NIEUWE LANGEDIJK.ER COURANT.
Zaterdag 29 April 1922.
TWEEDE BLAD.
VERGADERINGEN.
GEMEENTERAAD N. SCHARWOUDE.
Vergadering van den Raad der gemeente Noordscharwoude,
op Donderdag den 27 April 1922 des namiddags ten drie ure.
Aanwezig de heeren: J. Ootjers, A. Batten, J. H. Keizer,
P. Zut, A. de Geus, G. Duijves ai J. Heeman.
Voorzitter de heer C. Brinkman, burgemeestejr.
Secretaris de heer H. G. Reinders.
De voorzitter opent de vergadering en heet alle heeren
welkom.
Goedkeuring notulen.
Die notulen van het verhandelde in de vergadering van den
20 Maart 1922, worden voorgelezen en onveranderd goedge
keurd.
Ingekomen stukken:
a. een schrijven van W. Dorsman d;.d. 2 April 1922, dan
kende voor de aan hem verleende verhooging van zijn pensioen
als gemeente-ambtenaar over de jaren 1921 en 1922.
b. een missive van Ged. Staten d.d. 12 April 1922, nr. 28,
meldiendg de uitkeering over 1922 inzake de wet van 24 'Mei
1897.
c. een missive van Ged;. Staten d.d. 12 April 1922, nr. 26,
vergezellende de goedgekeurde verordening op de heffing
van eenen hoofdielijken omslag in. deze gepneente van 1 Januari
tot 30 April 1922.
d. een verslag van de Gezondheidscommissie te Schagen
over 1921.
De stukken ad' worden voor kennisgeving aangenomen.
e.k. Reclames hbofdelijben omslag.
De Volgende personen hebben reclames ingediend. Deze
zullen worden doorgezonden aan de Commissie:
G. Kos; mej, G. M. Brinkhof; mej. W. C E Scha ik-; mej
P. van Dun; K. Boot; J. Blom; F. G.'Nol.
1. Het reeds eerder ter tafel gebrachte ve&zoek van het
Rbomscfa-Katholiek kerkbestuur alhier, om te besluiten den
bouw van een R.K. school in deze gemeente toe te staan.
De voorzitter doet voorlezing van een circulaire van Zijne
Excellentie den Minister van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen, waarin ondermeer wordt medegedeeld, dat besluiten
van den Raad genomen na: 16 Maart 1922 of nog te nemen
voor 1 Januari 1922, onder de werking vallen van het wets
ontwerp tot voorkoming van het zonder noodzaak bouwen van
scholen voor lager onderwijs.
Het dooi' het College van Burgemeester en Wethouders in
gesteld onderzoek nopens deze aanvrage, heeft dit College
doen besluiten den Raad voorstellend afwijzend op het ver
zoek van het R.K. Kerkbestuur te beschikken.
De heer KEIZER zegt, diat deze zaak zijne volle belangstel
ling heeft. Hem is van bevoegde zijde medegedeeld dat niet
alles serieus is behandeld gewonden, vooral niet van de zijde
van den Voorzitter. Of dit juist is kan hij niet .beoordeelen
maar hij deelt miede wat hem dioor iemand is verteld. Het
spijt hem djat dit gebieuid, en dat niet op vriendschappelijker
Voet de onderhandelingen zijn gedaan. Hij beeft den indruk
gekregen dat men bezig was de zaak op de lange ibaan te
schuiven. Hij heeft van het begin af gedacht dat deze bouw
te bezwaarlijk was voor die gemeentekas. Hij kan zich dus
iwel vereenigen met het voorstel van B;. en W. In het belang,
van alles dienen wij de wetswijziging af te wachten.
De VOORZITTER geeft te kennen dat hij niet bewust is
tijat het zijn schuld is dat de aanvrage nog niet is behandeld
gewiorden. Het teerste plan voor de «bouw wend van hoogen
hand afgelast. Bij een bezoek aan het Ministerie, van Onder
wijs is het hem ook niet veel duidelijker geworden. De Inspec
teur wildle niet geheel meegaan met de plannen van den
bouw. Er moest derhalve een nieuwe teekening ingediend
worden. Deze is thans ingediend. Naar zijn meening treft
hem derhalve geen schuld.
