk zul
len zijn. Elk schepsel en dies ook elk menschenkind is een
afzonderlijk schepsel Godsvertegenwoordigt een aparte Gods-
gedachte. Deze verwaarheid Gods komt niet alleen uit in ons
stoffelijk maar evenzeer zoo niet sterker nog in ons
geestelijk bestaan. En deze verscheidenheid zal in de eeuwige
zaligheid niet opgeheven worden, maar nog rpeer verscherpt
uitkomen, als ieder schepsel tot de rijkste ontplooiing van die
Godsgedachte zal gekomen zijn. Maar ondanks de rijks; mo
gelijke verscheidenheid zal er toch ook eenheid zijn. Het een
doet het ander niet te niet.; heft bet niet op maar zal naast
elkander bestaar
De gezaligden op Jupiter zag Dante, als lichtbundels, die
zich dansend gingen rijen tot letters en lijnen en zoowel
een spreuk als een adelaar vormden. De zaligheid zag hij
dus als niet systeemloos: een gedachte, die Schriftuurlijk is.
God doei: zich kennen in Zijn woord als een God van orde:
Ook in den hemel zullen ordeniiingen zijn, door God inge
steld.
Christus zei tegen zijn jongeren in den Paaschnacht: „In
het huis mijns Vaders zijn vele woningen" (Joh. 14:2) Waai
de afzonderlijke woningen hier op aarde tegen de eenheid
van het menschelijk geslacht getuigen immers liet huis
is hier beneden confessie van tegenstelling; we gaan afzon
derlijk wonen, omdat we het niet met elkaar kunnen vinden
-- daar zal het huis juist het tegendeel uitdrukken n.l. het
gemeenschappelijke. Alle zaligen gezamenlijk in het huis -
maak i ndat Huis, de vele woningen, tot uitdrukking van het
bijzondere, van het individueele.
Dante spreekt van nieuwe namen. Doet het ons niet denken
aan Openb. 2:17 waar de Geest tot den engel der Genvem-
te le Pergamus zegt: „Wie overwint. Ik zal hem geven een
witten keursteen en op den keursteen een nieuwen naam,
welken niemand kent, dan die hem ontvangt." Die nieuwe
naam zal voor ieder uitdrukking geven aan wat hem het meest
eigene ,het meest individueele is: hij zal het wezen uitdrukken.
De negen cirkels vajn engelen trachten steeds dio.Vor bij
den troon Gods te kbmen. In den hemel zal iets paradoxaals
zijn: alle begeerte zal daar vervuld zijn en toch zal de be
geerte niet dood zijn, maar blijven leven, er zal steeds een
heilig verlangen naar het wezen Gods zijn.
Ook na het besprokene blijven er zeker nog vragen over:
wel allereerst deze: hoe zal bet mogelijk zijn, al die heerlijk;-
lieid in zich op te nemen? Twee zaken moeten we niet voorbij
zien. De gezaligden hebben een eeuwigheid voor zich, zoodat
er geleidelijke opneming zon. kunnen plaats vinden - en ook
Je zieisve ri rui 11 Hemel-fnat zoo b rkt y
ais- hier in het tijdelijke teiern Thans inooten we zin en oa-
bergoektu van st-ik-kH- stuk.-Ehwv ter sleoh; lan ratte en
beplmfc opR^iitag "frJrs èrijbfrn. 'l'.oifft deed ons aatdsc'ne
k-ff; ons by wijlen r-é<is iefs errnodden en- voorgev oeLa. van
wat in Je ee wij 1 lid >t openbaring zal komen. Er Je
m Ju menschenzicl wonderbaarlijke krachten. Bij enkels in
dividuen kooien ze somwijlen aa nhet licht. Spr. wijst op
de telepathie en de clavivoyance waardoor sommigen der ge-
gedachten des menschen als kunnen lezen, zoodat het ziels
beweeg v,an hun naaste voor hen als een leesbare brief is, cn
voor anderen de afstanden a.h.w. niet bestaan. Twee wondere
zielsvermogens, die o;ns eenig denkbeeld van de mogelijkheid
van een onbeperkt kennen geven: want krachte ndie nu nog
latent a.h w. slapende zijn verscholen zoowel in ons stoffelijk
als geestelijk bestaan zullen den patent werkende worden.
