Nieuwsblad voor LANGEDIJK en Omstreken.
Dinsdag: 16 Januari 1928
82e Ja&rgaftg
per 3 maanden f 1,15
J. HL KEIZER.
NO. 7. JBTIfcllC. Y£t.lL*'"M*«*K! 52
NIEU WE
LANÜED1JKIR COURANT.
Deze courant verschijnt Dinsdags, Donderdags en Zaterdags.
1B0NNIIEHI8FKIJ»
REDACT EOK-UITÜEVER
BUREEL;
I oordschar woude.
PB IJ8 OEB^ASJEBTENTIBNt
Va» 1—1 regels 75 ct., elke regel meer 15 ct.
Groote letten of vignetten worden naar plaatsrnimte berekend.
Brieven reehtstreeks aan den Uitgever,
DE LANGE
Alkmaar
DE MORAAZ
- Anno 1804.
Donderdag te Schagen
Hotel „Vredelust."
ALLE MOGELIJKE
VERZEKERINGEN
OFFICIEEL
AANGIFTE VOOR HET BEVOLKINGS
REGISTER.
Burgemeester en Wethouders van Zuidschar-
woude; overwegende, dat het van groot belang
is, dat het bevolkingsregister nauwkeurig wordt
bijgehouden en de krachtige medewerking var-
de ingezetenen hiertoe een eerste vereischte is
herinneren aan de volgende bepalingen, re
gelende de verplichting der ingezetenen tot
het doen van aangifte voor het bevolkingsre
gister.
Zij, die op den dag der laatste volkstelling
üln den vreemde of in een der kbloniën of over-
zeesche bezittingen van het Rijk hebben ver
toefd, moeten hiervan ter secretarie der ge
meente 'kennis geven bninen één maand na
hun terugkomst.
Zij, die uit een plaats buiten Nederland hun
woonplaats overbrengen in een gemeente van
Nederland, moeten hiervan een verklaring
doen ter secretarie der gemeente binnen twee
weken na hun aankomst Ln de gemeente, verge
zeld van een paspoort, reis- en verblijfpas of
ander deugdelijk bewijsstuk.
Bij alle kennisgevingen moeten de noodige
opgaven worden verstrekt voor de inschrijving
in het bevolkingsregister.
Zij, die hun werkelijke woonplaats binnen
het Rijk verlaten om die over te brengen haar
een Nederlandsche Kolonie, een overzeesche
bezitting o fnaar den vreemde, moeten hiervan
eein verklaring doen ter secretarie der gemeen
te, welke zij verlaten.
Zij, die hun woonplaats naar een andere ge
meente overbrengen, moeten hiervan een ver
klaring doen ter secretarie der gemeente, welke
zij verlaten en waar zij in het bevolkingsregis
ter zijn ingeschreven, met opgaaf der gemeente
waar zij zich wenschen te vestigen. Het ont
vangen getuigschrift van woonplaatsverande-
FEUILLETON.
ring, hetwelk kosteloos wordt afgegeven, moe-
ten feij uiterlijk binnen twee weken na hun aan
komst in de nieuwe gemeente ter secretarie
dier gemeente bezorgen.
Elk hoofd van een huisgezin moet uiterlijk
binnen twee weken ter gemeentesecretarie ken-
|nis geven van ieder lid, dat in het huisgezin
wordt opgenomen of daar uit gaat, inwonende
dienst- en werkboden daaronder begrepen.
Onverminderd deze bepalingen is' een ieder,
door het gemeentebestuur daartoe opgeroepen,
verplicht tot het doen der opgaven, welke ver-
eischt worden om het bevolkingsregister in te
vullen.
Overtreding dezer bepalingen wordt gestraft
met hechtenis van ten hoogste veertien dagen
of deldboete van ten hoogste honderd gulden.
Ter voorkoming van moeilijkheden worden
de 'ingezetenen ernstig aangespoord hun ver
plichtingen nauwgezet na te komen.
Zuid-Scharwoude, 13 Januari 1923.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
De Secretaris,
S. PARMA.
'De Burgemeester,
VAN! SPENGLER.
VAN ALLES EN NOG WAT
Nadruk verboden.