De heer ZUT deelt mede dat hij niet veel van dezen bouw
afweet.
De heer DUIJVES vraagt wanneer het verzoek is inge-
'kömen.
De VOO'RZITTE: Op 21 December 1921.
De -heer DE GEUS meient diat wij zeer voorzichtig moe
ten zijn met het oog op onze financiën hij kan zich b:est
viereenigien met het voorstel van Bi. en W.
Die heer BARTENU allen weet wel dat ik voorstander
is van bijzonder onderwijs. Het gaat hem alleen om de zware
lasten die op deze gemeente worden .gelegd, terwijl voor de
kinderen uit dezie gemeente ruimte .genoeg is op de bestaande
schooi. Laat het bestuur een school stichten in een andere ge
meente, b.v. Oudkarspiel, daar zijn ook wel zooveel kinderen
dat een school kon wordien gesticht. Het is ons niet te doen
den bouw van de school tegen te gaan, maar het ligt op on-
FEUILLETON.
DE WERKTUIGKUNDIGE.
zen wieg te zorgen dht' onze gemeente daardoor niet tie zwaar
wordt belast en dat zou thans gebeuren.
De heer DE GEUS vindt dit een gezond standpunt.
De heer DUIJVES vindt het jammer dat alles niet wat
eerder is behandeld.
De heer OOTJERS deelt mede, dat voor zoover hem be
kend is de besprekingen zeer vriendschappelijk waren. Het
bestuur gevoelde even goed als wij dat bet voor de gemeente
een zware last zou zijn. Wij hebben op deze conferentie alles
ernstig besprokten en besloten iedter voor zich nog eens een
Onderzoek in te stellen. Het resultaat is dat het College van
Bi. en W. meent voor te moeten stellen afwijzend op het ver
zoek te beschikken.
De heer DUIJVES vraagt, of het nog niet mogelijk is
een conferentie te houdfen met het bestuur.
De heer OOTJERS deelt mede dat dit reeds is geprobeerd
maar dat de secretaris van het bestuur afwezig was, waar
door deze bijeenkomst niet kon doorgaan.
De heer KEIZER deelt nog mede dat de secretaris van (dat
bestuur hem beeft medegedeeld dat hij geen enkele confe
rentie meer wenschte bij te wonen.
De VOORZITTER meent, dat de zaak thans voldoende is
toegelicht en brengt het voorstel van B|. en W. om lafwijzend
bp het verzoek van het R.K. kerkbestuur te beschikken in
stemming.
Uit de stemming blijkt, dat vier stemmen voor de afwijzing
zijn, tegen teen stem terwijl een der heeren zich van 'stemming
onthoudt.
2. Vaststelling verordening regelende het tijdvak waarin
landbouwverlof kan worden gegeven.
De VOORZITTER dioet mededeeling, dat het is gebiteken
diat de meeste ver])oven worden gegeven in de mland Juni,
zloodat B. en W. voorstellen de maand Juni aan te wijzen
als het tijdvak waarin landbiouw-verloven kunnen worden ver
leend.
De 'heer DUIJVES deelt mede, dat hij ook tot de conclusie
is gekomen dat de maand Juni de geschikste is.
Met algemeene stemmen wordt besloten de maand Juni
aan te wijzen als tijdvak waarin de landbbuw-verloven kunnen
wjorden gegeven.
3. Voorstel van B:. en W. tot het aangaan van eene geïd-
leening groot f 12000.
De VOORZITTER deelt mede, dat het beroep van den
Raad tegen het besluit van Ged. Staten, waarbij het Raads
besluit tot het aangaan van eene galdleening groot T12000'al
te lossen in tien jaren niet werd goedgekeurd, niet gegrond
is verklaard .door de Kroon. Dez lefeening zal dus in vijf ja
ren moeten wordien afgelost.
