NIEUWE Nieuwsblad voor LANGEDIJK en Omstreken. 16. Dinsdag- 7 Februari 1922 31e Jaargang fflB *1 —5 per 3 maanden f 1,15 J. H. KEIZER. LiKif; II IJKER COHRAIT. Deze courant versciiijnt Dinsdags, Donderdags en Zaterdags. ABOHSEMESTSPBIJBi REDACTEUR-UITGEYER lüBEEt: üoordscharwoude. PBIJS ÖEB iSTEUIESïI.£Kt Yai 1—regels 78 ct., elke regel meer 18 et. Sroote letten of vipetten worden naar plaatsruimte berekend. Brieyen reehtstreeks aan den üitgerer VERGADERINGEN. Donderdagavond vergaderde de kortelings opgerichte Vrou wenclub in de groote zaal van .„Concordia" te Noord-Schar- woude, waar als spreekster optrad Mevr. Tjaden— van der Vlies (Enka) met het onderwerp: „DE VROUW EN DE POLITIEKE STRIJD Opgekomen waren? 5 (fohiet geheel een 20-tal ersopnen, waar van een 14-tal vrouwen. De vergadering werd geopend door Olie—Deze dame begon met te zeggen, dat de voorzitster Staal -Leendertz niet aanwezig was wegens ongesteldheid. Hartelijk heet ik U allen welkom, ;en zieker mogen wij blijde zijn dat er trots het slechte weer en de ziekte nog zooveel personen aanwezig zijn. Zoo hadden wij het dan door de weinige bekendheid van onze club het pla nopgevat door het houden van vergaderingen haar meer naam te verschaffen. Wij zijn er niet tegen om man nen op /de vergadering toe te latenhet doel is echter niet den mannen meer kiennis bij te brengen, maar wel de vrouwen voor den komenden tijd. Het doel is ook niet, de cltub het karakter te geven van een vereeniging voor Vrouwenkiesrecht, maar om het karakter van ontwikkelingsclub te Handhaven. Het doel is, om wat reeds gezegd' is, door vergaderingen de vrou wen tot ons te trekken. Reeds worden door ons samenkom sten gehouden, waarvan het eerste gedeelte van den avond wordt doorgebracht met een wetenschappelijke behandeling van verschillende vraagstukken en het tweede gedeelte met bijdragen voor het genoegen. Wat wij daar behandelen is alles van opbeuwenden aard. En ook daarmee willen wij onze ciub bekend makende. De mannen zijn ons ook van harte welkom, niet als lid, daar dit moeilijk zal gaan, maar wel als donateur. Zóó zijn ze ons welkom. Met dien wensch dat van de aanwezige vrouwen zich zullen opgeven als lid bij de secrretaresse Smit Van dier Wal, verklaart spreekster de vergadering voor ge opend en geeft het"'woord aan Enka. Enka thans het woord verkrijgende, zegt te zullen spreken over: De Vrouwen en den a.s. Stembusstrijd. Ik ohop echter zoo vervolgt spr. niet alleen het woord te zullen voeren Niet in den vorm van een debat, maar dat men door bei stellen van vragen belangstelling zal tooneii. Wij vrouwen willen zoo gaarne de ideaalvrouw benaderen. Dit is echter heel moeilijk. En het is ook zoo moeilijk omdat de ideaalvrouw door alle tijdien heen steeds van gedaante is verwisseld. De ideaalvrouw van vroeger was anders dan de ideaalvrouw van thans. En zij verandert met ieder nieuw ge slacht. En dan: mijn ideaalvrouw zal niet de uwe, en uw ideaalvrouw zal niet die zijn, zooals mijn werkvrouw zich haar voorstelt. De deaalvrouwen van de verschillende tijdperken staan icns ook steeds in verschillende typen voor den geest. Zoo ywas de vrouw in het Oosten vroeger de onderworpene, de rechtelooze. Die vrouw van het aloude en wijsgeerige Grie kenland had weinig in te brengen. De Romeinsche vrouw iets meer. En z ijdie tot dien kring van de Pater Families be hoorden hadden alles te zeggen. Die vrouw