H a JandeYries Advertentiën Te koop: .E s E ga Jjpq i s f: olü 0fc 3 J 5 "S3 Vriesi t Linimentum Spierpijnen Jicht en Rheumatiek dri" volgt toch wiel ons doieln eti latenimtaeïs elk onzer organisaties noodigt vertegenwoordigers van Koophandel" uit in hare algemeene vergaderin gen, de „L.G.C" zelfs in hare volledige Bestuurs vergaderingen. Maar Koophandel" weet dan toch ook, dat b.v. VERPLICHT VEILEN in alle aan gesloten vereenigingen onzer organisaties ernstig is besproken en met schitterende meer dierheid is aanvaard! D;.t is dus maar niiat een bestuuirs-wil- iskeurtje geweest. Wis mogen hier heusch wel spreken van een besluit genomlen door d! e 1 e d e s. der organisaties. En nu rnag „Koophandel" die voorstanders g k k e n, en onze organisatie» g ïkkenh u z en noemen, daarmede toont ze zich zelf nu niet zoo bijstier groot en wijs; en onze wijzen, we be loeien 'de voorstanders van vrif hield, de enkelingen, die meenen zich niet aan genomen beslirtan te moeten houden, welnu die vrij he :d kunnen ze zich verschaffen, maar dan moeten ze toch ook geen moment langer :n onze organisatie blijven. „Koophandel" schrijft, zonder protest het z.g.n- op voo r ve r ko op en te hebben aanvaard. li theorie wellicht al, doch heeft de praktijk niet k%c anders geleerd? Of stomen zich de leden van „Koophandel" met aan gienomten besluiten, als het hun niet voegt?! Herzie dan eerst U, zelf, voor dat ge een andere organisatie tracht af te breken v Heeft „Koophandel" wel overzien de gevolgen voor al haar lieden, ook de z.g.n. kleine koop lieden, toen ze in hare vergadering van S No vember haar besluit nam? en heeft „Koophandel" er aan gedicht, hoie de betaling zal moeten ge schieden? De contracten bestaan niet meer. Dus al's van ouds? Wij meenen dan alls slotwoord! te moeten zeg gen: VRI1HEIDSMENSCHEN brandt je niet! De Besturen der Veilingsvereenigingein'. BROEK OP LANGENDIJk. NOORD S'CHA RW OUDE', WARMEN HUIZEN. 0|B.DAM'. Onderstaand antwoord werd gezonden aan den 'Hooged. Gestr. Heer A- M. Michels, Lid de. Gedeputeerde Staten van de Provincie Noord- HolLand, naar aanleiding van diens schrijven in „De Alkmaa.'sche Courant" d.d. 4 December jl. NOORDSCHARWOUDE,, 12 Dec. 1922. Den Hooged. Gestr. Heer A. M. MICHELS, Ltd van Gedepuitteerde S'taten van die Provincie Noord-Holland, Dien Helder. Hoogedelgestrenge Heer! Van bevriende zijde werd mij' een nummer van de Alkmaarsche Courant" gezonden, d.d. 4 Dev. een paar aanmerkingen zijn gemaakt op mijn ope- j.l., waarin i in leen ingezonden stuk van Uwe ham: niingswoord, gesproken op 29 November j.l. 'te Alkmaar ,op de Vergadering van Afgevaardigden van ongeveer alle Polderbesturen van Noord-Hol land boven het Y. Het verheugt mij buitengewoon, dat needs één der Hoeren van Gedeputeerde Sta ten van Noord-Holland erkent, dat in bet Regle ment van het Hoogheemraadschap het recht is geschonden, en dat geschonden recht vraagt om rechtsherstel. U maakt echter een tweetal aanmerkingen aan mijn adres, welke nieit onbeantwoord mogen blij ven. terne© -, omdat ik er prijs op steli, door U niet te worden misverstaan,' Ten eerste had ik volgens Uwe meening niet ■mogen zeggen: „daar hst heette, dat bet niet anders was, „dan eene andere wijze van Biestuursregeling." en bij bet resumé: „dat bij da 'totstandkoming van het