Nieuwsblad voor LANGEDIJK en Omstreken. No. 131. .arcuc. rct.cf-«»o* 52 Donderdag- 9 November 1922. 31e Jaargang per 3 maanden fl,15 MEI WE LAMIJKER COURANT. Daze courant verschijnt Dinsdags, Donderdags en Zaterdags. ABONNEMENTSPRIJS REDACTEUR-UITGEVER J. H. KEIZER. BUREEL: :%oordscharwoude. PR IJ8 BEK ABTERTENÏIjSNt V»m 1—5 regels 7B et., elke regel meer IB et. Groote ietier* of vignetten worden naar plaatsruimte berekend, Brieren rechtstreeks aan den üitgerer DE UITKIJK. De brutale heeft de halve wereld. Ik wast niet, of dit spreek woord onder de Tu'rkjen bekend is. (Maar de toepassing is het blijkbaar w;elMet een ongeëvenaard talent hebben we de Entente van dp eene cojn cessie- 'tot de andere weten te drijven, éénvoudig door maar hun gang tie galan en op iedere aanmer king He anttwoordien, dat ze !het er mee eieins wanen- Ze zouden id|e neutrale zones eerbiedigen, maar ze «Jaden het niet. Ze 'zoudjen uit de nieuwe onzijdige strook blijven, die om de Engelscbe troepen was afgebakend, maar ze dfeden het niet. Ze zou dien id© vrijheid der zeeëngtietn eerbiedigen, maar zijn het blijkbaar niet van plan. Ze "zoudeln i|n Thracië alleen een gendarmerie sturen om de orfde te bidwanen, maarDoen ze het weer niet? De Franschign 'beginnen hen langzamerhand ook in de gaten te krijg©n. (En nu de Turken in Oost-Thracië in tegenspraak met de overeenkomst van Moieidiainia e?n leger, vjan 30.000 man willen lichten, biegjnjnen Ze ook te. protes- teerien en zoeken steun bij Engeland voor een gezamenlijk prbtest. Of het veel helpen zal? De Tufkleln zullen ongetwij feld het prptpst met eerbiedig iezorg en in welwillende aan dacht,. maarvoojr kennisgeving aannemen, zooals ze tot hu toe steeds gedlaan hebben. Je iaat de menschsi maar praten, knikt e©ns bevestigend en gaat jie gang, schijnt hun stelregel. Ein na het succes, dat 'ze ermee gehad hebben, zullen zie h|em zoo makkelijk niet loslaten. Ze gaan vrouw ons in allies hun eigen gang. Dan Sultan te Konstantjnopel rebben zie afgezlet. Niet om een republiek bf een of andere Europee- scbe regeeringsvorm voor het Sultanaat in 'de plaats te zetten. Ze 'hebbien een eigen staatsvorm gelmiaakt, "waarin alle mactu berust bij de Nationale Vergadering als vertegenwoordiger vpjn het volk en dat biet (enkel de weitg|e(vie|ndi3, als m fL.uro- pieesche republieken, maar ook die uitvoerende, Zoodat ze niet alleen geen president of ander staatshoofd hebben, maar ook geen ministers, eln in dte plaats daarvan een soort man lati ns sen, d|ie voor een 'bepaalde taak (door de Nationale Verga dering wonden aangewezen. De voorzitter dier vergadering heeft leen vrij uitgebreidis macht. Maar naast dezen komt een kalief, als een geestelijk hoofd ider Mohammed a a n s nb e wereld tie staan, die onder medewefrMrig 'der priesters door Üie Nationale Vergadering uit het tegenwoordige SuUansge slacht wortllt gekozen. Dit laatste raakt natuurlijk ook de xtest der Mohammedaansche wereld. En het :is nog zoo zeker niet, dat die mpt deze nieuwigheid ge(hoieg|e|n noemt. Missetsen zullen die hoeren te Angora daarmee hog m©er last krijgen dlan met de heele Entente. Toch schijnt het niet onmogelijk', d;at de nieuwe bruta'iteh FEUILLETON. DE WERKTUIGKUNDIGE. Dat was nog niet alles. Door zijne onvoorzichtige eischein en voopal door die manier, waarpp 'hij die voorgedragen had, bleef hlern geen twijfel over, of hij had zich Rodille tol een on verzoen lij ken en gevaarlijken vijjand gemgaakt. In dien staat ■vain zaken kon hij ook ,op Rodille's hulp niiet meer rekenen in het opsporen va;n" den verloren bijbel, die nu- wel nooit terecht zou komen. D'it alles zieidte en henzeide Paul tot zichzelven en in allen ernsc vroeg hij zich af, of Ibet beste wat hij doen kon met zou zijn z'idh voor hlet hoofd; te schieten, of zich uit net