NIEUWE LANGE DIJKER COURANT.
ZATERDAG 15 APRIL 1922.
TWEEDE BLAD.
VERGADERINGEN.
GEMEENTERAAD OUDKARSPEL.
Vergadering op Donderdag 13 April 1922, des avonds 7 uur,
einder voorzitterschap van dan WelEd. Achtb1. Heer A. C. Kroon,
JBurgemie e ster- Secretaris
AHe leden zijn aanwezig1.
Na opening door den voorzitter wbrden de notulen gelezen ien
onveranderd goedgekeurd.
Mediedeelingen en ingekomen ©tukkeh:
De staat van die melkcontróle wélke wij hiejr laten volgens
Datum! Naam Melktijd S.G.
Kamp
Spanjaard
Spanjaard1
Kamp
Zeeman
Jc. Boot
(Vlet Vet
5h o/0j dr. st.'Reinheidl
1.0324
1.0324
10317,
1.0332
1.032
1.0316
.031
.3.85,
3.55;
2.85
3.45'
3.50
2.85
2.85,
Guedf
876
8.47
8.94
8 66 iets vuil
8.75 Goed;
3,30 iets vuil
Een dankbetuiging van den heer C. de Jong en Mej. 'Olie;
Melling voor de verleende subsidie, aan de Drank'wAer en Huis-
vlijbten toon s tel la ngv
Eveneens ©en dankbetuiging van heit Departement Oudkarspel
idler Mij. tot Nut van 't Algemeen.
Het verslag van den keuringsdienst pp veje; vleesch en visch.
Gekleurd zijn 57 runderen, 1 kalf, 119 nuchtere kalveren, 241
varkens, 12 schapen, 19 geiten en 3 paaridletn. Totaal 452 slach
tingen, v/aarvan 32 nloodislachtingen. Ingevoerd werd 149 K.G.
vleesch. Ontvangen aan keurloon een bedrag van f521.40.
Bericht van den Rijksontvanger dat aan den gemeente-ontvanger
is uitgekeerd ,een bedrag van f1.63 ieh npg ©en som van f86.89.
r Bericht van dien Min. van O'. K. jen W. fiat 'het voorschot voor
de onderwij zierssalarissen aan de gemeente over 1922 bedraagt
f11152.1—
Nog leen bericht dat aan de gemeente een nooduitkfeering over
1921 zal wbrden gedaan groot f1508.44.
Bericht van Qed. Staten dat de goedkeuring op de geldleening
grtoot f2900 is aangehouden ien later bericht dat deze is goed
gekeurd.
Goedkeuring is verder ontvangen op de plaatselijke inkomsteto-
belasting; op de wijziging van de verordening tot heffing van
dien H.O.; op het ktohiier voor de hondenbelasting; op de suppl.
begrooting; op de belasting op de vermakelijkheden; en op die
schoolgeldlieffing voor het gewoon en het vervolg-onderwij s.
Dankbetuiging van de farni. Boot voor den steun aan haar zoop
Verleend,, tijdens diens verblijf in het ziekenhuis.
,Een verzoek van den heer Quax om' de vergoeding van f3.— we
derom1 te mogen ontvangen.
Wordt zonder discussie toegestaan.
pen verzoek van den Bond van BegrafenisVieteenigingen, om een
zoodanige regeling met den aannemer van de waterleiding te tref
fen, dat de geul wordtt gesloten wanneer een begrafenis moet
pas&eeren.
D,e voorz. ziegt, dat men hieraan weinig kan doen, maar doet
toezegging, zooveel mogelijk medtew'erking te zullen verleen en.
Eien verzoek van E. Zaagman, om ojnitheffimg van Schoolgeld
tot een bedrag van f4.50, daar zijn dochter van school is gegaan.
Wordt toegestaan.
Ingekomen zijn 12 reclames tegen dien aanslag in den "H.ö.
1 Deze worden in handen gesteld van dja commissie.
Een verzoek van de heeren P. Kramer en C. Tuinman om het
glome enteland te mogen doorhuren.
De Comlmissiie adviseert niet op de iingedifcnde verzoeken in
tje gaan, omdat de gemeente anders niet vrij staalt tegenover d©
andere huurders.
De voorz. zegt, dat men bij de openbare verhuring met de ver
zoteken rekening kan wbrden gehouden, en de huur kan worden ver
lengd.