is er niet, zooais ons uit den Bijbel wordt geleerd, uitsluitend om kinderen te baren. De geschiedscbrift-en toch verhalen ons van zeer invloedrijke vrouwen, die zeer geacht en geëerd waren in hun dageüjkschen arbeid. De vrouw van Israël was van vele rechten verstoken, maar onder hen was het toch andiers, dan de hier duldende en alles verdragende vrouw. Professor Wildeboer werpt zoo'n duidelijk licht op de positie van die Vrouw orfder Israël. Zij toch was steeds de trouwe helpster van den man en in g-eenen deele va nallies verstoken. Bestudeer en lees eens het Oude Testament, vooral het boek „Profeten" waarin zoo duidelijk de roep om barmhartigheid ons tegen klinkt, die den gehee- len Bijbel doorstraalt. Hoe schitterend worden daar beschreven de weduwe en de wees. Wij hebben echter aan barmhartig heid niet genoeg. W ijvragen rechten. Als afscheid aan de vrouwen uit die oudheid leest spr. voor de beschrijving van de Israëlitische vrouw uit het boek „Spreu ken" en eindigt dan roet de woorden: zoo was de ideaalvrouw van vóór heden. 'Hoe echter is bet toch gekomen dat wij zoo geheel andere wezens zijn in doe a en laten, in werken en denken. De waar heid spreekt ui', het historische materialisme dat het gekomen is door verandering van productie en maatschappelijke om standigheden. Zij moest wel veranderen omdat de maatschap pij enbet leven een ander karakter kregen. En die verandering is veroorzaakt door de machine. Welk een verandering is daar door niet ontstaan in het vrouwenleven. Welke vrouw weeft en spint zelf nog' Welke vrouw bakt nog haar eigen brood' Daarbij moet men echtier niet denken aan het plaatfeland, maar aan de grootste steden van ons land. Amsterdam en Rotterdam,.' Wie pleegt daarnog het eigen brood te bakken? Wie slacht nog zelf? Wie 'bereidt nog de slacht? Dat komt niet voor. Die ar beid is niet meer maatschappelijk loonend genoeg. He: gaai lijken op een slecht besteden tijd. Het huishouden is door de maatschappij veranderd. Wat daar vroeger gedaan werd, ge bent nu in groote fabrieken. Het gaat sneller, economischer en nuttiger, tan het in de gezinnen wezen kan. De fabrieken hebben den arbeid der vrouwen totzichgetrokken. Zij heb ben de vrouwen uit het huis genomen. Nu moec men niet vragen of wij dat betreuren, maar was het goed dat ali'e werk uit het kleine huisgezin werd verlegd naar de fabrieken. Het werk ging heen, wat door de ojnge dochters thuis zelf werd verricht. Haar arbeidskracht, vind daar geen arbeidsveld meer. £jj waren werkeloos in huis. Zóó werden zy gedreven in het voile leven daarbuiten. Het tegenwoordige meisje vraagt een opleiding voor een onafhankelijke positie in de Maatschappij om haar eigen brood te kunnen verdienen. En dat mo-eten wij oude vrouwen aanvaarden. Zeker, zat er veel poëzie in, wan neer de jonge dochters door haar moeder chuis werden voor bereid voor het komende leven. En of wij liet. nu ook be treuren dn: alles zoo veranderd is, het hèlpt niet. Ook dikwiils zat er veel benepnhieed in. Het was het wachten van de meis- ejs op jhet huwelijk, op dien man, die komen moest, maar in zoo vele malen niet kwam. Het werden verlepte levens, die hun vrouwelijke bestemming hebben gemist. Maar nu is het an ders. Wanneer de poëzie er uit is, mogen wij toch zeker ook zeggen dat het een vooruitgang is. De meisjes zijn kloekër, zijn meer onafhankelijk. En toch gaat hun vrouwelijkheid niet