Met alg. stemmen wordt besloten tot het aangaan van eene
geldileening groot f 12000.— af te lossen in vijf jaren.
4. Voorstel van B.. en W. om te beschikken over een
kapiöaal van f 11000, met bepaling dat dit kapitaal in vijf jaren
zal zijn aangezuiverd,.
In verband met de genomen beslissing voor de geldleening
stelt de VOORZITTER voor, ook dit besluit te nemen.
Met alg. stemmen wordt het voorstel van Bi. en W. aangen.
5. Voorstel van Bi. en W. tot wijziging van de Begrooting
1922. t
In verband met hoven genomen besluiten is het noodza
kelijk de begrooting 1922 te wijzigen.
De begrooting wordt gewijeigd en nader vastgesteld in
Ontvangsten en uitgaaf op f 78175.84V2.
6. Wijziging verordening heffing schoolgelden aan de U.
L.O.-School.
Deze wijziging hbudit verband met de tusschen voeging dat
de schbol wordt instandgehouden door drie gemeenten. Ver
dere wijzigingen behoeven niet te worden aangebracht.
Met algemeene stemmen worden de wijzigingen goedgekeurd
RONDVRAAG:
De rondvraag levert niets op.
Niets meer te behandelen zijnde, sluit de voorzitter de ver
gadering.
ALKMAARSCHE SNUFFELTJES.
Eensklaps sididerde Vaubaron a'ls een lijk, dat door-een gal-
vanischen stroom in beweging wordt gebracht. Hij richtte
het hoofd op en zijne blikken met een somber vuur op den
advocaat richtende, riep hij woest uit:
,,Ik vergat mijn kind, mijnheer. 'Wat is er van mijn 'kind
gewordten?"
De jonge man trachtte be antwoorden, maar de woorden
bleven hem in die keel steken.
„O!" hernam de gevangene, .spreek, mijnheer, spreek dan
t)och I Ik ben op alles voorbereid. Zij is dood, niet Waar? Zeg
het mij maar. Zij is dood, niet waar?"
De advocaat deed een krachtige poging op zichzelven en
sprak:
„Nleen; zij is niet dood. Ten minste wij gelooven, wij hopen
het het arme kind! is uit uw-woning verdwenen".
„Verdwenen!" riep de ongelukkige .vader uit en wrong
zich die handen. „O! ik hald haar liever in het graf willen
zien, dian zonder steun, zonder bescherming in de straten van
Parijs ronddoolien. Mijne dochter! mijne kleme Blanche, mijn
aangebeden kind, 'haar brood bedelende, overal terug ges too
ien, weggejaagd,, veracht! En de toekomst! Wat ,za er
van die engel worden? Mijn God, dat is te veell. M»Jne
krachten zijn ten einde. Vergeef mij wat ik ga boen Ma
thal wacht mij!'Martha! ik kom! Ik sterf - ©n tech was ik
onschuldig!" En zich met geweld losscheurende .uit ton
den van den advocaat, die hem terug wilde houden wierph«
zich met bovenmenschelijke kracht met het hoofd .tegen den
""Men hoorde een doffen s'chok; het bloed spoot uk de half
geopende hersenpan en het lichaam van den rampzaligen
Vaubaron viel als een zielloos voorwerp op den grond.
RODILLE EN BLANCHE.
Wij moeten met onze lezers terug r0
dien dag', waarop Vaubaron gevangen wend.genomen n Ro
dille weder opzoeken, dien wij. verlaten hebben op het ooBui
blik, dat hij Blanche in zijne armen dragende dedeu
het geheimzinnige huis in de laan van Neuilly Wil
verzoekten onzte lezers zich te willen herinneren dat het huis
lege niet uithouden. Een van de Alkmaarsche hoofdambte
narende heer G. Looman, directeur van gemeentewerken'
Vroeger meer amicaal „stadisbaas" genoemd, heeft heel wat van-
den heer Jan Po,t te verduren gehad. De geweldige critiek
die de heer Pot in ingezonden stukken op zijn architectonisch
werk uitoefende, maakte den goeden man al bijna even zenuw
achtig als zijn onvermoeibanen tegenstander. De arme stads
architect kon om zoo te zeggeji, geen kippenhok in rfkaar
laten timmeren of ,dé heer Pot was gereed om hem, fi-
guur lijk gesproken, aan brandhout te hakken. De heer Loo
man kreeg eerst rust toen de heer Pot, door geestes- en li
chaamslijden, zich aan het openbare leven moest onttrekken.