De hieer Paarelbierg ziet niet in dat de gemjelente niet vrijstaat.
Leder.e huurder toch kan een verzoek indienen, e|n spr. zou daar
om het verzoek wfllen toestaan.
Goedgevonden w'ord't, dat bij de openbare verhuring rekening
zal w'oidlen gehouden met de verzoeken.
Ihglekomien 'is bet verslag van de Gemjeente.
Dit zal circuleieren.
1 De hjeer Paarelbetg zegt, dat de gemeente geld beschikbaar
stelde voor heit Nut otm cr ©en medaille of ©en kunst voorw'erp
aan te kbopen. Nu zijn ©r kleine «dingen voor aangekocht en dat
was niet <1© bedoeling.
De voorz. antwbordt, dat ddt dan verkeerd begrepen
Die heef Ta'arelberg' z'egt, dat het nu nopi.t fe zien is dat' hiet
een geschenk van <^e gemeente is.
De heer Schrieken zegt nog, dat het ging om het Nut te steu
nen.
Door B; en W. wordt hi,erna aangeboden de 2de' suppl. begrooting
groot f9576.26, welkle zender discussie wordt goedgekeurd.
Thans 'komt aan de orde de benoeming van een reclame-commi.
H,0.
Na een 5-tal s-temmipgen worden hiervoor bienoemd de heeren,
J. Van Exter. J. Schn.eken en C. Paarelberg.
Voorstel B. en W. tot intrekking van de Melk-Contrble.'
D© voorz. zegt, dat het voorstel wordt gedaan op grond van de
inwerking treding van de Warenwet en daaronder valt ook de Imelk.
De heer Paarelberg vraagt, of men evengoed niet kan doorgaan;
want het is een mooie propaganda voor goede melk1.
r De voorzitter antwoordt, dat er reeds hoogte kostfen aan zijn
vierbonden, en men ook aan de Waptpiwet moet betalen. Z.Ea.
hoopt, dat rnten hem spoedig zal inlichten, wanneer de wet niet
goed is.
Hiet voorstel van B. en W. wordt hierna algtemieen goedgekeurd.
Bienoemilng leden voor bet stembureau ©n plaatsvervangende
leden.
Het bureau voor het ie stemdisirict zal worden gtevormd door
de heeren: Burgemieiester, ambtshalve voorzitter, en leden G. Hart
en H. Bakker met als plaatsvervangers. P. Groot en Mt Hart.
t Voor het tweede stembureau worden benoemd] de heeren: J.
van Exter, J. Schpieken en C. Paarlberg", met als plaatsvervangers P.
Groen en J. van Hart.
Rond v raag.
De heer Meiten: Aan de gasfabriek schijnt men pech te heb
ben ,en ho; het kan weef hij niet, maar wanneer het weer gebeurt
hoopt spr., 'dat de Commissie vrij uitgaat en ddt in de krant
wprdt gepubliceerd, want de menschen houden de leden maar
stieeds aan. Ik betreur het teh zeerste dat de reserveovens niet
in orde waren. En wampeer men vraigt, „aan wieln de schuld?"
dan zieg ik. dat de Directeur daarvoor'moet zorgeln. Die moet zich
kunnen redden, opdat wij miiet drie wriken zonder gas zitten.
De voorzitter antwoordt, dat deze, Jfceomis geheiel iets onvoor
ziens is. Een deskundige dde ie(r bij geroepen wlemd stond er ook
voor. Toten is getelegrafeerd om' denjmgenieur van Klünnën, en
die heeft gezegd dat helt in orde komt. wat de resetrveovens aan-
gaat deze waren nog niet in orde, duiken de directeur deze niet
aan den gang maken. Wanneer men nil evengoed was gaan stoken,
zou men de garantie verspeeCd hebben"! Hij had dus niet hst recht
deze in brand te steken. Thans echter'zijn ze in gebruik genomen,
nadat de vertegenwoordiger van Klünnem gekomen is. Het ligt
in het geheel niet aan dten Directeur.
De heer Meiten neemt het door hem gesprokene dan gaarlne
t-erug'.