verloren, al staan ze midden in hét leven. Zij toch zullen dezelfde deugden e neigensdhappen bezitten als onze moeders en grootmoeders. Ons vrouwenideaal i», dat de vrouw paraac is voor het maatschappelijke leven, maar daarbij de vrouw is in een zich liefdevol geven aan het huisgezin. Hoe schitte ren dic.it Mevr. RolandHolst in één van haar schoone ver zen ,.De Tweeheid der Vrouw". (De spreekster leest dit voor) Vele vrouwen zijn naar buiten gedreven, terwijl haar hart hangt aan de stille intimiteit van het' huisgezin. Maar men heeft dat te aanvaarden, en daarbij heeft men ook te aan vaarden de stembus-stemplicht. Het vrouwen-kiesrecht hebben wij verkregen door kloeken strijd. En zeker tevens door de verandering van de maatschappe lijke omstandigheden. WJjhebben het gevoeld als een onrecht, dat w ijliet misten. E nde droom dat wmij er veel mee zul'én doen of or veel door zullen bereiken, is door mij nocit ge droomd. Wij .moeten het recht hebben, het komst ons toe. En nu is het ons gegeven en daar bij j komt in de allereerste plaats de vraag: „wat doen wij er mee? Wij kunnen hiermee invloed uitoefenen óp de samenstelling, der xegeeung vair stand en land. De rechts-Christelijke hoorders zullen zeggen: wij kieze nniet de regeering want de Koningin regeert. Maar zij regeeiti Indirect. De Tweede en Eerste Kamer vormen de regeering. Een constitutioneel vorst is geheel aan handen en voeten gebonden, maar dat is voor een onwaardige. Het is voor een zelfstandig persoon niet te dragen. Zeker de Konin gin benoemt de Ministers, maar wanneer de rechterpartijen de meerderheid hebben moest z ijhet eens wagen om Troelstra met de vorming van een Ministerie te belasten. Dit ijjaar moe ten wij de Tweede Kamer kiezen, en hoe de samenstelling ook zal zijn, Je Regeering zal worden gevormd in den geest van de meerderheid. Door de Ministers worden de wetten ge maakt en geen van die wetsvoorstellen worden wet of deze moeten deer de beide Kamers worden aangenomen. Zoo zijn wiij (dan thans dit jaar geroepen o'm mee te werken aan de samenstelling van de Regeering des lands en het volgend a jar voor de samenstelling van de Gemeenteraden. Daardoor zul len wij moeten stemmen op een der Candida-ten va nde diverse politieke partijen. Het is echter in geen geval noodig dat wij vrouwen een zelfstandige politieke partij gaan vormen. De vrouwen werden vereenigd in bonden ter verkrijging van het kiesrecht, maar zij moesten niet apart blijven staan. En dat zai het niet-vrouwelijk karakter ten goede komen. Er zijn gebreken d monze wetgeving waardoor de vrouw een onderge schikte positie inneemt, en die moeten worden weggenomen Daarvoor is echter in geen geval noodig een aparte politieke partij. Daardoor zullen wij tegenover de mannen komen te staan inplaats van er naast. Daardoor ontstaat de Sexiestrijd, en die moet niet komen. Hij maakt mannen en vrouwen wreed tegenover elkaar. Her inneren wij ons hoe men zich in Engeland van de felste midde len heeft bed'end om het vrouwenkiesrecht re verkrijgen. Ik heb die vrouwen bewonderd om hun moed. Bewonderd heb ik de vrouw die zich wierp voor het paard van den koning en daardoor ook gewond werd. Maar daarbij heb ik steeds ge hoopt, dat 'het hier nooit zoo ver zou komen. Ik zou het ver schrikkelijk gevonden hebben om hier zoo'n strijd te heb ben moeten strijden. Het leven is ingericht op samenwerking maar de Sexestrijd maakt