NIEUWE LANGE DIJKER COURANT. ZATERDAG 15 APRIL 1922. TWEEDE BLAD. VERGADERINGEN. GEMEENTERAAD OUDKARSPEL. Vergadering op Donderdag 13 April 1922, des avonds 7 uur, einder voorzitterschap van dan WelEd. Achtb1. Heer A. C. Kroon, JBurgemie e ster- Secretaris AHe leden zijn aanwezig1. Na opening door den voorzitter wbrden de notulen gelezen ien onveranderd goedgekeurd. Mediedeelingen en ingekomen ©tukkeh: De staat van die melkcontróle wélke wij hiejr laten volgens Datum! Naam Melktijd S.G. Kamp Spanjaard Spanjaard1 Kamp Zeeman Jc. Boot (Vlet Vet 5h o/0j dr. st.'Reinheidl 1.0324 1.0324 10317, 1.0332 1.032 1.0316 .031 .3.85, 3.55; 2.85 3.45' 3.50 2.85 2.85, Guedf 876 8.47 8.94 8 66 iets vuil 8.75 Goed; 3,30 iets vuil Een dankbetuiging van den heer C. de Jong en Mej. 'Olie; Melling voor de verleende subsidie, aan de Drank'wAer en Huis- vlijbten toon s tel la ngv Eveneens ©en dankbetuiging van heit Departement Oudkarspel idler Mij. tot Nut van 't Algemeen. Het verslag van den keuringsdienst pp veje; vleesch en visch. Gekleurd zijn 57 runderen, 1 kalf, 119 nuchtere kalveren, 241 varkens, 12 schapen, 19 geiten en 3 paaridletn. Totaal 452 slach tingen, v/aarvan 32 nloodislachtingen. Ingevoerd werd 149 K.G. vleesch. Ontvangen aan keurloon een bedrag van f521.40. Bericht van den Rijksontvanger dat aan den gemeente-ontvanger is uitgekeerd ,een bedrag van f1.63 ieh npg ©en som van f86.89. r Bericht van dien Min. van O'. K. jen W. fiat 'het voorschot voor de onderwij zierssalarissen aan de gemeente over 1922 bedraagt f11152.1— Nog leen bericht dat aan de gemeente een nooduitkfeering over 1921 zal wbrden gedaan groot f1508.44. Bericht van Qed. Staten dat de goedkeuring op de geldleening grtoot f2900 is aangehouden ien later bericht dat deze is goed gekeurd. Goedkeuring is verder ontvangen op de plaatselijke inkomsteto- belasting; op de wijziging van de verordening tot heffing van dien H.O.; op het ktohiier voor de hondenbelasting; op de suppl. begrooting; op de belasting op de vermakelijkheden; en op die schoolgeldlieffing voor het gewoon en het vervolg-onderwij s. Dankbetuiging van de farni. Boot voor den steun aan haar zoop Verleend,, tijdens diens verblijf in het ziekenhuis. ,Een verzoek van den heer Quax om' de vergoeding van f3.— we derom1 te mogen ontvangen. Wordt zonder discussie toegestaan. pen verzoek van den Bond van BegrafenisVieteenigingen, om een zoodanige regeling met den aannemer van de waterleiding te tref fen, dat de geul wordtt gesloten wanneer een begrafenis moet pas&eeren. D,e voorz. ziegt, dat men hieraan weinig kan doen, maar doet toezegging, zooveel mogelijk medtew'erking te zullen verleen en. Eien verzoek van E. Zaagman, om ojnitheffimg van Schoolgeld tot een bedrag van f4.50, daar zijn dochter van school is gegaan. Wordt toegestaan. Ingekomen zijn 12 reclames tegen dien aanslag in den "H.ö. 1 Deze worden in handen gesteld van dja commissie. Een verzoek van de heeren P. Kramer en C. Tuinman om het glome enteland te mogen doorhuren. De Comlmissiie adviseert niet op de iingedifcnde verzoeken in tje gaan, omdat de gemeente anders niet vrij staalt tegenover d© andere huurders. De voorz. zegt, dat men bij de openbare verhuring met de ver zoteken rekening kan wbrden gehouden, en de huur kan worden ver lengd. De hieer Paarelbierg ziet niet in dat de gemjelente niet vrijstaat. Leder.e huurder toch kan een verzoek indienen, e|n spr. zou daar om het verzoek wfllen toestaan. Goedgevonden w'ord't, dat bij de openbare verhuring rekening zal w'oidlen gehouden met de verzoeken. Ihglekomien 'is bet verslag van de Gemjeente. Dit zal circuleieren. 