NIEU WE No. 29. Donderdag: 9 Maart 1922. 31e J&argamg IflTEHC TELEPNOOa I, LANGEDIJKER COURANT. OFFICIEEL. DIENSTPLICHT. De Burgeinoé'ster van ZUID-SCHAR- W'OUDE brengt tier kennis van belang- bienden, dat met ingang van i Maart 1922 die militiewet, de landweerwet en Idle landstorm,wet zijn Vervallen en ver vangen door de Dienstplichtwet. Van deze wet zijn van bijzonder beiai% idle hierna vermelde bepalingen. VERPLICHTINGEN. VAN GROOT-VERLOFGANGERS. Met ingang van genoemden datum gei lden voor de groot-verlofgangers, om het even of -zij behoord hebben tot die militie of tot de landweer, de volgende verplichtingen. Voor hen, die op of jna i Maart 1922 groot vérlof krijgen. 1. De groot-verlofganger doet ban- nön tien dagen na den dag,waarop, hem na iden aanvang der eerste oefe ning voor de eerste maal 'groot verlof is verleend, volledige opgaaf van zijn adres aan den burgemeester eener Ne- derlandsche gemeente. Hij, die, na als vrijwilliger te hebben .gediend, als dienst plicht,ige met groot verlof vertrekt, doet zoodanige opgaaf binnen tien dagen na den dag, waarop het verlof is verleend. 2. De opgaaf geschiedt in dè gemeen te, waarin de verlofganger gevestigd is of zich vestigt. Indien hij niet in Neder land gevestigd is of zich vestigt, zoomen de indien hij zjch bij vertrek mie't groot verlof tijdelijk buiten Nederland begeeft, doet hij opgaaf in de gemeente zijner kleuze. De verplichtingen, onder i en 2 Vermeld, moeten geacht worden ook te rustenop hen, die vóór 1 Maart 1922 voo-r de eerste maal met .groot viêrlöf zijn. gezonden en die zich op 1 Maart 1922 nog niet bij den burge meester hadden gemeld. V.oor alle groot-verlofgangers. 3. De groot-verlofganger, die van adres verandert ook al geschiedt dit binnen dezelfde gemeente do,at bin nen tien dagen daarna volledige- op gaaf van zijn nieuw adres aan d;en bur gemeester der gemeente, waar hij laat stelijk als groot-verlofganger werd in geschreven. Is deze gemeente hem niet bekend, dan doet hij de opgaaf aan den burgemeester der gemeente, waar hij voor den dienstplicht werd ingeschre ven. Heeft hij zich in een andere ge meente in Nederland gevestigd, dan' doet hij zoodanige opgaaf binnen tien diagen tevens aan den burgemeester van laatstbedoelde gemeente. 4. De groot-verlofganger, wiien een zakboekje is uitgereikt, legt dit over zoowel bij de eerste als bij elke latere opgaaf van adres. In ieder geval van vestiging in ©en andere gemeente in Nederland geschiedt deze overlegging alleen in de gemeente, waarin de nieu we woonplaats is gelegen. In geval van verandering van adres in het buitenlapid behoeft die overlegging niet plaats te hebben. 5. Tot het doen van de opgaaf ver schijnt die verlofganger ter secretarie der gemeente op de daarvoor bestemde plaats. Onder verantwoordelijkheid van den verlofganger kan de opgaaf echter, met overlegging van 'het zakboekje, na mens hem door een ander of schriftelijk dboi^ hem z'elf geschieden. 6. Naar door den Minister te stellen regelen en behoudens de daarbij vast te stellen uitzonderingen en afwijkingen, geeft die groop verlofganger, op gelijken vo-eit als onder „3" omschreven, keimes van vertrek naar en terugkeer uit het buitenland ter zate van de uitoefening van de zeevaart of de zeevisschierij. De groot-verlofganger behoeft in het vervolg- voor het uitoefenen van d'e bui- t'tnlandsche zeevaart of de zeevissc'be- rij buitenslands geen vergunning meer te vragen en ook niet voor verblijf in het buitenland. Hij' moet echter zor gen, dat de burgemeester der gemeen te, waar hij laatstelijk als groót-verlof- gangter werd ingeschreven, voortdurend' op idle hoogt» is van de zeereizen, die hij doet. 7. De groot-verlofganger is verplicht de tot zijn uitrusting behoorende goe deren, voor zoover deze hem zijn uit gereikt of door hem zelf .zijn aange schaft, naar behoorem te bewaren en te onderhouden, zoomede te zorgen, dat zij niet worden gebruikt buiten de ge len, door den Minister aangewezen. 