PLAATSELIJK KIEUV^S
ZUIDSCHARWOUDE.
Dezelfde onaangenaamheid, waarvan we onlangs
kennis gaven, betreffende de.toelating van leerlin
gen uil onze gemeente tot de Handelsschool te
Alkmaar, staat ons weer te wachten. De gemeen
teraad besloot immers zich alleen dan garant te
stellen voor de prompte betaling der onkosten aan
Alkmaar, als de ouders de gelden weer aan de ge
meente restitueeren. W.e vernemen nu, dat weer
dezelfde, die vroeger kinderen en ouders in groote
ongelegenheid bracht, dit weer doet, daar hij wei
gert de kosten aan de gemeente te betalen, voor
het nu aanvangende schooljaar. Het gevolg zal
dus zijn, deelde de Burgemeester den twee betrok
ken vaders, den heeren De Nijs en Kist mede,
dat hun kinderen weer van school zullen worden
gestuurd. Voor die jongens, van wie we weten,
dat ze tot de uitstekendste leerlingen behooren,
die zeldzaam mooie cijfers voor alle vakken behalen,
en van wie er een tot de eerste en de ander tot de
tweede klasse der Handelsschool is toegelaten, is
dit een treurige ervaring. Laten we hopen, dat
er middelen worden gevonden, om deze jongens
door de onaangenaamheden heen te helpen.
ZUIDSCHARWOUDE.
We vernamen, zoodat we voor de juistheid niet
instaan, dat, nu èn op de aanvraag voor gelden
tot scliooluitbreiding èn op die tot beschikbaarstel
ling van een nieuwe speelplaats aan den gemeente
raad van Noordscharwoude, afwijzend is beschikt,
er pogingen worden aangewend, nu de school in
de laatste gemeente de kinderen niet meer kan
bevatten, ook hier een R.K. School te stichten.
UIT DEN OfVlïRLK y
ST. PANCRAS.
Melden we in een vorig bericht, dat van het
Min. v. Arbeid 't bericht ter secretarie was in
gekomen dat over de jaren '21 en '22 aan de
gemeenschappelijke Veenderij, een subsidie van
f400 voor ieder jaar was toegekend, nader
vernemen we dat deze subsidie alleen voor de
'gemeente St. Pancras is en dat aan de ge
meente Koedijk over beide jaren een subsidie
van f 800 per jaar is toegestaan. Dit verschil zal
waarschijnlijk op het feit berusten, dat St. Pan
cras de ondergrond van de veenderij voor zich
behoudt.
ST. PANCRAS.
Ds. J. G. Femhout, Ger. Pred alhier, heeft
een beroep ontvangen naar Oost en West Sau-
burg, provincie Zeeland.
Een Alkmaarsche stranddief gepakt.
Dank zij de oplettendheid van het personeel
der Maatschappij Zeebad Scheveningen en
speciaal op aanwijzing van den badman L.
Roos, heeft de recherche Dinsdagmiddag tus-
schen 12 en 1 uur naar het „,Vad." meldt, een
der dieven, een reiziger uit Alkmaar,, kunnen
inrekenen, nadat hij een kleine honderd gulden
uit een der badkoetsjes had gestolen. Een ge
lukkige vangst, die bewijst, dat het personeel
niet stil zit om aan het euvel der diefstallen
een eind te maken.
Naar wij vernemen is de bedoelde handels
reiziger zekere A. S. hier ter stede.
Hij wordt ook van verschillende diefstallen'
te Bergen aan Zee verdacht. Bij een heden ge -
.houden huiszoeking zijn althans van misdrijf
afkomstige bankbiljetten uit deze gemeente te
zijnen huize gevonden.
SPORT EN WEDSTRIJDEN
ST. PANCRAS. I
't Klinkt misschien wat eigenaardig dat men
4er gelegenheid van een kerpiis een voetbal
wedstrijd organiseert, desniettemin is 'tfeit er.
FEUILLETON.
EEN EEREWOORD.
