Toussaint rijwielen
No. 94. laTEKc. TELEmoo» 52 Dinsdag 15 Augustus 1922
31e Jaargang
A. HILDEEINS, Alkm&u, Lnttlk Oudorp 86
Fa. R. J. HOUWING,
Heggescharen ft f2,-
H g NIEU WE S)
L4HGEDIJKER COURANT.
VAN ALLES EN NOG WAT.
i Vroeger, toen (die vrouwen pog niet al dë redhten hadden cn de
positie wielkie ze nu bezitten, was een 'der strijdleuzen van de
voorvechtsters der vrouwenbeweging d!at de vrouw, wanneer ze
eenmaal raedezeggensdhap h,aid iin de maatschappij een verzachten-
flien invloed op de rul we zeden voor onzen hedendangsuhen tijd
zou uitoefenen. Zonldier te beweren, dat dat niet het geval is
veest of in de toekomst zal kunnen zijn, willen we slecfnts aan
stippen Idat hun omaneipatile Idjagi niet zoo ver mag gaan als die
van een ziekere juffrouw Vera Maud Barnet, die zioli dezer
jlagen voor den politierechter te Londen te verantwoorden had
wegens bieleediging en sleelht gleidlrag. Deze jongedame had, na
een nogal luidruchtig idimier haar 'mjond afgeveegd1 met een slip
van het tafellaken cm toen zij grover Idbor de juffrouw', die be-
(diienlde, onderhouden werd, voegde zij deze; leelijke woorden toe
en gooide haar bovendien een kop thee in het gelaat. Juffrouw' Bar
net verscheen voor jdfen rechter gehulHdl in fijn' pelswerk en met
een klein Japanscih hondje onder den arm, kreeg een boete groot
f 12,50 en vertrok na te hebben betaald. Zal zij in het vervolg
haar sexegenooten met een. weinig meer voork|omen'dheid' beje
genen Het gaat moeilijk om slechte manieren af te leeren. En
onder slechte aanlwenldsels der vrouw verstaan wij ook het' sl'aaf-
sche volgen van madame Mode. Hëe een. juffrouw dfajarivun, helaas
op al te aildoenidie wijze genezen werd, h'ooren wij uit New!
York. Baar leefde tot voor korten tijd! een typiste, miss Both
Evans. Op een kwaden dag 'besloot zij echter de mode van
bobbed hair" te volgen en haar liange vlechten af te knippen,
i. ffoeii die sclhaar haar werk verricht ha|d', schrok zij heel erg van
nieuw uiterlijk len was jdiagemlang ontroostbaar. Zij sloot zich op iu
haar kamer. Bppr moet haar verdriet tot Wanhoop zijn overge
slagen, want enkele idagen lp,ter vonldl men miss Evajns...... dood,
met de vlieeihten in haar had. Zij hjajd .....zelfmoord' gepleegd-
'Dat het berouw na fte zou'die kom# is eeW spreekwijze die onze
voorouders al lang hadden uitgevonden. En niettegenstaande hun
waarschuwende woorden' gap# het njageslacht' voort dingen te
jdoen, Waarvan het l,ater bitter spijt heeft. Blaar is de borrel.
Üie al zoo menig huisgezin in liet; ongeluk heeft gestort. V,an
- veel ellende is het drinken' de oorzaak en, moge het thema pok
al dikwijls op komische wijze hier behandeld worden, de ljezer
zij zoo goed tie bedenken dat er opjk tragiek' achter schuilt wel
ke met geen pen is te beschrijven. Da drinker verwoest niet
alleen zijn eigen leve ujcktch ook dat van zijn huisgezin. En Wan
neer hij Idjan bovenlüen nog het leven der mfensöhen, die aan zijn
hoejde zijn toevertrouwd in gevaar brengt, wordt de zaak' dubbel
erg. Zoo zijn verleden w'eek de pleizierreizigers van de stoom-
-boot'Johanna" die van Gorkulm najajr Leer da ingingen pm da.ar
een voetbalwedstrijd bij te wonen als door een wonder aan den
verdrinkingsdood ontsnapt. Op de terugreis voer de bpot nl.
