NIEUWE
Nieuwsblad voor LANGEDIJK en Omstreken.
Dinsdag1 21 Februari 1922
31e Jaargang
per 3 maanden f 1,15
J. EL KEIZER.
NO., 22. r£LCfN90ï
LMGIDUKM C0UR4IT.
Deze courant verschijnt Dinsdags, Donderdags» en Zaterdags.
IBOHNEXENTSPKIJSi
BEDACTEÜR-UITGEYFR
BUREEL:
HoordseharwoucSe.
PKUS BEB iDTERTESÏiaü.
Tan 1—4 regels 75 et., elke regel meer 15 et.
Sreote letters of vignetten werden naar plaatsruimte berekend.
Brieven rechtstreek* een den Uitgever.
KAMEROVERZICHT.
(18 Febr. 1922).
Het is deze week, dat de beide Ka
mers der" Staten-Generaal wear tegelijk'
bijeen waren, dat vooral de oudste der
twee, de Eerste Kamer de aandacht
heeft tot zich getrokken. Want niet
mlinder dan twee ontwerpen, het eene
(uitgegaan van de Regeering; het an diere
aan het initiatief van enkele leden van
d Tweede Kamer te danken, zijn daar
verworpen. Het eerste betrof de Pen
sioenwet ten voor de burgerlijke ambte
naren; het tweede hst ontwierp betref
fende die invoering van het stelsel van
Plaatselijke Keuze ter bevordering der
drankbes trijiding1.
Tegen de pensioenwet'ttien voor bur
gerlijke ambtenaren bleken,. gelijk reeds
uit het Voorloopig Verslag viel op te
klerken, bij die.Eerste Kamer grootje be
zwaren te bestaan. Immers, niet ont
kend kan worden,, dat door de bepalin
gten van dik ontwerp, hoezeer zij dan
door de omstandigheden gebillijkt mo
gen zijn, de pensioenlasten van 7 tot
30 malldoen 's jaars worden verhoogd
Om vervolgens tot 21 millioen te dalen.
Nog afgescheiden1 van het feit, dat on
gemerkt de pensioenlasten van gemeen
ten, provinciën en waterschappen sterk
vermeerderen, zoodat dan bok reeds uit
gerekend is, dat totaal aan pensioengel
den en salarissen door de verschillende
publiekrechtelijke lichamen in ons land
(mleer dan de helft wordt uitgekeerd van
het totaal bedrag, dat zij aan belastin
gen innen. De heer de Gyselaar, de bur
gemteester van Leiden, eerst kort tevo
ren van een ernstige ziekte hersteld,
was de voornaamste opposant, die voor
rekende dat in nauwelijks 8 jaar tijd
de pensioenlasten van deze halve groote
gtemeente verzesbilenvoudigd was, zulks
tengevolge van de regelingen door het
Rijk voorgeschreven en waarin bet Rijk
slechts onvoldoende bijspringt.
Minister de Geer heeft die bezwaren,
date ook bij de mondelinge discussie
van deze en andere zijden rezen, trach
ten te weerleggen. Met nikt buitenge
woon veel opgewektheid', omdat de Mi
nister aanving met er :op te wijzen,
dat dit ontwerp iin verren staat van
voorbereiding wasi toten hij aan het be
wind kwam. Voorts heeft de Minister
bij deze aangelegenheid pessimistische
uitlatingen gedaan, die niet ten onrech
te die aandacht hebben getrokken. Het
reeds genoemde feit, dat-lootten en
pensioenen een zoo groot detei van de
inkomsten verslinden, leidde hem tot dje
voorzegging, da,t als het nationaal in
komen zou terugvallen op bet niveau
van 1914, de belastingen doo-dend zou
den worden. De daling van de indexcij
fers sinds September 1920 met pl.m.
16 pet en de verwachting van een Trog
verdere daling tengevolge van wedde-
en loonsvermindering sloten niet uit,
|dat een dergelijke vermindering in de
toekomst oen afneming van de koop
kracht zou bet-eek enen.
Inmiddels heeft de verdediging van
Minister ie Ge-er niet kunnen beletten
dat het ontwierp is- -gevallen. Gevallen.
Imet de stemmen van alle Chr. H-isto-
riscben, van een groot deel der Vrij-
beidb.onders der Katholieken tegen; ge
vallen in ©en Kamer die z-eier gpe-d .be
zet was.