Hoogheem- „raadschap de goegemeente niet heeft gewe- „ten, dat het in de bedoeling lag, de door de „Provincie en het Rijk gedane betalingen, van ,„ons terug te vorderen, en een contract te V „annulseren, gesloten door Rijk en Provincie en („Waterschappen Inderdaad, Hooggeachte Heer Michels, het was op 29 November, en het is nu nog mijne volle overtuiging, dat 99 van 'de 100 thans Aangeslagen men dn de belasting van bet Hoogheemraadschap (en dat noem ik de goegemeente),, in 1919 abso luut niet hebben geweten, dat hunne Provinciale Overheid toen bezig was, eene onrechtmatige daad jegens hen te plegen, eenvoudig mede, omdat zij dit zeker niet van die zijde hebben verwacht. Het is werkelijk waar, da't in 1919 jn ons dis trict de gangbare gedachte is verbreid geworden, dat het Provinciaal Bestuur niets anders bedoelde, dan ©ene eenhoofdige Bestuursregeling voor alle Zeedijken. In het jaar 1922 is mij voor het eerst ter ken nis gekomen, de inhoud van1 het Reglement voor het Hoogheemraadschap, en gelijk het mij is ge gaan, was het zeker ook met 99 van ieders 100 Aangeslagenen in deze belasting. Bovendien geef ik U de verzekering, dat het zeer vele Leden van de Polderbesturen gegaan is als bovengenoemde 99% gewone menschen. En ai mogs het zijn, dat Polderbesturen er kennis van hebben kunnien nemen, gelijk nu blijkt,, dat sommigen ook hebben gedaan,, welke dan ooi hebben geageerd tegen de oprichting van het Hoogheemraadschap, valt het toch te betwijfelen of ook die wel in al de consequenties hebben kun nen doorzien de gevolgen van de toen ingediende voorstellen, gesteld, dat toen daarin al leesbaar was, wat later in het Reglement is vastgesteld. Dit is te minder aannemelijk, omdat U zelf schrijft „dat bij velen der Statenleden de vaste be- „taekenis van dit verhandelde nog niet scheet, „doorgedrongen." Zo ;udit misschien ook bij sommige Gedeputeer den zoo zijn geweest? Als het den Leden van Provinciale Staten niet duidelijk kon worden, tfie a.ls meest Ingewijden alles wisten van deze zaak moet het U toch niet al te zeer verwonderen, dat gewone eenvoudige buitenstaanders het niet ten- volle tijdig hebben begrepenr Ik ben daarom zoo vrij,, U mlse te deelen, dat op bedoelde Vergadering van 29 November door mij naar beste weten in eenvoudigheid is gespror ken, wat leeft in het hart van zeker gg°/o van de Bevolking van dit Gd west, en dat ik allerminst heb bedoeld, oneerlijke wapenen te hamteeren, en nog meen, dit niet te hebben gedaan. Uwe tweede aanmerking betreft onze stelling- „dat de Provinciale Regeering het recht zou „missen, de terugbetalingen of Watersnoodr „regeling te maken, zopals zij deed." U tracht !ts bewijzen, dat zij dit recht wel had, omdat haar 'dit door de GrondSvet en de Water- staatswetten is gegeven, dit kan ik echter niet mét U eens zijn. Hat mog: waar zijn, dait in het algemeen de Provinciale Regeering het aangewezen lichaam is, om Waterschappen te scheppen, en of hun Reg lementen te maken,, zeer zeker is door den Wet gever .nimmer bedoeld, dezie functie op eene wijze - uit toefenen, dat zelfs U mjoest zeggen, dat in deze handeling het recht is geschonden, en ook de Voorzitter van het Hoogheemraadschap zijne af keuring iets sterker moest uitdrukken hierover. Dat wij in deze meening in goed gezelschap zijn, moge blijken