1 De hjeer Paarelbetg zegt, dat de gemeente geld beschikbaar stelde voor heit Nut otm cr ©en medaille of ©en kunst voorw'erp aan te kbopen. Nu zijn ©r kleine «dingen voor aangekocht en dat was niet <1© bedoeling. De voorz. antwbordt, dat ddt dan verkeerd begrepen Die heef Ta'arelberg' z'egt, dat het nu nopi.t fe zien is dat' hiet een geschenk van <^e gemeente is. De heer Schrieken zegt nog, dat het ging om het Nut te steu nen. Door B; en W. wordt hi,erna aangeboden de 2de' suppl. begrooting groot f9576.26, welkle zender discussie wordt goedgekeurd. Thans 'komt aan de orde de benoeming van een reclame-commi. H,0. Na een 5-tal s-temmipgen worden hiervoor bienoemd de heeren, J. Van Exter. J. Schn.eken en C. Paarelberg. Voorstel B. en W. tot intrekking van de Melk-Contrble.' D© voorz. zegt, dat het voorstel wordt gedaan op grond van de inwerking treding van de Warenwet en daaronder valt ook de Imelk. De heer Paarelberg vraagt, of men evengoed niet kan doorgaan; want het is een mooie propaganda voor goede melk1. r De voorzitter antwoordt, dat er reeds hoogte kostfen aan zijn vierbonden, en men ook aan de Waptpiwet moet betalen. Z.Ea. hoopt, dat rnten hem spoedig zal inlichten, wanneer de wet niet goed is. Hiet voorstel van B. en W. wordt hierna algtemieen goedgekeurd. Bienoemilng leden voor bet stembureau ©n plaatsvervangende leden. Het bureau voor het ie stemdisirict zal worden gtevormd door de heeren: Burgemieiester, ambtshalve voorzitter, en leden G. Hart en H. Bakker met als plaatsvervangers. P. Groot en Mt Hart. t Voor het tweede stembureau worden benoemd] de heeren: J. van Exter, J. Schpieken en C. Paarlberg", met als plaatsvervangers P. Groen en J. van Hart. Rond v raag. De heer Meiten: Aan de gasfabriek schijnt men pech te heb ben ,en ho; het kan weef hij niet, maar wanneer het weer gebeurt hoopt spr., 'dat de Commissie vrij uitgaat en ddt in de krant wprdt gepubliceerd, want de menschen houden de leden maar stieeds aan. Ik betreur het teh zeerste dat de reserveovens niet in orde waren. En wampeer men vraigt, „aan wieln de schuld?" dan zieg ik. dat de Directeur daarvoor'moet zorgeln. Die moet zich kunnen redden, opdat wij miiet drie wriken zonder gas zitten. De voorzitter antwoordt, dat deze, Jfceomis geheiel iets onvoor ziens is. Een deskundige dde ie(r bij geroepen wlemd stond er ook voor. Toten is getelegrafeerd om' denjmgenieur van Klünnën, en die heeft gezegd dat helt in orde komt. wat de resetrveovens aan- gaat deze waren nog niet in orde, duiken de directeur deze niet aan den gang maken. Wanneer men nil evengoed was gaan stoken, zou men de garantie verspeeCd hebben"! Hij had dus niet hst recht deze in brand te steken. Thans echter'zijn ze in gebruik genomen, nadat de vertegenwoordiger van Klünnem gekomen is. Het ligt in het geheel niet aan dten Directeur. De heer Meiten neemt het door hem gesprokene dan gaarlne t-erug'. Zoo rust op mij, gaa tde heer Melten voort, nog een taak die ik' heden moet vervullen. Door m'ijn Vertrek naar het buiten land ben ik thans genoodzaakt voor mijn raadslidmaatschap te be dankten. Aan u mijnheer de voorzitter mijn oprechtten dank voor de vele en gezellige vergaderingen, die ik-'onder uwe leidihg heb hio- glen medemiaken. Het is Voor mij teen m.ooie tijd geweest, waarin ik vele igPcote dingen mede tot stand heb helpen brengen; en da a depik ik aan de stichting, van de U.L.O.