DE ZOMERTIJD. III. Wij hebben dan nog onze schippers en onze visschers. Ook die hebben geklaagd, maar die klachten zijn misschien niet tot deze Kamer doorgedrongen, omdat deze menschen zoo wei nig in de gelegenheid zijn om in vereeniging pp te treden en hun klachten vast te leggen. In een schrijven van die zijde komt o.m. deze Uitlating voor: „En nu, wij duizenden schippers zegevieren als de zomertijd ingetrokken wprdt." Verder zal ik dezen brief niet voorlezen, om de behandeling niet onnoodig te verlengen. Merkwaardig is ook, dat op vele fabrieken 'in en om de steden de arbeiders de lijst van het comité van actie, die ook daar circuleerde, niet wilden teekenen. Zoo is mij van arbeiders der differente fa brieken meegedeeld, dat op de fabriek van van den Bergh Limited, te Rotterdam, afdee- ling melk, waar vele honderden werkers zijn, Slechts door 6 man die lijst werd geteekend. Op de fabriek van chemicaliën, Vondelingen plaat ,te Permis, teekende niemand van de 150 arbeiders. Slechts één man teekende die lijst op de superfabriek Vondelingenplaat, te Permis, waar 200 arbeiders zijn Opmerkelijk is het, dat' ik persoonlijk mij beklaagd heb bij den directeur-generaal van den Arbeid, den heer Zaalberg, dat hij in de bladen schreef, dat de arbeiders den zomertijd willen em ook, dat het voor hen gewenscht is, dat daaruit voor hen geen schadelijke gevolgen zijn voortgevloeid (hij blijft in.de ruimte); dat dit onjuist was, dat de arbeiders der genoemde fabrieken den zomertijd niet willen, dat hij blijk baar slechts voor zich zelf schreef en niet voor de arbeiders; dat hij, de heer Zaalberg, mij beloofd 'heeft een onderzoek in die fabrieken te laten instel len, en dat hij den uitslag in 'de bladen z,ou meedeelen; dat ik weet, dat dit onderzoek heeft plaats gehad, doch dat de uitslag nimmer in de bla den heeft gestaan. Zoo wordt nu het Nederlamdsche volk door onze bladen voorgelicht. Het is mogelijk, dat de uitslag van het onderzoek door den heer Zaalberg wel aan de bladen is opgezonden waarschijnlijk zal hij het wel hebben ge daan, omdat hij het had beloofd imaar opge nomen is de uitslag niet. Er is gisteren hier gesproken over een anti these, over een verschil tusschen het land en de stad, en ik meen, dat de heer Diepenhorst gezegd heeft, dat ik met het indienen van dit voorstel die antithese zou hebben verscherpt. Ik zou hierop willen antwoorden, dat ik er mij niet van bewust ben, dat er een antithese in dez ebestaat. Wij hebben m.i. in deze elkaar te veel noodig. Worden de stadskinderen 's zo mers niet liefderijk door ons ontvangen, even als anderen, bijv. fietsende stedelingen? Wij voeden gaarne de steden en in moeilijke dagen zullen zeer zeker de steden op ons kunnen rekenen, ten spijt van de pen van mevrouw Wijnaendts—Francken. Volgens den heer Die penhorst zou ik in de Tweede Kamer gezegd hebben, dat 10.000 plattelanders klaar stonden om sde steden te verwoesten. Het kan zijn, dat de heer Diepenhorst het goed heeft gele zen, maar de bedoeling is anders en men moet niet bij dien eenen zin blijven stilstaan. De heer Diepenhorst weet dat ook wel. De bedoeling is om die obscure elementen, die bij hoopen vooral in de groote steden wonen, wanneer het noodig zou zijn, tot hun plicht te brengen. Daar van heeft de heer Diepenhorst gebruik ge maakt om den heer Braat eenigszins in 'het zonnetje te zetten; dat is den heer Diepenhorst zijn