plotseling tegen de basaltgljöoiilngl van. den rivierdijk apn, zm
dat ho tséhip zoodanig overhelde dat het a,an bakhopirdzij water
schepte. Het bleek Ida't de kapitein, die a,ajn het roer stond, stom
dronken 'war,. Een onder de passagiers ,ajanwezige schipper wist de
ontstane paniek te fjoen bedaren en mm het roer over. Be on-
betrouwbare kapitein werd! in Jiët vooronder opgesloten en te
Gorkuim aan d'e politie overgeleverd.
Zal de drank meestal den anldtergapg bewerken van den drin
ker, een enkele maal komt het toch ook wël eens voor dat de je
never als mensdhenredd'er optreedt, hoewel dan in den regel de-
geen die nuchter blijft er profijt van) trekt. Zoo'n geval heeft
zich in Ierland voorgedaan en het :s te vermakelijk om liet met
weer t|e vertellen. In Ierland.' is het biurgeroorlbg, en de rebellfcn
FEUILLETON.
DE WERKTUIGKUNDIGE.
,'Zektfriele zie diepe duisternis dit 'beeld, hetwelk zich
bijna dreigieind boven ons verheft, dat al'ltes schijlnt mij zoo on
heilspellend toja".
„Wij zijn toch", antwoordde het jonge mleisje „in het eenige
gedeelte van den tuin, wa'ar ik gaarne vertoef".
„Misschien is defcle plaats op 'den dag zeer bekoorlijk".
„Zij is op dien dag etven sombjer als thans".
„En zij behaagt u?"
„Meiejr dan elfea andere. Zöodra ik vrij bieh en doen kan
wat ilt wil, begeef ik mij hierheen".
„'En de treurigheid van zulk leehie plaats geeft u geene droe
vige gedachten? Zij maakt U niet bevreesd?"
,,'Zieg liever ddt hlst' jujst die treurigheid is, welke mij aa'ntrekt
Z»j stemt z oogiefheel o,vereen met mijne gemoedsstemming".
F.en oogenblik van stilte volgde op deze woorden.
„Miejuffrouw", stamelde Paul daarop in blijkbars verwar,ring,
„gij spreekt daar op zeer moedeloozien toonreeds het hooien
alleen van die Woorden doet mijn gemoed pijnlijk aari. Wnt gij
rnfij toestaan u (elenie vraag te doen?"
„Waarom zou ik niet?"
„En zult gij 'er op antiwoorden?"
Ja zekejr; als ik 'kan. Wat wilt gij mij dan vragen?
1'Oi gij gelukkig zij*t?"
Blanche siddetrde.
„Helaas! gelukkig! ik'?" herhaalde zij op bewogen toon,
„'neen, neen; 'ik bén niet gelukkig 1'
„Ik bid u, mejuffrouw, zie'g mij de oorzaak van het leeo,
dat u drukt".
„Weel gij dan niet wis ik ben?"
„Ik weet dat gij Bilalnche bleet".
„Weet gij niet in wielk'e betrekking i'k to,t dokter Horner sta.
vechten er met alle mogelijke mSjdlde'^n tegen het wettig staats
gezag. Verleden week nu werld een sergeant-kwartiermeester v,an
|dë regeeringstroepen in de stad (Tuurn dbor een ireep rebellen
gevangen genomen, toen hij vleesdh stond' te bestellen in oen
slagerswinkel. Be gevanggtine weridi weggevoerd naar eon sdliuil
plaats |d;er opstandelingen en Japr onder bewaking gesteld va!n
vier, met Mausergeweren gewapende rebellen'. Den volgenden a-
vonldi haallden de bewakers een paar fleaschen whisky voor den
(dag, en Ide kwartiermeester wedde met hen, dat zij er geen twee
flessdhen van zouden kunnen drinken, zonder beschonken te wor
den. Be Weddenschap werd aangenomen en cm elf uur 's avonds
vertrok de kwartiermeester naar het hoofdkwartier der regeerings
troepen te Galway, waar hij na, een avontuurlijken tocht door dë
bergen, behouiien aankwam'.