Thans kan van hen beidien gezegd worden: Sic transit gloria
mund,i De. heer Looman geniet rustig .zijn Otium cum dig-
niiate in zijn vriendelijke woning in het Kennemer park,wan-
djelt knusjes om de vestten om zijn hondje uit te laten en be-
hoeft zich van de gemeentezaken niets meer aan te trekken
De heer Pot, reeds ge ruimen tijd lijdend, ward in zijn laat
ste levensdagen te Bergen verpleegd, waar'hij deze week, zoo
als ik reeds mededeelde, door den stoomtram werd aange
reden en zoodanig inwendige kwetsuren bekwam, dat hij wel
dra aan de gevolgen overleed. Het is zeer zeker te betreuren,
dat een man met zooveel goede gaven van kennis en var-
stand;, door zijn slechten gezondheidstoestand zoo spoedig den
strijd moest opgeven. Voorzeker had hij nog heel wat tot
stond- kunnen brengen en in ieder geval, had hij een beter lót
verdiend.
Die drie schik-godinnen in dien Alkmaarschengem.raad
Dioor het vertrek van den heer Oskam is thans als opvogster
door de S.D.A.P. een derde dame in den gemeenteraad ge
bracht. Een vrouwtje, dat zich niet onderscheidt door uiter
lijke bekoorlijkhedfen, maar dat toch geprezen wordt, ook door
niet -part ijgenootenals teen vrouw met een goed gezond ver
stand en groote werkkracht. Iemand die flink op de hoogte
is van haar taak en dhar komt het per saldo toch ook maar
maar op aan. Het is zeer aanbevelingswaardig, dat dames,
diie tot raadslid worden aangewezen, niet imponeeren door
haar verblindende schoonheid, want daardoor zouden de de
batten slechts vertroebeld ku.nnen worden. Het is den meeste
mrnnen eigen, dat zij niet ongevoelig zijn voo(r, vajóuwelijk
schoon en allicht zouden zij geneigd zijn om meer toe te geven,
als zij tegenover zulk een bekoorlijke tegenpartij werden ge
steld. Bovendien zouden de respectieve echtgenooten van de
raadsvaders maar in bange zorg woilden gezet dat hun goeden
echtvriend, al was het dan ook maar alleen in den geest, zou
kunnen afdwalen. De veelvuldige en,ontzettend lange Raads
vergaderingen. (Deze week was er weer een met 28 punten
voor behandeling), de opwindiende debatten met zulke mooie
raadshippies, voorts de sectievergaderingen en al die grappen
makerij meer, dat alles zouden huiselijke vrede ernstig kunnen
verstoren. Maar gelukkig behoeven wij hier niet bevreesd te
zijn. En wij hopen, dat er steeds met kracht zal Worden tegen
•gegaan, dat ongewenschte schoonheden in den Raad van
Alkmaar zullen verschijnen. Die kunnen we bewonderen op
het tooneel of op de film, maar niet in een ernstig raadscollege.
SNUFFELAAR,
NIEUWSTIJDINGEN.
12 PERSONEN IN EEN MESTPUT.
Te Delft werd' Donderdag j.l'. op de Buitenwatersloot boel
huis giehoud'en op de woning van den landbouwer van Zijl.