recht, maar het is niet juist. Ik voor mij ben mij zulk een antithese niet bewust. De heer Diepenhorst heeft dat verkeerd willen begrij pen. Heeft niet altijd het platteland de steden ge red in de moeilijke dagen die achter ons lig- |gen? Is het platteland niet de steden te hulp ge komen in de dagen van Troelstra in 1918? Zijn er toen niet veel plattelanders in de steden gebracht om, wanneer het noodig was, te kun nen ingrijpen? Is het niet altijd het platteland geweest, dat de steden heeft geholpen, en zou het niet goed zijn dat thans in deze moeilijke Taak de stad het platteland eens hielp? De vriendschapsband tusschen stad en platteland kan mijnerzijds blijven. En wanneer dit ont werp wordt aangenomen, zal zeker die band nog worden versterkt. Onze familie woont in de stad en op het platteland dooreen; ik zie niet de antithese, waarvan de heer Diepenhorst heeft gesproken. Ik wil mijnerzijds doen wat mogelijk en redelijk is om verwijdering te voor komen. 1 Zeker, er zijn wrijfpunten tusschen stad en platteland ,doch enkel slechts op het gebied van Regeeringsinzicht en Regeeringsbeleid, dat echter met wederzijdsch overleg wel in het rechte spoor gebracht kan worden. Van anti these behoeft geen sprake te zijn, althans ge- rien van af het plattelandsstandpunt. Van al het standpunt der steden kan ik als buitenman er weinig over oordeelen, doch ik vermoed geen kwaad; wij zijn allen ten slotte Nederlan ders en hebben elkaar noodig. Ik hoop dan ook, dat deze Hooge Vergade ring waarin ik thans de éer heb te staan, en wier gast ik feitelijk een pogenblik ben, van de reden van mijn hier zijn geen politieke kwestie make, geen antithesestrijd zal doen ontbranden, doch onbevooroordeeld straks uitspraak zal 'doen met het oog gericht op. de wederzijdsche belangen- De belangen van den landbouw m Het algemeen zijn pok de stedelijke belangen', l als men daarmede rekening wil1 houden. De voorstanders van den zomertijd brengen naar voren, dat de besparing op vuur en licht zoo (groot is, doch zij vergeten blijkbaar, dat het door hen zoo aangebeden uur langer licht maakt, dat men 'savonds een uur langer bui tenshuis is om te genieten, wat meer slijtage aan schoenen en kleeren en vooral aan omnoo- dige vertering, aan bier en andere dranken beteekent, om van het meerdere gebruik van sigaren en tabak in anderen vprm maar niet te spreken. Hoeveel meer slijtage aan rijwiel en auto banden beteekent dat uur? Hoeveel zou dat z.g. ,,uur langer licht" ons volk kosten? Reken een milïipen menschen en 180 zomer- tijddagen, dus dat wordt dan 18.000.000 uren slijtage en vertering per jaar meer, wat een enorme som wordt, welk bedrag onnoodig aan de betreffende gezinnen onttrokken wordt. Al les bijeengenomen komt het mij wenschelijk voor, dac de dag wordt gebruikt en ingedeeld zooals de landbouw in het algemeen genomen dit voor de rustige uitvoering van de bedrij ven noodig heeft. Die indeeling is i;n het belang van het kind, wat een voorname factor is. Visschers en an dere varende klassen der bevolking kunnen er zich best mee vereenigen. Bpvendien komen wij niet in strijd met de gpdsdienstige opvattin gen der Joden en met de belangen der arbei ders. Daarom behoort de rest der maatschappij zich hierbij aan te passen en behoort zij, als najagende slechts genot en plezier, uitgescha keld te worden. 