uit een schrijven van Z. Exc. den Minister van Waterstaat (verzonden 30 daj gen vóór Gedeputeerde S,talten de Provinciale Sta tiën hebben bewogen, haar standpunt over nemen), waaruit blijkt, dat Z. Exc. Zijne bijdrage aan de WaDersnoodikosten gaf, uithoofde van hét in 1916 bestaande Reglement 'tusscben Rijk, Pro vincie en Dijkbestuur.! Waar dus de Minister den plicht gevoelde, be staande verdragen na te koimen, steekt de verhou ding van de mede-contractante, de Provincial* Regeering, hierbij sterk af, die dien indruk geeft eeb Waterschap gemaakt te hebben, hoofdzakelijk om ontkoming t2 zoeken van verplichting, die op haar drukte, dit ten gerieve van Noord-Hoilanidsch Zuidelijk deel, ten koste van Noord-Hollandsch Noorden, waarvan groote 'gedeelten zieker later in aanmerking konden 'komen, om in die lasten mie e r 'te dragen, dan bijv. Amsterdam. Ik her haal daarom het gesprokene op 29 November. Provinciale Staten mochten de macht hebben gehad, om te doen, wat geschied is, of ze het recht hebben gehad, is ©ene andere vraag. Onrecht doen kan bezwaarlijk' hun recht genoemd ■worden, en het zou mij niet verwonderen, als bij zulk een gebruik van 'deze macht de Wetgever deze macht wel eens kon wijzigeii.r Als verschooning voor deze daad willen wij gaarne aanmerken. Uwe veronderstelling, dat de Leden der Provinciale Staten niet tenvoUe hebben beseft de vèr strekkende rechtssichending, die U) terecht opmerkt. Moge dit hun aanleiding zijn, te herstellen, wat hersteld moet worden. Ik vertrouw, dat U na mijn antwoord zult willen toestemmen, dat door mij ter goeder trouw is gesproken, en feitelijk Uwe zienswijze'in hoofdzaak met de onze overeenkomt. De op het oog wel aardig gevonden tweerege lige rijm, door U gebezigd!j Wie water deert* Wie water keert,, pasit practisch niet op het gemaakte Reglement van hst Hoogheemraadschap. Gelijk aangetoond', deert het water groote gedeelten van Noord-Hol land veel minder dan Amsterdam enz., dit bleek in 1916 maar al te duidelijk, «n blijft nog te on derzoeken. Bovendien 'deert een Watersnood, die een deel van Noord-Holland trof, evenzeer het gansche Va derland. De Watersnood was een nationale Ramp, gelijk de Lands- en Provinciale Regeering terecht voor zien beeft in 1845, toen zij het in 1916 nog be staande reglement maakte., Bij het begin zeide ik reedis, het op zeer hoo gten prijs te stellen, dat wij' U aan onze zijide vinden. Het doet mij lead, dat Uwe uitboodiging in 1919, om toen deze zaak te bezienj, destijds mij en zeer velen Irnet mij niet onder de oogen is gekomen, ik geef U gaarne de verzekering, dat wij ons anders zeker achter U zouden hebben geschaard., Onbekendheid is nog geen luiheid! Na deze toelichting zulit U niet langer mieenen- dat geheel Noord-Holland boven het Y niet anders verdient, dan te betalen, wat het niet schuldig is, maar veeleer aanspraak maakt,, om door U te worden bijgestaan, in den kamp', om het geschon den recht hersteld te zien.' Hst zal U bekend zijn, dat naar verluidt, Pro vinciale Staten in, 1919 niet voldoende waren in gelicht door Gedeputeerde Staten, dus toen niet met volledige kennis- van zaken hebben kunnen oordeelen. Dat dit U in Uwe booge positie, en allen, die Ja el L gelijke hooge betrekking bekleeden, thans sen reden |te meer zal zijn, om recht te