Wit Koolzaad
Jan de Vries
Advertentiën
CORNELIS,
Deenscli Wil Koolzaad.
P. ST HOOPER
Vriesi Linimentun
Spierpijnen
Jicht en
Rheumatiek
ARRONDISSEMENTSRECHTBANK.
Zitting op Dinsdag 28 November.
Uitspraken.
Louis Jan v. d. T ged. valschheid in ge
schriften 1 jaar gevangenisstraf.
Hendrik v. W., heling 6 maanden voorwaar
delijk met 3 proefjaren miet bijzondere voor
waarden.
Hendrik v. W., mishandeling f 25 boete of
25 dagen voor,w. m|et 1 jaar proeftijd.
NIEUWE ZAKEN.
Diefstal.
Die 41 jarige koopman Thames V., uit Pur-
merend heeft in 1917 tie Alkmaar weggenomen
een koperen aker met dito ketting, toebehoo-
rende aan Willem Klaver, landbouwer te Alk
maar. Bekl. hoeft het akjertje verkocht aan
Kemps en heeft daarvoor ontvangen de som
ma van fl.50. Later Iheeft hij nog een witten
tuinstoel weggenomen uit dan tuin van den
heer Frankenberg. Hij beeft den tuinstoel ver
kocht voor bet luttele bedrag van twee kwart
jes. Bekl. moet nog verschillende straffen op
knappen. Of ihet alles is, weet bekl. niet. i,Hi
lariteit op de publieke tribune).
Giet. P. v. Btipriaan heeft 5 jaar terug een
witten tuinstoel van V. gekocht. H ijheieft den
stoel 's morgens in de vroegte gekocht, maar
's avonds was de ,stoel in beslag genomen.
Get. Frankenberg heeft in zijn tuin van de
woning Keninemerpark 's morgens een witten
tuinstoel gemist en heeft later dien stoel terug
gekregen voor het bedrag van f0.50. Bij de
veehouder Willem Klavie ruit Alkmaar beeft
V een koj*eren wat|eraker met dito ketting ge
stolen. Get. Klaver had 's morgens om half
elf den ake rgemist. G|et. heeft een jaar of
drie geleden (jen aker van Kemps terugge
kocht. De officier bekrachtigt het gewezen von
nis. Uitspraak over 8 dagen.
Diefstal in Secretarie vain Heilo.
De officier heeft wieder aangebracht de be
ruchte inbraak in bet Secretarie te Heiïo.
Beide beklaagden Joh. K. len Jacob L staan
wieder terecht. Biekl. K schijnt door L. te zijn
overgehaald om den diefstal in Hieilo te ple
gen. Hij 'had nog nooit inbrekerswerktuigen
gezien waaruit hij de gevolgtrekking maakt
dat hij onmogelijk aan den inbraak is be go :i-
men. Landman verklaarde voor den rechter-
commissaris dat hij niet is begonnen- Be bi.
K. weet zich absoluut niet te herinneren dat
hij aan den inbraak heeft deelgenomen ook
zelfs niet toen hij aan zijn schoenen een ken-
teeken van een schot vond dat bekl. had op-
geloopen tijdens zijn vlucht.
Als eerste getuige werd gehoord de brega-
dier van den RijksveldwaCht v. Gelderen. Get
beeft K. gehoord en miet hem gesproken in
:bet huis vaen bewaring. Verdjer werd als ge
tuige gehoord Dr. Mees, die een rapport heeft
overgelegd omtrent de toestand van het zenuw
gestel van beklaagden K. en Z.
In deze zaak werd de rechtercommissaris
Mr. Maassen gehoord, die K. twee verhooren
heeft afgenomen- Bij bet eerste verhoor heefi
K. ontkent en later hóeft de, rechtercommissa
ris op verzoek' van K. nog eens gehoord omdat
K. wênschte te bekennen. Dr Mestrong geeft
een breedvoerig betoog over den zieletoestand
van beklaagde K. De verdediger mr. v Reenen
doet hierop eenige vragen. Lang werd er nog
gesproken over al of niet in staat vajn toe
rekenbaar zijn van bekl. K.
