buitenland
llEUWE LANGEDIJKE CRT.
Zaterdag 20 Januari 1923.
TWEEDE BLAD.
Een nader antwoord van Cuno aan Poincaré.
IWanneer Poincaré beweert dat onze mimmum-
Ipèrat'ies aan geld in leveringen in natura een be-
van onzen onwil, zo ovalt daarop te ant-
orden dat in 1922 aan betalingen in geld, zon
de Belgische schatkistbiljetten, doch met »n-
,erip der bezettingskosten, is afgedragen: {110.4
illioen goudmark, aan leveringen in natura 812.4
illioen, aan compensatie-betalingen 182,9 milli-
>n goudmarken, tezamen 1.605.7 millioen goud-
ark. Buitendien hebben wij nog aanzienlijke be-
ilineen in papiermark verricht, n.l. bijna 13 unl-
rd ivoor afgeleverde binnenschepen, meer dan
milliard voor de kosten der intergeallieerde com-
sies bijna 13 milliard voor restituties ?n meer
it' milliard voor andere binnenlandsche uit-:
ven in verband met het vredesverdrag. Daar-
eenover bedraagt het tekort in de leveringen,
an hout en kolen tezamen slechts 24 millioen
oudmark of ten hoogste 1.5 pet. der totale pres-
^Wanneer Poincaré verder beweert, dat Duitsch-
nd de door Frankrijk geëischte leveringen m
atura in het bijzonder het hout, de kolen en de
ikslof, slechts tegen betaling in baar wil verrich-
En zoo kan ten eerste naar de bovengenoemde
restaties worden verwezen, en ten tweede wor-
en gezegd, dat de Duitschland's prestatiever-,
ïogen te buiten gaande leveringen van reparatie-
olen van 1.6 millioen ton per maand een stij-
enden invoer van Britsche kolen, tot schade var.
mark, noodzakelijk deden zijn, en dat Durtsch-
and in November gedwongen was om ook voor
[e leveringen in natura, met uitzondering van (.e
restaties van het verwoeste gebied, om een mora-
orium van verscheidene jaren te verzoeken. Bui
en het bovengenoemde voorbehoud om wilde men
ran Duitsche zijde met Frankrijk verdragen op
angen termijn over de levering van de voornaam-
gebruiksgo'ederen tegen betaling afsluiten. Dit
floel zou ook de door Duitschland voorgestelde
de door Poincaré geweigerde onderhandelingen
t de Duitsche industrieelen dienen. Uit aanbie
dingen van dezen aard volgt,volgens Poincaré,,
Duitschland's kwade wil.
Tegenover Poincaré's opmerking, dat wij voor
den landbouw acht maal zooveel stikstof vervaar
digen als de geallieerden voor hun oorlogsbehoef
ten, valt op te merken dat de huidige Duitsche
jaarlijksche productie aan stikstof 340.000 ton be
draagt, terwijl de geallieerden jaarlijks 360:000 ton
nooaig hebben. Zouden w ijthans grootere hoeveel
heden stikstof gratis aan Frankrijk leveren, dan
zo uonze stikstof- of broodbehoefte in dezelfde
verhouding van de buitenlandsche mark afhanke
lijk zijn. Wanneer de rijksregeering dus voor net
tijdperk van de stabiliseering der mark voor de
stikstofleveringen betaling wenschte, handelde zij
in den geest van de Commissie van Herstel, die
zelf de stabiliseering eischte.
Ten opzichte van Poincaré's klacht, dat de Duit
sche regeering het plan Le Trocquer stelselmatig;
sleepende heeft gehouden, dient er nogmaals op
te worden gewezen, dat de Fransche nota niet,
zooals Poincaré beweert, in de eerste dagen van
September, maar pas den 23en aan de regeering
is overhandigd, die er reeds den sen October op
antwoordde. Het is duideüjk, dat tijdens lijver-
blijf van de Commissie van Herstel te Berlijn en
de zich daarb ijaansluitende onderhandelingen over,
een moratorium niet over de uitvoering van het
plan inzake de vijf milliard goudmarken kan wor
den beraadslaagd.