het leven leelija en gruwzaam. Al het weerzinwekkende wat daarin is brengt ge dan naar vo-en. Maar thans zoeken alle politieke partijen den steun van de zrouwen te veroveren. En dan verkeeren de vrouwen over het algemeen in de moeilijkheid. Hoe moeten zij den weg vinden in dien doolhof. Wie zich van jong meisej daarvooi heeft geïnteresseerd e)n (daarover heeft gelezen, voor haar is het niet moeilijk. Zij wieet het onderscheid tusschen de ver schillende groepen. E nwat is nu het verschil tusschen Recjhts en Links. i Dè rechtsche partijen houden rekening met de openbaring boven Üe rede. Terwijl de Linkerpartijen meenen dac de men - scbelijke irede móet uitmaken welk gezag ons beheert en langs welke lijnen zich het politieke leven moet ontwikkelen. Dir. Kuiper meende dan ook uit de H. Schrift de Staatkun dige '.achting te kunnen afleiden. Dus de opesnbaring boven de rede. En daarbij komt da nnomg een zeer moeilijke par "ij, en dat is die van Rome. Troielstra en d e zijnen zullen eenmaai den kop breken op de mentaliteit die in deze partij schuilt. Rome kent eenmaal geen democratie. En de R. K. partij is een zeer machtige, en daarbij denke men slechts aan de macht die men bezit in de biecht. Dan behooren ook tot de Rechtsche partijen de Anti-Revo lutionairen en de Chr. Historischien. En wanneer gij de stem mingen nagaat in de Kamer zult gie oogenbükkelyk vragen waarom of dé stemmen niet meer v-eneenigd zijn. Dat komt om dat de .V-R. conservatiever worden dan de Chr. Hist. Men ziet dat r.eds aan hun houding tegenover het stemrecht van de vrouw. Geen partij, die zóó benepen staat tegenover de vrouw. De Chr. Historischen staan frisscher tegenover de toelating van de vrouw, hetgeen blijkt uit het feit, dat op hun lijst ook een vrouw voorkomt als candidate voor de Tweede Kamer, maar bij e A.-R. is dit afgewezen. Aan de Link rzijde vindt men den Vrijheidsbond, de Vrij. vinnig-Democraten, de S.D.A.P. en de C. P. De Vrijheidsbond 'hoeft de personen van allerlei vrijzinnige schakeeringen in één partij ondergebracht. En dat is een groote kracht in tlien bond. Door hen wordt de bestaande maatschappij in beginsel aanvaardt. De maatschappij, waar het groot kapitaal heerscht, dat de wereld regeert, en geheel zet. Is er bij de arbeiders sprake van vrijheid? Is niet het groot-kapitaal thans bezig om datgene tie ontnemen aan de arbeiders, wat hun onder den druk der tijden is gegeven? Het zijn de oude liberale idealen die de 19e eeuw te piettér hebben geslagen. De Vrijzinnig-Democraten willen ook wel de maatschap pij behouden, maan daarbij tevens aanvaarden wat verkregen kon wonden, maar dan met hoe langer hoe verder gedreven democratie willen zij het winnen. Zeker ligt hier iets schoons in. De weg die de S.D.A.P. vogt is een weg waar voetangels en klemmen liggen. Zij bestrijdt het kapitalisme. Zij wil de socialistische gemeenschap. Zij hecht de hoogste waarde aan de democratie. Wannieer men him partijbladen leest is het alsof men de zoo zoo als de Duitscher het zegt - „herr- lich weit" gekomen is. Maar hun strijdmiddelen zijn van dien aard, dat het meer gelijkt op burgerlijke democratie dan op principieel socialisme. Zij schrikt tierug om iets door feilen strijd te veroveren. Er is door haar zoo weinig gewerkt in de diepte. Er is zoo weinig gewerkt door haar aan de tnenschen. Er is zoo weinig gedaan aa nde vorming van karakters. Er ia zio): weinig