Die zitting werd hierna geschorst.
Middagzittimg.
Eerst werd uitspraak gedaan in de heden
morgen behandelde zaak tegen den koopman
Thames V. Beklaagde wend veroordeeld tot
3 maanden gevangenisstraf met bievel tot on
middellijke gevangenneming.
Voortzetting zaak diefstal te Heilo.
Direct in de middagzitting werd Dr. Mees
directeu rvan Duin en Bosch gehoord. Er volgt
weer een discussie over Ihet al of niet ge" Jzijln
van beklaagde K. Deze 'beweert echter nooit
gek te zijn geweest en is het nog niet. De offi
cier begint mede te deelen dat zijn requisitoir
zal gebouwd zijn op het feit dat in Nederland
geen psychopateninrichting is. K. behoort niet
in gevangenis, noch in krankzinnigengesticht
thuis. De officier oordeelt het beter dat de
bekl. K. in de gevangenis gaat. De officier
requireert voor beidien ©en gevangenisstraf van
3 jaar met aftrek van preventief. Mr. v Reenen
de verdediger dringt er o paan dat K. in een
gesticht wordt opgenomen. Vopr L. vraagt Mr.
v. Reenen een lichtere straf.
Uitspraak over 8 dagen.
BURGERLIJKEN STAND.
FEUILLETON.
DE WERKTUIGKUNDIGE.
De dag van heden, de dertigste na dé ver
dwijning van Blanche, was door hem bestemd
pm zijn voornemen tot zelfmoord uit te voeren.
Sedert een maand lang was hij gewoon eiken
morgen zijn kamertje te verlaten en, niette
genstaande zijne toenemende zfwakte, door Pa
irijs rond te dwalen. Zijne bleekheid, zijne bui
tengewone magerheid, de koortsachtige gloed
zijner oogen, zijn ongeliij(ken stoptenden tred
de stap van iemand, die onder disjn invloed
staat van een idóe fiixp dit alles gaf hem
bet aanzien van een krankzinnige, die aan zijne
bewakers ontsnapt is. Inderdaad gevoelde Paul
dat hij krankzinnig wend. De wanhoop, door
het verlies van Blanche veroorzaakt, de ar
moede en de honger beroofden hem tusschen-
beide van het gebruik zijner rede. Hij had
aanvallen van waanzin, die evenwiel spoedig
voorbij gingen, en in elk daarvan zeide hij tot
zLchzelven dat hem geien andere keuze over
bleef dan te sterven pf krankzinnig te worden.
Zijn besluit wa$ reeds lang genomen, dat
|weten wij. Het uitstel van ©ene maand, dat
hij bij zichzelven vastgesteld had, spoeude ten
einde en op den morgein van dien dag had (hij
bij zijn ontwaken deze woorden gefluisterd:
„Eindelijk is de d|ag der verlossing daarl'
Hij verliet zijne ellenidige legerstede, waarop
ihij zich .den vorigen avond geheel gekleed ne-
dergeworpen had en begaf zich naar de deur;
maar eene invallende gedachte hield hem terug
>vAls ik mij op Ihet midden van den dag jn
üe Seine werp," dacht hij, „zal mep mij er
uit halten, misschien uit menschlievepdheid pf
anders om de premie vopr bet redden van
drenkelingen te verdiepen. 'tZou kunnen zijn
dat men mij nog levend ophaalde ep ik zou jn
de droevige noodzakelijkheid gebracht worden
morgen nogmaals hetzelfde tie doen. 't Is beter
nog eenige uren te.wachten. Een dag is spoe
dig voorbij; ik zal mij eerst dezen avond ver
drinken."