In strijd met Poincaré's verwijten, is het Kohlen-
syndikat, dat een particuliere onderneming is, vol
komen zelfstandig, zonder officieelen steun naar
Hamburg overgeplaatst met meenemiing der dos-
siers.
De vernieuwde pogmg van Poincaré om liet
militaire karakter der bezetting van het Ruhr-
gebied te bedekken, is reeds door den rijkskanse
lier gekenschetst. Dat ter bescherming van veer
tig mijningenieurs 40.000 man met pantserauto s.
en artillerie „strictement nécessaire" zouden zijn,
zal de heer Poincaré de meest naïeve ziel niet
doen gelooven.
De noodlottige uitwerking vdn den Franschen
aanval blijkt uit den snellen val der mark van
6000 op 19.000 voor den dollar.
De houding van Rusland.
Paul Scheffer meldt uit Moskou aan het „Berl.
Tagebl.", dat de arbètdersjeugdvereenigingen te
Moskou en in andere steden gisteren protestbetoo-,
gingen tegen het Fransche imperialisme hebben;
gehouden. Ook de bladen blijven de Fransche po
litiek scherp aanvallen. 1
Naar van andere zijde uit Moskou wordt gemeld,;
zou Trotzki in een rede voor militaire gedelegeer
den van het sovjet-congres hebben verklaard, dat
Rusland in geval van nqpd in staat zou zijn acht
mlliioen roode soldaten in het veld te brengen en
dat de sovjetregeering de met haar bevriende sta
ten in de ure des gevaars niet in den steek zou
laten.
Een schip des doods.
In de Piraeus is een schip des doods aangeko
men uit Samsoen, de voornaamste haven aan de
Zwarte Zee voor het binnenland van Klein-Azië.
Van de 2000 passagiers hebben er 1600 typhus,
cholera of pokken, en van de drie dokters aan
boord zijn er ook twee ziek. Er zijn al 35 men-
schen onderweg gestorven en in zee begraven en
I sedert het schip in de haven van den Piraeus ligt,
I zijn er nog 25 overleden. De lijken moeten op bevel
der Grieksche quarantaine-autoriteiten in de
scheepsvuren worden verbrand.
Mrs. Sarah Smith te Hull liep Dinsdag met haaT
kindje in Charlotte-street, toen een auto, waarvan
de remmen weigerden, het trottoir opreed. De
bestuurder riep de vrouw, die hem haar rug had
toegekeerd, nog toe. Het eenige wat ze nog doen
kon, was het kindje hoog boven haar hoofd t;
houden, dat dan ook gespaard bleef, al liep het
hersenschudding op van den schok. De moeder
werd gedood.
Een Parijzenaar, die bijzonder goed gedineerd
had, wilde de brandweer eens zien. Hij sloeg dus
het ruitje in van een brandschel op straat en
wachtte de gebeurtenissen af. Drie minuten later
kwam in ijlende vaart de eerste brandweer-auto.
aangereden. „Mijn compliment", zei het jonge-
mensch tot een brandweer-officier, „wat was u er
gauw." Hij had geen tijd om zijn gelukwensch aan
de vlugge brandweer verder voort te zetten, want
het volgende oogenblik pakte een agent hem in
zijn kraag en bracht hem met een vaartje naar
hel. politiebureau, waar de op sensatie beluste jon
geling er over kon nadenken dat de politie in
vlugheid van handelen al niet voor de brandweer
onderdeed.
Door een vriend en kennis van den heer Keijzer,,
de heeren Büker en Zorgman, resp. tenor en or
ganist. afkomstig uit Zeist, werd medewerking aan
uezen avond verleend. De zanguitvoering was door
pl.m. 230 hoorders bezocht, zoodat het kleine
kerkje goed bezet was. Solozang van. den tenor
met begeleiding van den organist, en de nummers
welke de zangvereeniging gaf, viele nzeer in den
smaak der toehoorders en velen zullen zeker den
wensch geuit hebben nog eens een dergelijke avond
meer te mogen hooren.
- SINT PANCRAS.