Zoo rust op mij, gaa tde heer Melten voort, nog een taak
die ik' heden moet vervullen. Door m'ijn Vertrek naar het buiten
land ben ik thans genoodzaakt voor mijn raadslidmaatschap te be
dankten. Aan u mijnheer de voorzitter mijn oprechtten dank voor de
vele en gezellige vergaderingen, die ik-'onder uwe leidihg heb hio-
glen medemiaken. Het is Voor mij teen m.ooie tijd geweest, waarin ik
vele igPcote dingen mede tot stand heb helpen brengen; en da a depik
ik aan de stichting, van de U.L.O.-School, den bouw1 van de nieu
we kamlerovens voor de gasfabriek, en het besluit tot aansluiting
'bij d|e waterleiding. Hjet is voor mij sap tijd geweest iwaarin ik ©en
breeder inzicht heb verkregen in de gemieentebtelapgen, en nog
maals dank ilk u voorzitter voor de leerzame vergaderingen, want
dit zijn zie stieeds voor mij gewetest. Wanneer ik uit uw midden' ben
zal het bij ©en terugdenken hieraan-, een tijd van vfele herinnering;n
(Kpoie herinneringen zijn, want al bestond er ook eens verschil
van 'maening, de goed© verstandhouding bleef steledis bewaard
Npg wil ik u, voorzitter, ©en woord van dank brengen nametns
hïijn buisgienooten, wat u voor hen hebt gedaan gedurende de ja
ren der mobilisatie. Ook aan u, medeleldan, 'een wloopd van dunk
voor" die vele -en gezellige besprekingen, waarbij men stóejds elkan
ders -mteeniing ,.en overtuiging wist te egrbieddgien. Ook' uwer zal ik
dikwijls gfedenken, wanneer ik in gedachten naar Oudkarspel
tierug ga.
De voorzitter. Geachte hoer Melten, h©t doet mij leed dat 11 de
gemeente en daarbij den raad gaat verlaten. Wij m|o©tlen echter jde
redenen, die u tot dit vertrek' hebben doen besluiten, respecteeren.
Al s voorzit ter z'eg ik u dank voor het vele e(n goede dat door 11 in
het belang van de gemeefnt© is gedaan. Maar ook vteel is er gebeurd
(De tijdsomstandigheden z-ijn -echter oorzaak, dat er veel meer van
de raadsleden wordt gevergd, dan ©enige jaren terug. Nogmaals
dank ik u 'dan ook vo-or hetgeen door u is gedaan. Zeker mag ik
mij den tolk ider vergadering rek-efciing, wanneer ik u en uwe h'uis-
gienooten alle goeds toewehsch in het buitenland-, (AppJaifs, l[
Die he.jr De Groot wijst op het fefJt, dalt de kinderen achter
op de auto van den heer Hoogebboim springen. Spr. vraagt of dé
rijksveldwachter, hierop niet kan worden gelvtezen.
Die voorzatter zal de politie last gevep hierop streng te letten.
Het is verbazend gevaarlijk ten Z.A. vraagt waar of h'eï mleesC
dit wordt waargenomen.
I De heen- Groot zegt dit te ziep w|apjnieer hij ohm 12 uur van de-
fabriek naar huis toe gaat.
i De heer Paarlberg zegt dat ze lainguit op heit spatbord liggen'.
I De heer Melten zegt, dat aan Hoogeboonv gevraagd kan worden
om daar pikkers op te laten maken, want nergeps anders hebben
de kinderen houvast en dan is het afgielloopten.
T Hierna sluit de voorzitter de vergadering mtet den wensch uit fee
spreken dat de heer Mekten succes in het nieuwe vaderland nragi
hebben en hoopt dat hij in zijn nieuwe „heimat" nog dikwijls zal
terugdenken aan Oudkarspels dreven ten vergaderinlgten.
ALKMAARSCHE SNUIFJES.
EEN GOEDE MAATREGEL.
Naar m!ein ons uiit goede bron medadjeelt, Zullen op de 'eerst
volgtende raadszitting eenige raadsleden een voorstel indienen, om
in 't vervolg b ijden aanvang van dan, zomertijd ook de 'wind
richting vast te stellen, pm1 dat ook djt jaar ten duidelijkste .is
glebleken, dat -het je reinste onzin is om van zomertijd te praten
als de wind noord- noordio©9t is. D,e bedoeling is om gedurende
d|e 6 ©erste wekten van den zomertijd de wiind in den 'Zuid-Zuid
wester hoek te z,ette|n. Daarna zal dooT B. ien W. nlader worden
besloten, in overleg met dle(n directeur van bet sportpark ien
marktwezen, welken wind bet melest gleschikt zal worden geacht'.