Onze maatschappij is nog altijd zoo ingericht, dat dfe slimme
fciejdriegier het een heel einid kan brengen. Daar heb je nu ds chef
dë bureau van de Coöperatieve Grootma,ndclsvereeniging De
Hanldielskamer" te Rotterdam, .Jarenlang 'stal' hij, met medewen-
Berijdt
Het beste van het goede.
Hoofd-Agent
Telefoon 236.
Mient C 7 Alkmaar.
'king van twee ondergeschikten, mhar rapjk' en verduisterde groo-
te sommen geld. Toen er f 34000 bij eikhar gestolen was vertrok
d-a 'chef rnlët een van z'n hanidllangers nafnr Amerika, waar ze nu
van hun renten leven. Wie $oet ze wat? De andere bediende, di|e
hier gebleven was, 'moet' nu het gelag betalen. Toeu dë fraude
ontdekt was -wer|d hij opgepakt en betreurt het nu dat hij niet
met z'n vrienden is meegegaan. Er werd' nog f 5000 in zijn be
zit gevon|den. Waar alle bewijsstukken d'oor de heeren vernietigd
waren, was-het uitere) mloeilijk bewijsmateriaal te verzamelen en
het is zeer wel mogelijk- dal' het gestolen bedrug veel' hopgér
is (d'aJi 34000 gulden.
Twee pendanten van handige schurkerijen zijn geschied in
Duitsohland en Engeland1, in het eerste geval door een „prins" in
hët tweelde geval dbor een „prinses." Te Halite heeft een bedrieger
ondier idlen naam Fred Tawe, tooverkunstër^aar, helderziende, flim
acteur en „prins uit Injdïë", twee vrouwen, aan wie hij huwelijks
voorstellen had gedaan, opgelicht voter een' bedrag van ettelijke
Ihcnd-eridduizenden marken en zaken van waarde. Een der bedro
genen had hij op idle mouw gespeld, dat hij haar a(ls zijn vrouw
naar zijn paleis in Injdïë zou Meenemen. Zij had hem daarop eefi
kwart Imillioen mark contain!- geiljdi gegeven.
Op zekerien d'ag Was |die „prins uit Iindië" en met hem zijn
„Ik 'meel1- te w|sitien dat gij de somnambule de hieldeirlriëndë
zijt' vab dien bieflrivamen en geleerden magnetiseur".
„En gij vraa'gt mij' nog waarom ik ongelukkig beri l
Ach, mjijriheiefr, het leven, dat -ik in dit huis leiden moet,
is mij ondragelijk. Er is op aarde geen toestand, die niet boven
1 den mijne te verkiezen is. Ik benijd het lot zelfs van de aller-
j ellietndigsten. Hunne gedachte, hunne ziel zijn tenminste hun
ëigeindom. Mijne giedajchten, mijne ziel behoomeii mij niet toe';
beiden gehoorzamen aan den dokter, mijn magnetiseur en mijn
meester".
„Maai-, mejuffrouw, als hie't zoo is waarom heeft uwe
familie u dan aan dat 'hatelijke bestaan overgeleverd?"
„Mijne familie! Helaas, mijnheer, zij zijn wel gelukkig, die
ujelne familie hebben! Ik blen zoo gelukkig niet. Ik heb
noch mijn vader noch mijne moeder gekend".
I „Even als ik!" rilep Paul uit, „even als ikl"
„Hoe, gij ook! ook gij zijt een wtaes?"