-School, den bouw1 van de nieu we kamlerovens voor de gasfabriek, en het besluit tot aansluiting 'bij d|e waterleiding. Hjet is voor mij sap tijd geweest iwaarin ik ©en breeder inzicht heb verkregen in de gemieentebtelapgen, en nog maals dank ilk u voorzitter voor de leerzame vergaderingen, want dit zijn zie stieeds voor mij gewetest. Wanneer ik uit uw midden' ben zal het bij ©en terugdenken hieraan-, een tijd van vfele herinnering;n (Kpoie herinneringen zijn, want al bestond er ook eens verschil van 'maening, de goed© verstandhouding bleef steledis bewaard Npg wil ik u, voorzitter, ©en woord van dank brengen nametns hïijn buisgienooten, wat u voor hen hebt gedaan gedurende de ja ren der mobilisatie. Ook aan u, medeleldan, 'een wloopd van dunk voor" die vele -en gezellige besprekingen, waarbij men stóejds elkan ders -mteeniing ,.en overtuiging wist te egrbieddgien. Ook' uwer zal ik dikwijls gfedenken, wanneer ik in gedachten naar Oudkarspel tierug ga. De voorzitter. Geachte hoer Melten, h©t doet mij leed dat 11 de gemeente en daarbij den raad gaat verlaten. Wij m|o©tlen echter jde redenen, die u tot dit vertrek' hebben doen besluiten, respecteeren. Al s voorzit ter z'eg ik u dank voor het vele e(n goede dat door 11 in het belang van de gemeefnt© is gedaan. Maar ook vteel is er gebeurd (De tijdsomstandigheden z-ijn -echter oorzaak, dat er veel meer van de raadsleden wordt gevergd, dan ©enige jaren terug. Nogmaals dank ik u 'dan ook vo-or hetgeen door u is gedaan. Zeker mag ik mij den tolk ider vergadering rek-efciing, wanneer ik u en uwe h'uis- gienooten alle goeds toewehsch in het buitenland-, (AppJaifs, l[ Die he.jr De Groot wijst op het fefJt, dalt de kinderen achter op de auto van den heer Hoogebboim springen. Spr. vraagt of dé rijksveldwachter, hierop niet kan worden gelvtezen. Die voorzatter zal de politie last gevep hierop streng te letten. Het is verbazend gevaarlijk ten Z.A. vraagt waar of h'eï mleesC dit wordt waargenomen. I De heen- Groot zegt dit te ziep w|apjnieer hij ohm 12 uur van de- fabriek naar huis toe gaat. i De heer Paarlberg zegt dat ze lainguit op heit spatbord liggen'. I De heer Melten zegt, dat aan Hoogeboonv gevraagd kan worden om daar pikkers op te laten maken, want nergeps anders hebben de kinderen houvast en dan is het afgielloopten. T Hierna sluit de voorzitter de vergadering mtet den wensch uit fee spreken dat de heer Mekten succes in het nieuwe vaderland nragi hebben en hoopt dat hij in zijn nieuwe „heimat" nog dikwijls zal terugdenken aan Oudkarspels dreven ten vergaderinlgten. ALKMAARSCHE SNUIFJES. EEN GOEDE MAATREGEL. Naar m!ein ons uiit goede bron medadjeelt, Zullen op de 'eerst volgtende raadszitting eenige raadsleden een voorstel indienen, om in 't vervolg b ijden aanvang van dan, zomertijd ook de 'wind richting vast te stellen, pm1 dat ook djt jaar ten duidelijkste .is glebleken, dat -het je reinste onzin is om van zomertijd te praten als de wind noord- noordio©9t is. D,e bedoeling is om gedurende d|e 6 ©erste wekten van den zomertijd de wiind in den 'Zuid-Zuid wester hoek te z,ette|n. Daarna zal dooT B. ien W. nlader worden besloten, in overleg met