zetten^ wat onder een vorig College is krom gemaakt, geeft ons vertrouwen in de goede oplossing de zer netelige kwestie. Wij vertrouwen, dat U met Gedeputeerde Sta ten de Provinciale Staten zul® bewegen, ridderlijk de gemaakte fout te erkennen, en met den mees- 't?n spoed, weer eene rechtvaardige regeling te mé ken, waarop de KROON hare hooge goedkeu ring niet zal onthouden. Bij voorbaat onzen dankl M'et verschuldigde Hoogachting, P. VERBURG1. MARKTBERICHTEN. LANGEDIJKER GROENTEMARKT BROEK OP LANGENDIJK. 13 December 1922. 1920 stuks bloemkool. 10.7018.80. 58800 fcilogr. 100de kool 1.101.70, groote 0.801.36300 kilogram gele kool 0.901.20 groote o-6o0.80. 3460c kilogram deensche kool 0.901.80 groote c.400.80. 12300 kilogram uisn 1.702.20. Drielin gen 1.80. 545 kilogram gele nep 2.302.50. 11600 kilogram peen 1.301.40. 12000 kilogram bieten 1.70. 7590 kilogram' spruitjes 4.906.8o4 14 Decem'ber. 2430 stuks bloemkool. Reuzen 10.7017.40. 35600 kilogram roods kodl 2.10- gnooWe 0.500.90 32000 kilogram gele kool 0.90—1.60 groote 060 0.80. 21800 kilogram deensche kool i-1.80 2e soort 0.60—0.80. 11525 kilogram uien 1.402.20 Drielingen 1.50—1.90. 270 kilogram nep' 2.40. 13200 kilogram peen 1.30—1.40- 405 kilogram, spruitkooi 4.30. 1400 kilogram bravos 2 50. N OORD ERMARKTB ONDI N O 0 RD SCH ARWOUDiE. 13 D'scemter. Bravos 1.60. Grovie uien 1.702.20. Peen 1.10 1.20. Roode kool 0901.80. Qeie kool 0.40—1. Spruitkooi 3.90—4.60. Dieensche witte 1.101.80 Kroten 1.70. Bloemkool 14.I4-30- Aanvoer van 12 Decem'ber: 6177 kilogram uien 14500 kilogram peen, 69575 kilogram roode kool,, 24975 kilogram gele kool, 57275 'kilogram deen sche kool, 1200 kilogram rapen, 800 stuks bloem kool, 300 kilogram' sprufWkpöl. 14 December. Grove uien I.7Ó—2.30. Drielingen 1.502.10. Nep 1.60—2.30- Peen 1.10—1.20. Roode kool 1 1.90 Gele kool 0.601.30. Spruitkooi 4.Deensche witte 1.1.90. Kroten 0.70—1.80. Rapen 1. Aanvoer van 13 December; 450 kilogram aard appelen, 6975 kilogram uien, 23675 kilogram peen, 47375 kilogram roode kool, 30850 kilogram gele kool, 47950 kilogram deensche kool, 1550 kilogr. kroten, 478 stuks !b!LoemlkiO|ol, 140 k.g. spruitkooi- WARMENHUIZEN. I 13 Decemlber. Roode kool 0.95—1.65- Gele kool 0.80-1.10- W- kool 0.60. Deensche witte kool 1.20—1.65. Uien 1.502.20. Drielingen 1.101.30. Peen 1.10.20 Uitschot roode kool 0.751.20- Uitschot gele kooJ 0-45—0.55- Aanvoer 13450 kilogram roode kool, 10175 kilo gram gele kool, 7050 kilogram witte kool, 3675 kilogram uien, 7475 kilogram peen.; DE UITKIJK. Eén vogel in de hand is beter dan tien in do lucht. Dat beginnen de Turken blijkbaar ook te begrijpen. Het feit is, dat de vereenigde entente mogendheden de baas zijn in EuTropa en als het er heelemaal op aankomt ook nog wel in het nabije Ooster. en dat de Russen wel een grooten mond hebben, maar niet de daarmee overeenstemmende macht. Ongetwijfeld zijn de Turken 'het volkomen met de Russen eens, dat Turkije de vrije beschik- yking behoort, te hebben over de zeeëngten even goed als Ingeland over Liverpool en de Itali- over de Straat van Palermo en dat daauit hun hun onverkort recht volgt die zeeëngten te ver sterken en zoo noodig te verdedigen, dus in oor logstijd er ieder uit te houden, die zij er niet in hebben willen. Zij zullen eveneens wel van de Russische