Spr. wijst nog op Id e voorstelling van sommigen, als zou de
hemel geleidelijk op aarde komen, door steeds verder gaande
evolutie. Spr. wijst deze gedachte af. Niet langs lijnen ran
geleidelijkheid niet door voorschrijdende ontwikkeling zal
het tijdelijke door het eeuwige, het vergankelijke door het
blijvende, het aardsche door het hemelsche worden ver zangen
Dit zal door een wonder geschieden, bij de wederkomst ,-an
Christus.
Daer zalig vooruitzicht kan ons troosten over de smart
des levens Kloos zong, dat hij weende om gebroken bloe
men, die veelbelovend zich op htm stengel ten hemel hieven
maar straks geknakt, vergaan zonder tot volle ontplooiing te
zijn gekomen.
En zeker dit doet wee aan het hart. Ook rle schepping
zucht onder de last der zcrade: maar laat God den Statan toe
de bloem te breken. Hfcj wekt ze weer ten leven en „zal
eenmaal alle dingen wieder oprichten." Dat geeft moed voor
den strijd des levens.
De Bijbel de openbaring Gods aan de Menschh-ekl
begint met Genesis I en eindigt met Openbaring XXII. In
het eerste wordt ons een hof geschilderd, in het laatste een
stad. Hof en stad zijn beide in zeker opzicht niet genoeg. In
den hof vinden we veel vruchtdragende geboomcen en slechts
twee menschen: alzoo veel productie en maar weinig con
sumptie. Een stad is veelzins het omgekeerde van êen hof.
daar veel menschen en geen of een onbeteekenende hoeveel
heid boomen dus veel consumptie bij weinig productie.
2Begint de historie der menschheildi i meen hof en ontwikkelt
ze zich in de lijn van steden ©en stad zonder miser kan
het einde niet zijn: productie en verbruik moeten verband
met elkaar houden; tusscben kapitaal en arbeid moet een
sntandvastige verhouding zijn. Beide zijn eenzijdig: harmonie
komt er als de hof in de stad is.
In het Nieuwe Jerusalem, dat Johannes cjp Patmos uit
den hemel op de aarde zag nederdalen is deze onvolkomenheid
opgelost. Hij iziet i nde groote stad, een breede rivier, klaar
als kristal en aan haar oevers de levensbron --- beter nog
vertaald door: het levensgeboomte gevende van maand
rot maand hare vrucht.
In die teekening wordt de volle verzadiging uitgedrukt die
dan bereikt zal zijn, wat ook af te leiden is uit den kubus
vorm der stad.
Johannes zag g-een tempel in die stad. Hiet is steeds het
strevsen van Satan de tempel buiten de stad te dringen.
God wil niet dat de stad binnen den tempel zal zijn. wat de
wereld wenscht in het nieuwe Jerusalem is alle disharmonie
opgelost: stad en tempel zijn met elkaar vereenzelvigd. Dat
zael aan het leven de hoogste schoonheid geven: alias zal
daar geschieden in heiligen regplmaat, de rijkste variatie zal
gedragen worden Idoor het zuiverst® rythmel
De weg ïo'. den 'Hemel Ieidf door Jezus Christusalleen Zijn
'hand voert tot de eeuwige zaligheid. Uit ons zelf zijn we ver
want aan de donkerheid, leid onze weg tot het eeuwig verderf,
maar Zijn zoendood ontsloot de poort tot de eeuwige Lichtstad.
De astronomie voorziet een botsing tusschen de aa-de en
een der hemellichamen: neen zegt spr. het zal geen bocring
zijn ,maar eenmaal zal de hemel de aarde aanraken met een
heiligen kus dan zullen beide bevredigd zijn dan zal de
eeuwige Sabbath Gods ingaan!
Met dankzegging sloot de spr. het samenzijn.
DE STORM.
De kaars 1921 werd met geweld uitgeblazen. Alweer een
nieuwe storm van Vrijdag op Zaterdag. Hij werd door zware
plasregens voorafgegaan ien bereikte omstreeks 4 uur zijn vol
le kracht Tegen half vijf begon de barometer, die zeer snel
gevallen was. weer te stijgen en na nog een aantal ferme wind
stoot en was het ergste weer geleden.
Uk verschillende plaatsen des lands komen weer berichtten
over ongevallen door het noodweer veroorzaakt.
Op zee.
Nabij het vuurschip „Maas" verkeert sen stoomschip in
nood. De Harwich'boot „Cromer", verleent assistentie.