DOORTASTENDE ZUINIGHEIDSMAATREGELEN.
Zooals aan onze lezers wel btekemd zal zijn, is uit een oogpunt
van zuinigheid het Rijksapvoedings-gesticht alhier opgeheven. De
delijke opvoedkundige ambtenaren zijn bijna onmiddellijk aan den
dijk gezet en kunnen hun paedagogische talenten verder in toe
passing brengen in den handel in versche bokking of vilten kamer
pantoffels met guimmizolen. Er zijn echter nu nog 25 a 26 vaste
ambtenaren, die in het gesticht dienst doen om 1, zegge één,
rijksopvoedeling te verzorgen. We gelooven niet, dat deze gelukkige
kiiaap beter bediening zou hebben gelhad, als hij den zoon van.
Ford, den automobielen-koning zou geweest zijn. De zorg die aan
dit uitverkoren regeering-skind wordt besteed is waarlijk aandoen
lijk. Hij wordt ileder.en dag in rozenwater gebaad. Gemasseerd,
gietmann- en gepedicureerd, gekapt ten géfticeert. 26 bedienden
jmiet uitgezochte schotels zorgen voor zijn overheerlijk diner. Ont
bijt, lunch ten sou-per zijn natuurlijk geheel in overeenstemming rniet
dit'coupieuze middagmaal. Koffie met chartreuze wordt natuurlijk
niet vergeten en verrukkelijke .limonades, g-azeuses en vania's me-t
spuitw'ater, zijn -ruimschoots voorradig om zijn diorst te lessen. Zijn
correspondentie wordlt verzorgd dooT 2 particuliere secretaressen
en éc'11 der ambtenaren, «ten bek'waam banjol-speler, is aangewezen,
hem 's avonds in slaap te fiedelen. Natuurlijk rust voo-r het behoud
van het kostbare leven van dit troetel-kind de regeiering op den
Directeur een gToot-e verantwoordelijkheid. Dat heeft de Minister
ook begrepen en daarom ontvangt de directeur iederen dag 10
gulden detachamontsgeki boven zijn gewopn salaris.
[Er zijn sommige mopperaars, die dit alles een belachelijke ver
kwisting durven noemen; maar dat zijn natuurlijk de lui, die de
druiven zuur vinden omdat zie -er niet bij kummeln. Als zij mprg611
van dien Minister bericht kregen dat hten alle dagen re pop d©ta-
chiein'eintsgeld was toegekend, zouden er zeer weinigen zijn, die het
met verontwaardiging zouden afwijzen, omdat zij overtuigd waren,
dat zij dit geld niet verdienden. Het zou ook trouwens n be-
Leediging zijn voor den goedlen Minister en welke ambtenaar reu
zijn hoogst:en chef 'n slag jp. 't gezicht durven geve|n, door zoo n
toteslagje te wesgerep?
NIEUWSTIJDINGEN.
HET GOUDEN FEEST VAN „DE STANDAARD".
In de Oostierkierk te Utrecht is teen plechtige bijeenkomst ge
vierd. De kerk kon de belangstellenden ternauwernood bergen.
Onder de aanwiezdg'en waren de' heeren Colijn, Idienburg en Heem-
kerk, voorts Anti-Revokrtfannaire Kamer- en Statenleden. Tijdens
het zingen van den 68en psalm, wiaarm'ede het samenzijn aanving,
kwamen d,e familieleden van wijlen dr. Kuy-per de kerk binnen.
De beteekeniis van de Anti-Revolutionnaire pers in het algemeen
en yan het 'dagb'laid „De Standaard" in h-et bijzonder vv-erd m
reUevocringen uiteengezet door de hooglecraren aan de^ „Vrije
"Universiteit" Bouwman ien Grosheide, die beiiden gelegenheid von
den bj hervaling hulde te brengen aan de nagedachtenis van d-r.
Kuyper die in „De Standaard," het Anti-Revolutionnaire volk po
litiek hnpft opgevoed!.
DOOR HET INSLIKKEN VAN EEN FLUITJE OVERLEDN.