Het voor twee jaar zoo duur verkochte huis
thans bewoond door den heer C. E. v. Weel, kon
thans in openbare verkooping slechts de heltt
van voor twee jaar opbrengen. Werd het voor
twee jaar verkocht voor f 64 00 thans was het
hoogste bod f3150. Door zelf opbieden werd het
opgehouden op f5000.
SINT PANCRAS., t
t Ligt in het voornemen der afd. Hensbroek
der 1. A. M. V., alhier een propagandaavond te
organiseeren alwaar Ds. Schermerhorn het be
kende tooneelstuk „De goudzoeker" ten beste zal
1 geven.
ST. PANCRAS.
Woensdagnamiddag ging de ket van de brand-
i stoffenhandelaar Kooi er plotseling zonder be-
st uur der met d'e wagen achter zich,» er van door.
Gelukkig slaagde de heer S. Timmerman er in
het beest tot stilstand te brengen zoodat erger
werd voorkomen.
- KOEDIJK (St. PANCRAS ZUIDEINDE.
Woensdagavond had ten huize van Mej. Wed.
Blokker, ten overstaan van notaris Hildebrand van
Obdam de verkooping plaats van een huis, erf en
tuin en een perceel bouwland alles gelegen a.d.
Bovenweg, groot 14 A. 14 c.A., waarvan kooper
werd K Bakkum te Spierdijk, van een koolboet
met aanleg, groot n are 14 c.A., kooper: de
eigenaar, en van 'een a'kker bouwland groot 15
snees, waarvan kooper werd K. Blom te Oudorp
vyor f 75 per snees. Dit laatste werd het vorig
jaar verkocht voor f112 per snees.
Mardi Gms en Mi-Carême zullen dit jaar te
Parijs gevierd worden zonder de gebruikelijke con
fetti en serpentines. De prefect van politie heeft
aldns besloten, omdat het publiek daar maar last
van heeft en hij heeft zijn agenten strenge orders
gegeven om te zorgen dat er tijdens de carna
valsfeesten geen kleurige papieren slingers door
de lucht zwieren en in de boomen hangen, noch
dat de confetti-sneeuw over de boulevards dwar
relt. Of 't verbod stipt zal worden opgevolgd? De
Pariizenaars zijn nu eenmaal gewend aan die car
navals-artikelen en 't zal er wel mee gaan als met
het bekende Amsterdamsche vuurwerkverbod op
Hartjesdag.
UIT DEN OMTREK.
I1EER-HU.GOWAARD.
Heden, Dohderdagmiddag werd de Eerw. heer
Ter Meij, pastoor der nieuwe R. Kath. kerk aan het
Kruis, door zijn parochianen feestelijk ingehaald.
De stoet stelde zich op b ijde R. Kath. kerk aan
de Buurt. De rijtuigen, waarin Z.Eerw. met zijn
kerkbestuur had plaats genomen, werd voorafge
gaan door een twintigtal gesjerpte ruiters, gezeten
op versierde paarden en begeleid door muziek
van het R. Kath. fanfare-corps. In de omgeving
van de. nieuwe kerk werd druk gevlagd en aan
zijn woiiing aangekomen werd Z.Eerw. door een
talrijke schare belangstellenden verwelkomd.
Morgen, Vrijdag, zal het kerkgebouw door den
Deken van Alkmaar worden gewijd.
Het gebouw maakt vooral inwendig een zeer
aangenamen indruk, hoogst eenvoudig, doch keu
rig net. Er zal echter vandaag en morgen vroeg
nog heel wat geruimd eri geboend moeten wor
den, ten einde morgen het gebouw voor den eer
sten dienst in gereedheid te hebben.
- SINT PANCRAS.
Maandagavond gaf de Chr. zangvereen. „Looft
den Heer", dir. W. Keijzer, haar eerste zang
uitvoering in dit seizoen in de Ger Kerk alhier.