8. De groot-verlofganger is verplicht Pm -in de gevallen en naar de voorschrif ten, door den minister vast te stellen, goederen in ontvangst te nemen of )in te leveren. 9. Die groot-verlofganger is verplicht pm zich, daartoe opgeroepen, elk jaar eenmaal tie onderwerpen aan een on derzoek Vroeger» la ,nd's tormplie htigen. Zoolang iemand, die voor inlijving aan gewezen of ingelijfd is, ook in Neder- landlsch-Indië aan dien dienstplicht on derworpen is, zijn* de bepalingen van de Dienstplichtwet, voor zoover het te gendeel niet blijkt, niet 'p,p hem van toe passing. Hij, die voor inlijving aangewezen of reeds ingelijfd is, geeft, als hij zich naar Niederlandsch-Indië begeeft, dlaarvan vóór zijn vertrek daarheen kennis aan dien burgemeester der gemeente, waar hij voor dien dienstplicht staat ingeschre ven 'of, zoo hij groot verlof geniet, waar hij laatstelijk overeenkomstig de bepa lingen van genoemde wet opgaaf van zijln adres deed. Hij' geeft daarbij op naar welke plaats en voor welk doel hij zich daarheen begeeft. Die hierbedoelde persoon zendt, 200 hij Neder!andsc.h-Indiverlaat, hiervan vóór zijn vertrek, met volledige opgaaf van zijn nieuw adres, bericht aan den burgemeester van bedoelde gemeente. Vertrekt hij naar-Nederland, dan zendt hij dit bericht binnen tien dagen, na aankomst iin Nederland. Zuidscha-rwoudie, 6 Maart 1922. Die* Burgemeester,' VAN SPENGLER. VAN ALLES EN NOG WAT. Al Woon ik wat kliein, En al hou il-'gieten kelder, -Sy is daarom schoon, .puik isöi 'helder, Proeft ze zelf uit na jou mond. Ze is zo goet en zo goet k'oop aisle'ze ergens halen kond. V Dat vriehidielijk uithangbord 'van een pudie herberg kwam ons in gedachten bij het lezen van-©en artikel over de.droog legging van Amerika en bet wil ons voorkomen dat veel Yankee's de uitnoo.- diiging niet af zouden slaan zoo ze in hu nstratcn iéts dergelijks laaienI De beeren likkebroers daar hebben het al op aller lei manieren geprobeerd om den wétgever te 'verschalken om' een drups- ke machtig t» worden; geshfokkdd wórdt Bachu's gave bij duizenden liters en ais ze, er kans toe zien laten zie- zich door hun huisdokters de alcohol als medicijn voorschrijven. Thans sta'an de ambtenaren, belast met de uitvoering der wet op het alcoholverbod weervoer een nieuw vraagstuk. De directeur van sen inrichting tie Chicago heeft n.l. e'en deskundig rapport gepubliceerd, waar uit 'blijkt dat gewoon brood méér dan een half procent alcohol bevat, welk procent door de wet is aangegeven als zijnde het niet-bedw,elmiend maximum'. Op grond van talrijke in eigen laborato rium verrichte proefnemingen heeft hij aangetoond dat brood gemiddeld 0.8 j procent alcohol bevat. Hij heeft hieruit geconcludeerd, dat liet even logisch is, ■dat voortaan bet bakten van brood zal j .worden verboden, als dat men het ma- km van z.g'. „beverages" (dranken met taeer dan één half procent alcohol) ver biedt. Toen- een medewerker van de „Chi cago. Tribune" hem echter