NIBU WE
Nieuwsblad voor LANGEDIJK en Omstreken.
No, 31. i«Tg»c. Tgisraaa» i, Zaterdag 18 Februari 1933 2' blad 31a Jaargang
per 3 maanden f 1,15
J. H. KEIZER.
LMGIDIJKM COURANT.
Deze courant verschijnt Dinsdags, Donderdags en Zaterdags.
ABORNEMENTSFHUSi
REDACTEUR-UITGEVER
BUB88L:
Hoordseharwoude.
PBH8 DER ASTERTEST 1 j£Si
Vam 1—6 rsgeli 75 ct., elke regel meer 15 ct.
Creole letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Brieven rechtstreek» aan den Uitgever,
DE WINTER.
De s-renge winters is een onderwierp aldus het ,„N'. v.
d. D." dac altijd in ruime kringen belangstelling wekt, ter
wijl he; betrouwbare materiaal' nu juist niet voor de hand
ligt, al is niets gemakkelijker dan de faits-divers uit de „oude
does" nog maar weer eens af te laten drukken. Wij begrijpen
dat de vurige liefhebbers va nde wintersport eigenlijk maar
één ding willen weten: ,„is de winter nu afgeloopen of hebben
we nog flinke kou te wachten?" maar juist op die vraag
kan niemand antwoord geven. (Het eenige wat men doen kan,
is voor enkele dagen nagjaan of het weertype aanhouden van
vorst of dooi laat voorzien, en in dat opzicht maakt de te
genwoordige directeur der Amst. Filiaal-Inrichting zich ver
dienstelijk.) De mogelijkheid van nog meer kou is niet weg
te werpen, zooals we met een voorbeeld reeds aantoonden,
en vooral in dezen zeer afwisselenden winter schijnt de kans
vrij groot, dat de temperatuur nog weer een schommeling om
laag maakt naarmate het seizoen voortschrijdt wordt in-
tusschen, zooals iedereen begrijpt, de kans op verder ijsver
maak al spoedig zeer gering.
Hét is intusschen reeds mogelijk, een algemeen overzicht
te nemen van dezen winter.
Een zeer merkwaardige winter is het geweest. Bij de groote
menigte zal hij wel in herinnering Blijven als een „strenge""
winter; in Nov. begon men al met schaatsenrijden, tegen het
midden van Februari reeds men nog of wéér schaatsen....
Ten O. en N. O. van ons land, in Duitschland en in Dene
marken en zuidelijk Scandinavië, ten deele ook in Zuid Eu
ropa is deze winter inderdaad zó>S geweest, dat de qualifica-
tie „streng" wel opgaat, want daar was ook de jaqnuari-
maand zeer koud Meteorologisch gesproken zal voor ons land
de winter 19211922 waarschijnlijk niet tot de strenge win
ters gerekend worden,, indien geen nieuwe kouperiode ons
verrast. WWel mag hij koud worden genoemd. Typisch voor
diezen winetr 'is echter het zeer sterk afwisselend karakter.
Laat ons eens nagaan. De hevige storm va n6 November
1921 waardoor .zulk een verwoesting in het Vondelpark en
eldérs werd aangericht, schijnt den stoot te hebben gegeven
rot een periode van hooge luchtdrukking en steeds dalende
temperatuur. Van 8 November af heeft het bijna voortdu
rend gevroren, tot in 't begin van December, den 29e'n en
30en werd op sommige plaatsten in ons land de ergst beken
de November-kou nog overtroffen; t fe£)e Bildt daalde de
thermometer tot 14 gr. 4 C. Vooral de laatste week was zeer
koud. Gerfiiddeld over die heele maand November gerekend
was de temperatuur ongeveer 4 gr. Celsius beneden de nor
maal.
Gedurende de eerste dagen van December hield de kou-
peiriode aan. Overal had het ijs zich vastgezet, we hadden
een prachtiger. „vóór-winter" en het liet zich al aanzien,
dat we een „grooten" of „.harden" winter waren ingetreden,
althans een als die van 187980, toten we ook in November
al op schaatsen stonden, en in December tochten maakten
over de si iif-bevroren rivierenDaar kwam echter niets
van.