1 De dagindeeling komt dan pas tot haar recht, als de klok onveranderd Amsterdam- schen tijd aanwijst. Ik heb met genoegen gehoord naar den heer Slingenberg, die zeide, dat het mogelijk was, dat elk jaar Braat pf een ander hier voor het verdedigen van een initiatiefvoorstel kwam. Dat is goed gezien, Mijnheer de Voorzitter 1 Het platteland heeft zoo 'n ontzettenden hinder en last van den zomertijd, dat wij al Ihet mogelijke zullen doen om de Kamers te bewegen, den zomertijd af te schaffen, zoo mijn wetsontwerp wordt afgewezen, een volgend jaar en zoo mo gelijk nog spoediger. Niet om elkaar te plagen, maar om van den last af te komen. En de vier jaren oorlog dan, wordt hier ge ïnterrumpeerd, Mijnheer de Voorzitter 1 Dat mag op prijs worden gesteld, dat wij Ons heb ben aangepast aan zooveel in de oorlogsjaren Maar moet men daarmee nu aankomen 1 De heer Metndels heeft misschien ook honger ge leden in oorlogstijd, en dan zou ik 'hem dezelfde vraag kunnen stellen: waarom doet gij dat dan weer niet, dan bezuinigt gij toch! De heer Slingenberg zeide mijn gedachten- gang in de Memorie van Antwoord niet te kun nen doorgronden. Ik zou dezen mijnheer wil len aanbevelen, dat stuk nog eens op zijn ge mak na te gaan. MÜ hebben geen klachten bereikt, noch van de Kamers, noch van de pers. Misschien ging de heer Slingenberg bo ven zijn krachten, maar dat is haast 'niet denk baar. Maar waar hij alleen staat, treft mij geen schuld. Deze mijnheer heeft verder gesproken van meer licht, meer lucht, meer zon, wat ook al door de groote pers naar voren is gebracht» Wanneer iets dergelijks door de indieners van dit voorstel was gezegd, zouden zeker de xgroote bladen extra edities hebben uitgege ven om Nederland te doen weten, dat de heer Braat alweer den reinsten onzin had staan te verkondigen 1 De heer Diepenhorst heeft al duidelijk aan getoond, dat dit niet juist is. De stedelingen hebben het iïi hun macht, om van meer licht en lucht te genieten. Moet daarvoor de klok worden verzet? Moet gij daarvoor het platteland hinder en schade aandoen! De zon komt 'smorgens vroeg genoeg op! Als gij de klok verzet, betwijfel ik, bf in vele eeuwen de zon daarvoor haar loop één kwart seconde zal versnellen of vertragen. De heer Slingenberg zeide: als de stedelin gen een uur vroeger opstaan, moeten ook de melkboere neen uur eerder iin de stad zijn. Dat bewijst ,dat deze mijnheer van deze zaak niet goed op de hoogte is. Hij kan weten, dat de melkboeren gewoon zijn aan elke deur een kwartier te staan bellen eer zij gehoor krijgen! Wanneer hij vóór halftien 's morgens komt, is er nog niemand op en kan hij 'blijven bellên. De heer Slingenberg behoeft dus daarover niet ongerust te zijn. Wanneer dit het eenige is dat hem verhindert voo rde wet te stemmen, geloof ik, dat hij dit bezwaar wel opzij kan zetten. Ik meen ,dat de heer Slingenberg behoort tot een democratische partij, maar dan verloo chent hij zich toch wanneer hij wil, dat de ar beiders na afloop van hun dagtaak nog in hun tuintjes gaan werken. Ik kan dat niet erg demo- cratisch noemen. Er is gesproken over het verzetten van de klpk in verschillende plaatsen, maar men kan tpch weten, dat dit een warboel wordt, wan neer er verschillende tijden gelden. Ik zal een voorbeeld noemen van een gezin, dat mij per soonlijk bekend is. De vader werkt bij iemand, die laat werken volgens den zomertijd, dfe oudste zoon werkt b ijiemand, die met den zomertijd geen reke ning houdt