gewerkt aan, met, door en in den geest. En dat zal zien vreeselijk wreken. Maar in Rome is men blij met die burgerlijke democratie. Zien wij in 'dit geval eens naar Duitschland. H et groot-kapitaal van Stinnes regeert er. Thans wonden Üoor President Ebert, nu een spoorwegstaking dreigt, dezelfde wetien -ingevoerd, welke eenmaal door Dr. Kumer in 1903 werdepi uitgevaardigd, die hier zoo algemeen bekend staan onder den naam van de „worgwietten". Zoo wordt ge- heerscht en wij weten maar al te goed de gevolgen. Thans ben ik genaderd tot de revolutionaire en evolutionaire partijen. Dit gedeelte wordt echter behandeld na de pauze, die thans gehouden wordt. (Vervolg i nons volgend nummer). UIT DEN OMTREK. KOEDIJK- Zaterdagavond werd door de aMeel'ing der arbeiders in het I-and-, Tuinbouw en Zuivelbedrijf -en de afdeeling der S.D.A.P. een propaganda feestavond voor leden en genoodigden gehou- detil li (nhet lokaal van den heer Jb. Groot, onder leiding van, den heer P. Hart. In zijn openingswoord wijst de voorzitter o phet nut der samenkomst voor de aanstaande verkiezing en roept het wel kom toe aan leden e ngenoodigden en inzonderheid aan Mevr. Bakhuis—WWolters, lid van den Raad van Zeist, die heden als spreekster zal optreden. Het wooid is nu aan Mevr. Bakhuis die tot onderwerp heeft „Niet met hei zwaard, maar met den vrede". Spreekster verheugt er zich ov-er, dat hier hedenavond sa mengaan politiek en economie, de Vakorganisatie en Politieke partij. Zij wijst met nadruk op den plicht der vrouw bij de aanstaande verkiezing, daar bet zoo noodig is het samengaan met den man voor het verbeteren van toestanden, in de sa menleving en tr-engt naar voren de noodige liefde der moe der in deze militairistische maatschappij, waar alles gaai ten bate van het 1 apitalistische stelsel. WWijst verder op de con ferentie te Washington, waar nog de groote vloten der wereld toegestaan worden en waar in Amerika nog gewerkt wordt aan de vergiftige gassen, waarmee men in korten tijd groote verwoestingen kan verrichten, maar, zegt spr., de arbeiders organisaties hebben -een groote macht door het oorlogsmate riaal niet te vervoeren. Verder wordt behandeld de groote we-- keloosheid. Daar de arbeiders we-J willen werken, maar ook wat willen hebben van de winst, maar door de liefde der vrouwen is i|n (deze vee! verbetering tie brengen. Pok behandeld spreek ster de -vraagstukken door de SIJD.A.P. gesteld, zooals móeder- schapszorg, Staatsp-ensioe nenz. Maar de kapitalisten zeggen, dat kost geld -en de troonrede kbndigde aan er moet sober geleefd worden. Doch voor militairisme en voor verhooging vajn salaris onzer landsvrouwe is er wel geld. Men zegt, dit is noodig voor haar luister, zoodat spr. meent, dat er wel geld is voor ie nuttige en noodige vraagstukken. Deze vlot uitgesproken rede werd met luid applaus begroet. De dames D. Schrijver en M. Visser zongen nu „.Lentezang" de heer K. de Jong begeleidde met orgel. In de pauze werd gecolporteerd met rozen voor de Drentsche veenen. Hierna was het woord aan den heer Kok uit d-en Haag. Spr. wijst op het werk der arbeiders te Koedijk, die hetzelfde loon en de arbeidsvoorwaarden hebben behouden als verleden ajar, waar cle ongeorg,an.sierden in den omtrek allen loonsverlaging heb ben te iaarivaarden. Vierder wijst spreker op het werk der tuin-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1922 | | pagina 1