December 1921 ziette wel bijzonder koud in met 'n viertal
echte ijsdagen (die waren er in de koude Nov. periode bijna
niet geweest wegens de sterke dagelijkscbe schommelingen),
maar met Sinterklaas sloeg het weer plotseling om en de
verdere maand was eer warm dan koud. Bijzonder storm
achtig; de 'waarschuwingsseinen wanen haast niet van de lucht
e!n op 30 Dec. stormde het al weer hevig; in de laatste helft
Vap de maand volgden de depressiën over Noord-Europa el
kaar op, zoodac er in onze strekten niets meer kwam van win
terkou. In De Bildt, het hoofdstation van onze meteorologie,
bleek December tenslotte ongeveer een grood warmer te zijn
dan gewoonlijk, op haast alle andere plaatsen van Nederland
was de temperatuur vrijwel precies normaal.
Januari 1922 vertoonde eerst weer neiging naar den kouden
kant, Zaterdag 7 Jan. was zelfs een echte ijsdag, maar het
blief er bij een tot tegen 't midden de temperatuur weer
om het vriespunt ging liggen. De eerste tien dagen waren ge
middeld bijna plus 2 gr. C. het tweede tiental bleef bijna één
graad, het derde tienstsal dagens bijna 3 graden onder nul,
zoodat de geheele Januari-maand gemiddeld een nalve gr. Cels.
onder nul lag. Dat is bijna 2Vé graa dbeneden normaal.
Daar het eerste Decennium van Februari zeer bepaald koud
is geweest, moet deze winter needs als „koud" beschouwd wor
den, ook al krijgen we nu geen vorst meer. Wordt het voor
jaar zeer warm, dan was de winter slechts aan den kouden
kant, blijven februari en Maart beneden nojjpiaal, dan zal
er over den geheelen winter een tekort aan warmte geweest
zijn. Met nog een koude-periode zou er dan zelfs van „streng"
gesproken mogen worden. Het oordeel over onzen winter
zal dus afhangen van de aanstaande wieken aan een ^ouder
wetse hen harden" winter is echter geen denken meer.
Tenslotte nog de opmerking dat de combinatie vhan stren
ge November-kou met hevige Februari-kou en verder afwis
selend dooi en vorst een zeer zeldzaam winter-type is.
PLAATSELIJK NIEUWS.
I OUDKARSPEL.
I W. Kas. Onze jonge plaatsgenoot, de 18-jarige W. Kos,
1 liet ons een serie medailles zien, die hij tot heden heeft weten
te behalen ten we vinden het wel de moeite van lezen waard.
In 1918 won hij 'de 2e prijs kampioenschap N.-'H'oliJand
e'n de 2e pr. kamp menschap Langend ijk, dit jaar de 2e prijs
van de H. IJ. N. op de 200 meterbaan, te Alkmaar, de le
op 500 meter, de 2e pr. op 1500 meter en de 2e pr. op
2500 meter bij den wedstrijd om het kampioenschap voor
5den Langendijk en nu weer de le pr. op 500 meter en de
Je pr. op 1500 meter bij de proefwedstrijden. Totaal dus 8
stuks. Als dat zoo door gaat mag hij wel 2 jassen gaan dra-
gen. to|m ze te kunnen bergen.
Mooi eat ten tie. Een kleine 20 sportlievende leden van
„Volharding" hebben te samen de 2 beste rijders van de jon
ge garde financieel in de gelegenheid gesteld om een (jaar
nieuwe noorsche hardrijders te koopen voor de een en het goed
in orde laten maken van dezelve vhoor den ander. Voorwaar
een mooie attentie voor de jongens die zich de laatste dagen
zoo kranig gehouden hebben. (,„Ons Blad")
MALARIABESTRIJDING.
De tweede muggenverdelgingscampagne in Noord-Hol'bl and
is weder in vollen gang. Geleerd door ondervinding bij de
eerste campagne (19201921) opgedaan, zijn bij de uitvoering
eenige niet onbelangrijke wijzigingen aangebracht, waardoor
vooral bereikt wordt dat aanmerkelijk zuiniger gewerkt wordt
dan het vorige jaar, zondar dat het werk minder goed zal, al-
lalt hans behoeft te- zijn.
Daarvoor is echter algemeene belangstelling, en, als ge
volg daarvan, algemeene medewerking noodzakelijk.
De organisatie van de muggenverdelging is in het kort als
volgt. Noord-Holland is verdeeld in 24 districten. In elk dis
trict heeft 'de burgemeester van een der gemeenten het voor
zijn district. Bij de vorige campagne waren in elk district
vier muggenverdelgers en een leider aangesteld, die gezamen
lijk, als zoogenaamde muggenploeg, bij de bewoners de stal
len, booken en schuren, waarin vee bij aanwezigheid van ma
lariamuggen, deze vernietigden.