terwijl de kinderen op een school zijn, waar de klok een half uur is verzet. Het gevolg is dat moeder de vrouw altijd een uur met het eten op tafel moet zitten, want eerst- komt de vader, dan komen de kinderen en ten slotte komt de zoon, om het middagmaal te gebruiken. Hef Is een warboel', die geen reden; van be staan vindt alleen omdat men het wil voor het genot en het plezier van enkelen. De melkboeren, zegt de heer Slingenberg, zullen zich wel redden, Ja, wanneer men zoo redeneert, zou me nook wel kunnen zeggen: de stedelingen zullen zich wel redden wanneer de klok niet voojrujtgezet jyordt. Ik zal dat echter niet zeggen, want het gaat niet om „een zich wel redden." De geachte afgevaardigde is ook voor een compromis. Voor ons blijft de last echter be staan evenals voor de kinderen, de scheep vaart en andere categorieën' van menschen. De heer Westerdijk zegt, dat hij geen voor stander is van' een plattelandersbond. Die schok had ik ook nog verwacht. Ook hij wil een compromis van 40 minuten'. 'Het spijt m ijbuitengewoon, dat de heer Westerdijk ze ker niet heeft gelezen wat er staat in art. 1 van de wet, nl., dat tusschen 31 Maart en 1 October de bedoelde wettelijke termijn met een uur wordt vervroegd. Van 40 minuten kan dus geen sprake zijn. Wijlen/ zij hun doel be reiken, om de klok 40 minuten vooruit te doen zetten, dan moeten zij voor mijn voorstel' stem men. Want dan wordt de wet op den zomertijd in getrokken en dan 'heeft de Regeering den ge wonen weg te volgen en aan de overzijde van het Binnenhof een nieuw wetsontwerp in te dienen, waarbij ook met hun verlangens reke ning kan worden gehouden, en dat dan hier kan worden aangenomen. De heer Schönfeld heeft nog eens de kolen - besparing ter sprake gebracht en meende, dat het een besparing is, wanneer er minder gas en electriciteit wordt gebruikt. Maar ik kan dat niet als een besparing zien. Wanneer een gemeentebedrijf als te Amsterdam uit electrici teit een winst haalt van f 150.000 en uit gas f20.000 er wordt hier wel gezegd dat een dergelijk bedrijf er niet is, om winst te maken, maar het feit constateer ik, dat dit geschiedt want er wordt gesproken van winstderving en die winst moet men derven, dan vraag ik, is winstderving een besparing? Want nu het adres van het comité van actie betreft vóór het behoud van den zomertijd, dit adres heeft volgens den heer de Waal Male- fijt te korten tijd gehad om te circuleerein. Laat ik aannemen, al is het getal te hoog, dat het adres 400.000 handteekeningen heeft gehaald, maar ook al hadden zij een 14 dagen geleden daarover met mij gesproken, dan hadden zij toch wel hun actie kunnen staken. Laat ik ze nog eens 600.000 stemmen er bij geven, dan hebben zij dus 1 miliioen handteekeningen, dan is de verhouding nog als 1 tot 7. En wanneer ik van de 7 miliioen er 3 3 miliioen aftrek als zijnde van te jeugdige personen, die nog niet daarover kunnen oordeelen, dan resteeren er nog 4 piillioen en dat ondanks de aansporingen van alle bladen om voor het behoud van den zomertijd te teekenen, dan is de verhouding >nog slechts 13. Mijnheer de Voorzitter 1 Ik ben thans aan het einde van mijn betoog. Vragen zijn niet speciaal tot mij gericht; aanvallen waren niet op mij gericht, ergo is mijn taak in deze licht. Ik eindig met een gedicht van Langerac, dat pp die zaak van toepassing is: „Wanneer men de uitspraak nu Van dit gewichtig pleit Aan 't