Zoowel aan de overzijde als onder
het talrijke gezelschap bij de opening
van het .nieuwe Hpf van den Volken
bond bracht bet bericht der verwer
ping eenige- sensatie, omdat men poli
tieke gèvolgen daarvan vreesde. Dit is
voorioap.iig niet het geval, omdat Mi
nister de Qeer reeds den volgendlen
dag- beeft medegedeeld, 'dat hij het ont
wierp opnieuw bij de Tweede© "Kamer
zal indienen, slechts Veranderd wat be
treft art. 36, wait het priemievrijie pen-
sdoien aangaat. Over de vraag of de mo
gelijkheid groot' is, dat de Tweede Ka
mer dan in het ontwerp, zoodanige amen
dementen zal aanbrengen, dat bet ook
voor die Eerste Kamer aannemelijk
wordt, verschilt de Minister met die'
opposanten van mieening, terwijl de mo
gelijkheid' geenszins uitgesloten is, dat
dieze oppositie bij -de tweede 'behan
deling verzwakt. Reeds nu stond de
bedreiging met politieke gevolgen ach
ter de deur; wil inderdaad de Tweede
Kamer gewichtige amendementen aan
brengen, wat voorshands pipt' waar
schijnlijk is, dan zullen wellicht poli
tieke gevolgen niet uitblijven. We moe-
tien op dit punt afwachtan, terwijl niet
vergeten mag worden, dat zoo dicht bij
dte verkiezingen, het voor een zuiver
politiek Ministerie niet moeilijk iis ortï
dit dreigement te doen hoor en!
Die militaire PenstoènweKtefn JÊfepf^i
een «ogenblik met de burgerlijke pen
sioenwetten gevaar. Heel verstandig was
'iihet van dien voorzitter om de beslis
sing over dte beh indeling uit te stellen
lan tot den volgenden -dag. Toen-kwam
die Règeeringsverklaring over de bur-
I gerlijkie pensioenwetten, en toen werdleö
de militaire pensioenwetten, weliswaar
voor 'een deel betere voorwaarden ge
vende dan -de burgerlijke, maar daar
mede een lang bestaanden achterstand
inhalende, zonder stemming en discus
sie aangenomen. Ni-et verget-en dient
FEUILLETON.
DE WERKTUIGKUNDIGE
Ro-dille haalde -die schouders op, even
alsof Ripainsiel hem had -kunnen zien.
„Wat u» zoo zeer verwondert", ant
woordde hij, „is de natuurlijkste zaak
van de wereld. Dat bewijst alle-em date
die gravin meer verteert dan haar in
komen bedraagt, en dat zij genoodzaakt
iis zich van valse hen schijn te bedienen
Om dte wereld te bedriegen. Da-t ge
beurt alle dagen en zij is de eenige
gravin niet, waarmede het zoo gesteld
is".
„Ondlertusschen ben ik bestolen 1" riep
SRipainsei uit „Odie.
„Een anderen keer zult gij gelukkiger
zijn".
„Dat is gemakkelijk' gezegd'; maar
op het oogenblik zit ik er leelijk (mee
in. Komaan, vader van Grijp, wees nu
eens goed. Hel-p mij uit d-e verlegen
heid:. Geef mij sen twintigtal geeltjes
top voorschot. Die kan jé van de teerste
zaak, die wij zanten doen zullen, afhou
den. Wilt gij?"
„Neen, beste jongen, da'-t gaat niet".
„Welnu, tien -dan".
„Geen tien zelfs. Vijf".
„Gij hebt mij daareven geziegd, dat
het montuur van zilver was en honderd
francs waarde had. Koop het van mij
ytoor dien prijs".
„Volstrekt niet, mijn zoon. Als ik
u vijftig francs geef, ben ik nog'in het
geheel niet zeker, dat ik er niet bij
verliezen' zal".
„Hoor eens, vadier van Grijp, ik heb
bepaald honderd francs noodig. Geef
zie mij en ik zal u een paar woorden
zeggen van eene zaak: die ik voor fnij
alleen had willen houden, en waarbij
hoopen goud' te verdienen zijn".
„Laat hooren. Wat is het?"
„Zult gij het geld geven?"
„Zeg mij eerst wat het is, dan 'zullen
wij zien".
„Duivelsche Iderel! hij m|ojet altijd
zijn zin hebben. Welnu, zie hier wat
het betreft. In d's str-at Pas-die-la-Mule
is een hotel, dat door een ouden ihteer
bewoond wordt, die alleen zoo rijk is
als geheel Pairijs".
Reeds bij de eerste woorden was Ro
dille bijzonder aandachtig! geworden;
eene lichte zenuwachtige trilling deed
zijne handten beven.