vroeg, of hij he,t mogelijk achtte,' dat iemand dron ken zou worden, door' hiet volgen van een brood-dieet, begon de chemicus te lachen. Hij voegde er aan toe, dat men het alcoholgehalte van ...brood kan op voeren, door hét brood snel tie bakken,* omdat de snelle korst vorming alsdan belet, de door den gist gevormde alco hol ontsnapt. Alzoo eet brood, indien onverhoopt 1 wat U: ooit dwingen mocht uw bittertje j 'te laten staan, .gij liefhebbers van een j cajtsje I Als een drinkebroer zegt dat hij j van jenever wel pap lust kan hij dit letterlijk in vervulling 'doen gaan: 's jnorgens, 's middags en 's avonds een ifliink bord broodpap kan hem helpen, i En allicht bevindt hij zich er beter bij Als men gedwongen gebeiel-ontihou- j der is en probeert om een pienenver- schrikkertje machtig tie wordeni kan dat nog door den beugel, doch wanneer 'n vrijwillig geheel-onthouder zich aan der gelijke praktijken schuldig maakt dan heeft men het recht zich te verbazen! Te Nieuweschans, op de grens van Gro ningen en Duitschland, werd deze week' door die maréchaussee zoo'n heetechap aangehouden, een communistisch geheel onthouders-gemeenteraadslid van die gemeente! Op handen en voeten kroop hij over bet kerkhof. Hij bleek een der voormannen te zijn van eeji smokkelaaT|s bende. Dier tig flesschen. cognac werden in beslag genomen! Consequent blijven, dat is de zaak. Als je iets belooft, dan ook de gevolgen dragen. De kerkvoogden eener Erieschs gemeente vatten in dezte hun belofte ruimer op. Daar werd, teneinde vlugger te komen tot een vervulling der predi- kants-vacature, voorgesteld het trakte ment van den te beroepen predikant met duizend gulden te verhoogen en hem tevens het vrij gebruik van een werd, dat de vertrokken herder en leer- taiuto ten dienste van den, arbeid in de gemeente te verzekerenr Opgemerkt aar, diie met ijve' zijn ambt waarnam en zopder auto veel voor'de gemeente had' gedaan, dan te weinig had genoo- ten. En zoo gebéurde hét, dat werd be sloten Ion vroege rein predikant alsnog duizend gulden te doen toekomen. Beter laat dan nooit! En dubbel van toepassing l.s dit gezegde wanneer het gaat om een bedrag van een honderd millioen dollar of in Hollandscbe gul dentjes tweehonderd-vijftig millioen. Dat is de moeite nog eens waard! Bij eien der Nederlandsche banken moet dit peulschilletje berusten, dat de nalaten schap vormt van een zekeren Gerhart üefiinrich Gelling uit Amsterdam. Een inwoner van Fort Wayne in Amerika, Joseph Pollak, eveneens iémand van Hto-1 Üandsche afkomst, bezit, naar verluidt, papieren, waaruit blijkt dat deze reus achtige som voor de erfgenamen van Gelling beschikbaar moet zijn. Enkelen der kaatsten die in Ohio wonen moeten hem' thans ongedragen hebben te doet» Wa.t jn zijn macht is om de beschikking over het geld te krijgen. Men vermoedt ■dat nog meerdere personen zich als letrf- 'geiiamén ztillten melden. Dg miMioiqnien- e.rfenis zo ude nalntensi'iiup van den bovengenoemden Duitscher Oelhng zijn, die omstreeks 1800 ini Nederland leefdte en „zn brooijd" verdiende door ter wal- vischvangst 'te gaan. In den zomer van 1800 verliet hij Rotterdam aan boord van de Britsche schoener „Lotto". Vóór zijn afreis vertelde hij' zijn bloedverwan ten van de gr00 té som overgespaard geld, die hij bij een Nederlandsche bank' gedeponeerd had. Geling keerde nimmer terug. In tijd* familie blééf het verhaal van dte groóte erfenis als een Legende loopen. Herhaalde malen werd gepro beerd