meening zijn, dat het niet alleen voor Rusland maar ook voor hen voordeeliger is, zoo het recht sn de macht hebben, ongenoode gasten buiten hun deuren te houden. En ten slotte zal 'hun onverzettelijke eisch van volkomen onafhan kelijkheid wat moeilijk te verzoenen zijn met de beperking hunner souvereiniteit, die een tegemoet komen, geheel of gedeeltelijk, aan de verlangens van Engeland aan de Entente inhoudt. Maar /gedachtig aan het spreekwoord van de vogels in de lucht en in de hand zullen ze geredeneerd heb ben, dat, zoo Engeland hun een toestand wou ga randeeren, die van de volkomen souvereiniteit fei telijk niet zoo heel veel verschilde en wier ge volgen met de vrije beschikking een heel eind over eenkwamen, een positie ten opzichte van de zee ëngten dus, die hen in geval van noodzakelijkheid toch de vrije beschikking liet en de macht om gevaarlijke gasten buiten de deur te houden, dat het dan verstandiger was met een dergelijk ac- coo'rd zich tevreden te stellen dan de kans te loo- ,pen, dat, hun begeerigheid naar het onderste uit de kan hen het lid op den neus zette. De geallieerde mogendheden van haar kant kant zullen begrepen hebben, dat wanneer Turkije, door Rusland gesteund, onverzettelijk bleef, waar op gezien de Turksche mentaliteit wel kans be stond, een nieuwe oorlog onvermijdelijk was en dat ze ivoor een dergelijke oorlog niet alleen fgeen geld hadden, maar ook bezwaarlijk de in stemming van de volken zouden krijgen, en dat het dus het verstandigst was, wilden ze hun pres tige ié,n gezag voor alle eventualiteiten veilig weten, de Turken een beetje in 't gevlei 'te komen en onder den schijn van de Turken de wet te stellen zich in werkelijkheid naar de Turksche eiscehn zoover te schikken, dat ze in de zeeëngten toch altijd nog een oogje in het zeil konden houden. Ze hebben bovendien ongetwfeld een flauwe hoop gehad de Turken door deze te gemoetkomingen van hun Russische bondgenoo- ten te scheiden en zoodoende uit de minder voor- deelige regeling althans dit voordeel te halen, dat de tot-stand-koming van de voor hun positie 'in het nabije Oosten hoogst gevaarlijk vast aan eengesloten TurkscheRussische blok voorkomen werd. En krachtens dat inzicht hebben ze Lord Curzon gemachtigd in antwoord op de Russische eischen zijn voorstellen te doen: onbeperkte vrij heid van doorvaart door de zeeëngten voor koop vaardijschepen in vrede en oorlog met dien ver stande, dat ingeval van een oorlog, waarbij Tur kije betrokken is, dit het recht van doorzoeking heeft, en voor oorlogsschepen in vrijheid en vre destijd. maar geen mogendheid mag meer sche- ■pen ir. de Zwarte Zee hebben dan de sterkste 'oeverstaat en in oorlogstijd alleen voor neutrale 'schepen, wanneer Turkije zelf oorlogvoerende par tij is, en voorts voor de gedemilitariseerde zee ëngten een internationale commissie, waarvan 'n Turk voorzitter is. De Turken bleken daar al da delijk ooren naar te hebben. En wanneer de Rus sen zich aanvankelijk verzetten, dan was het ze- ker vooral om de geallieerden de vrees aan te jagen, dat het nog niet zoo gemakkelijk gaan zou. In Üe geheele geschiedenis schijnen de Rus sen met wederzijdsch Turksch-Russisch goedvin den de rol van den gedresseerden hond vervuld te hebben, die voortdurend dreigt den tegenstan der in de beenen te beiten. Hun