De ondervinding leerde echter dat het niet noodzakelijk
in verschillende opzichtten zelfs niet wenschelijk was, dat de
muggenverdelgers als ploeg, dus met elkaar, hun werk ver
dichten. Vooral was dat niet notodzekelijk meer, toen de
werklieden, door meer bekendheid met het werk en meer
oefening, elkanders hulp in verreweg de meeste gevallen kon
den ontberen. Bovendien bleek, dat bij goeden wil, betrouw
baarheid en geschiktheid va nde muggenverdelgers het even
min noodzakelijk was, dat steeds .een leider bij het werk
tegenwoordig was. In verband daarmede werd er in dit jaar
toe overgegaan niet vier, maar twee- muggenverdelgers aan
te nemen, die elk op zichzelf, voorzie van het noodige mate
riaal, de verblijfplaatsen der muggen opzoeken en de mug
gen dooden. Verder is in plaats van een leider, die voortdu
rend met de werklieden medeging, een controleur aange
steld, die plaatselijk de werkzaamheden regelt, op onverwachte
tijden de muggenverdelgers bij hun werk opzoekt, de ont-
mugde stallen controleert, en daarbij tevens aanraking krijgt
met de bewoners, waardoor op- en aanmerkingen ter zijner,
en door bem ter onzer kennis komen. Deze controleur be
hoeft slechts een gedeelte van tzijn tijd aan dit werk te geven,
waardoor ook weder een financieele besparing wordt bereikt
terwijl' deze controle op het werk door iemand, die door zijn
ontwikkeling en positie meer overwicht op de muggenverdel
gers heeft dar dit het vorige jaar met de leiders het geval was,
ook als een betere- beschouwd kan worden.
Ook hebben de muggenverdelgers elk een werkboekje, waar
in zij rubrieksgewijze korte aanteekeningen maken over hun
bevindingen, en die door de bewoners, na afloop der betrok
ken werkzaamheden in de woning, worden afgeteekend. Dit
systeem van werken is gebleken, niet alleen zeer goed uit
voerbaar te zijn, maar ook met zoo min mogelijke kosten een
zo: groot mogelijk resultaat te kunnen geven.
Zooals uit bovenstaande uiteenzetting blijkt, is getracht met
zoo weinig mogelijk personeel een zbo groot moge'ijke arbeids
praesta' ie te bereiken. Ook wij waren overtuigd van de nood
zakelijkheid om de kosten" der malariabestrijding zoo klein
mogelijk te maken, zonder dat de bestrijding zelve daardoor
minder zou- worden. Doch nogmaals: de belangstelling en
medewerking der bewoners is daarvoor beslist noodzakelijk;
vooral het verleenen van hulp aan de ontmuggers, wordt drin
gend verzocht. Zoo.als dit met veel nieuwe denkbeelden en
zaken het geval is zoo is ook hierbij nog niet ieder overtuigd
van het nut, om als middel tot bestrijding dier malaria, de mug
gen te verdia!gen. Over het algemeen wordt wel medewerking
ondervonden, doch nog tevelen staa|n onverschillig tegenover
het werk, en enkelen zelfs weigeren de voor henzelf en voor
huin omgeving gevaarlijke malariamuggen te laten dooden. Be-
dat daardoor natuurlijk een detel der malariamuggen, dat achj-
verhaald zou kunnen worden, in leven blijft, werkt dit niet
I gunstig op de werklust der ontmuggers. Zij gaan er dagelijks
met hu ninstrumenten pier fiets op uit. He werk moet in den
winter gedaan worden, omdat dan alleen de muggen in hun
winterslaap in groote hoeveelheden verzameld, achterhaald
kunndn worden.
We weten allen dat, om iets goed te doen, er een zekere
voldoening moet gevonden worden in den arbeid. Deze vol
doening kan voor een deel instaan uit de overtuiging dat men
een goed werk doet, voor een ander deel speelt bij velen de
waardeermg van hun arbeid een groote rol. Dit laatsre is bij
de muggenverdelgers, zooals w|ij (heben opgemerk-, een niet
te onderschatten factor. WWij zouden daarom allen, en voor
al de meer ontwikkelden, die beter in staat zijn het nut der
muggenverdelging te begrijpen, willen opwekken om de mug
genverdelgers in hun arbeid te steunen; waar noodig daadwer
kelijk, maar vooral ook door het toonen van waardeering
voor het werk. waardoor de menschen met nog meer ijver en
opgewektheid, en dus nog beter, hun in den wintertijd lang
niet altijd aangenaam en weinig afwisselenden arbeid zullen
v-errichten. Er wordt getracht met zoo weinig mogelijk werk
krachten zooveel mogelijk werk te laten verrichten. Daarvoor
is steun, vooral opwekkende, moreele steuin onontbeerlijk.