„DE OLMENHOF"
Bij de begrafenis kwam nog eenmaal, op
sombere wijze de glairs van ons huis aan den
dag. Van heinde en ver waren talrijke verwan
ten en vrienden gekomen. Bijna alle dorpelin
gen en al onze meiden en knechts namen er
deel aan, alleen de rentmeester was dit door
grootmama verboden. Zij scheen haar verdriet
te bedwingen, al sprak haar gelaat van lijden
en 'zorg. Rechtop stond zij in haar rouwgewaad
en ihaar vastgesloten lippen schenen zoowel
het medelijden als de nieuwsgierigheid at te
wijzen, van allen die thans bij ons waren.
Onder deze was ook een verre bloedverwant,
een neef van grootmama, die in de hoofdstad
woonde en ons slechts zelden bezocht. Wij
Inoemden hem Oom George, hij was lang en
mager, hinkte een weinig,
eenvoudig, bijna armoedig gekleed, claar hij
van een klein pensioentje moest leven. Grootma
had echter veel met hem op:, daar hij haar
eenige bloedverwant was, en reeds van haar
jeugd af met hem bevriend.
Toen de begrafenis afgeloopen en het in huis
weer stil geworden was, bleef oom George
alleen nog bij ons om grootmama met zijn
raad ter zijde te staan, want veel hing ons nog
boven het hoofd.
Den volgenden dag kwamen twee vreemde
heeren, die met grootma, Eg,on en oom George
een lang onderhoud hadden, waana zij ons
heele huis, den tuin, de landerijen en de rijpe
akkers nauwkeurig opnamen en toen heengin
gen.
Ik was met Annie in den tuin, bang voor
dit vreemde bezoek, toen juffrouw Dons ons
kwam roepen om bij grootmama te komen.
Zij zat in haar kamer in een leuningstoel,
rechtop als altijd, in zwaren rouw, als een stee-
hen beeld. Voor haar op tafel lag onder sta-
was altijd zeer
LAND- EN TUlNBuUW
WAT ELKE MAAND TE DPEN GEEFT
(2e helft Januari).
Nadruk verboden.
Het is tot dusver voor den boer een voordee-
lige winter geweest. Het vorstvrije weer maak
te, dat men de werkzaamheden op den akker
kon voortzetten- Het vee bleef zeer lang in de
wei, en wat op het veld groeide, kon tot het
laatste toe worden vervoerd. Eerst sinds enkele
wéken of nog korter behoefden de voederbi"-
ten te worden aangesproken. De teelt hiervan,
vroeger op de zandgronden onbekend, of on
mogelijk geacht, geeft groot voordeel; het vee
blijft er bij in goeden staat, en het bespaart
aanmerkelijk aan „fijn voer". Nog altoos zijn
er landbouwers, die den bietenbouw niet toe
passen; dit is zeer tot hun schade. Meenen zij
geen (mangels te kunnen verbouwen, dan vra
gen zij eens om raad en inlichtingen bij hun
rijkslandbouwoonsulent. De winteravonden
geven den tijd om over velerlei te denken,
b.v -om te overwegen of men bij zijn sol
dieren wel een goed voederrantsoen toepast.
Voederen met oordeel is voederen met voor
deel. Zoo zal men goed doen, 't zij aan de
redactie vain z'xi vakblad, 't zij aan zijn land-
bouwcomsulent eens mee te deelen over welke
voermiddelen men beschikt, en hoe, zoo mo
gelijk, imen daa rhet best mee voederen kan.
Vele veehouders voederen aan al hun koeien
eenzelfe rantsoen; at is zeker niet vooreelig:
het rantsoen toch moet zich richten naar de
meikopbrengst. 't Is duidelijk, dat een koe, die
veel in den emmer geeft, meer voedsel daartoe
behoeft dan een andere, die veel minder melk
levert. Doein wij voorts wel alles om de melk-
gift onzer dieren te verhoogen? Dit wil zeggen:
trachten w ijons vee door doelmatig fokken te
verbeteren? Letten wij daarvoor bij de keuze
van jong fokvee o pde eigenschappen van de
moeder zoowel als op die van den vader? Hou
den wij melklijstenbij van de afzonderlijke
koeieh? Eerst als men dit doet, is men Sn
de gelegenheid om de slechte dieren, die de
kosten van voeding, verpleging, enz. niet goed
maken, Fe verwijderen en slechts vtfcjrfs ïe lok
ken met de beste dieren. En eerst dan, wan
neer men weet de melkgiften zijner dieren,
kan men iedere koe het rantsoen geven, lat
haar toekomt: iniet te veel, niet te weinig. Aldus
komt men tot rationeel voederen, dat in vele
stallen nog ontbreekt.