dle(n directeur van bet sportpark ien marktwezen, welken wind bet melest gleschikt zal worden geacht'. DOORTASTENDE ZUINIGHEIDSMAATREGELEN. Zooals aan onze lezers wel btekemd zal zijn, is uit een oogpunt van zuinigheid het Rijksapvoedings-gesticht alhier opgeheven. De delijke opvoedkundige ambtenaren zijn bijna onmiddellijk aan den dijk gezet en kunnen hun paedagogische talenten verder in toe passing brengen in den handel in versche bokking of vilten kamer pantoffels met guimmizolen. Er zijn echter nu nog 25 a 26 vaste ambtenaren, die in het gesticht dienst doen om 1, zegge één, rijksopvoedeling te verzorgen. We gelooven niet, dat deze gelukkige kiiaap beter bediening zou hebben gelhad, als hij den zoon van. Ford, den automobielen-koning zou geweest zijn. De zorg die aan dit uitverkoren regeering-skind wordt besteed is waarlijk aandoen lijk. Hij wordt ileder.en dag in rozenwater gebaad. Gemasseerd, gietmann- en gepedicureerd, gekapt ten géfticeert. 26 bedienden jmiet uitgezochte schotels zorgen voor zijn overheerlijk diner. Ont bijt, lunch ten sou-per zijn natuurlijk geheel in overeenstemming rniet dit'coupieuze middagmaal. Koffie met chartreuze wordt natuurlijk niet vergeten en verrukkelijke .limonades, g-azeuses en vania's me-t spuitw'ater, zijn -ruimschoots voorradig om zijn diorst te lessen. Zijn correspondentie wordlt verzorgd dooT 2 particuliere secretaressen en éc'11 der ambtenaren, «ten bek'waam banjol-speler, is aangewezen, hem 's avonds in slaap te fiedelen. Natuurlijk rust voo-r het behoud van het kostbare leven van dit troetel-kind de regeiering op den Directeur een gToot-e verantwoordelijkheid. Dat heeft de Minister ook begrepen en daarom ontvangt de directeur iederen dag 10 gulden detachamontsgeki boven zijn gewopn salaris. [Er zijn sommige mopperaars, die dit alles een belachelijke ver kwisting durven noemen; maar dat zijn natuurlijk de lui, die de druiven zuur vinden omdat zie -er niet bij kummeln. Als zij mprg611 van dien Minister bericht kregen dat hten alle dagen re pop d©ta- chiein'eintsgeld was toegekend, zouden er zeer weinigen zijn, die het met verontwaardiging zouden afwijzen, omdat zij overtuigd waren, dat zij dit geld niet verdienden. Het zou ook trouwens n be- Leediging zijn voor den goedlen Minister en welke ambtenaar reu zijn hoogst:en chef 'n slag jp. 't gezicht durven geve|n, door zoo n toteslagje te wesgerep? NIEUWSTIJDINGEN. HET GOUDEN FEEST VAN „DE STANDAARD". In de Oostierkierk te Utrecht is teen plechtige bijeenkomst ge vierd. De kerk kon de belangstellenden ternauwernood bergen. Onder de aanwiezdg'en waren de' heeren Colijn, Idienburg en Heem- kerk, voorts Anti-Revokrtfannaire Kamer- en Statenleden. Tijdens het zingen van den 68en psalm, wiaarm'ede het samenzijn aanving, kwamen d,e familieleden van wijlen dr. Kuy-per de kerk binnen. De beteekeniis van de Anti-Revolutionnaire pers in het algemeen en yan het 'dagb'laid „De Standaard" in h-et bijzonder vv-erd m reUevocringen uiteengezet door de hooglecraren aan de^ „Vrije "Universiteit" Bouwman ien Grosheide, die beiiden gelegenheid von den bj hervaling hulde te brengen aan de nagedachtenis van d-r. Kuyper die in „De Standaard," het Anti-Revolutionnaire volk po litiek hnpft opgevoed!. DOOR HET INSLIKKEN VAN EEN FLUITJE OVERLEDN. (Eten meisje te Zoutkamp slikte ©en fluitje in; mogelijk is hat ook wel :eein 'kamlwiieltje geweest. Toen 