Een groot aantal kooplustigen meende een goede plaats te
hebben gtevlondten op het deksel van den mestput achter het
huis waar dte verknoping plaats had. Op eens bezweek onder
hevig gekraak het dfeksel en een 10 h 12-tal personen waar-
ondier de afslager, zakte in den koemest. Onder groote hila
riteit werden allen uit hun benarde positie gered. De mees-
ten moesten zich naar huis begeven om andere kleeding aan
te trekken. Gelukkig had'niemand letseLbekomen. (Msb.)
Eiein beter dolt verdiend.
Dezier dagen overleed te Bergen, tengevolge van een aanrei-
djhg door de Stoomtram de Heer Jan Pot, een in Alkmaar
zeer bekende persoonlijkheid. Een man met veel geestesgaven
en ondernemingsgeest, maar wiens talenten helaas zeer wier
dien gedrukt door zijtn zieniuwachtig gestel en exentrieke nei
gingen. De heer Pot was in zijn goede dagen 'n man van groo
te werkkracht en technische kennis. Dat getuigde de vele
belangrijke ondiernemingen, die hij op touw zette. In de eerste
plaats de locale telefoondienst, voorts vrachtsporen en de
Stoomtram HelderHuisduinen, kortom, de heer Pot .was
wel gesneden van het hout, waaruit merkwaardige mannen
vvbrden gefabriceerd, maar zoaals ik zei, z'n zenuwachtigheid
was hem de baas. Gedurende ©enigen' tijd was hij ook lid' van
den gemeenteraad en hij stak daar zijn meening niet onder
stoelen en banken, doch op den duur kon hij het in dat ooi-
uit twee afzonderlijke woningen bestond, oogenschijnlijk ge
heel onafhankelijk van elkander, maar inderdaad door eene
passage in den muur, waarvan Rodille alleien het geheim bezat,
met elkander gemeenschap hebbende.
In een van die huizen bevond zich, zooals wij weten, in het
benedengedeelte het kantoor van den, als bijna honderdjarig
grijsaard vermomden, vader van Grijp. De kelder bevatte den
schat van Rodille.
Het andere ging, zooals wij reeds gezegd hebben, voor ge
heel onbewoond: door. De blinden en zware gordijnen voor de
ramen maakten het .onmogelijk het schijnsel van de beide lam
pen aan weerszijden van den spiegel op te merken, waarvoor
Rodille gewoon was zich te vermommen wanneer de eene
of andere winstgevende zaak de tegenwoordigheid van vader
van Grijp in het andere huis |nopdig maakte. Hij deed overigens
zeld|en meer dan deze soort van kleedkamer doorgaan om
de geheime passage te bereiken, en hield er zich hoogstens
tien minuten achtereen op, zijnde de tijd» die hij tot zijné
'verkleec'ing noodzakelijk behoefde.
Rodiille betrad met Blanch© den drempel van dit huis; hij
sloot die deur achter zich dicht, schoof .er die grendels voor,
stak eene kaars aan en plaatste het meisje op een 'dier ouder -
wetsch e stoelen, die langs den muur stonden.
Wat is het hier donker. Wat ziet het er hier somber uit",
sprak Blanche. „Is dit nu eene gevangenis, mijnheer?"
„Neen mijn kind", antwoordde Rodille; „dit is geepe ge
vangenis".
„Waar is vader?"
„H ij zal komen".
,,Hii is dus niet hier?"
.Neen miaiar hij zal or spotedig zijn
„Ik wil vader zien, mijnheer. Ik ben zoo bang; hij zal mij
gerust stellen".
„Gij zult hem binnen .een paar minuten zien, Wees bedaard,
gij hebt niets te vreezen".
Zoo sprekende opende Rodille eene grijsgeverfde deur aan
het einde van de kamer, waarachter de eerste treden van leen
trap zichbaar werden, die naar de bovenverdieping geleidde.
De man en het kind gingen dien trap op en traden eene tame
lijk groote slaapkamer binnen, waarvan het uitzicht niets af
schrikkende had. r
Dit vertrek had jaijn ameublement uit den goeden ouden
INSLUIPING MET DIEFSTAL.