„Die oude beer", aldus vervolgde Ri-
Painsel, „heet de baron De Virville.
Hij leeft daar met een huishoudster,-
die -ik 'geloof tegelijk zijn maitresse is.
Die dienstboden zijn niet talrijk: een
koetsier, een kamerdienaar en oen kok,
ziedaar alles. De koetsier woont boven
een stal in een van de gebouwen bp
het voorplein; de kamerdienaar -en de
kok slapen op 'die zolderkamer. De ka-
met de sörajat, en die van de huishoud-
mer van den heer dés 'huizes is gelijk
-troiiwelns te worden, dat- het prejnievrij
pensioen, waarom een groot deel van
de discussie bij de burgerlijke pensioen
wetten draaide, bij de militaire pen
sioenwetten een reieids lang bekend be
grip is.
En wat het ontwerp betreffende die
Plaatselijke Keuze aangaat, in de Eer
ste Kamer verdedigd door den hoer
Rutgers, de verwerping daarvan brengt
natuurlijk geenerlei gevolg met zich.
Men zal zich herinneren, dat reeds bij
de behandeling in de Tweede Kamer
bleek, dat staatsrechtelijke en princi-
pieele bezwaren tegen dit ontwerp wor
den gevoeld. Het feit toch, dat de meer
'dierheid -in een gemeente aan de min
derheid verplichtingen kan (opleggen
wordt dn strijd geacht -met vrijheid en
zelfs met Grondwettelijke voorschriften.
Bovendien, men verwacht daarvan geen
bestrijding van het drankmisbruik, veel
eer bevordering van het drankmisbruik
in het geheim. Alle deze bezwaren, in
de Tweede Kamer reeds naar voren ge
bracht, kwamen thans opnieuw aan het
licht. De heer Rutgers heeft ze uit
voerig bestreden, maar zdnder voldoend
resultaat. Wel verdween tde heer van
den Berg, de eenige der anti-revolutio
nairen, die zich tegen zijn wetsontwerp
bleek te willen- verzettem bij die steiw-
miimg uit de zaal, maar dit verhinderde
niet, dat het met één stem meerder
heid' werd verworpen.
Wat de Tw eede Kamef aangaat,' deze
wijdde zich gedurende deze Wele'k voor
al aan de begrooting van Justiti-e, na
dat zij den eersten dag een heele lijst
vah wetsontwerpen in de Afdeelingen
'had onderzocht. Tevoren was gestemd
over het behoud van den -post van (heit
Gezantschap bij het Vaticaan, welke
post met vrij groote meerderheid werd
aangenomen, nadat de haer Rilnk na
mens den Vrijheidsbond had verklaard,
dat men dte dlscussiën van verleden
jaar van principi-eetan aard achtte en
daarop niet wenschte terug te komen.
Bij de begrooting van Justitie was de
motie van 'dien heer Kleeretkoopier be
treffende de mogelijkheid om vrouwen
tot het rechterlijk ambt te benoemen,
Wfel het belangrijkste punt. Reeds te
voren was dit door den heer Dressel-
huys geprobeerd! bij de behandeling van
het wetsontwerp op den Kinderrech-
ter; de heer Marchant had toen de
i aanneming zijner motie verhinderd door
zich op riet standpunt te stellen, -dat de
wet reeds thans de vrouw niet van
I het rechterschap uitsluit. Dat is wel
i bewezen door den Raad van Justitie te
Padang, die eten vrouwelijk griffier heeft
i ster ook. Nu staat er in de Slaapkamer
i van den oude eene geldkist en daarin
liggen hoopen bankpapier en geld".
„Zijit gij zeker dat al die bijzonder-
hied'en juist zijn?" vroeg Rodille, wien
stem volstrekt geen ontroering verried'.
„Ja, ik ben er zeker van".
„Van wien hebt gij dat alles verno-
micn?"
I „Van ©en man, dien de kamerdienaar
j laat komen (om den grond té wrijven
als zijn heer uit is. Ik heb (met dien
man kennis gemaakt, Ik heb hem naar
tie herberg medegenomen en hem laten
klappen".