't terg begon te braken is het ver voerd naar het ziekenhuis te Gfoningten, waar het geopereerd 1-s; doch men vond niets. Woensdagmiddag is het overleden. BEUILLETON. DE fWBRKTU IGKUNDI GE I ,JEn hteeft hij u gezegd hiter te klor pinn?" „Ja, hij zelf". Waarom is hij niet met u glelkb,- toen?" „Hij kon niet; de* mannen, die hem! mtede g'enomen hebben, zullen hem eerst pver ©enige dlagen de vrijheid terug geven". „Zij zijn heel slecht, die mannen", riep Blanche uit met ©ene stem, die leeds vaster begon te worden. „Mijn arme vader had hun toch geen kwaad gedaan aan hen niet en aan niemand1 anders; niet waar, mijnheer?" „Neen zieker niet. Daarom is hij ook thans heel ongelukkig en bedroefd. Maar ééiv.ding: kan hem troosten 'en dat is: zijne kleine Blanch© te zien en te omhelzen". „O, ik; ook, ik zou hem' wel willen omhelzen, dat zou ik willen met. heel tnijn hart, maar hoe kan ik dat doen, als hij niet hier mag komen?" „Gij moet naar hem toe gaan. Ik zal u bij hem brengen, lieve kleine. Daarom heeft hij mij gezonden". „Kom laat ons dan gaan", sprak Blan che levendig; „laat ons spoedig gaan". Plotseling zweeg zij, „Aarzelt gij, mijn kind?" vnoeg Ro«- - dille. „O: neen, mijnheer, maar ik denk aan hiijöie arme moeder, diie sedert dezen hnorgen zoo koud is en maar niet wak ker wordt. Moet' zij daar zoo blijven liggen, zonder iemand bij haar?" „Het moet wel, omdat zij ons met volgen kan; 'maar wij zullen niet lang Weg blijven. Ik zal u weer hier terug brengen, zoodra gij uwen vader gezien en hem door uwe omhelzing getroost zult hebben; de goede tijding, die gij zult medebremgsn, zal uwe moeder net ontwaken zeer aangenaam maken 'Er was niet -meer noodig om de be sluiteloosheid van Blanche geheel Ifie Overwinnen. Rodille zegevierde. Het kind; gerustgesteld en vertrouwende, greep die hand; die hij haar toestak, en volgde gewillig. Zij' ontmoetten niemand op den trap. De straat was ledig. Eenmaal buiten Lltet huis. zijnde, nasi' Kodillë feat m z.!),r ne armen om sneller te kunnen gaan en bereikte in ©enige minuten den boule vard. Daar klom lijj in een huurrijtuig en riep den koetsier toe: „Place du Palais Royl. spoedig 1 Een franc drinkgeld I" D,e kleine Blanche had sedert den vo- rigten dag niets gegeten. Zij was uitge put door gebrek aan voedsel en de ver moeienissen en hevige aandoeningten van den vorigan dag. Nauwelijks raalctie haar hoofict de kussens van hiet rijtuig aan, of zij viel in diepen slaap. Op de Place du Palais Royal gskof men, welks plaats hij slechts opgege ven had- om de nasporingen, die later yin het wenk gesteld konden worden, te verijdelen, verliet Roy dille, met het sla pende 'kind in zijne armen, bet rijtuig. Hij nam een ander 'en liet zich in de Champs Elyséies brengen, y Daar stapte hij wederom uit, ©n nu volkomen overtuigd dait hiet meest nauw glezet onderzoek zijn spoor, evenmin als diait van het kind', zou kunnen vinden, begaf hij zich naar het huisje in de laan van Neuilly. Heit plan van Rodille was, zooals wij weten, zeer eepvoudig en in al zijne bdj- zonderhedsn gosd' zamengesteld. Na den dood van de ongelukkige Ursula Renaud en dan baron de Virville, had hij met helscbe' bekwaamheid zijne maatregelen genomen om Jan Vauba- ron voor die misdaden verantwoordelijk tie stellen. Wij hebben hem aan het werk gezien; ,Het kwam' er op aan een tweeledig I oogmerk te bereiken; eerstens de veir- I tnoedens