oordeel overliet Van de onpar tijdigheid Die 't onheil en het heil In deze vraag gelegen In haren gouden schaal Met juistheid pp zou wejgen, De onzijdige balans Het vonnis doende ontstaan, Zou naar de economische belangemkajit Voorzeker overslaan." UIT DEN OMTREK. ST. PANCRAS. Donderdagavond vergaderde de Coop. Boe renleenbank ten huize van den heer H. Ger- ritse. Aanwezig 98 leden. Na opening, en goed keuring der 'notulen volgt benoeming van een kassier. Waarvoor den 'heer ten Hoeve met 78 stemmen wordt herkozen. Als lid van den Raad van Toezicht, en van het bestuur worden resp.. de heeren J. Gootjes en D. Kloosterboer met 62 en 83 stemmen herkozen. Volgt rekening en verantwoording over 1922 Kas op 1 Januari 1922 bedroeg f22087.47 ont vangen spaargelden f 129028,45. Terugbetaal de voorschotten f26796.50. In loopende reke ning f 286057,11, Rente in Ipopenide rekening f 7808,70, Rente van voorschotten, f 10907,48^, Diversen' f 401,10. Totaal! aan ontvangsten f483086,81. Aan uitgaven: Terug betaalde spaargelden f 230504,49, gegeven voorschotten 27515, in loopende rekening f 171473,17V2, uitgegeven rente voor spaargeld f 15325,91, id. in loo,- pende rekening f 171.92, idem provisie en kos ten in loopeinde rekening f 78,62. Salaris kas sier f852.75, Diversen f 1589,17, winst op re serve f365,80, kas op 31 Dec. f 35209,.97.V2 Totaal uitgaven f483.086,81 Balans 1922: vorderingen, kas op 31 Dec. 1922 f 35209,97V21, uitstaande voorschotten f204523,loopende rekening: Medeleden f 108686,211/2- Aandeelen f140, Meubilair f 1. Nog te vorderen rente voorschotten f 416,06, idem in loopend érekening f55,77, in totaal f349032,02. Schulden: spaargeld f298,421,72. Loopende rekening: Medeleden f 6.51. Re servefonds f 7948,18, Centrale Bank f 410014,87 winst 1922 f1570,74, totaal f349032,02- Het aanfal leden op 31 'D!ec. '21 was 205 )op 3 De. 2c'12 204. Het aantal spaarders op 31 D'ec. '21 was 294, op 31 Dec. '22 299. Het aantal voorschotten op 31 Dec. '21 was 127, op 31 Dec. '22 133. Het aantal loopende reken, op 31 Dec. '2j was 41, op 31 Dec. '22 45. Het aantal dagboekposten in 1921 was 1323 in 1922, 1138. Het eindcijfer der ontvangsten in 1921 was f852522,42 in 1922 f860897,10. Volgt bepajing van den rentestandaard. Voor gesteld wordt: voor spaargeld 43/4 pet. (voor 1 jaar vast ö1/^ pet.). Voorschotten 5V2 pet, Loopende rekening 53/4 pet. Na een kleine ppmerking van den heer A, Hoogland, goedgekeurd, onder de mededee ling van den kassier dat de verwachting ovet 1923''24 is dat er met verlies gewerkt tA\ worden. Den heer Gerritsen Jr. vraagt wat of tegen gedaan zou kunnen worden tegen de jj^odzak verdachtmaking welke van uit Noordschar- wotide tegen ons is geuit, wat betreft onze ren. testandaard. t De heer Ten Hoeve. Als men onze reke ning ziet zal men wel beter getuigen. Er volgt een vergelijking met de Boerenken- leenbank, waaruit ten volle blijkt, dat St. Pan- eras in gunstiger conditie verkeert als Noord- scharwoude. i Ten Hoeve. Zij hebben waardepapieren ge kócht Wij niet.. Wij kunnen ons feliciteeren. En wat Noordscharwoude heeft gedaan is onrechtmatige aanwrijving. Volgt punt 6. Voorstel om spaargelden op te nemen van één persoon tot een maximum 'van f40.000 totaal f600.000, voorschotten te ver strékken tot -een maximum van f 10.000, toestemming van den Raad van Toezicht f 15.000. Aan 'te vragen aan.de Centrale Bank'f 15.000 'Niemand