„En hij heeft u goed ingelicht, zoo
't schijnt. Maar hoe zu.lt gij het aan
leggen om in het hótel binnen te (ko-
men?"
j „Voor honderd kroonen zal die man
mij voor ©en of tweeren zijne plaats
afstaan en mij aan dan kamerdienaar
als zijn 'kameraad aanbevelen; de rest
zal van zelf volgen. De zaak schijnt
mij overigen® nog niet rijp voor uitvoe
ring toe en ik heb ar ook niet genoeg
over nagedacht. Maar dat zij uitmun
tend goed is, daarvan ben ik nu tneedls
overtuigd. Wat denkt gij er van, papa
doen zitting nemen en het verzet daar
tegen van een advocaat heeft verwor
pen. Maar, Minister Heemskerk heeft
nog -eens opnieuw aangetoond, dat van
hem in dezen geen medewerking valt
te verwachten. Hij acht de vrouw in 'het
pechterlijk ambt ongeschikthij acht het
zelfs duidelijk, dat er geen ambt is, be
halve misschien dat van cavaierie-offi-
ci-er, waarvoor zij dusdanig ongeschikt
is. Dait hij dit standpunt op de 'been
eigen grappige wijze heeft verdedigd,
maar zich daarmede het verwijt oip den
hals haalde, dat hij geen prineipie-ele
bestrijding had geleverd, behoeft nau
welijks betoogd.
Voor het overige heeft de Twetede
Kamer deze week haar tijd gegeven
aan verschillende interpellaties, loja.
twee over den dienstweigeraar Herman
- Groenendaal, waarbij de heeren van Ra-
j v esteijn en Zadielhoff elkander onderling
meer toetakelden, dan dat zij Gro-enen-
daal verdedigden; terwijl de heer van
Rappard over de grensbewaking door
j 'de politie-troepen interpelleerde. Er
zijn nog meer interpellaties op komst,
waarvan bet toch de vraag zou mogen,
heetten of zij niet met een eenvoudige
vraag zouden zijn af te doen.
BRIEF UIT INDIS;
EEN BEZOEK AAN EEN
KINA-ONDERNEMING.
(Slot).
De jaarlijksche productie over de ge-
fiieele wereld bedraagt ongeveer óoocoo
K.G. netto kinine. Daarvan kunnen nog
al veel pillet es gedraaid worden.
Zoo langzamerhand hadden wij het
voornaamste van de cultuur gezien en
Stevenden weer o phuis aan. Onderwijl
iwi werden ons nog vele bijzonderheden
van bat plantersleven verteld, naar aan
leiding van.enkele vragen, die wij stel
den. Een van mijn eerste vragen was
Om te We tien t^ komen, hoe 0: toen 'het
top die onderneming met werkvolk maak
te. Vroeger, antwoordde onze vr endelij-
ikte geleider, werkte men met Javaan-
sche contractkoeliie's, maar h-oewei de
1 Soendhnecs een goed werkman is, in
een vreemd' land, waar hij -de meerdter-e
is van oe inheemsche bevolking op dat
(gebied, wordt hij arrogant en krijgt
veel praat.es, leischt hooger loon en
voert minder uit, terwijl het slot van
het liedje is dat hij weer na verloop van
eemigen tijdr naar zijn eigen land terug
keert.
Het gevolg daarvan was, dat men cp-
het oogenblik met Ma-lei sche werkkrach
Grijp?"
Ik diemk
„Ik diemk er nog niets van. Dm'
goed te wezen moet zij eerst mogelijk
zijn".
„Dat is zij, daar sta ik u voor in".
„Ik zal mij gieena bepaalde metening
d'aarvan vormen voor dat ik alles met
eigen oogen onderzocht heb".
„Zegt gij dat om mij voor die tooi
sels -en voor mijne, inlichtingen geen
honderd francs te behoeven te beta
len?"
„Damik u, papa van Rrijp. Gij zijt
een beste kerel, en vroeg of laat zal
ik u mijne dankbaarheid bietoonen".
„Daar reken ik op".
„Verlies die affaire van -de straat Pas-
dle-la-Mule -niet uit het oog."
„Wees maar gerust".
„Wanneer zult gij -er werk van ma
ken?"
„Zoo spoedig mogelijk en zcodra ik
u noodig heb zal ik u door Richaud la
ten waarschuwen".
Ripainsel vet'trok. De deur viel ach
ter hem dicht en Rodille, alleen geble
ven, zette zich weder in zijn armstoel,
terwijl hij met blijkbaren toom en ver
wondering bij zichzelven mompelde:
„Vervloekt e.ii bet noodlot dat dien
ellendeling in dril weg voert van mjn-e
zoo goed overlegde plannen, om ze in
Idle war te brengen en gevaar te doen
loopen van te mislukke-nHoe is het
mogelijk dat die zotte kerelop het
spoor is gekomen van dé grootste 'en
prachtigste zaak, die ik reeds siedert
zoo langen tijd en met zooveel moeite
en geduld bezig ben voor te bereiden.