„We,es? Ja, mejuffrouw, <atn alleen op de wlereld".
i „"Dan, mijnheel', beklaag ik u uit grond van mijn' hart, en
toch, gij schijnt mij toe duizendmaal minder te'bcklagente zijn
dan ik. Gij zijt oeln n#i' «dn man is sterk, ,een man is vrij;
hij 'kan,.hij moet met' verstand en moed tegen het lot strijden,
terwijl een arm meisje niets kan doen dain het hoofd buigen en
lijden in hare eenzaamheid. Gij zijt de eerste, gij zijt de eenige
die mij belangstelling bletoont. Sedert ik tot de jaren des onder-
scheids gekomen ben, heeft niemand mij bemind, niemand be
mint rnjj, niemand zal mij ooit beminnen",
j Paul voelcte zijn hakt in zijn boezem hevig kloppen; eene
so.otrt van be'dwiettming maakte zich vah hem meester. Hij had
die koorts; hij was waanzinnig. Hij zou wiel voor Blanche ne-
dierg'eknield hebben'; hij haid wel'willen' uitroepen: „Niemand
bemint u, zegt gij. Gij bedriegt u, want ik ben' daar. Ik laanbid
u met al de kracht va)n mijn hart, met al d|e vermogens mijner
1 ziel, en ik zou geian oogenblik aarzelen mijn laatsten druppel
bloeids voor u te gev!e(n"-
secretaresse verdwenen. Tihains heeft die politie hem' en zijn se
cretaresse te Essen gearresteerd-, op het oogenblik' toen het paar
dje van het burea uvan dëln burgerlijken stand' naar huis terug1-
koeide. In idle gevangenis verscheurde idle jonge echtgenoot uit.
woede over de gestoorde huwelijksplechtigheid, zijn feestldeedij.
Het bleek Üïut de „prins uit Inidiëe" een schoenpoetser was, Au
gust Barhus geheeten. Hij oefende zijn baantje uit a|an het Cen
traal station te Leipzig. Die „prinses" stonjd' dëzer dagen met'
haar geliefde terecht in de Engelsche stad Southapwptom. De man
had het 'doen voorkomen alspf zijn vrouwelijke partner niemand
ïnirJd'er was dan Prinses Olga win Roemenië, d|at zij het' Konin
klijk paleis was ontvlucht, groote landgoederen en jachten bezat
en daarop binnenkort geld' zou kunnen opneimten, dich' inmiddels
verlegen was om eenige contanten, ten einjdfe haar loopend'e Onkos
ten te kunnen voldoen. Op deze en dergelijke voorwendsels
üe vrouw ging ook nog eetns djoor vopr g)rav'in Kblonski werd
herhaaldelijk door goedgelotrvige lieden gëld verstrekt. De vrouw
bleek nog een vonnis wegens bigamie op haar boekje te hebben.
Het geld door bovenbedoelde pjplichtingem verkregen, was geheel!
met uitgaan opgemaakt. Ieder van het edele tWeetal hoorde zich
verooiideelen tot een jaar gevangenisstraf.
Nu zou men zoo denken ,dat alle m'enschën die zonder werken
a^n den kost komen, boeven zijn. Verre van d|at. .Behalve ren-
renteniers en couponnetjes knippenjdë geldbeleggers zijn er ook
nog imlenedlien, dfc, 'dank zij de goddheid van den Staat' der Neder
landen ge-en slag behoeven te doen om een goed bestaan té heb
ben. Meergenoemde Staat der Nederlanden zet nl. menschen die
in haar Id'icns't zijn en op een of andere mjanier overcompleet zijn,
op wachtgeld, d.b. ze mogen hhn salaris opstrijken zonder Öi'it
ze eri e'ts aniders voor doen dan zich ter beschikking houden, wan
neer ze weer noodig zijn. Luister:
Z ewaren verloofd. Hij wou trouwen..
'Nee vent, zei ze, nog niét. Een beetje geduld'..
Maar waarom? ZoojÜrja, i'k trouw, hëeft mijn patroon beloofd,
krijg ik flink opslag en een plaats in Injdïë waarom, zuljlen
we dan wachten. f 1
Zij kwam heel dicht bij hemi zitten. Sloeg een arm om zijn
hals en begon hem toen te fluisteren in het oor wat hij altip
heel prettig vond en ud të leggen', waprom ze nog wachten
mioesten.