H'ent Engelsche stoomschip „Port Gwarra" ligt bij het
Maaas-vuurschip en maakt water. Het schip verlangt assis
tentie. liet Spaansche stoomschip „Maroaspio" verkeert in
nood bij het lichtschip „Wandelaar". Vijf leden der bemanning
zijn met de scheepsboot van boord gegaan.
Te Den Helder is een Engelsche schoener over de palen-
hoofden heen op den dijk geslagen, waar liet zoo vast als
een muur is neergezet. Het schip trok veel bezoekers.
In Noord-Holliand.
Te Purmerend heeft Vrijdagavond ongeveer half 10 tijdens
een vliegenden storm een windvlaag men denkt, een wind
hoos een groot gedeelte van het dak van het sigarenma
gazijn „De drie meren", van den heer Schouten weggeblazen.
Het dak verbrijzelde het electrische net zoodat een gedeelte
der stad in donker zat. Het was een ware ruine.
Hoog water.
De Zaan is buitengewoon hoog door regen en opstuwenden
wind. Vele weilanden staan blank in de bijliggende polders'.
Schapen moesten worden binnengehaald voor liet water.
ue Amsterdam moest de brandweer zes keer uitrukken, in
verband met stormschade. Ernstige gevallen deden zich niet
voor. Bij Ide Kruislaan viel een boom om op de baan van de
Gooische tram. Soldaten zagen er e endeel af.
Op het IJ bij bet Noord-Holljandsch Kanaal zonken zes bak
ken met zand va nde Amstiexdiamsche Ballast Maatschappij:,
tengevolge van den golfslag.
Wal de telegraaf en telefoon betreft, ternauwernood was inen
weer wat op dreef ma den laatsten storm en nu ontstonden
er weer nieuwe storingen en vertragingen. Met België en
Frankrijk had men geen verbinding; met Duitschland was
het slecht gesteld. Telegrammen zijn per post verzonden. Met
Engeland was de verbinding in tact gebleven.
In het binnenland ontstónden ook weer allerlei Vsrtragin
gen e:i ophoqpaigcn.
H'-' éon der srov-
Desea elans \afa rle di ZqiJ-Woilands Te Red-'
Jingin ;9cnu')..-ij 3.42. Amsterdam! deelt her
„Ii'bkl." m:de, ,-iat Je bemanning van het Re L.ingst i'$ b.i
te Pytten, met groote moeite, door middel van hei vuurpyl-
en wippertoestel, de bemanning heeft gered van het vroe
gere Engelsche oorlogschip „Prince George", van Sheerness
op reis naar Brake, bij Kamperduin gestrand. Het schip
strandde 28 Dec., des avonds te 8 uur. Ten gevolge van den
zworen storm en het nachtelijk' duister had men met groote
tegenspoeden te klampen, zoodat de bemanning van het schip
eerst in den voormiddag van 29 Dec. aan wal was gebracht.
Het schip ligt overzij, en is wijrak'. Het aantal geredden be
draagt tien.
Storm en noodweer in het buitenland
Een geduchte storm heeft over Engeland gewoed, en den
dood van zeven personen, en ernstige schade veroorzaakt.
Slechts één express-vliegtuig van het vasteland, dat van Parijs
slaagde er in zijn reis te volbrengen. 'Het coestel vocht gedu
rende vier en een half uur met den storm, en ontkwam nau
welijks aa neen ongeval bij het landen te Londen.
De Clyde trad buiten haar oevers, waardoor in GlasGow hui
zen werden beschadigd. In Schotland hadden verscheidene
grondverscfrni vingen plaats ten gevolge van den zwaren re;-
genval en de smeltende sneeuw. In Dublin woeien eenige voet
gangers in de straten omver en werden gewond.
Toen de zaak verbouwd en gemodernisseerd werd heeft de
heer Van Pampus een nieuw systeem toegepast, dat de meeste
juweliers nu hebben. Maar ook dat blijkt nu niet deugdelijk
te zijn geveest. De ijzeren rolluiken zijn afgeschaft, inplaats
daarvan i= een stevig ijzer traliewerk vóór de ruiten aange
bracht. De juwelen blijven 's'nachts in de etalage liggen1, en den
geheelen nacht brand er electrisch licht. Politie, nachtwakers
en voorbijgangers kunnen den gehelen winkel doorzien ©11 elk
onraad moet opvallen.