(Eten meisje te Zoutkamp slikte ©en fluitje in; mogelijk is hat ook
wel :eein 'kamlwiieltje geweest. Toen 't terg begon te braken is het ver
voerd naar het ziekenhuis te Gfoningten, waar het geopereerd 1-s;
doch men vond niets. Woensdagmiddag is het overleden.
BEUILLETON.
DE fWBRKTU IGKUNDI GE
I ,JEn hteeft hij u gezegd hiter te klor
pinn?"
„Ja, hij zelf".
Waarom is hij niet met u glelkb,-
toen?"
„Hij kon niet; de* mannen, die hem!
mtede g'enomen hebben, zullen hem eerst
pver ©enige dlagen de vrijheid terug
geven".
„Zij zijn heel slecht, die mannen",
riep Blanche uit met ©ene stem, die
leeds vaster begon te worden. „Mijn
arme vader had hun toch geen kwaad
gedaan aan hen niet en aan niemand1
anders; niet waar, mijnheer?"
„Neen zieker niet. Daarom is hij ook
thans heel ongelukkig en bedroefd.
Maar ééiv.ding: kan hem troosten 'en dat
is: zijne kleine Blanch© te zien en te
omhelzen".
„O, ik; ook, ik zou hem' wel willen
omhelzen, dat zou ik willen met. heel
tnijn hart, maar hoe kan ik dat doen,
als hij niet hier mag komen?"
„Gij moet naar hem toe gaan. Ik zal
u bij hem brengen, lieve kleine. Daarom
heeft hij mij gezonden".
„Kom laat ons dan gaan", sprak Blan
che levendig; „laat ons spoedig gaan".
Plotseling zweeg zij,
„Aarzelt gij, mijn kind?" vnoeg Ro«- -
dille.
„O: neen, mijnheer, maar ik denk aan
hiijöie arme moeder, diie sedert dezen
hnorgen zoo koud is en maar niet wak
ker wordt. Moet' zij daar zoo blijven
liggen, zonder iemand bij haar?"
„Het moet wel, omdat zij ons met
volgen kan; 'maar wij zullen niet lang
Weg blijven. Ik zal u weer hier terug
brengen, zoodra gij uwen vader gezien
en hem door uwe omhelzing getroost
zult hebben; de goede tijding, die gij
zult medebremgsn, zal uwe moeder net
ontwaken zeer aangenaam maken
'Er was niet -meer noodig om de be
sluiteloosheid van Blanche geheel Ifie
Overwinnen. Rodille zegevierde. Het
kind; gerustgesteld en vertrouwende,
greep die hand; die hij haar toestak, en
volgde gewillig.
Zij' ontmoetten niemand op den trap.
De straat was ledig. Eenmaal buiten
Lltet huis. zijnde, nasi' Kodillë feat m z.!),r
ne armen om sneller te kunnen gaan en
bereikte in ©enige minuten den boule
vard.
Daar klom lijj in een huurrijtuig en
riep den koetsier toe:
„Place du Palais Royl. spoedig 1
Een franc drinkgeld I"
D,e kleine Blanche had sedert den vo-
rigten dag niets gegeten. Zij was uitge
put door gebrek aan voedsel en de ver
moeienissen en hevige aandoeningten van
den vorigan dag. Nauwelijks raalctie haar
hoofict de kussens van hiet rijtuig aan,
of zij viel in diepen slaap.
Op de Place du Palais Royal gskof
men, welks plaats hij slechts opgege
ven had- om de nasporingen, die later
yin het wenk gesteld konden worden, te
verijdelen, verliet Roy dille, met het sla
pende 'kind in zijne armen, bet rijtuig.
Hij nam een ander 'en liet zich in de
Champs Elyséies brengen,
y Daar stapte hij wederom uit, ©n nu
volkomen overtuigd dait hiet meest nauw
glezet onderzoek zijn spoor, evenmin als
diait van het kind', zou kunnen vinden,
begaf hij zich naar het huisje in de
laan van Neuilly.
Heit plan van Rodille was, zooals wij
weten, zeer eepvoudig en in al zijne bdj-
zonderhedsn gosd' zamengesteld.