Het huwelijk is een loterij, heeft eens een
groot wijsgeer gezegd. De man had groot ge
lijk. En was het n unog maar een loterij zooals
fclie van Broekhuijs, waar je tenminste nog eens
kans hebt op een prijsje en waar je je ouwe
lotje, als er een niet op valt, kunt omruilen
tegen een nieuw, dan zou 't nog wkt zijn, Op
zoo'n manier heb je tenminste altijd een kknsje
om de hoofdprijs te winnen! Maar neen, net
lotje dat je hebt, moet je houden. Al is het ook
een niet, van omwisselen is geen sprake. En
(nieten zijn het bijna allemaal, een enkele komt
er (met eigen geld uit, d.w.z. met een echtge
noot die er mee door kan, doch een hoofd
prijs is eens in de honderd jaar voor den ge
lukkige die het treft weggelegd. Doch het gek
ke van de zaak is dat men het steeds door weer
waagt, iedereln dag vliegen z eer weer in, de
onervaren jongelieden, en jongedochters, om
meestal na korten of langen tijd eveneens tor
de pintdekking te komen dat hun lotje een niet
was. Zal het wel ooit veranderen? 'tGaat met
het huwelijk als met een versuikerde kininepil,
eerst is het zoet, maar de nasmaak is bittér
,DE OLMENHOF'
Hoe gelukkig was ik, toen ik mijn geliefd
geboortedorp terug mocht zien, na een heel
jaar in den vreemde geweest te zijn; het oude
heerenhuis „De Olmenhof' met het hooge,
bruine dak, mijn ouderhuis, waarvan de grijze
muren geheel schuil gingen in groen en bloe-
Isem. Eh daar in de verte de boerderij, zoo
nauw verbonden met de herinneringen uit mijne
kinderjaren en waarvan te nauwernood de
schoorsteen en het ooievaarsnest boven de
lichtrood ezee van appelbloesems uitstaken.
Geboortegrond, jeugd, lente 1 Hoe gelukkig
was ik op dezen Meimorgen, hoe rijk voelde
lik (mij aam alles wat het leven een 'zestienjarig
meisjeshart aan geluk schenken kanl En toch
had ik reeds in mijn prille jeugd het groote
verdriet ondervonden van mijne moeder te ver
liezen (maar dit had ik te nauwernood als ver
driet gekend; haar lief beeld in mijn hart voort
leven. Grootmama had ons mij en mijn
veel jonger zusje Annie opgevoed. Mijn
broer Egon was reeds vroeg naar de stad ge
gaan Om daa rhet gymnasium te bezoeken, ik
had met mijn eenige vriendin Emma, de pach
tersdochter, onderwijs gehad van onzen goeden
dorpsgeestelijke, een zeer ontwikkeld man, die
ons pok in het lieve dorpskerkje aangenomen
had.
als gal. Enfin, de kinine is een geneesmiddel,
het huwelijk' zal het ook wel zijn. Doch daarom
niet getreurd. Het leven is als een kinderhemd,
d.w.z. kort, en men moet er van maken wat
er Van te maken is. Dit heeft ook een zekeren
meneer Robert Goudin te Londen blijkbaar er
toe gebracht om zich een zeldzame bruid te
kiezen- Meneer Robert is een dwerg, 3 voet
lang en weegt 38 pond. Zijn „bruidje", juffrouw
Ruby Trixy, de „dikke dame", va'n een Lon-
denscn variété, weegt 290 pond en is 21 jaar
oud. Meneer Robert wou blijkbaa reen heel lot
hebben, mejuffrouw Ruby stelde zich met een
twintigje tevreden!
Thans komt de geschiedenis van de vrouw
met de twee bruidegoms. Eveneens in Londen
gebeurd. Op zekeren dag kwam aan een der
vele bureaux van den Burgerlijken Stand een
man van middelbaren leeftijd, die een trouw-
vergunning aanvroeg. Het meisje .dat hij als
zijn aanstaande vrouw noemde was een be
kende revue-artiste, jong en zeer aantrekke
lijk. De dag van het huwelijk werd vastgesteld,
en de trouwlustige heer vertrok- Twee dagen
later kwam o p<hetzelfde bureau een andere
man, vrij wat jonger dan de eerste, en direc
teur van een verwakelijkheids-onderneming in
het voornaamste stadsgedeelte van Londen.
Ook Ihij vroeg een vergunning aan, vulde die
'in, en gaf voor zijn* toekomstige echtgenoote
denzelfden naam op, en ook denzelfden dag
en hetzelfde uur, als de andefe gedaan had.