In de vroege morgenuren, toen het stormde en regende en
de nachtwakers en politie-agenten naar alle waarschijnlijk
heid óf even schuilden of juist in een ander deel der Leidsche
straat wartn, heeft een inbreker de linkerwinkelruit door liet
traliewerk heen, stuk gestoolen. Door het stormgeloei heeft
niemand het glas-gerinkiel gehoord. De dief stak daarop zijn
blijkbaar smalle hand door het traliewerk en nam de sieraden
weg, die hij juist kon grijpen. Van ©en grijsfluweelen kussen
rukte hij ringen met diamanten en broche's af. Enkele liet
l ij in "de haast, waarmee alles moest gebeuren, nog er op.
Verder nam hij eenige gouden sigaretten-kokers, een slangen-
armband, met juweelen bezet, horloge-armbanden, en gouden
potlooden weg. Met deze buit, die een waarde van ongeveer
duizend gulden moet vertegenwoordigen,, verdween de in
breker.
Zoodra de politie ©enigen tijd Later de inbraak bemerkte,
waarschuwde zij den firmant. In de etalage aan de linker
zijde van den winkel kan men precies zien, hoever die inbre-
kershand is kunnen komen. Op één plek is het vol glasscher
ven, rondom een scheefliggend juweeeln kussen, daarnaast
liggen de gouden potlooden en sigaretten-aanstekers nog keu
rig zooals altijd, op een r,ij geëtaleerd. De mooiste sieraden,
die een zeer groote waarde vertegenwoordigen lagen hooger
onder vloeipapier. De ruit werd evenwel vlak bij de onderste
etalage ingestooten. Het gat is ongeveer twee decimeter bij
vier decimeter groot.
De winkel trok vandaag zeer de aandacht. Een agent was
er voer geposteerd.
De heer Van Pampas is tegen inbraak verzekerd. Hij kon,
fel' verband met het politie-onderzoek nog niet de juiste inven
taris opmaken van wat gestolen is. l„N.v.d.D'.")
Een bankbiljet met symboliek?
Aan het „Vad." werd een nieuw Ntederiandsch bankilejt
van f 25 getoond, waarvan de roode kleur, zonder nat te ma
ken of op andere wijze te prepareeren, bij wrijving op wit pa
pier geJucht afgeeft. Afgeeft als een vlindervleugelis dat
symboliek? vraagt het blad.
Het Spaansche stoomschip „Salvadore", van Port Deboue
naar Rotterdam, is in den afgeloopen nacht op de H inder-
ribben gestrand. Zeven leden der bemanning zijn door een
motorboot van boord gehaald; de overigen zijn door de stom-
reddingboot gered en te Hoek van Holland geland.
Ten gevolge vam. Ihet stormachtige weer is het telefoon-
vei keer met Berlijn weer damig gestoord, vooral met bet Rijn
land en het buitenland.
Hetzelfde is het geval met het telegrafisch verkeer, dat
met Noorwegen, Holland, België, Frankrijk, Italië, Honga
rije, Tsjecho-Slowakije en met Warschau gestoord is.
Bij den laatsten storm is Zaterdagochtend te Bergen op
Zoom de ruim 2 meter hooge en 50 K-G. zware vindv.ian np
den toren van de kerk der H.H. Martelaren van Gorkum, een
engel metbazuin voorstellend, afgewaaid en ongeveer 1=50
M. verder op een gelukkig nog onbewoond ter" i vlak naast
enkele woonwagens terecht gekomen.
NIEUWSTIJDINGEN.
Inbraak bij de firma Van Pampim.
Voolr f 10.000 gestolen.
In den v'roegen morgen, vermoedelijk tusschen 5 en 6 uur is
Zaterdag ingebroken in den winkel van de firma Willem J. J. i
van Pampus in de Leidschestraat bij het Leidscheplein te I
Amsterdam.
Men herinnert zich misschien pog de inbraak bij denzelf-
den juwelier in 1909, toeïi 1de inbreker over de dakefn den
winkel wist binnen te dringen. Toen is een groote hoeveelheid
gouden voorwerpen en andere sieraden gestolen. De winkel
was aan de voorzijde met ijzeren rlluiken afgesloten. Van
Ae Leidschestraatzijde \yas dus niets te zien, en eenmaal in
den winkel heeft de inbreker ongestoord zijn slag kunnen slaan.
Hun geheele bezit.
Twee negotiemenschen, broeder en zuster, door het land
zwervend met hun koopwaren, hadden in den loop d'er jaren
een vijf duizend gulden overgespaard. Dit geld hielden ze-
steeds bij zich, daar ze vreesden, dat het gestolen zou worden.