dakven stertje zijner kamer op de strlaat te pletteren te laten vallen. Terwijl Paul zidh aldus aan zijne (wanhoop overgaf, wreef Rodille zich vrooffijk in de handenals iemand Mie volkomen tevreden is met 'den loop, dien Ide z&kian nemen waarbij hij bieiang 'heleff. „'KomaanP' sprak hij, „alles gaat z|oo (goed als ret kan. „Paul Merlcier. blijft mleer d|an ooit jin mlijne macht en ik b©n fevrijd val} ijn gevraag om geld, dat inderdaad toch al zte be lachelijk is; want waaxibm zpiu (ik ihondlerd duizend francs uit geven voor iets, dal ik hebban kan zojnder dat het mij eten stuiver behoeft te kosteh'? Blanche van hare zijde behoort mij 'evenzeer toe als Paul ik' Iheb slechts te kiezen wie Va|n beiidien mij het beste tot bereiking van mijn oogmerk kan di©nien. Blatidbe Vaubaron, dat weet ik "wel, lis de eeniga erfgename van de millioenen, die ik' in het voonTuitizfioht heb; maar zoo zij' ier niet was, waren Paul's irecihtie(n onbetwistbaar, in elk geval ein wat er ook gebeuren moge, dje erfenis van Aindr(e|as Besnard kan mij niet ontgaan. Blanche moet 'dus mijne vrouw worden (sn zoodra ons huwe lijk voltrokken is, zal ik gemakkelijk 'hare rechten doen erken nen en d|a mffijioeh-ein inpaalmen, of 'zij zal in hare weigering vol'hardfen; dan zal zij nutteloos, misschien zelfs gevaarlijk vvofd(en en in dat geval moet zij wel verdwijnen. Dien ou'cidn bijbel z&'l ik dian op het 'vuur wierpen, opdat niet de een of andere nieuwsgierige e'r vré.egex of later (dan neus in steke ien achter dj© waarheid kome. Daarna rzal ik de acte te vooi - schijn brengen, waarbij alle rechten op !de erfenis van Paul Merc'ier, in wiens plaats ik alsdan Optreed, aan mij afgestaan wordjen. viah de Turkten die Elntente ook 5n hst Oosten weer waf hech ter maakt. D|e Frahse'hen beginnen zlich af te vragen, waar dat /naar toe moiet en of (zij, als vrifehdén van de Turken (wellicht ook bij djën neus genomen worden en of niet misschien Turken en Russien samien ondier één hoedje spelen tegen West Europa. Voor cljen nieuwen Engelschem eerstien minister zou een diergelijk bijdraaien van Frankrijk geen kwaad begin zijn. De Oostiersche kwestie, waarover Lloyd George ten sLoUe gestruikeld is, blijft een netelige voor iedere Engelsche regee- ring. Voor de verkiezingen uitspraak hebben gedaan, kan er in het Oosten nog heel wat gebeuren. En dié verkiezingen moeten Boinar Law toch feitelijk zijn definitief mandaat geven Blijkbaar sturen de conservatieven aan op een zelfstandige meeddieAeid, waardoor ze niet vgn Lloyd George afhankel'ifc zouden blijven. Tal van conservatieve candidaten zijn dam ook tegenover Lloyd' George's volgelingen, ,de nationaal-libe- yralen conservatieve zetels. Op "andere plaatsen werken echter ddeze twee weer samen. Ook nationaal-liberalen en onafnain- kelljke l'iberïalien werken samen, te Manchester en elders. Al leen de arbeiderspartij staat eenzaam in den strijd. En waar schijnlijk is zij wel. de oorzaak van "die veelsoortige samen- Iverk'ing. Tegen dé uitersten vajn rechts (en links, is Lfoyd George's leus. En die leus pakt velefi, ook onder hen,, die niet tot zijn volgelingen behoorem. De genaaehteraadsverkie zingen schijnen daa rwel op te duiden. Voor de arbeiderspartij •is 'haar resultaat geen gunstig teeken. In Italië doet die leus blijkbaar een. beetje eenzijdig opgeld. Mussolini, hoofdman der fascisten en nieuwe eerste- m'uister, is (wel tegen die uitersten van links, misschien 'wel tegen dpn haelen iinkexkhnt. Maar of hij het ook tegen de uitersien van pechts zoo nood-ig zal opnemje(n: is tpt nog tóe niet gebleklen En zelf staat 'hij er te gevaarlijk dichtbij' om daarvan veel te verwachten. Voorloopig heeft hij alleen hog m ir: ruzie met Ö|e ItaliaansChfe gezanten in het buitenland. Maar dat schijnt ook al weer te betijen. Sfoxza, gezant