groote mond heeft dan ook ongetwijfeld z'n dienst wel gedaan. De geallieerden zijn er blijkbaar zoo van geschrok ken, dat ze maar gauw met voorstellen kwamen aandragen, waartoe ze anders zeker in geen maan den te krijgen zouden zijn geweest. En wanneer ze meenen, de zaak handig voor elkaar gezet te hebben door althans niet toe te geven en de Russen en Jurken van elkaar te scheiden, dan men er zeker van zijn, dat die heeren tezamen in 'een hote1 te Lausanne zitten te gnuiven over het lukken van hun list en over de kool, dien ze der Fntente gestoofd hebben. Misschien is het maar te hopen, dat de Entente i het zelf niet begint te begrijpen. De stemming te Londen en straks te Brussel kon er wel eens on der lijden en Duitschland de dupe er van wordlen (Frankrijk wil nu de schadevergoeding voor goed I en beslist geregeld hebben. Dat een moratorium on J vermijdelijk is, begrijpt het wel. jMaar dan wil het waarborgen en panden. Men hoeft er niet lang naar te raden welke dat zijn. Ha de vorige Londensche conferentie, die zonder resultaat ein digde, zei LLloJd George: „de Franschen wil den met de Roer in den zak thuis komen." En de Temps schrijft nu openlijker nog: „Daarom be hoeft Frankrijk vooral de exploitatie van de Roermijnen als onderpand voor Duitschland's be taling. Maar Lloyd George, openlijker ook en beslister nu hij als eenvoudig Lagerhuislid geen blad meer voor den mond hoeft te nemen, waar schuwt opnieuw Frankrijk, een deel van Frank rijk althans wil den linker Rijnoever en het ge vaar bestaat, dat de bezetting gedurende 15 jaren onder een of ander voorwendsel verlengd wordt Mot in het oneindige. Zal de huidige Engelsche re- peering naar de waarschuwing en den Franschen drang kunnen weerstaan als de voorgaande het op 'die andere Londensche conferentie deed? Haar positie is er niet gemakkelijker op geworden, nu Italië onder Mussolini's dictatuur vrijwel ge heel overstag schijnt te gaan. f „In Europa" heeft Lloyd George in zijn hef- tigen aanval op de Fransche politiek geschreven, „zijn 70 millioen Duitschers. In één generatie zijn het er misschien 100 millioen. Zij zullen geen rust hebben,- zoolang millioenen hunner landgenooten op den anderen oever van den Rijn, onder een .vreemd juk zuchten en het zal slechts een kwes tie van tijd zijn en van omstandigheden, op welk tijdstip de onvermijdelijke bevrijdingsoorlog be gint." Poincaré spot wat over de spookbeelden, die Lloyd George ziet. De Londensche en Brussel sehe conferentie zal het uitmaken wie gelijk heeft Het is een moeilijk ding zijn eischen te matigen \als men zelf geld noodig heeft. Maar werkelijk, één vogel in de hand is beter dan tien in de lucht. best eigren geteeld KOOLZAAD. Herfst Wit Vroeg Rood Dorsch Rood Dorsch Geel. Kwaliteit gegarandeerd. C. NIEUWLAND, Breelaan 52, Bergtn N.H. GO 0 cö ca "0 GO &- ?H O JO m ca O O) Lxl E 0< c w to f— O. D 12 S 0 0 w ji S-t 0» fe ca u_ GO O '3 0. cc 4? M L J 0 M O e» d os m a w S> 0 4a tt es a g tt* O O *3 cd 00 os £E cr> GO CJ c GO S d? 0 m 08 S= ctf Q3 U O» 0 CD ca* HUIDWONDJES en brandwonden genezen moeilijk met de koude. Een weinig PU- ROL maakt ze spoedig beter. doet beslist verdwijnen alle Zaadmarkt 72—74' Alkmaar. Telefoon 324. HB(w) .neem /of|

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1922 | | pagina 5