In den tuin.
Het is wel een merkwaardige winter. Iemand
hoorde op Oudejaaravond de kikkers lustig
kwaken, maar wij allen kunnen de Meizoentjes
(madeliefjes) in massa zien bloeien en in m°er
dan één tuin zagen wij rozen aan de struiken.
Vele tuiinliefhebbers kunnen al pochen op
de spilnazie, die er al flink op staat. Trouwens,
iederen winter kan men reeds in December,
(bij opetn weer n.l.) spinazie zaaien op den
kouden grond. Ook dus in deze maand; wij
deden het reeds. Gij kunt nu uw aal- en
kruisbessen bemesten, niet door by elke plant
wat mgest iin een gaatje te doen, maar door ze
te bedierein met verdunde koemest. Om dezen
I tijd moet ge uw bloemstruiken het z.g. En-
gelsohe hout: heesters waaraan straks pracht.ge
bloesems prijken snoeien, Snoe ie ven wel uw
Sering tniet, door deze te snoeien, zoudt ge
ook de bloem wegsnijden. Hebt ge in Nov.
o fDec. uw Chrysantemums, toen ze uitgebloeid
waren, afgesneden? Ge zult dan weer jonge
struiken uit den pot te voorschijn zien komen,
deze moeten van elkaar gescheurd en afzon
derlijk 5in een pot worden geplaatst, om 111
April inaar buiten te worden gebracht, Ilebt
gij Pelargonium Zonale in kas of bak, denk er
Hgin bm, dat ook, als het niet vriest, daarin
gestookt moet worden; anders zouden zoowel
de jonge als de oude planten bij het aanhou
dend donker, mistige weer en de vochrige at
mosfeer gaan smeulen of rotten. Verwijder de
smeulige blaadjes, want het een esteekt het
andere aan. Houd ze dus zuiver en tot Februari
goed droog; water doet ze nu meer kwaad
dan 'goed. Als gij van uw druivenwingerd
in de kas vroeg druiven wilt hebben, dient ge
de kas nu reeds aan te leggen en door blad en
paardemest te verwarmen. De snoei is al m
December geschied. Zijn uw Cyclamen, huis
moeder, die eerst zoo mooi waren, spoedig
leelijk geworden; hangen ze slap en zijn de
bloesems verwelkt? Denkt er dan voortaan om,
dat 2e niet in een vertrek mogen staan, waar
hard gestookt wordt; dat ze niet te veel water
mogen hebben en nauwkeurig behandeld moe
ten worden. Laat ze ook niet te dicht b yhet
gaslicht staan; geen enkele plant of bloem kan
daar op den duur tegen.
NIEUWSTIJDINGEN.
Ongelukken.
Een verschrikkelijk ongeluk overkwam een Euro
peaan te Soerabaja. Op een motorfiets gezeten
kwam hij zoo dicht langs een vrachtauto, dat
zijn rechterbeen tusschen de treeplank van de auto
en zijn motor beklemd raakte, en even onder
de knie geheel werd afgekneld. Zoo vreesehji ge
wond reed hij nog een vierhonderd meter door,
voordat hij zijn motor tot stilstand kon brengen
en ter verpleging naar het stadsverband kon wor
den overgebracht. Een half uur later werd op h
politiebureau, netjes in een pisangblad ge 1
als gevonden op den openbaren weg, zen
been met de sok en den schoen^ er nog
gedeponeerd, aldus het „Soer. Hbl."
Hardnekkig.
D=. Fraanje, predikant bij de Oud-Geret. Ge
meente alhier, en velen zijner geloofsgenooten, bij
wie verleden jaar een gerechtelijke verkooping
heeft plaats gehad wegens weigering van betaling
van het bedrag, dat, ter oorzake hunner gemoeds
bezwaren, ingevolge de Invaliditeitswet op hun
belastingbiljetten was gebracht, blijven consequent.