té Parijs, die ontslag nam, dijkt niet ongenegen om daarop terug e komen. En zelfs de Berlijnsche gezant, 'in de Italiaa'nsche politici: vrijwel tegenvoeter van Mussolini, heet o pzijn post te blijven Oogeriblikkelijk, nu dé commissie van herstel te Berlijn oin- dérhandelt, haeft men hem ook allicht noodig. Met die onderhandelingen lijkt het nog niet erg vaa e;en ïeien Öjakje te gaan. De Duitschprs blijven ero nstaan, dat stabilisatie van de mark' een eerste éh onmisbare voorwaarde is en dat die niét te bereiken is zondier buitenlands che iee- Wa'arhjkmijhe plannen zijn goed overlegd I Zij moeten tot lee In geneden uitslag leiden en dat zullen zij. Hf'heb duizend kansen tegen een voor mij. Van dit ooganblik af kan ik vic torie roepen en zonder de mlinste Wej&vaalndhieid mjzelven bekennen d|at dit alles mij eer aandoet.'" Den volgenden avond ten negen ure kwam P-vii in het steegje in de rue des Amandiisrs Popincourt; hij klom over dien muur, daalde in den tuin neder en liep naar de gewone plaats, die evenals den vorigen avond ledig was. De onbe- grijpelijkte afwezigheid van Blanche deed zijh angst verdubbe len; hij dlacht bij zichzielyen dat zij] ongetwijfeld ziek mis schien wel gevaarlijk ziek moest zijn; hij stelde zich zijne geliefde voor oogen, bleek ©n sterviehide ö(p het ziekbed lig gende en op het punt dien laats ten snik te geven, zonder dat ter eene vriendlehhhh'd in 'har© nabijheid "was om haar de oogen te sluiten. Zoodtra dit akelige denkbeeld eenmaal wortel geschoten had, in zijn geest, girloieidé het snel aan. In weinige minuten was het van teene veronderstelling tot zekerheid geworden. Daarop verloor Paul geheel en ai zijne bezinning. Een soort vain waanzin maakte 'zich van fiem mees ter en op gevaar af alles te verliezen, besloot hij in het huis binnen te dringen e'n Blanche nog éénmaal voor net laatst te zien. De dieujr wais niét gesloten. Paul opende 'haar zonder ge- diruisch en sloop stil in de 'vestibule. Hij wijst niet waar zjch de kamer van Blanche bieyond; (maar hij ^vermoedde dat die gehee, boven in 'het gebouw moest zijn, (wafit het huis was niet groot en dé doctor had zooals hij wist de geheele eerste ver dieping in gebruik. In de duisternis zbcht hij zoo goed mogelijk' zijn weg en deed zijn best zich met juistheid de richtifng te herinneren, dïen hij vnoeger gevolgd was, toen Rodille hem met e©n© boodschap voor den dokter belast had; maar hij wist, niet'waari zich dé trap bevond, dien hij in de duisternis op dra tast moest zoeklen. Hij wanhoopte- echter niiet aan het bereiken van zijn dpe'l. Langzaam en voorzichtig volgd ehij dien (muur, elk oogenblik meeniendie ide eerste trelden van de"trap te vinden; maar op eenmaal stootte zijn voet tegen ©en on verwachten nindérpjal- é&n stoiel, dje in den gbpg vergieten was, en die nu -met groot gedruisch omviel. Terstond ging eén deur open, eien stroom'van licht vlet in Ining ©'n moratorium. Dat laatste woordi werkt echter op idé Franschien als een roode lap op éen stier. Efn hot schijnt, oat ook Bradbiiry, de Engelsche afgevaardigde in 'de commissie, ier niet zoo heel veel meet Voor voelt. Italië zal er, nu Musso lini Idiaar het heft in handen heeft, allicht nog minder warm voor zijn. En zoo blijven -die Duitscbers en hun mark m ae kou. Wanaeer die kou zich nu maa miet verder gaat uifbrei- d|enzooadat tien slotte het heele économische !ie\-en valn Europa bevriest. Die financieele deskundigen in alle landen die op uitnoodnging vah de Duitscbe negeerihg nu te Berlijn verga llen en onder hun bekendheden ook Mr. Vissering, de prtesi- dent der Niederliandsche Bank tellen, -hiebben (er blijkbaar een hard^ hoofd. in. De mark blijft idalen en stoort zich al evenmin als te'ie Tur'ken aan de wenschen (en verzoidken van Frankrijk ien Engeland en geheel West-Europa, maar gaat alst eten echte koppige zijn eigen gang! UIT DEN OMTREK- HEER HUGOWAARD. Onze vroegere plaatsgenoot de heer J. Kostelijk' Pz hoofd commies ter secretarie te Velsien is aldaar benoemd io.