Zijn gelaat helderde op.
O, jou slimme feeks, zei hij. Zit hef özo nu dan wachten
Wc nog een poosje met alle geduld'.
Hij repte van h'et trouwen niet meer.
Het volgend jaar werden ter plaatse zij was er onderwijzeres
een christelijke en een roompehe school geopend', waardoon
heel wat „openbaar" personeel op- wachtgeld! werd' gesteld.
Zij was er ook bij........ i; '1
Den dag zelf, dat de gemeenteraad' aldus besloot, zond ze
een blij telegram naar hem. „Kom' aiajnfeekenen."
Een week later was zij dfe brui. i
Een tmlaanld later w,as zie getrouwjdl
Brie miaanden latier ging ze mot1 hiajag man naar '-te Oost, waar
een benoeming bij 'het lager onderwijs in Nederland is uitgesloten
en strijkt nu elk jaar van jten Stja|a{t der Nederlanden een wacht
geld van een paar duizend gul|djen op, dat zij alls a Vies zoo
blijft tot in den grijzen oddiendom' trekken blijft.
Het staaltje is uit hielt leven.
Zoo, en op allerM ptergel£jke mlanieran', met verschillende va
riaties geschiedt het menigmaal.
Zoo gaat ons goede gielidi pp, zejgfti hët „Fr. Dgbld.." Kijk er
uW belastingbiljet maar op na- i -
Zoo sprekende zou Paul' niets dan de waarheid gezégd heb
ben. Eein van 'die -hisftige, vurige, alles overweldigende gene -
genhieöen, die in een oogenblik ontsta&n en die een gemoed
in ee(n vuur doen ontbranden, diat niet uitgebluscht kan wor
den, had zich vaji geheel zijn bestaan meester gemaakt.
'Behoeven wij er 'bijl te voegen dat hij dat gevoel voor zich-
ziel vein 'hield, 'len dat hij geen druppjel van dien gloei enden lava
liet ontsnappen, die in zijn binnenste kbplkte.Na een lang-
durig stilzwijgen, gedurende wlel'ke pauze hij te vergeefs tracht
te zijn kloppend hart tot bledartata t ebrengen, stamelde hij
laJngzaam en met' onduidelijke stem:
„Ons bieidier lot komt op zonderlinge wijze overeen, mejuf
frouw, ik 'heb gelladen, ik lijd nog even als gij, onder liet 'gemis
aan e?ne familie. Mijne jeugd, even als de uwe, is beroofd ge
weest van elide liefde. Even als gij, ben ik niet gelukkig,
Wilt gij mijne onbegrensde toewijding aannemen en mij daarejn
tegidn een weinig vriendschap schenkien? Wilt gij dat ik uw,
vriend uw broeüer zij?"
'Het meisje antwoordde in hét eerst niet.
De .ontroering belette haar te spaken groote tranen liepen
oyer -hare wangenPaul bedroog zioh in den aard en de oor
zaak van dit langdurig stilzwijgen.
„Gij antwoordt niet", flu.istietrde hij bedroefd. „Ach! ik' zie
het wël-; gij veracht dein a'rimen onbfekende, die u eene gene
genheid aanbied, welke onmachtig is u te helpen gij be
schouwt den man als dwjaas', die zich nutteloos aar u wil toe
wijden. Vejrgieef mij. mejuffrouw; ik haid moeten zwijgen. Ik
'had dat dwaze dclnkheeld moetien onderdrukkenmaar 'het
zal niet meier gebeuren, gij zult mij niet wederzien. "Nog eelns,
miejuffrouw, vergelef mijl vergiffenis 1 vaarwlel!"
„Mjijnhee-r", vroeg Blanche op zulk een za.chten toon, dat hij
die woorden van harre lippen eerder moest raden dan dat hij
ze verstaan kon, „hoe heet gij?"
„Paul", antwoordde de jongeling, verwonderd over deze
onverwachte vraag.