Te Biussum hebben zich gisternacht inbrekers toegang ver
schaft tot die woning van den heer Marckielbach, aan de Jacob
Ruysdaellaan. Daar d lebewoners boven sliepen en niets be
merkten, werd in de benedenkamer alles overhoop gehaald.
Vermist werden o.a. een rijwiel, eenige voorwerpen van goud
en zilver, kleedïngstukken, een halve rollade. De politie stelde
dadelijk een onderzoek in.
'T SCHEELDE MAAR ééN LETTER.
Dtezer dagen deden een 5-tal leerlingen van .een kweekschool
Xiit 't Noordén des lands examen voor handwerken. Eén slaag
de en zond vanuit Groningen, waar zij 's nachts overbleef,
een telegram: „Alleen geslaagd'". Onze uitstekende telegraaf
dienst maakte -er van: Allen geslaagd. Groote vreugde dus bij
ouders, directeur en leerares van de kweek. Met bloemen
zou men de gelukkigen bij het station ontyangen. De trein,
stoomt binnen, en. vier gezakte meisjes stappen uit
Pijnlijke situatie! (StandjJ.'
tijd behouden (het huis dag toekende uit de vorige eeuw"). Men
zag- er een groot Lediekan't, wit geverfd met sporen van vroegsrje
verguldsels en een hoogen hemel, waarvan gordijnen met ge
kleurde stof in groote plooien nederdaalden. Er bevonden zich
bok een half dozijn armstoelen uit dezelfden tijd, eene spiegel,
eene pendule 10 pVien schoorsteen tusschen twee kleine c.an-
de lab res en in het midden een guéridon met rood manneren;
blad. Een oud, geheel versleten en verkleurd tapijt bedekte den
grond..
„Is dit geen mooie klamier, lieve kleine?" sprok Rodille,
d!ie bemerkte hoe de oogen van het kind zich nieuwsgierig
bp de verschillende voorwerpen vestigden.
,Jav mijnheer", dat is heel mooi. Veel mooijer als daar bene-
djen of bij ons; maar ik wilde
„Uwen vader zien", viel de bp09wicfjt op sportenden toon
haar in die rede; „dat weten wij, klein© schoone, dat weten wij
al lang. Ik heb u al geziegd dat uw vnidier sppedig hier zal
zijn. Laat hem voor den duivel toch cfen (jjd om te komen",
Blanche boog haar hoofdje en zweeg; hare vrees en onge
rustheid verdubbelden.
Rodille haalde uit zijn zak eiejn klein smakelijk uitziend
broodje, een stuk taart,, in een oude courant gewikkeld, ©eni
ge vruchten en een paar van die met mondwerk omvlochtene
fleschjes, dei de jagers gewoon zijn met rum of brandewijn
gevuld op hunne tochten mede te dragen. Hij pjaatste het leen
ien ander op den guéridon.
„Mijn kind", sprak hij; „gij zult wel honger hebbien
Blanche schudde ontkennend met haar hoofd.
„Komaan," sprak Rodille, „dat is onmogelijk, geheel onmo
gelijk; want ik denk dat gij wiel vergeten zult hebbten te ont
bijten en het middagmaal tie gebruiken. Zie hier wat lekkers,
dat ik voor u medegebracht jhieb. Ik ga .uwen vader tegemoet,
opdat 'hij zich wat haast© en u niet fe long late wachten, want
ik zie wel dat gij ongeduldig zijt. Eet en drink intusschen wat.
In dit kleine fleschje is heerlijke zpele wijn. Ik ga; eet lekker.
Tot straks".
Rodille verliet den kader en klom den trap af, Blanche Imet
d)e voor haar nedergezette spijzen alleen latende.
Voorzeker was dit avondmaal van de meest sobere eenvou
digheid; maar reeds maanden lang had de ellende aan het 'ge
zin van Jan Vaubaron zoo veel ontberingen opgelegd dat die
spijzen en die vruchten v.oor het kind een wezenlijk feestmaal
uitmaakte».