Op den dag dan kwam brudegom no. 1; hij
zeide, dat hij er maar van afzag", en alleen
wilde wachten op het brudspaar. Spoedig ver
scheen bruidegom no. 2; en wel in gezelschap
van het meisje. De plechtigheid werd daarop
bepaald op den volgenden Zaterdag. Het bleek
daarna, dat bruidegom no. 1 een dierbare
vriend van -het meisje is geweest totdat no- 2
op het tooneel verscheen', die nog grooter ge
nade in haar oogen vond. Volgens het meisje
zelf, had no .1 (die zich intijds bedacht) zon
der haar toes temming of voorkennis de vergun-
|ning aangevraagd en ingevuld. Ik ga met no. 2
trouwen, zei het kind, en niet met no. l,,want
ik houd veel meer van hem.
Er was een tijd dat de trouwlustigen moesten
wachten tot ze genoeg geld- voor hun huishou
den bijeen hadden om te kunnen trouwen.
Thans 'is dat anders, hoe armer je bent, hoe
eerder je de gelegenheid hebt om in het huwe
lijksbootje te stappen. Tenminste, het verschijn
sel doet zich te Oosterwolde en omgeving voor.
Papa was veel op reis vopr zijn gezondheid.
(Thans weet ik dat hij een borstkwaal had en
jjnaar het Zuiden moest om in leven te blijven.
Een rentmeester beheerde het landgoed. Na
mijn aanneming zo uik gaarne thuis gebleven
zijn, inaar grootmama, hoewel innig goed, was
een trotsche, voorname, eenigszins stijve dame
en zij vond dat ik als haar kleindochter nog
niet gepolijst genoeg was om mijn intrede in
de wereld te doen- En zoo kwam ik voor een
jaar op een heel deftig en streng pensionnat.
Maar ik' was daar niet gelukkig, al zag ik mijn
broer, die nu student was, af en toe en al
kwam papa, die uit het Zuiden terug was en in
de hoofdstad een nakuur moest ondergaan mij
dikwijls opzoeken. Ik had heimwee naar de
heerlijke vrijheid en het viel mij moeilijk mij
bij de andere meisjes aan te sluiten. Was dat
mijn eof hunne schuld? Ik geloof dat het mijn
wilde, vrijheidslievende aard was, die ons'
scheidde en die grootmama juist anders wilde
zien. En in dat geval was het zeker mijn schuld.
Intusschen, ik was nu w,eer thuis. Ik had
het plannetje bedacht om mijn familie te ver
rassen en hun het uur mijner terugkomst niet
geschreven. Zoo wandelde ik op een heerlijken
lentemorgen geheel alleen langs den pracb-
tigen weg van het station naar huis.
Overal groetten mij de oude bekenden, de
hoornen, de bloemen, ik was een deel van
hen, wij waren uit eenzelfden stam ontsproten
en die stam heette geboortegrond. Ik liep zoo
licht 'voprt alsof ik vleugels had; zette mij'n
stroohoed af en zwaaide hem met kinderlijken
overmoed aan de lange zwarte linten hoog in
de lucht. Hoe weinig gepolijst was ik op dat
deftige 'kostschool 1
Daar sprong iets uit het kreupelhout op den
'weg en omarmde mij. „Emma! Lucie!" rie
pen wij gelijktijdig. „Maar hoe weet je?"...
vroeg ik.
„Ik wist niets behalve dat het jaar om was
en jij dezer dagen terug zoudt bomen. Daarom
sta ik hier al nacht en dag op den uitkijk als
de Itrein aangekomen is. Maar weet je wel.
dat ik mij schriklijk ongerust heb gemaakt
dat je veranderd zoudt zijn en zoo stijf en voor-
jnaam geworden als je grootmama en met een
boerenmeisje als ik niet meer zoudt willen om
gaan! Maar ik zag hoe je je hoed in het rond
Zwaaide en toen..."
„Toen wist je dat ik nog dezelfde was van
vroeger!" riep ik lachend en kuste haar. „Neen,
(nog duizendmaal gelukkiger dan vroeger voel
ik mij nu in mijn heerlijk geboorteland en bij
hen, die ik zoo liefheb.
En met de armen om elkander heengeslagen
liepen wij pratend door, maa rtoen wij uit het
zonlicht ni de koele schaduw der oude olmen
kwamen, die den weg naar het huis omzoom
den, toen werden wij beiden stil. Ik kreeg een
huivering, in mijn gedachten zag ik onder dien
zonneschijn en bloemenpracht van den Mei-
morgen de trekken van een ernstig, streng
gelaat.