-'Ge meente-Secretaris. In de „Oprechte Haarlemsche Courant'' lazen we. naar aanleiring dezer benoeming, een zeer waar- dieenen'd schrijven betreffende den heer Kostelijk. Op 18-jari gen leeftijd werd hij benoemd tot adjunct-commies te Sclioien op 12 Febr 1905, op 1 Sept. van 1916. kwam hij in gelijke functie te Vjelèen ,waar hij 1 Sept. 1911 bevorderd werd*tot commies ien iin 1914 tot hoofdcommies. Tpt zijne benoeming tot Secretaris it c;e heer Kostelijk fden titel van hoofdcom mies gehad, doch, zoo schrijft men in bovengenoemd artikel', m waarheid werd door hem sinds janen het secretariaat waar genomen, doordien de Secretaris van 1914 tot 1917 onoer de Wapeenen was en later door ziekte, eep langdurig verlof genoo'Groote belangstelling was in de- igemeeinte Velsen reeds betoond toen die heer Kostelijk in 1919 zijn 121/2 jarig juDi'eum vuer:Ie, waarbij van w-le zijden hooge 'waardieierjitng werd ui.ge sproken. Sindis 1911 was die heer Kostelijk mede ambténaar van den Burgerlijken Stand. Uit het schrijven, waarin we het bovenstaand© vonden 'vermeld, hebben we tevens mogen op maken, dat men te Velsen (niet alnidiers vieirwaehtce, of nu het Secretaris-ambt openviel, de heer Kostelijk voor dit ambt züu worden aangenomen. Bij zijne groote bescheidenheid is üe heer Kostelijk voor c'e gemeente Velsienblijkbaar vee! ge weest en blijkbaar is het den 'schrijver van bovengenonric/at: 1 - kei een genoegen te mogieln eonstateeren, (dat dit door V elsen wordt gewaardeerd. 1 den gang, de magnetiseur kwam met [een pistool in de hand uit rijn kamer en pakte Paul bij den kraag, uitroepende: „Ah, ellendigep'' „Doodt mij niet, mijnheer Homer,'' stamelde Paul, die het pistool op zich gevestigd zag'; ,,ik Zweer u dat ik geen mis dadige bedoelingen heb.'-, „Gij kent mij,'- riep die dokter uit, vervvonder(Ü dat hij zijn naam hoorde noemén, door dengeine dien hij voor een diéf 'hield. „Wie zijt gij?", En zonder antwoord af te wadhtien, sleepte hij zijh gevan gene in d|e kamer, waar het, licht brandde. Inderdaad!riep hij uit; „ik zou <inij al zieer móeten bedrie* ©en, als g-ÜJ die kantoorbiedielnde van Rodille niet waart. >,U. gij bedéiegt u niet, mijnheer Horner!'' antwoordde Paul. „We', weergaas! dat hadt gij terstond moeten zeggen. Ik 'haid' u haast doodgeschoten'."'/; „Gij litet mij den tij(d niet tot spreken.'' „Dar is waar," hernam d© magnetiseur Paul loslatende en ziijn pistool neerleggend©. „Brengt gij mij leen brief van uw. patroon?" „'Neen mijnheer."' „Zijt gij dan met eiene (mondelinge boodschap belast?'' Paul aarzelde eer hij antwoordde, majar hij had een afschuw van liegen en antwoordde na- een oogenblik stilzwijgen: „Evenmin mijnheer..'^ „■Wat drommel 1"' riep de magnetiseur uit, „gij zult toch niét a'ndérs hier k'omien dan op zijh bevel en in zijn diens^ zou ik denken?'" Paul schudde het hoofd. - „Maar.-' hernam Frits Hoiher len 'zijn stem begon opnieuw, v.iatiüréuwig en dreigend te klinken, „wat ihebt gij mij te zeggen wat wilt gij?;'/ „Niets mijnheer.''*, „Dan zijt gij toch een dliief en gij zijt hier binnfen gedrongen met het oogmerk oin te stelen!'-' „Ik, ©eaa dief, mijnheer! o, als gij mij héter ken-det zoudt gij zoo nets niet meer zeggen.'., „Enfnn, spreekt laat zien; waarom komt gij hier? Wat wilt gij? Gij begrijpt toch wel dat uwe tegenwoordigheid riter op dit uur volstrekt niet natuurlijk is. Vooreerst, hoe zijt gij binnen gekomen; want ik heb zelf de deur gesloten en den -s.eutel m mijn zak gestoken,'" „Ik ben over d©n muur geklommen.-'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1922 | | pagina 1