Nadat hij dit besluit genopten had, wierp
Paul zich weder o pizijn bed; hij had evenmin
den moed als de kraCht om zooals gewoonlijk
uit te gaan, en hij wachtte totdat volslagen duis
ternis de helderheid vap dep dag vervangen
zou hebben. Langzaam gingen de uren voorbij.
jD eavond kwam; hij wierp een laatst en blik
op het armoedige kamertje, waarin hij zoo
ongelukkig geweest was iep waaruit hij zich
thans ging verwijderen opi er nooit meer weer
te keerpn.
„Vaarwel," stamelde hij, vaarwel armoedi
ge woning, dije ik met evap wei|njg berouw
ver iaat, ais het leven, dat ik verliezen ga. Moge
Ide arme duivel, die pa mij hier ©ene schuil -
plaats zal vinden, minder te beklagen zijn dan
ik!"
Daarop klom hij langzaam iden trap af en was
needs, in den bepeclepgang, tenen een schorre
stem hem terug riep. Due stem kwam uit de
loge van den portier.
„Hel mijnheer Mercdpr," riep de vrouw van
jdyp gortjer, „kom eeps hier als het u belieft."
BROEK OP LANGENDIJK.
Geboren: Pieter, zoon van D. Ottlo en van
A. Otto. Johannes, z van G. Engel' en van
N. Smit. Wilhelmina Neeltje, d van G. j
v. Gelder en van H. van Dijk - - Jacob, z. van
Jac. Kaas en van K. v. d. Sluis Neeltje, d
van H. Vink© en van A. Bakker
Gehuwd: J. Keizer en K. Vlug.
Paul verwachtte niets meer; hij hoopte niets
meer toch 'keerde 'hij terug en trad binnen.
„Wat verlangt gij van mij?" vroeg hij.
„Ik heb iets voor u, mijnbeer Mercier."
„Wat dan?1'
„Een brief; de brievenbesteller heeft item
pog geen uur geleden gebracht."
De jongeling stak de hand uit staar het slecht
toegevouwen ©n lomp dichtgemaakte 'papier,
dat die porfierste rhem toereiktemaar op het
oogenblik dat hij den brief zou aanvatten, trok
zij hare hand weder terug.
,,'t Is drie stuivers," sprak dewrouw.
Een droevig glimlachje vertoonde zich op
het gelaat van Paul.
„In dat geval, mejuffrouw," sprak hij, „kunt
gr dien brief 'behouden en hem aan den brie
venbesteller terug gevep."
„Terug geven! en waarom dan toch, mijn-
1'heer Mercier?"
„lOnidat ik de port niet betalen kan."
„Hebt.gij geen drie stuivsrs b iju?"
„Niet bij mij en nergens leiders. Ik bezit voh
si pekt niets."
,,'Wel arme jongenGij moet dan wel erg
lm verlegenheid zijn. Wielmu, zooveel te erger
voo rmij. Neem den brief toch maar. Gij
Gi; zult mij dat tegelijk met .bet andere betalen.
Wij zullen elkander nog wel mee rziem, niet
waar?"
Paul deed zijn mand open om te antwoorden
dat hij zeer zekerlijk die schuld nooit zou kun-
düH betalen, hoe klein zij ook wezen mocht;
maa rde portierster liet Ibem den tijd niet ton
spreken. Zij brak den brief open, qntvoüwde
hei papier en hem den jongeling voorhoudend
sprak zij:
lees maar spoedig wat er in staat. Gij ziet wel
dat het nu toch te laat is om hem te weigeren
rlie brievenbesteller zou hem toch niet terug
nemen."
Getroffen door de ruwe maar toch welge
meende vriendelijkheid van de goede vrouw,
naderde Paul de lamp en wierp een blik op ihet
papier, dat slechts weinige regels bevatte. Nau-
wielijks echter had hij er bet oog op geslagen, f
of 'hij liet een kreet van vreugde hooren.
„O juffrouw!" sprak hij mei eene ontroe
ring, die hem bijna het spreken belette. „God
moge 'bet u loonenl gij hebt mij bet leven
gered."
Daarop liep hij ajs een waanzinnige den
gang door en was weldra op straat uit het ge
zicht verdwenen.