Toont, dooT dien aan de muggenverdelgers te geven, dat het
tret alleen te doen is om critiek, wanneer op de weinige ar-
beidspraestaties van den tegenwoordigen tijd wordt gewezen.
Toone dat gij het streven om dit te verbeteren, wilt steunen,
en dal niet het door velen zoo-aanbevolen en in dezen wer
kelijk onmisbare particuliere medewerking slechts een leuze
blijkt te zijn.
V tor op- of aanmerkingen houden wij ons aanbevolen. Nie
mand is eer overtuigd dan wij, dat de muggenverdelging niet
zoo is, dat wij dankbaar en voldaan, niet nog naar verbeterin
gen moeten trachten. Maar wel is het onze vaste overtuiging,
dat deze yerdelgingskrijg, oc logische gronden berustend, en
betrekkelijk weinig kostbaar, in het belang van de in de ma-
larinstreken wonende bevolking moet worden voortgezet, het-
geen echter alleen mogelijk is, als wij op de medewerking
dar bevolking mogen rekenen, wier lichamelijke en finan
cieel belang daarbij ten nauwste betrokken is. Wij zullen gaarne
elke opmerking en elk voorstel dat tot verbetering in welke
richting cok, kan leidesn, in ontvangst nemen en overwegen.
Men becntiseere échter niet uit onbekendheid of onwetend
heid. Daarmede is geen enkele zaak gebaat,
i Dr. H. ALDERSHOFF,
Geneeskundig Inspecteur van de Volksgezondheid
Utrecht.
Dr. F. H'. HEHEWERTHl
Tijd. Geneeskundig Inspecteur van de Volksgezond
heid, Nijmegen.
DE WASCH WI DER AAN HUIS.
De waisch is hst troetelkindje van de goede huisvrouw. 'Hoe
trotsch is zij, als zij den helder witten inhoud van haar lin
nenkast gadeslaat en wat zou zij zich schamen over een goor
uitziende wasch!
f Maar als ze. zelf de wasch doet, of ze door het dienstmeisje
Haat behandelen, en daarbij een goed zelfwerkend wasch-
lm id del gebruikt, zal zij geregeld een "helder witte wasch
hebben, frisch ruikend, alsof die op het grasveld gebleekt ware.
Tegenwoordig verhuren de dienstmeisjes zich echter meest
al op 'conditiede wasch buitenshuis, doch hoe verstandig zou
menige huisvrouw 'handelen door, nu het 't wasschen zoo ver
eenvoudigende zelfwerkende waschmiddel ,„Persil" wederom
overal verkrijgbaar is, haar dienstmeisje te bewegen de wasch
wèl aan huis te doen, desnoods tegen eenige verhooging van
j loon. En door haar dan de juiste wasdhmethode met „Persil"
te laten toepassen, zal dan tevenss hoor grootste bezwaar tegen
de wasch aan huis: vermoeiend en omslachtig, geheel opge
heven zijn.
i Het grondbeginsel van het wasschetn met „Persil" is:
Wasch, wasch je zelf. Met „Persil" geschiedt het wassdlién
j door zijn enorm wasch- en bleek vermogen, dus zonder boe-
nen noch wrijven: slechts eenmaal gedurende circa een half
uur koken, daarna uitwasschen en naspoelen en de wasch is
echo n en helder wit. De voordeden van de wasch aan huis
zijn vele, 'in de allereerste plaats groote besparing aan geld en
aan slijtage; de wasch buitenshuis is duur en iedereen weet
wat Bet goed daarbij te lijdien heeft. Daartegenover zijn de
kosten van Persil" met zelfs een eventueelé loonsverhooging
voor het dienstmeisje gering, terwijl „Persil" het vuil spe
lenderwijze oplost, zonder de draden van het weefsel ook maar
in het minste aan'te tasten.
Mee Persil" bespaart u dus veel tijd, geld en arbeid, u
heeft steeds een schoone, heldere, frisch ruikende wasch en
wat nog van veel belang is: uw goed slijt niet.
Bovendien werkt „Persil" sterk desinfecteerend en is daar
om voor de wasch van kinderen, zieken, enz. zeer aan te be
velen.
Dus: de wasch weder aan huis!