om aanspraken o pde groote er fenis te doen geldèn, doch deze werden teruggewezen. Thans gaan .zijn Ameri- kaansche verwanten blijkbadr een pro cedure wagen. Als de he eren nu lïiaar IgiOöd beslagen tèn ijs komen! Voor 200'n zaakje moet j.e haar op de tanden, heb ben. Of op het verhemelte! Dat komt tegenwoordig ook voor. Dr. Percivd Cole, een der geneesrheeren van het marine-hospitaal te Greenwich, heeft de zieir dagen een lezing gehouden, waarin hij het geval beschreef van een jon gen man, die zich' om den anderen dag hét verhemelte moest laten scheren. Ge durende den oorlog verloor hij n.l. een gedeélt .evan het slijmvlies, waarmede het verhemelte is bedekt. Men hééft dit toen vervangen door een stuk van zijn eigen hoofdhuid. Alles ging goed', die huid hechtte prachtig, totdat de pa tiënt na enkele dagen merkte, dat ook de haarwortels, die zich in dit - stukje vél bevonden, weer begonnen té groei en. Thans moet hij haar om den anderen dag wegknippen. Bij dit curiosum kunnen wij nog voe gen het geval van een oude vrouw in Jubbéga (Friesland), Déze dame. is 80 jaar oud en krijgt. tandjes I Vier zijn er needs doorgekomen -waarbij een van abominabele lengte! Zoo'n lichamelijke verjongingskuur was ;ook niet kwaad voor de 74-jarige mevrouw Sarah Collett, ofschoon baar de zevende maal in het huwelijk' getre den imet een 66-jarigen ouden heer. Ze was reeds met haar 18e jaar voor de eerste maal getrouwd, en heeft in den loop van dat eerste en van verdere hu welijken het 'aanzijn geschonken aan 16 kinderen, waarvan er nog^ zes in leven Zijn. Thans heeft ze 9 kleinkinderen i;a 15 achter-kleinkinderen. Ze schijnt te imieenen dat ze de onsterfelijke jeugd bezit, zooals d'e Ford-auto, die zes jaar gde lien bij een 'aa -dschok te San Diego bedolven werd- en dezer dagen wemd (werd opgegraven. Daarbijbleek dat er toog benzine in de tank was. Hjoewel zwaar beschadigd pn er omoogelij'k uit- izcendé, kon de wagen op eigen kracht wegrijden I De. onsterfelijke, jeugdZe schijnt ook in hét bezit te zijn. van het oudste paar tweelingen ter wereld, die we het ge noegen hebben in ons landje te herber gen. Te Ophemert. een dorpje bij Tiel, wonen ze en ze zijn 94 jaar oud! Twee oude, rimpelige vrouuwtjes, nog helder van geest, wonende in een klein huiske in biet' Bewuste 'land. Zij slijten helaas nog al in kommervolle omstandigheden hun z:00 !r ,-n levensavond, 's Avonds lezen ze samen de krant en verbazen zich over deze dwazé wereld. Zonder krant kan men 't niet doen. Dat is te Culemborg gebleken waar een oud vrouwtje woont, dat nooit de krant las. Ze wist dus niet dat de oude zilver- bons vóór 1 Januari moesten wördien 'in gewisseld en ze had er 70 opgespaardi. (Dezer dagen wilde zij haar schat gebrui ken, maar kon noch bij' den Rijksontvan ger noch bij het agentschap van uen Minister van Financiën te Amsterdam guldens krijgen voor haar papiertjes, die ér toch goed voor waren. geweest. Ze is haar geld kwijt. Geluk kiger is de meneer uit Dien Haag, die met een paar dames op stap was ge weest en den volgenden dag een groot aantal Russische chèques miste, die zóó inbaar waren en niet eerst door hem' behoefden te worden onderteefcend. On geveer een maand daarna hoorde een Brussélsche inspecteur van politie, dat te Brussel een paar bekende Holland scbe zakkenrollers waren afgestapt. Al spoedig trof hij een dezer hoeren en volgde hem «enige uren. De zakkenrol- volgde hem ©enige uren. De zakkenrol ler ging tens'-'He een café binnen en gaf daar aan zijn collega, met wien hij uiit Holland was gekomen, een chèqure. Dadelijk kwam de inspecteur naderbij len nam. de pörtefeuilLc van. den man in 'beslag. 