MARKTBERICHTEN.
BROEK OP LANGENDIJK.
29 November 1922.
5430 stuks Bloemkool, Leoerf 5.40—8.40,
Reuze 8.7012.50, 34700 kilogram roode kool
1.20—2.— groote 0 60—1.10, 28500 kilogram
gee kool 0.90—1.40, groote 0 50—0 80, 19000
kilogram Denen 1.- -2.—, 4850 kilogram
uien 1.90—2.60, Drielingen 1 60—.220, 500 ki
logram Nep 3.30—3.50, 2650 kilogram Peen
1-701.90, 350 kilogram Rapen 0 9030 kilo
gram Spruitkool 10.10—10.20, 316 kilogram
aardappelen, blauwe 2.60.
30 N'ovember 1922.
4500 stuks Bloemkool, Leoerf 4.80—7.20,
Reuze 7.3015.20, 51700 kilogram roode kool
1.102.Groote 0.701.45250 kilogram
gele kool 0.80—1.30, Groote 0 40—0.70, 31550
kilogram Deensche witte kool 0.801.60, 21000
kilogram uien 1.30—2.30, Drielingen 1 90—
21400 kilogram Peen 1.30—2.— 5550 ki log ran
Bieten 1.102.50, 1250 kilogram Rapen 1 10
800 kilogram Rammenas 1.40—2.40, 20 kilo
gram Spruitkool 5.90 250 kilogram blauw;
aardappelen 1.40
NOORDSCHARWOUDE.
29 November 1922.
Grove uien 1.80—2.40, Drielingen 1 50—2.-
Roode kool 0.70—2.20, Gele kool 0 40-1.30
Deensche witte kool 0.901.70,
Aanvoer 28 November:
225 kilogram aardappelen, 9145 kilo uien,
4450 kilogram peen, 72250 kilogram roode kool
22750 kilogram gele kool, 14800 kilogram witte
kool, 61200 kilogram Denen, 200 kilogram kro
ten, 1115 stuks bloemkool.
30 November 1922.
Bravo's 1.80, Schoolmeesters 1.90, Grove
uien 1.302.40, Drielingen 1 502.10, Nep
2.30—2.70, Peen 1 20—1.50, Roode kool 0 50
tot 1.40, Gele kool 0.30—0 90, Witte kool O.'tO
0.70, Deensche witte 0.701 30.
Aanvoe r29 November:
9000 kilogram uien, 19950 kilogram roode
kool, 9450 kilogram gele kool, 47450 kilogram
Denen.
WARMENHUIZEN.
28 November 1922.
Roode kool 0.95—1.50, Gele kool 0.85--1.15
Witte kool 0.500.60, Deensche witte kool
0.70—1.40, Uien 2 10, Peen 1.40—1 60, t it-
schot roode kool 0.40, Uitschot gele kom 0.35
Aanvoer: 12425 kilogram roode kool, 8350
'kilogram gele kool, 47/00 kilogram witte koot
625 kilogram Uie.i, 4225 kilogram Peen.
29 November 1922.
Roode kool 0.75- 1.65, Witte.kool 0 55—0.65.
Uien 1.80—2.20, Drielingen 1 10—1.30, Peau
1.35, Uitschot roode kool 0.35—0 85 Bh
kbol 6.50. Aanvoer: 15720 kilogram roodefe
21500 kilogram witte kool, 10495 kilogram
450 kilogram Peen, 175 stuks Bloemkool
ALKMAARSCHE EXPORTVElLlv
27 November 1922.
Roode kool 0.50—2.10, Gele kool 0 70-"
Wortelen 1.60-.180, Uien 1 10—2.60, ApJ
4-13-—Peren 417.—, Spruiten
tot 13—, Witlof 21.45.—. f
De wolken scheuren vaneen.
Ziehier wat het briefje inhield:
„Lieve Paull Ik schrijf u in der haasr.