der justitie van zich af te wen- i den en op ©en ander te vestigen, ver volgens zich zonder geweld meester te makten van Blanche, die nu niemand meer hebbende om haar te beschermen, hem niet ontsnappen kon. Blanche vertegenwoordigde m zijne oogen, zooals onze lezers niiet verge ten zullen hebben, eene waarde van tiien duizend' francs. Fritz Horner had beloofd deze som te betalen, in ruiling voor die jeugdig© somnambule. Zij was hem echter nog heel wat meerwaard, Wij zullen weldra zien waarom. Alles was goed gelukt; maar Rodi'lle 1 was te voorzichtig en t© berekend, om het gestolen kind zoo spoedig m de han j jdien van den doctor over te leveren. Zondter twijfel zou men, ten minste gedurende eenige dagen, zich in de straat Pas-de-la-Mule met de plotselin ge verdwijning van het kind van Jan Vaubaron, den moordenaar, bezighou den. Wanneer het tijdstip dier verdwijning nu geheel overeenstemde met dat van hare optreding als somnambule in het huis op den boulevard du Tsmple, zou dit tot gevaarlijke gevolgtrekkingen aan leiding kunnen geven, die tot eiken prijs vermeden moesten worden. Rodille had dientengevolge besloten het kind gedurende een paar weken aan aller oogen te onttrekken en haar niet te laten verschijnen, voor dat de publieke belangstelling, die in Parijs zoo spoedig ophouidt zich op één voorwerp te vestigen, zich met iets anders bezig hield. Geen zekerder, geheumter ein onschcnd baarder schuilplaats kon men vinden dan het dubbele huis in de laan van Neuilly 'en het is werkelijk naar dat huis, dat wij Rodille met de kleine Blanche in zijne armen zijns schreden rijen wtendlen'. Op het oogienbliik 'dat hij, na zich verziekend te hebben dat hij zich geheel alleen bevond', dan sleutel in bet sleutel gat stak, werd het kind met ©en zucht wakker. „Lief kind", sprak de ellendeling op dten honi'gzoietien toon, dien hij zoo go,ed wist aan te imemten, „gevoelt gij u niet wel?" f I „Ach neen, mijnheer", stamelde Blan- j ch'e, „Mijn gehaele lichaam 'doet mij zeer, mijne oogen branden in mijn hoofd Maar als ik vader gezien zal hebben denk ik dat het wel beter zal &aan?" n 4„ „Wij zijn er, mijn kind. Blanche begon t© beven van vreugdle. Dan zal ik binnen een ©ogenblik va- dtor omhelzen?" riep zij. uit. „O, wat een geluk I" „Ja, lieve kleine, binnen weinige mi nuten", antwoordde Rodille 'en opende de deur. IN H|ET PALEIS VAN JUSTITIE. Gedurende den overtocht va(n< Üe straat Pas-de-la-Mule tot aan de ge- j vangenis richtte de commissaris/ tfen I paar koeren biet woord tot. J.an Variba- Hij ontving geen antiwoord', en dat wel om' de -eenvoudige reden dat de gevangene zijne vragen niet eens hoor de. Hij was toch niet van zijn bewustzijn beroofd, zijne oogen stonden open, zij ne lippen bewogen zich, zijne beenen hadden hem des noods kunnen dragen; m één woord; zijn lichaam beefde, maar eene soort van slaap, of liever van ver- dooving verlamde op dit oogenblik zijn geheugen en zijn verstand; De zedelijke toestand van Vaubaron kon vergeleken worden bij dien van iemand; die onverwachts .een vree sier lijken slag op het hoofd ontvangt .en daardoor voor een tijd van gedachte, herinnering ien spraak beroofd wordt. Eerst een paar uren na zijne gevan genneming kwam d ©helderheid van zijne geestvermogens terug. Hij bevond zich toen in ©ene gewelfde oei, volko men zindelijk, maar zeer bekrompen en die geen ander licht verkreeg dan door