't Bleek nu. dal de te Den Haag ge stolen Russische chèques in zijn bezit (waren. Hij zeiJ-, dat hij ze enkele 00- genblikken geleden voor ©en hotel ge vonden had, doch daar de inspecteur de man steeds gevolgd had, wiisit deze, dat dilt niét waar kon zijn. De beide zakkenrollers hebben thans voor de Haagsché rechtbank terecht gestaan, gen beide is' drie jaar gevangenisstraf (geëischt. Je moet maar boffen. Bij 'n ongeluk lis altijd nog wel 'n gelukje ook! Te I.in- \ooiin in Engeland bad ©en ongeval plaats dat voor den betrokkene uitstekend is ,tif'geloopen. Een voetganger wilde den Spoórweg oversteken terwijl een snel trein naderde. Hij struikelde en kwaim daarbij tusschen de rails te liggen, zoo dat de trein over hem heen ging, even wel zonder hem te dooden, want tnejji teenige minuten later de "machinist van »en anderen trein den man op den weg 'zag liggen en - Jiem opnam, bleek' hét, dat deze s'iechts een rib had gebroken. Niet onfortuinlijk Student. De vindingrijkheid van de post is werkelijk„bewonderenswaar dig. Mijn kleermaker schreef op een briefkaartAls u niet binnen drie dagen bietjaait, ben ik genoodzaakt u te laten dagvaarden doch vergat er het adres pp te zetten. En wat dank' je? De brie- vieitibésteller 'heeft mij de kaart netjes .bezorgd. DE WiNTERLEZINGEN TE BROEK OP LANGENDIJK. XL. HET HOOGLIED VAN SALOMO. V. Hiermee is het eerste toonaai afgelooi- pen. Ook het tweede speelt zich af in hiit. paleis des kpnings. Moest bij h.et over zicht van heteerste reeds veel achterwe ge blijven, bij dit gedeelte moet spre ker zich nog veel mee- bekorten ter wil le van den gestelden tijd - .echter vleit spr. zich dla;t het reeds opgemerkte den aandlachtiigen Lezer en Lezeres in staat zal 'stellen, om wat nog volgt, ook zon der verdere toelichting zijnerzijds' te be grijpen en "in zijn klassieke schoonheid! te gewelien. Het tweed» gedeelte Ofschoon veel breeder in omvang is zakelijk gelijk aan h'et .eerste; het rs ter «en herhaling van en loopt er vrij wel 'paxalel Irneê. Salomo bliji.% 'aan dringen maar. Sulammith siferk in en dtotor de liefde va,h den herder beantwoordt hem, met de uitmemend:- heiid van dez'en te stellen, boven al Wat die ziel zou kunnen gelusten. Et komen prachtige gedeelten in voor en spr. kan zich nauwelijks weerhouden, idaar meer in het breede de aandacht [op fée vestigen, zoo b.v. als de vrouwen Sulammith's aandacht vestigen op den een intocht houdende koning: „Gaat uit, gij ddchteran. van Zion, ieri aan schouwt den koning Salomo, dié daar opkomt als roofepiïanen uit die Woes- itijn!" Hij, gezeten m een draagkoets I „dragende de kroon, waarmee zijn moe der hem kroonde op den dag zijner I bruiloft", omringd door zijn hélden-lijf- i wacht, omstuwd door een juichende me nigte „berookt met mirre en wierook I en allerlei welriekende kruiden"^ ge~ blanket met allerlei" poeder des kruide- j niers!" Of als de vrouwen; Salötnio's I 'macht len majesteit -meenen. te moeten I schilderen, door te wijzèn op Salomo's nachtleger, waar „zestig uitgelezen hel den van Israël rondom staan, de wacht houdende", terwijl de koning slaapt, I „elk met bet zwaard aan'de heup van wegë dén schrik des nachts!". Moét Su lammith zich niet vereerd gevoelen, als hij, de koning, het middelpunt van al len en