Zei deze brief u ter hand komen? God
geve hetl Fritz Horner ien Rodille voeren nnj
imet zich mede ver van Parijs ik heb jh'em
hooren spreken van Bretagne. Die mannen
jagen mij vrees aan. Ik gevoel wel lat mij
met hen ieder oogenblik een nieuw gevaar
bedreigt. Volg mij, Paul; verdedig mij! ried
(tnij als gij kunt als gijl mij lief hebt!
Blanche."
De inhoud van dit briefje is betier dan alles
iwii wij zeggen konden in staat de plotselnge
vreugde van Paul te verklaren.
Blanche was dus voor hem niet verloren.
Van het oogenblik af, dat zij zich in han
den van den magnetiseur ien van Roadie be
tond, was hij zeker haar terug te zulien vinden,
al moest hij liaar pok tot aan het einde id'jr
wereld volgen.
Uit de rue du Musée komende, haastte Pa.ul
zich door den doolhof van straten en stegen
heen. naar de wijk Popincourt, met die flauwe
hoop dat Blanche wellicht nog niet vertrokken
zot. zijn dat het hem misschien gelukken
zou 'haar vertrek te verhinderen- Hoe? door
welke middelen? dat wist hij-zelve niet en
bekommerde er zich ook niet over. Hij Lep
als een hollend paard, onderweg bij zich'.el veil
3. erhalende
„God is goed voor m ijgeweest ik heb
gedaan dezen morgan niet te sterven.'
Wij zullen wel niet behoeven te zeggen dat
Paul in zulk eene overspanningverkeereude,
geen de minste acht sloeg op hetgeen rondom
J.em voorviel. Hij liep tegen de vooroijgangers
aan, zonder hunne klachten te hooren of eeni
ge notitie van hunne scheldwoorden of be
dreigingen te nemen. Elk' oogenblik was hij
in gevaar doo reen rijtuig verpletterd te wor
den. Dan hoorde hij op den hoek ©eper straat
eensklaps het geratel van wielen, paardenge
trappel en een geroep van: heidaarl hei daarl
Een vurig paard kwam recht op hem aan. Hij
Wilde op zijde springen, 'maa rhet was ie laat.
Hij hoorde de menschen schreeuwen, eene zon
der tinge gewaarwording maakte zich van hem
meester; daarna zag hij, hoorde hij, gevpeioe
hij niets meer.
Toen hij weder tol ziohzielvem kwam zal hij
in den winkel van een apotheker op een arm
stoel; natte doeken waren om zijn hoofd ge-
Wonden; een dokter, di|e zich bij toeval daar
bevond, liet hem vlugzout opsnuiven en ©en
jong, zeer rijk gekleed man, stond hem met
de grootste belangstelling tie beschouwen. Du
jonge mensch, de onwillekeurige oorzaak vain
Let ongeval, dat eigenlijk alleen aan Paul's
eigen onvoorzichtigheid geweten kom worden,
|was de eigenaar van het paard en rijtuig.
Eenige minuten waren voor den geneesheer
voldoende om zich te verziekenen dat Paul niet
ernstig bezeerd was.
„Inderdaad mijn jonge vriend," sprak Iiij,
„gij kunt van geluk spreken dat gij er zoo
afgekomen zijtieder ander dn uwe plaats zou
zich den nek of armen en bsenen gebroken
Lebben. Gij zijt echter nipt bezeerd en niets
belet u uwe wandeling voort tp zetten; ik zou
u echter aanraden in liet vervolg wat voorzich
tiger te zijn."
„Mijnheer," sprak op zijne beurt het rijk
gekleede jonge mensch tot Paul, ,,ik zou liet
mijzelven nooit vergeven hebben, zoo u door
mijn toedoen een ongeluk o vernomen ware,
hoewel ik mij niets te vierwijten heb zelG
geene onvoorzichtigheid. Ziehier mijn adres,
klom mij opzoeken en zpp ik u in het ©en oi
lander opzicht nuttig kan zijn, zal- het mij zeer
aangenaam wezen."