Ook nu weigeren zij hardnekkig voor een even-
teeule ouderdomsrente hunner loontrekkenden te
offeren, zoodat zij steeds op hun aanslag in de
Riiksinkomstenbelasting laten openstaan een be
drag, gelijk aan hetgeen waarmede de aanslag
volgens art. 286 j. der Invaliditeitswet, is verhoogd,
Deswege is bij genoemden predikant en eenige
zijner intieme vrienden reeds weder beslag op den
inboedel gelegd, waarop een gerechtelijke ver
kooping wel spoedig zal volgen.
inamen, ook dien van haren zoo®, met zijn sterf
dag en begrafenisdag geschreven had.
Bij haar waren Egon en oom George. Zij
zag hiij aan met hare oogen, waarin thans alle
'glans verdoofd was en zei: „Je moet het ook
weten, Lucie, de Olmenhof moet verkocht wor
den; wij zijn arm."
„Niet geheel, nicht'/' zei oom George, ,.,ik
heb 't u reeds duidelijk bewezen, uw eigen,
aanzienlijk vermogen en het moederlijk erf
deel der kinderen blijft van hen en behoort
(niet in den boedel. De schuldeischers moeten
met de rest tevreden zijn." i
„Het moederlijk erfdeel mijner kleinkinde
ren blijft aan hen om ons tegen gebrek te vrij
waren, maar mijn persoonlijk vermogen behoort
tot den boedel, want de naam van mijn zoon
moet onbevlekt blijven, alle schulden moeten
betaald worden," hernam grootmama met na
druk.
Oom George maakte zich boos. Zij, een be
jaarde vrouw, aan weelde en gemak gewend,
zou !haar groot vermogen opofferen om al che
onzinnige schulden te betalen waartoe zij niet
verplicht was, waartoe niemand haar dwingen
konl
„Tot de laatst ecent zal ik ten offer brengen
om de|n naam van mijn zoon onbevlekt te béwa-
reln, dat zweer ik hier, met mijn hand op dit
heilige boek!" sprak de oude dame ernstig en
llegde haar rechterhand op den B'ijbel'.
„Maar die opvatting is wreed voor uwe klein
kinderen, 'hield oom George aan.
N'eein om," begon Egon, bescheiden maar
nadrukkelijk, „het is het grootste bewijs van
liefde, dat een grootmoeder haren klemkin
deren' geven kan, dat zij hun vaders naam te
gen elke vlek beschermt. Wij danken u, groot
ma ,en zullen uwe zelfopofferende liefde dui
zendvoud belo.onen."
Wat zij nog verder bespraken hoorde ik als
iin een droom, maar later vernam ik hoe alles
gekomen was. Papa was door zijn langdurig
.'hnif rr^w^PQf1 7iiin hpzittlïiereil ZCit
had het beheer met 'bijna onbeperkte volmac.it
toevertrouwd aan een man, die als ontrouwe
rentmeester o peigen voordeel uit was en aller
lei bedrog pleegde. Daarbij waren nog andere
verliezen gekomenzooais dat bij den land-
bouw mogelijk is. Om zijn vermogen te her
stellen en met de beste bedoelingen had papa
in effecten gespeculeerd, die thans geen waar
de meer hadden. Was hij -geheel hersteld en
had hij zelf het beheer op zich kunnen (nemen,
dain zo ude slag, die thans gevallen was, mis
schien verhinderd zijn.
Toen ik' na dit alles gehoord te hebben, we
der in den tuin kwam, voelde ik mij als een
vreemde, als verjaagd uit het gelukkige para
dijs mijner kinderjaren. En in mijn zelfzucht
en verdriet dacht ik alleen aan mij zelve. Want
van alles wat ik gehoord had, begreep ik al
leen dit eene, dat ik mijn geboortestreek waar
aan ik met heel mijn hart hing', en mijn
vriendin verlaten moest. Wat grpotma met be
wonderenswaardige kalmte verdroeg, met we -
ken heldenmoed Egon haar ter zijde stond, al
hunne opoffering, daaraan dacht ik niet; het
was niets vergeleken bij mijn eigen verdriet.