hierover het woord verlangende wordt dit als aangenomen beschouwd. Goedgevonden wordt dat het bestuur de commissie tot nazien der rekening benoemt. De Rondvraag. Niemand het woord verlan gende memoreert Ten Hoeve nog dat dit 'jaar de Centrale Bank 25 jaar bestaat. Een der voorschriften der Centrale Bank zijn dat andere spaarboekjes krijgen. Ik heb er reeds 400 besteld. Een advertentie zal er geplaatst worden, en nu zal u eerstdaags de boekjes moeten ruilen. De spaarders zal het saldo be kend gewaakt worden, 'twelk voor hun een controle is. De heer v. d. Wal vraagt nog of voortaan de vergadering eerder gehouden kan worden, waarop geantwoord wordt, dat 'tdoor Uomstandigheden laat was geworden, en een der oorzaken was de behandeling van 't tuin- derscrediet, doch er zal getracht worden in den vervolge de vergadering eerder te doen plaats vinden. Met een woord van dank voor de goede opkomst en met de opwekking dat ieder naar zijn vermogen de belangen.der Boerenleenbank zal behartigen, werd de vergadering beëindigd. HEERHUGOWAARD. Bevinden zich onze buitenwegen in veel be teren toestand dan voorheen, een belangrijke verbetering ondergaat ook de Middelweg. Thans wordt ook in andere deelen dan aan de hoofdbuurt, tot verbreediing van de straat over gegaan. Bij eventueeie vernieuwing van straat- gedeelten, worden de oude steenen aangewend tot verbreeding. Vooral door autobestuurders zal dit zeer op prijs worden giesteld. HEERHUGO1WAARD1. Als bijzonderheid mogen we zeker vermel den, da theden, 3 Mei, op de veiling van den Noordermariktbond nog 106 aanvoerders wa ren, in hoofdzaak nog met sluitkool', vooral Denen. Er werden nog partijen aangevoerd van 2500 en 3000 kilogram. OUDE NIEDORP. Gedurende het afgeloopen kwartaal waren in het veefonds alhier gemiddeld verzekerd 440 runderen. Hiervan werden 7 stuks afgekeurd. De omslag hiervoor werd vastgesteld voor Februari en Maart op 0.3 pet. en voor April op 0.8 pet., dit gemiddeld is f 3 per verze kerd rund in de drie maanden. ALKMAARSCHE SNUiFJES 'in Meevallertje. Ojnlze nieuwe politiecommissaris, die voor velen niet de aangewezen man was en dus al bij voorbaat niet erg vriendelijk werd begroet blijkt tot dusver 'in de practijk verbazend mee te vallen. Het is een ijverig politiechef, die zelf Ihet voorbeeld geeft aan zijn corps van activi teit en werkzaamheid. Opk het personeel, al thans de agenten die ik sprak, zijn zeer over hun commissaris voldaan. Dat stemt hoopvol voor de toekomst. Natuurlijk zijn er altijd lui die je 'tnaet naar den zin kan maken, maai 'n chef die met iedereen gpeie maatjes wil zijn, is ook de rechte Jozef niet. De beste eigen schappen die een commissaris kan hebben, zijn rechtvaardigheid, kennis van zijn ambt en wel willendheid tegenover de buiging, zonder prijs- ge veen van zijn prestige. En de teekenen wijzen er op, dat de heer Walraven aan die eischen voldoet. Is dit zoo, dan moet men' Idit ruiterlijk erkennen en zich met het bez'it van zulk een politiechef gelukwenschen. Mooi is anddrs. Ons ideaal muziekpark is bijna gereed ei beelooft een schat te worden van muzikale hee lijkheden. Nu, dat mag ook wel, want 'heel wat natuurschoon is er voor vernield geworden- Wat de muzieknis echter aanbelangt die is eechter afschuwelijk. Lijkt van achter precies, op 'n bloembollensohuur, met rooiie pannen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1923 | | pagina 4