Na den dood van de ongelukkige
Ursula Renaud en dan baron de Virville,
had hij met helscbe' bekwaamheid zijne
maatregelen genomen om Jan Vauba-
ron voor die misdaden verantwoordelijk
tie stellen. Wij hebben hem aan het
werk gezien;
,Het kwam' er op aan een tweeledig
I oogmerk te bereiken; eerstens de veir-
I tnoedens der justitie van zich af te wen-
i den en op ©en ander te vestigen, ver
volgens zich zonder geweld meester te
makten van Blanche, die nu niemand
meer hebbende om haar te beschermen,
hem niet ontsnappen kon.
Blanche vertegenwoordigde m zijne
oogen, zooals onze lezers niiet verge
ten zullen hebben, eene waarde van
tiien duizend' francs. Fritz Horner had
beloofd deze som te betalen, in ruiling
voor die jeugdig© somnambule. Zij was
hem echter nog heel wat meerwaard,
Wij zullen weldra zien waarom.
Alles was goed gelukt; maar Rodi'lle
1 was te voorzichtig en t© berekend, om
het gestolen kind zoo spoedig m de han
j jdien van den doctor over te leveren.
Zondter twijfel zou men, ten minste
gedurende eenige dagen, zich in de
straat Pas-de-la-Mule met de plotselin
ge verdwijning van het kind van Jan
Vaubaron, den moordenaar, bezighou
den.
Wanneer het tijdstip dier verdwijning
nu geheel overeenstemde met dat van
hare optreding als somnambule in het
huis op den boulevard du Tsmple, zou
dit tot gevaarlijke gevolgtrekkingen aan
leiding kunnen geven, die tot eiken prijs
vermeden moesten worden.
Rodille had dientengevolge besloten
het kind gedurende een paar weken
aan aller oogen te onttrekken en haar
niet te laten verschijnen, voor dat de
publieke belangstelling, die in Parijs zoo
spoedig ophouidt zich op één voorwerp
te vestigen, zich met iets anders bezig
hield.
Geen zekerder, geheumter ein onschcnd
baarder schuilplaats kon men vinden
dan het dubbele huis in de laan van
Neuilly 'en het is werkelijk naar dat
huis, dat wij Rodille met de kleine
Blanche in zijne armen zijns schreden
rijen wtendlen'.
Op het oogienbliik 'dat hij, na zich
verziekend te hebben dat hij zich geheel
alleen bevond', dan sleutel in bet sleutel
gat stak, werd het kind met ©en zucht
wakker.
„Lief kind", sprak de ellendeling op
dten honi'gzoietien toon, dien hij zoo go,ed
wist aan te imemten, „gevoelt gij u niet
wel?" f
I „Ach neen, mijnheer", stamelde Blan-
j ch'e, „Mijn gehaele lichaam 'doet mij
zeer, mijne oogen branden in mijn hoofd
Maar als ik vader gezien zal
hebben denk ik dat het wel beter zal
&aan?" n 4„
„Wij zijn er, mijn kind.
Blanche begon t© beven van vreugdle.
Dan zal ik binnen een ©ogenblik va-
dtor omhelzen?" riep zij. uit. „O, wat
een geluk I"
„Ja, lieve kleine, binnen weinige mi
nuten", antwoordde Rodille 'en opende
de deur.
IN H|ET PALEIS
VAN JUSTITIE.
Gedurende den overtocht va(n< Üe
straat Pas-de-la-Mule tot aan de ge-
j vangenis richtte de commissaris/ tfen
I paar koeren biet woord tot. J.an Variba-
Hij ontving geen antiwoord', en dat
wel om' de -eenvoudige reden dat de
gevangene zijne vragen niet eens hoor
de. Hij was toch niet van zijn bewustzijn
beroofd, zijne oogen stonden open, zij
ne lippen bewogen zich, zijne beenen
hadden hem des noods kunnen dragen;
m één woord; zijn lichaam beefde, maar
eene soort van slaap, of liever van ver-
dooving verlamde op dit oogenblik zijn
geheugen en zijn verstand;
De zedelijke toestand van Vaubaron
kon vergeleken worden bij dien van
iemand; die onverwachts .een vree sier
lijken slag op het hoofd ontvangt .en
daardoor voor een tijd van gedachte,
herinnering ien spraak beroofd wordt.