Den verderen dag dacht Marianne over niets
anders, dan over de beste manier om haar
plan van morgen ten uitvoer te brengen. Twee
moeilijkheden deden zich hierbij aan haar
voor; de eene was de gebrekkigheid der oude
vrouw, de tweede was, dein weg te weten te
komen, dien Juliaan dagelijks bewandelde. Om
hier achter te komen, besloot Marianne, het
gesprek aan tafel hierop te brengen. Zij ge
voelde, hoe zwaar haar dit zou vallen; iedere
sluwheid en huichelarij was haar vreemd; maar
zij moest haar tegenzin overwinnen en hem
vriendelijk tegemoet komen.
Het was het eenige middel, om iets te be
reiken en zij wilde tot eiken prijs voor den'
door haar zoo vurig en ach zoo hopeloos ge
liefde, zijn eerfenis redden. Marianne wist, dat
noch graaf Peter, noch Bertalan veel zouden
doen om aChter de intrige te komen, ofschoon
het zaad van het wantrouwen reeds wortel had
geschoten in hunne harten. Zij moest daarom
handelen, om een booswicht te ontmaskeren.
IX.
Later dan gewoonlijk zette men zich aan
tafel, daar Graaf Peter voor zaken naar de
stad was geweest. De stemming was vandaag
iets levendiger dan gewoonlijk. Orlowsky ver
klaarde dat hij volkomen hersteld was en zelfs
Marianne was spraakzamer dan anders.
Nadat het diner was afgeloopen, wilden allen
'zich juist in de rookkamer terugtrekken, toen
er plotseling een hevig geraas gehoord werd.
„Er is brand," riep een binnenkomende be
diende uit.
„Gertrud's- huis staat in brand."
Iedereen snelde naar het venster, waar men
over de boomen heen de hoog opslaande vlam
men kon zien. Marianne sprong op met een
kreet van schrik.
Alleen Juliaan bleef kalm in de algemeens
verwarring, terwijl de overige heeren naar bui
ten snelden om de oude vrouw, als het nog
mogelijk was, te redden en voorzorgsmaatre
gelen te nemen tegen verdere uitbreiding vap
Dinsdagavond, de laatste kermisavond, speel
den, evenals het vorige jaar, Vrp|ne 1 en sen
zeer sterke Alcm. Vict. combinatie een match
tegen elkaar. Alkmaria had maar even vijf
spelers uit haar Eerste en verder aangevuld
met spelers uit 't tweede en lagere elftallen. En
ondanks dat feit wisten zij niet zulk een over
winning te boeken als 't vorig jaar. Toen was
de stand 14, thans 12, Vrome speelde dan
ook een beste wedstrijd. Zou Mystère's droom
nog eens bewaarheid worden, dat we Vrone
nog eens in de overgang zien?
NIEUWSTIJDINGEN^
De knoeierijen bij het Leidsche ziekenhuis.
De „Tel." bevat een uitvoerig artjkel over
de wijze, waarop in Leiden bij: aen bouw van
het ziekenhuis met geld is gesmeten. Op het
oogenblik stuurt men aan op stopzetten van
den bouw, Zaterdag zijn nog 8 man opgezegd,
zoodat vandaag op de enorme uitgestrekte ter
reinen en aan de 12 gebouwen in totaal door
40 man zal worden gewerkt, w-o. 9 timmerlie- r
'iden, 8 metselaars en 8 sjouwerlieden- Onder de
ontslagenen zyn mannen, die er sinds den aan-
van van den bouw ,in 1914 werkzaam waren.
De taak der achterblijvers zal in hootdzaak
bestaan uit werkzaamheden om het gebouw
de te conserveeren, het aanbrengen van latten j
voor vensters, het plaatsen van deuren ot af
spijkeren van toegajngspiaatsen en het nazien
van daken en aiwaceringen.
Het blad vertelt:
Het begon met den thans gearresteerden
rijksbouwmeester V. Deze liet in een tij|d, dat
toevallig eenige timmerlieden vrij waren, door
deze^niaimen een serre bouwen, die niet voor
het ziekenhuis was bestemd. De serre werd
keurig afgewerkt, van glas voorzien en -door
arbeiders van net Academisch Ziekenhuis naar
Den Haag getransporteerd en daar aan een
particuliere woning geplaatst. De materialen
van deze serre waren rijksmaterialen, bestemd
voor den ziekenhuisbouw. En de loonen werden
genoteerd op den loonstaat van het Rijkl
Hiermede was het hek van den dam.