alles, haa- zijn liefde biedt. Kan het koningschap meer schitteren?. Su lammith het ware Israël laat zich niét verblinden, door tijdelijke, uitwen dige schittering: ze ziet het vooze van alle aardsche glansIs het ware konings heerlijkheid, als zijn schoonheid de hulp van allerlei sieraad noodig heeft? is hst waarachtige koningseer als hij de bescherming van 'helden behoeft? Neen, echte koningseer is zich geven voor zijn volk! Als Willem de Zwijger, getrof fen door den kogel des sluipmoorde naars, neerstort met de bede op d'e lip pen: „O God, ontferm1 u over mij en over dit arme volk!" dan betoont hij zich een koning te zijn! En zie nu op den achtergrond Israëls waren ko ning de herder, waarnaar Sulam- fnsth's hart uitgaat! Voor Hem geen praalbé.di,«öe_yo:sa®. hebben holen, de vogelen des hemels nesten, maar de Zoon dies menschen heeft niet waar hij bet hoofd nederlegge", (Matth. 8: 20); faan Hem' geen uiterlijken glans, geen uitwendige heerlijkheid, maar toch 'Hij, dc echte, de ware koning, die van zich zielven kon zeggen: „Ik stel mijn leven voor mijn schapen", johs. 10: 11); als de uitgezonden bende, door I Judas geleid, hem gevonden heeft im 'den hof, stelt Hij-zich vöor zijn jonge- zoo laat dezen heengaan" (Johs 18: 8). Jezus geett de Zijnen geen aardsche schaftten; Hij geeft zich zelf. Hij stierf voor hen „den smadelijk en dood des •kruises". Ook ddt tweede gedeelte eindigt op gelijke wijze als het eerste: weer komt 'Sulammith in verrukking van zinnen, waarin zij het kloppen en d'e sltetmj haar's liiefsten hoort: door den nacht 'dier schaduwen ziet en hooft het ware Israël, dien echten Da.vidszoon. Het slotgedeelte van helt lied valt v.oor buiten het paleis, in het vrije yeld: dan as Salomo, de medeminnaar weg, dan komt Sulammith op uit de woestijn „liiefliij leunend op haar liefste". Dat is het lieflijk beeld, waarin de H.G. ons h.et heil van Christus kérk schetst on dier het Nieuwe Verbond. Dan is Je- saca's woord: (hfdst. 40:1) „troost, troost mijn volk!" in vervulling gegaan: als Christus in het vleesch komt, komt 'dé herder over dien drempel; dan huwt Christus met Zijn vrijgekochte kerk. En dan ais er blijdschap groóte blijdschap bij de Zijnen, zooals we die kunnen beluisteren in de lofzangen van Maria ten Simeon; zooals die ons vertolkt woren, in de uitroepen van vreugde, waarmee d.e. toit hun'.Rabbi komende diöipelén 'hun Mieester begroeten. Maar als Sulammith haa/r herder ge vonden heeft, als zij lieflijk leunt op zijn aran, dan heeft zij nog iets te wien- schien: n.l. dat het nu zoo altijd zal mogen blijven: da.t ze nooit meer van hem gescheiden mag worden. „Zet mij als een zegel op uw hart; als een ze gel op uwen arm" (8: 6) want die liefde is niet meer te blusschen want het zijn vlammen dies HEEREN". O, die ziel kan struikelen: denk aan Petrus, dóe zijn Meester driemaal ver loochent: maar de vlam des HEEREN" is niet geblusch'l,Hee'rei Gij weet alle dingen, Gij weet, dat ik liefheb" (Jobs. 21:15—16—17}. te;. Het Hooglied grijpt vooruit: hte|t doet Christus komst tot zijn volk in de verte zien. Als Hij komt, dan neemt de mas sa des volks Zijn waren Koning niet aan; God forceert het doen van ©en beslas-te keuze en het volk roept: „laat ons Bar-abbas los! Ook voor ons heeft het Hooglied' nog altijd zijn leidende .eri waarschuwende be taeteniis. Christus kwam eenmaal in het vleesch, maar Hij zal n,og eenmaal ko-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1922 | | pagina 1