een soort van luik, dat van ijzeren tra|- liën voorzien en op aanmerkelijke hoog te aangebracht was. Dit blauwe 'grafachtige licht was nau welijks voldoende om de naakte steenen muren, het bed van ruwe planken, de stoel, de waterkruik en de waschkomi te onderscheiden, die het eenige meubi lair van dit hok' uitmaakten. Jan Vaubaron, tot zichzelven komen- dte, beschouwde al deze omgeving met doffe verwondering. Hij' begreep nog niet goed. i „Waar blejn. ik?" vroeg hij zich at, 1 even als iemand die ontwaakt. „Welk een vreemde plaats en wie heeft mij hier gebracht?" J Onwillekeurig willdie hij die handen aan I zijn hoofd brengen, als om1 d© wolken diie zijn verstand benevelden te verdrij ven. Hij sidderdte toen hij een zwakken tegenstand ondervond en ©en gerarnf- mel van ijzerwerk hoorde, terwijl hij tegelijkertijd ©ene zekere pijn aan zijne pols gevoelde. Zijne oogen vestigden zich op zijne 1 handen. Ben kreet ontsnapte aan zijne I lippen en ©ene rilling van wanhoop en schrik' liep door al zijne lieden. Hij had de handboeien aan. „Ach ongelukkige, ongelukkige die ik ben!" stamelde; hij toen hij zich plot- I Isieling btegoii te herinneren wat er giej- lbeprd was. „Be' ben gevangen. Ik word' beschuldigd van een onteerden misdaad en nu zit ik' geketendj in een gevangenhofc, terwijl Martha misschien stervende is en tevergeefs om1 mij roept. „Ach! God' verlaat mij, 'ik' ben verloren!" Hij kromde zich onder het verplette rend gewicht van eene algeheele on-tl- moediiging, die zelfs gaene plaats voor de 'kleinste, de zwakste hoop overliet. Wel twintig malen herhaalde hij: „ik ban verloren!" zijn hoofd zonk op zijne borst, die door zenuwachtige snik^ ken op 'en neder hijgde -en stroomten van tranen vloten uit zijne oogan. D,i'e overvloedige tranenvloed' eindig- die im'et zijne bedrukte borst een wei nig lucht te geven. Eene betrekkelijke kalmte volgdte op die verschrikkelijke angst, die iin staat is in een enkel uur die haren te vergrijzen. E|enj zwajkkte lichtstraal drong door de duisternis, die hem van alle zijden omringde. Waarom' zoo- te wanhopen?" sprak hn bij zichzelven. „Is het dan voor de eerste 'maal dat ©en onschuldige door noodlotrigten schijn van misdaad beschul digd wordt? Neen, zieker ni-etl Zooi- velen hebben geledien en geweend even als ik en zijn toch als overwinnaars uit den strijd getreden. I'k' ben beschuld.gd van eene dubbele misdaad, het is waar; eene misdaad, waarvan ik op dit oo genblik geen dfoel ie!n| bijzonder helden nog niet weet. Maar ©ene beschuldi ging is spoedig ontzenuwd, wanneer zij slechts op dwaling en leugens berust. Men kan geens bewijzen tegen mij heb ben; want ik ben onschuldig. M-en kan geene bewijzen tegen mij hebben; wanlt ik ben onschuldig. Mijn geheele leven is daar om mijne onschuld be bewijz'sn. Moge God slechts geven dat die nood lottige beschuldiging geen doodslag voor mijne arme Martha geweest zij! Moge God haar beschermen -en toestaan dat ik haar Levend wéder ziel" Helaas^.op hetzelfde oogenblik' dat Jam. Vaubarom die ze woordiem uitsprak1, gaf Martha op den vloer harer kamer uitgestrekt, na een vreesdij kien en wan- hopigen doodstrijd den geest. Terwijl de ongelukkige, zichzelven vergetende, den hemel vroeg haar te beschermen, vloog die ziel van de: beklagenswaardige vrouw daarheen. jWJofedt vtervolgd;

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1922 | | pagina 3