Opzichters en bazen begonnen nu zij het
kunstje van den hoogen clief eenmaal afge
keken hadden, aan de arbeiders allerlei parti
culiere werkzaamheden op Jte dragen. Hoe
hooger de positie was, die dé opdracht-gever
innam, des te omvangrijker was de opdracht.
Er is meer dan éen arbeider in staat en
bereid om te getuigen, dat op de terreinen van
den ziekenhuisbouw geheele ameublementen
werden gemaakt, die niet voor het ziekenhuis
waren bestemd en later in de stad aan een op
gegeven adres werden bezorgd. Mem ontzag
zich zelfs niet de timmerlieden tegen St. Nico-
iaastijd schilderijlijstjes en bouwidoozen te laten
vervaardigenI Al deze extra werkzaamheden
werden verricht in de zagerij. En als eenmaal
per week de rijksbouwmeester V. op het werk
kwam, dan werden de onderhanden zijnde rpeu
beien even weggestopt. Eenmaal per week, op
Vrijdag kwam ae rijksbouwmeester V. inspec-
teeren. En dam was alles in orde.
Doch niet alleen op het terrein werd, voor
particulieren gewerkt. Ook in de stad wierden
graag allerhande karweitjes als schilderwerk,
witten en kleine reparaties verricht, natuurlijk
in den tijd en voor rekening van den zieken
huisbouw.
Die extra werkzaamheden waren z^o gewóón
den brand.
„Ik blijf bij de dames)," zeide Juliaan tot
Hedwig, „daar iedereen weg is, hebt ge een
mannelijke bescherming noodig. De brand is
zoo ver weg, dat ons geen gevaar dreigt."
„En ge denkt niet aan de arme vrouw in
het brandende huis? Gaat ook maar heen en
help; wij hebben hier niemand noodig.
.Juliaan haalde glimlachend de schouders
op en verwijderde zich."
,,0 Marianne," riep 'Hedwig siddérend uit,
toen zij alleen waren, „hoe kan die brand ont
staan, hier is zeker moedwil bij jn het spel."
„Ik geloof het ook'. De ellendeling die er
de schuld van is, heeft er zeker zijne geheime
bedoeling bij. Maar God zal de arme vrouw
'beschermen en haar zoovele krachten verlee-
nen, dat zij de kamer verlaten kan."
k geloof het niet, want ik ben jong en
gezond; als er echter boven mij|n hoofd brand
ontstond, dan zou ik geen lid kunnen verroe
ren; ik ben nu al als verliamd."
„Wees ervan overtuigd, dat het verlangen
het leven te redden, elke besluiteloosheid zou
vdoen verdwijnen, maar nu ga ik naar Gertrud."
„Zoo alleen in de duisternis? De anderen
izijn a/ lang weg. O., doet u dat niet? Wie weef,
wat voor menschen hier rondloopenl"
1 „Ik ben niets bang," antwoordde Marianne.
Hij wilde de eenige getuige, dfe hem kon her
kennen ,uit den weg ruimen, dacht zij. Maar
'hij zal zijne straf niet ontgaan.
In deze gedachten verdiept, nam zij hoed
en mantel en verliet het huis. Onwillekeurig
keek zij op het terras om zich heen, maar geen
levend wezen was er te ontdekken; iedereen
was naar den brand gesneld en een dief had
'gemakkelijk zijn slag kunjnen slaan.
Maar hieraan dacht zij njiet, zie sloot ook niét
'eens de ijzeren traliedeur maar liep ijlings ver
der.
Werkelijk naderde even daarna een donkere
gestalte het huis, loerde voorzichtig de zich
verwijderende na en gleed, toen hij: haar ver
genoeg verwijderd achtte, als een kat de trap
pen op en trad het salon binnen, waar Hedwig
alleen bij den haard zat.
Deze sprong verschrikt op. Juliaan stond
■voor haar.
geworden, dat de arbeiders er een zegswijze
op na hielden, om aan te duiden, dat er weer
wat gebeurue.