Bij het tuinhek scheidden wij. Hoe geurden
de hyantenl De bloembedden waren overdekt
met lente bloemen van alle soorten kleuren
Door de gemeentelijke werkverschaffing in die
streken worden n.l. 'nog alleen gehuwde per
sonen of kostwinners aangenomen. Aan onge-
huwden kan geen werk worden verstrekt. En
wat geschiedt than?? Bij bosjes laten de jon
gelui zich trouwen, waardoor de man aan 't
werk geholpen wordt. Het doet denken aan
de mobilisatiejaren, toen zoovele soldaten hun
huwelijk gingen vervroegen terwille van de uit-
keeringen van het Steunkomité. Waaruit alweer
blijkt dat het huwelijk toch wel ergens goed
vopr is. En een goede huisvrouw is ook niet
te versmaden al belandt haar lieve pantoffeltje
ihplaats van aan haar voetje wel eens op het
hoofd haars heers 1 Dat heet in den volksmond
Idan dat zoo'n dame haar op de tanden heeft.
En dat het wel eens goed is een vrouw te heb
ben die niet voor een klein geruchtje vervaard
is, bewijst de volgende geschiedenis, welke zich
te Gennep afspeelde. Daar woont in een buurt
schap een wnikeleri, Rutten, geheeten- Verle
den week nu, op een avond, traden vier Duit-
Ischers Zijn winkel binnen. Vrouw Rutten stond
hen te woord. De bezoekers schenen niet veel
goeds te bedoelen, tenminste, ze haalden elk
een revolver voor den dag en bedreigden de
vrouw daarmee. Op haar hulpgeroep kwam
haar echtgenoot toeloopen, maar ook deze werd
bedreigd- Hij wist echter een der Duitschers
vast te grijpen, waarofp de drie anderen de
vlucht namen. Terwijl de man met den Duit-
scher worstelde, haalde zijn vrouw een grooten
hamer, waarmede zij den indringer een slag
o pzijn hoofd gaf, met hét gevolg, dat deze op
den grond viel. Met de knieën op de borst
van den Duitscher wist de vrouw hem jen be
dwang te houden, terwijl haar man de drie
anderen naliep. Een der kinderen telefoneerde
i'n de nabijheid aan de marechaussée, waarop
deze binnen weinige ©ogenblikken verscheen
en den Duitscher, nog stevig door de vrouw
vastgehouden, arresteerde.
Bovenstaande toont helder als de dag aan
dat de vrouw zoo langzaam aan in geen enkel
opzicht meer voor den man behoeft onder tc
doen .Zelfs de oplichter moet ten achter staan
bij zijn vrouwelijke collega. Maar dat komt
doordat vrouwen nog zooveel geraffineerd
zijn dan mannen.
Te Arnhem werden den laatsten tijd ver
schillende winkeliers opgelicht door een onbe
kend meisje. De daderes is nu gesnapt, 't Is
een 19-jarig meisje uit Huissen bij Arnhem
afklomstig. Wanneer zij in Arnhem iemand, van
over 'hunne nog door de dauw vochtige kelk
jes streek de lentewind. Het geheele huis lag
Inog 'in diepe rust met gesloten jalouziën. Op
den stoep verscheen juffrouw Doris, onze oude
huishoudster met haar stijfgestreken, sneeuw
wit, breed schort en haar witten muts. Zij
wilde een kreet van verrassing slaken, maar ik
wenkte haar te zwijgen en wees naar groot
ma's slaapkamer. Natuurlijk, grootma sliep nog
maar ik kon het niet laten en al mijn geleerde
etikette vergetend, viel ik de oude trouwe ziel
om den hals en kuste haar, zoodat haar muts
scheef op haar hoofd stond. Toen liep ik zach
tjes naar mijn eigen kamertje dat op den tuin
kwam. Mijn lief kamertje, waar mijn piano,
mijn schrijftafeltje, mijn naaimachine stond,
waar ik Annie de eerste letters had leeren
lézen, de eerste hanepooten had leeren schrij
ven, waar het portret mijner lieve doode moe
der boven de sopha hing. Hoe blij verrast was
ik, (toen ik zag dat er een nieuw, lichtblauw
behangsel gekomen was en lichtblauwe gor
dijnen en meubels met bekleedsel van dezelfde
kleur, mijn lievelingskleur. Hoe lief, hoe har
telijk was grootmama toch. Ein zij was nog
al zoo aan het oude gehecht en had zoo'h
hekel aan het loopen van werklieden en aan
verflucht in huis.
Met gevouwen handen bleef ik voor het por
tret mijner moeder staan, dat glimlachend op
mij neerzag, als deelde zij in de blijdschap van
haar kind. En toen zweefde mijn blik door het
venster over den mooien tuin naar den horizon,
waar een heuveirjj flauw opdoemde,