Geboran
Zoon ran
C. TEN BRUGGENCATE
en
G. TEN BRUGGENCATE-Bakk,,
LaDgsa, Atjeh, (Ned. Indië),
25 Not. 1922.
TE KOOP:
KUIKENS «net I IIAAN, (uit,
komen Pinkster 19221. plu* NACII
IIOK. groote KIPPENLOOP ei)
PULLENLOOP met Naclitholij,,
Te bevragen bureau dezer, letter
(8 pond) eu
(2 pond.)
Voor soortechtheid wordt ingestaan,
Heerhugowaard (Noord)
doet beslist Terdwijnen alle
Zaadmarkt 72—74' All
Telefoon 324.
De gelapte en versleten kieeding van Pau
gaf ide duidelijkste blijken van armoede, en c!
jongeling voegde er dierhalve beschroomd
op zachten toon bij, teneinde dien persoon ic
wien hij sprak'niet te belieedigen:
„LTwe klieederen zijn door dien val gesc'heui
ien bedorven en 't is niet meer dan billijk, ri;
'gij- mij toestaat de schade te herstellen."
En zonder Paul's antwoord af te wachten
drukte hij hem tegelijk miet zij|n adreskaart;
ieóne kleine beurs in de 'hand, waarna hij sn;
den winkel verliet.
Paul Mercier verwijderde zich op zijne beur
riood van schaamte ove rhetgeie(n hij als ee
aalmoes beschouwde, nadat Ihij eierst den apt
thekér en den dokter zijne dan baarheid be
tuigd had voor de zorgen, die zij aan hem te
steed hadden.
Toien hij een honderdtal schreden verder w
haalde hij het kaartje en de beurs uit zijn zak
O phet kaartje stond een aristocratische naam
en in het beursje 'bevonden zich zes goudstuk
ken. Dit geld was voor het oogenblik e
werkelijke schat voo rPaul', die niets meer I
zat ©n letterlijk stierf van honger. Blijkbaar
was het eene onverwachte uitkomst, die de
Voorzienigheid hem toezond. Die jongeliin
'hield het er ten minste voor. Uit den grod
van zijn 'hart dankte hij God etn z|ij|n onbekenden
weldoener.
Het was geheel donkler toeln 'hij in de rue
des Amandters—Popincourt aankwam. Hij wil
de nu niet meer ter sluiks en door overklim-
ming van den muur de wooing van den map
netiseur binnen dringen. Hij was vast beslo'en
openlijk' en krachtig op te treden, Blanche up
te vorderen als zijne verloofde en den dokter
ingeval van weigering met die tusschenkomst
der politie te 'dreigen.
Dientengevolge |en als wilde hij zich nog
didaardoo rin zijn besluit versterken, schelde
'hij hard en driftig aan. Na verloop van e©
paar minuten kwam de dienstmaagd opendoe:
„Wat wilt gij?" vroeg zij.
„Dokter Horner spreken."
„Die woont hier niet."
„Mijnheer Leroux wil ik zeggen," verbeterde
Paul, die zich herinnerde dat de dokter niet
onder zijn waren naam bij ide meid bekend wat.
„O, mijnheer Leroux. Wellnu, als gij hem
spreken moet komt gij te laat."
„Is hij vertrokken?" vroeg Paul.
„Zooals gfj zegt; daar stras, ten drie ure
met zijn vriend en de jonge juffrpuw. Zij zijn
in een mooi post rij tuig, met ejen postillon en
paarden met bellen aan, wiegjgereden. Dat had
je eens moeten zien! al de melnschen uit
de buurt stonden voor de ramen te kijkepi.
Als je hem na wilt looped zal je jie moeten
'haasten."
Paul boog het hoofd; de dienstmaagd zag
hem nieuwsgierig aan.
„Maar wacht een beetje," sprak' zij; ,,ik ken
u. Gij zijt wel eens meer hier geweest, niet
waar?1'
.Ja."
„Zoudt gij misschien dat jopgie mensch zijn."
„Welk jong mensch?