Ik meende nog wat te wachten, maar
ton moet ik mii haasten. Binnen acht
ten arbeidt. Over het algemeen had
men wet over hen te klagen, maar men
moest ze dan ook maar hun gang laten
gaan en niet te v-eel opmerkingen ma
ken over die kwaliteit van het geleverde
werk. Den Maandag, als hiet in een
naburige dtessa pasaerdag is, hebben ze
een vrijen dag, miet deze bepaling er
echter bij, dait degene, die toch binnen
komt o-m te werken aan het eind van de
maand voor eiken Maandag, di|e hij'
Ikomt, f 1.extra loon krijgt. Opmerke
lijk is echter, dat, evenals ik hi-erboven
reeds gezegd heb bij het graven van tlie
gaten, deze premie nagenoeg noodt be-
hoeft te worden uitgereikt.
Men werkte op den tuin met onge
veer 250 koelie's op sommige tijdien
werd dit getal grooter, op andere wie er
minder.
M'n tweede vraag gold de Veiligheid
van dien Europeaan in deze wildernis-
sen, omdat het op sommige onderne
mingen nog wel eens voorkomt, dat
'er oen adminastrateur of- -employe ver
moord wordt. Dit schijnt -in het Deli-
sche en op Java echter meer voor te
komen, dan in deze streken, althans mij
werd v-erteld, dat het werkvolk zeer
gemoedelijk was en dat er van aanval
len op Europeanen niet gesproken kon
w-ordien. Ze zijn echter wel zoo gemoe
delijk om als ze het noodig oordeelen
elkaar om een kleinigheid van kant tz
i maken. En heusch, gij zoudt het haast
met willen gelooven, maar het is nog
met lang geleden gebeurd, dat er ie
mand een Inlander vermoordde om dte
somma van fo.20 (zegge 'en schrijve
20 cent). Deze zaken worden dan on
derzocht door de kamponghoofden, de-
mangs, en, wanneer er één is, -door
den controleur van het Binnen.andsch
Bestuur gestrai'c. 2
En m'n derde vraag betrof de vei
ligheid, wat de wilde dieren aanging.
Dat beteekende echter niets. Er wa
ren veel tijgers, maar daar merkte men
zoo we.ni-g van, dat men heel genoege-
lijk tusschen al die dieren kon leven,
zonder er aan te denken. Zoo al pra
tende waren wie het huis van onzen
geleider weer genaderd -en daar wachtte
ons ©en heerlijke maaltijd. Het was on-
jgeveer 1 uur, -toen we thuis waren na
een wandeling van ongeveer 4 uur.
Na den maaltijd hebben we nog even
gezeten e-n toen moesten we gehoor ge
hoor geven aan de- stem van ons gewe
ten om niet te veel van de gastvrijheid
van omzien gastheer te vergen en na ben
hartelijk afscheid en een tot wederziens
aanvaardden wij den terugtocht, over
alles wat we gezien en gehoord hadden
nog eens napratende.
Padang.j ip_ p
dagen mo-t ik rijk zijn. 01 maar dit
maal wezenlijk rijk heel rijk! Wat
een goede ingeving heb ik gehad toen
ik dezen middag aan Ursula Renaud
geschreven hebl"
Rodille bleef eenige «ogenblikken in
diep gepeins zitten. Toen hij daaruit
ontwaakte haalde hij de beide juwieel-
kistjes naar zich tos, waarvoor hij aan
Ripainsel honderd francs betaald had.
Hij hield de sieraden onder het schijn
siei dier lamp en begon hartelijk en
luidkeels te lachen.
„Rodalie, mijn .ongen!" riep hij daar-
oip uit; „ik ben over u tjevredlen. Gij
speelt verwonderlijk goed comedi-e en
gij verstaat de kunst om ©en ander pp
diz goedkoopste manier de kastanje®
voor u uit heit vuur te laten (halen. Voor
vujf louiis d'or be koopen wat ten minste
dertig duizend francs waard is, dat is
het nee plus ultra van bekwaamheid
©n mets is knapper dan een dief te be
stelen!"
Na deze kleine alleenspraak bracht
hij riles op de schrijftafel in orde, stak
die overgeblevene goudstukken en
bankbiljetten weder in zijn zak, maakie
©en pakje van -dte kleinoodiën .en de 'zil
veren vorken en Iep-els, stak zijne kaars
aan, deed de lamp uit -an keerde rdaama
op diezelfde gehemz:ninige wijze als hij
gekomen was in het hu-is naast aan
(terug.