Eln in die laatste dagen van ons verblijf op
den (Olmenhof, vluchtte ik dikwijls naar Em
ma's vriendelijk tehuis of naar onzen goeden
geestelijke. Juffrouw Berthold poogde mij op
haar eenvoudige, goedhartige wijze te troosten
en op te beuren. Zij vermaande mij blijmoedig
en geduldig te zijn en grootmama door mijn
klachten nog niet meer verdriet aan te doen
tnaar integendeel voor haar het zonneschijntje
■ilti haar laatste droevige dagen te worden. En
met hoeveel liefde en dankbaarheid sprak zij
over mijn goeden vader. Jaren geleden, toen
zij arm waren, had hij hun den grond kosteloos
in pacht gegeven, ja, uit eigen beurs hen nog
geholpen. Alles wat zij bezaten dankten zij zyn
goedheid en de goede Gód zou hem en zijn
kinderen daarvoor beloonen. En voo riedereem
was hij zoo onuitsprekelijk edelmoedig geweest.
Dergelijke woorden deden my goed.
ia «aa, W .g-gK "WjXWEe'KC
tV Iheheeren en tot dure reizen en ko ii„VP ouders te zorgen, ze me.
de schoonste bloemen te tooien en dagelijks daar
te gaan bidden, tot hij zelf in den* bloeienden
godsakker den eeuwigen slaap zo ugaan slapen.
Ook zo uh ij den ouden Thomas in zijn dienst
nemen, opdat deze niet onder vreemden behoefde
te gaan. Hij zei mij, dat de Heer veel in mijne
handen had gelegd en hoopte dat ik mij als zijne
leerlinge hem waardig zou maken en de hulp
en steun van mijn grootmama en broer en zus
ter worden. En ook ging ik met Emma nog eens
naar al mijne vrienden in het dorp en zij namen
treurig afscheid van mij. Ik kon hun niets meer
geven, ik had niets anders meer dan tranen. 1
Oom George was weer vertrokken en had op
zich genomen in de hoofdstad een woning te zoe
ken. die met de omstandigheden, waarin wij thans
verkeerden, strookte.
Al onze dienstboden werden ontslagen, maar de
oude juffrouw Doris smeekte grootma bijna op,
haar knieën, om bij ons te mogen blijven, en niet
alsof zij ons een offer bracht maar alsof het on
zerzijds een offer was, als wij haar, die rot nu
toe als huishoudster de eerste plaats had inge
nomen en bijna als meesteres de andere dienst
boden had kunnen bevelen, als meid alleen en
tegen gering loon in ons volgend, kommervol beï
staan lieten meeleven. En toen grootmama eindehjkj
toegestemd had, hielp zij snikkend mede, om dé
weinige meubelen en huishoudelijke voorweden,
die wij zouden meenemen, uit te zoeken. Al lv«
kostbate, antieke meubilair, het zilver, portel, ii:
en kristal, alle kostbaarheden bleven hier en zou
den verkocht worden. Grootma en Egon regel
den alles, kalm en flink, geen van beiden heb
ik zien schreien.
Op een grauwen, mistigen Novembermorgen ver-
trokken wij. De geestelijke en Emma met hare
moeder waren afscheid komen nemen. En toen
zij op het laatste oogenblik uit mijne door tra
nen omfloersde oogen verdwenen, dacht ik dat
sterven minder zwaar moest zijn dan zulk een
verdriet.
Bosch en veld, die ik kort te voren nog in volle
pracht gezien had, vlogen ons grauw en verlaten
voorbij. Niemand sprak, grootma zat met gesloten
oo^en. Alleen Annie, die er in haar ro.uwkleeren
met het zwarte lint door haar goudblond haar, zo»
roerend lief uitzag, was opgewekt nu zij voor het
eerst met de spoor reisde. Zij had de pop, die ik
in Mei voor haar had meegebracht in haren arm.
en fluisterde haar toe, dat zij nu spoedig de
groote stad zou zien.