Eerst een paar uren na zijne gevan
genneming kwam d ©helderheid van
zijne geestvermogens terug. Hij bevond
zich toen in ©ene gewelfde oei, volko
men zindelijk, maar zeer bekrompen en
die geen ander licht verkreeg dan door
een soort van luik, dat van ijzeren tra|-
liën voorzien en op aanmerkelijke hoog
te aangebracht was.
Dit blauwe 'grafachtige licht was nau
welijks voldoende om de naakte steenen
muren, het bed van ruwe planken, de
stoel, de waterkruik en de waschkomi
te onderscheiden, die het eenige meubi
lair van dit hok' uitmaakten.
Jan Vaubaron, tot zichzelven komen-
dte, beschouwde al deze omgeving met
doffe verwondering. Hij' begreep nog
niet goed.
i „Waar blejn. ik?" vroeg hij zich at,
1 even als iemand die ontwaakt. „Welk
een vreemde plaats en wie heeft mij
hier gebracht?"
J Onwillekeurig willdie hij die handen aan
I zijn hoofd brengen, als om1 d© wolken
diie zijn verstand benevelden te verdrij
ven. Hij sidderdte toen hij een zwakken
tegenstand ondervond en ©en gerarnf-
mel van ijzerwerk hoorde, terwijl hij
tegelijkertijd ©ene zekere pijn aan zijne
pols gevoelde.
Zijne oogen vestigden zich op zijne
1 handen. Ben kreet ontsnapte aan zijne
I lippen en ©ene rilling van wanhoop en
schrik' liep door al zijne lieden.
Hij had de handboeien aan.
„Ach ongelukkige, ongelukkige die ik
ben!" stamelde; hij toen hij zich plot-
I Isieling btegoii te herinneren wat er giej-
lbeprd was. „Be' ben gevangen.
Ik word' beschuldigd van een onteerden
misdaad en nu zit ik' geketendj in een
gevangenhofc, terwijl Martha misschien
stervende is en tevergeefs om1 mij roept.
„Ach! God' verlaat mij, 'ik' ben verloren!"
Hij kromde zich onder het verplette
rend gewicht van eene algeheele on-tl-
moediiging, die zelfs gaene plaats voor
de 'kleinste, de zwakste hoop overliet.
Wel twintig malen herhaalde hij:
„ik ban verloren!" zijn hoofd zonk op
zijne borst, die door zenuwachtige snik^
ken op 'en neder hijgde -en stroomten van
tranen vloten uit zijne oogan.
D,i'e overvloedige tranenvloed' eindig-
die im'et zijne bedrukte borst een wei
nig lucht te geven. Eene betrekkelijke
kalmte volgdte op die verschrikkelijke
angst, die iin staat is in een enkel uur
die haren te vergrijzen. E|enj zwajkkte
lichtstraal drong door de duisternis, die
hem van alle zijden omringde.
Waarom' zoo- te wanhopen?" sprak
hn bij zichzelven. „Is het dan voor de
eerste 'maal dat ©en onschuldige door
noodlotrigten schijn van misdaad beschul
digd wordt? Neen, zieker ni-etl Zooi-
velen hebben geledien en geweend even
als ik en zijn toch als overwinnaars uit
den strijd getreden. I'k' ben beschuld.gd
van eene dubbele misdaad, het is waar;
eene misdaad, waarvan ik op dit oo
genblik geen dfoel ie!n| bijzonder helden
nog niet weet. Maar ©ene beschuldi
ging is spoedig ontzenuwd, wanneer zij
slechts op dwaling en leugens berust.
Men kan geens bewijzen tegen mij heb
ben; want ik ben onschuldig. M-en kan
geene bewijzen tegen mij hebben; wanlt
ik ben onschuldig. Mijn geheele leven
is daar om mijne onschuld be bewijz'sn.
Moge God slechts geven dat die nood
lottige beschuldiging geen doodslag voor
mijne arme Martha geweest zij! Moge
God haar beschermen -en toestaan dat
ik haar Levend wéder ziel"
Helaas^.op hetzelfde oogenblik' dat
Jam. Vaubarom die ze woordiem uitsprak1,
gaf Martha op den vloer harer kamer
uitgestrekt, na een vreesdij kien en wan-
hopigen doodstrijd den geest. Terwijl de
ongelukkige, zichzelven vergetende, den
hemel vroeg haar te beschermen, vloog
die ziel van de: beklagenswaardige vrouw
daarheen.
jWJofedt vtervolgd;