In den wagen, waarmede ze den boer opgaan, was de tasch,
waarin zich het geld bevond geborgen. Op het West Nieuwland'
te Rotterdam lieten ze, naar de „Msb." meldt, den wagen even
onbeheerd staan. Bij huji terugkomst waren tot hun groote
ontsteltenis tasch en inhoud verdwenen.
Faillissementen in Nederland.
Volgens mededee.'ing van het Handelsinformatiebureau van
Van der Graaff Co. 's Bureaux voo. den A iikJcI zijtï- qver
de aigeiooper week. eindige-n.-31) Oiv.'.mbè' m V>ier;;pr.L
uitgesprdktti 4t> i oJissem nten tegen il teillis^inemgn Lte
'dezeifd© week san l vorige jaar.
Ja v 'ri v 1 ni .-0 Dx. I x,.; - - ,neq
tejJfhoVer 1420 over hetzellcL fyc&eri, vaa Ifét vorige aj.it:",'
Nieuwe bankbiljetten van f 10
De Directie van De Ned. Bank maakt in de St. Crt. bekend!
dat zij leen bankbiljet varé f 10 in omloop zal brengen, hetwelk
op de volgende punten afwijkt van het thans in circulatie zijnde
biljet.
Aan de voorzijde is de tekst, in het midden van het biljet
fijner van letter, terwijl de druk' dónkerder van kleur is. piet
woord „Serie" met de serieiettiers en de nummers, benevens het
woord „Amsterdam" met dagteekening, zijn uit dezen tekst
vervallen en thans aan de achterzijde van het biljet aange
bracht. De lijnen, welkle deb grijsbruinen ondergrond vor
men, zijn verder uiteengebrac'ht, waardoor de voorstelling in
het middenvak, vertoonende twee dolfijnen, rustende tegen
een schelp, ©n de staarten kronkelende om een drietand,meer
tot uitdrukking komt.
Aan de achterzijde zijn alle vier cirkelvormige openingen
in de hoeken van den bruinen rand', welke de woorden „tven
gulden" omlijst, voorzien van de waarde-aanduiding „10v.
Serieletters en nummers zijn aan de achterzijde driemaal af
gedrukt, en wel in het boven vak van den rand en in een
kleinere lettersoort in de beide staande kanten, terwijl in den
onderrand nogmaals de serieletters zijn vermeld, thans voor
afgegaan door het woord „Serie", waaronder het woord „Am
sterdam" met de dagteekening van het biljet. De biljetren zijn
gedateerd van 3 Mei 1921 af. De ondergrond vertoonende op
regelmatige afstanden den leeuw, uit het Rijkswapen ien be
zaaid met blokken, is lichter van tint gemaakt, waardoor zoo
wel de voorstelling van dezen ondergrond, als de bo/endruk
duidelijker naar voren komt.
De biljetten worden gedrukt op, aan alle zijden recht af
gesneden, papier vajn pngeveer 16.8 bij 9.9 centimeter.. De
qualiteit van dit papier heeft, evenals het watermerk, een
geringe wijziging ondergaan.
Nog steeds mijnen.
Zondagmorgen te 9 uur zijn de bewoners van Vlussihgen
en van andere plaatsen op Walcheren opgeschrikt door een
'tóvigen knal, die o.a. te Vlissingen en op enkele andere plaat
sen ruiten deed springen.
Bij onderzoek bleek ons, dat Zaterdagmiddag een mijn is
aangespoeld aan het strand bij zgn. Dishoek onder de ge
meente Koudekerke, Zondagmorgen is een luitenant ter zee
met andere marinemannen van uit Vlissingen naar Distioek
gegaan en heeft de mijn tot springen gebracht. Dit was de
oorzaak va nden knal. die erger dan eenige materleele schade
deed vreezen.
BUITENLANDSCH OVERZICHT.
Op de Nieuwjaarsreceptie welke de president der F'ran-
séhe republiek op Ihet Elysée aan het diplomatieke korps ver
leende zijn behartigenswaardige woorden van vrede en vriend
schap en verdraagzaamheid gewisseld. Millerand heeft ge
sproken van de vurige bede die in de horten vain allen op
stijgt, dat een algemeeme wereldvrede de sporen van den
langen, wreeden oorlog zal uitwisschen en hij voegde daar bij,
dat daartoe ide goede wil en de medewerking van aila volken
noodig i s.
Wanneer Frankrijk in dat opzicht te Washington en te