„Weet je niks?" riepen zjj elkander toe. En
dat beteekenae ,dat ae vrager weer iets wist,
maar de opdracht had gekregen „van niks ie
weten". Een arbeider, aie in het uijzijjn van
zijn chefs wat af te vaak „weet je niKs/" had
geroepen, zoodat men bevreesd was, dat hij al
te veel wist, werd van het terrein gehaald en
kreeg als uitsluitende taak „het ketelhuis aan
te vegen". Met deze verhef lende taak was de
volslagen bouwvakarbeider van Maandag iOt
Zaterdag bezig. En ais hjj 'sMaanuags weer
op het werk kwam, werd nem opnieuw opge
dragen het ketelhuis aan te vegen. Het mee-
renaeel der arbeiders bevreesd voor de boter
ham, deed wat hun opgedragen werd door de
verantwoordelijke cheis en vroeg niet verder.
In de tijden van brandstol- en voeasel-
schaarschte zyn de terreinen van het Aeaae
misch Ziektnnuis gebruikt ter tegemoetkoming
aan dezen noon. Kr werden machines aange
schaft voor brikettenlabricage, ae bouwaruei-
ders weraen belast met het persen en' aiwer-
kien der briketten, die in zaknen verpakt bui
ten de distributie om by de cheis weruen be
zorgd. Ook had men een volledige varkens-
mesterij, aie unstekende resultaten afwierp- Dat
geheeie partyen steigerhout tot brandhout ver
zaagd werden en gratis onder ae cheis wer
den gedistribueerd is te midden van ai deze
feiten slechts een kleinigheid. Met de expeditie
van brandstof, meubelen en vleesch werden
meestal de Katwykers belast, omdat men die
minder in de stad kende.
Ook met de aangevoerde materialen werd,
juist in een tijd, oat bouwmaterialen ais zarittj
grint, cement en steenen hun gewicht in goud
waard waren, op een eigenaardige manier om
gesprongen. j
Het tiok de bijzondere aandacht der arbei
ders, dat by de lossing van schuiten met ma
terialen de gevulde wagens soms. een andere
richtinig namen, dan die welke naar den zieken
huisbouw leiden. Zoo gingen wagens met stee
nen ot cement, gevuld uit de schuiten, die ma
terialen voor het ziekenhuis aanvoerden, vaak
naar particuliere bouwwerken in ae stad. Het
zou wellicht de moeite loonen na te gaan.
in hoeverre in de boeken deze materiaal-dis
tributie terug te vinden is. Zoo verklaren de
arbeiders, belast met het verwerken der mate
rialen, dat zij vaak langer dan noodig was, op
den nieuwen aanvoer wachtten, omuat de ge
laden wagens wat zij noemden den verkeeruen
kant waren uitgegaan. Ook kunnen de arbei
ders verklaren, dat meer dan eens cement uit
de voorraad van den ziekenhuisbouw op wa
gens werd- geladen en buiten de poört ver
dween naar particulier ebouwwerken. Het zijn
alweer de boeken, die moeten uitwijzen, m hoe
verre van deze vrijgevigheid m een tijd van
materiaiennood aanteekening is gehouden.
Ook met bet krulwerk werd allesbehalve de
zuinigheid betracht. Was er weinig werk, dan
kwamen de arbeiders met de paaruen toch op
het terrein; ieder vervoerde op zijn beurt een
vrachtje op het terrein en de betaiingsüjsten
pareerden eenige posten: „één dag werk voor
man en paard". Dat arbeiders bij den zieken
huisbouw ingeschreven, eklers te werk werden
gesteld, maar 's Zaterdags bij den ziekenhuis
bouw him weekloon haalden, behoorde niet tot
de uitzonderingen.
Zoo zijn er vele eigenaardigheden bij; den
„Waar komt gij vandaan?" stotterde zij.
Spottend lachend trad hy nader.
;,Wat zo uik buiten doen? ik wist, dat Ma
rianne ook was weggegaan en dat niemand op
het kasteel was; en ik vond het aangenamer
den tyd in uw gezelschap door te brengen. Gij
'hebt my in den laatsten tijd vermeden; ik
echter smacht naar een gesprek met u."
Hij trok een stoel dicht naast haar en keek
haar aan met een blik, die haar het koude
zweet op het voorhoofd deed uitbreken.
,',Ik was juist van plan naa rmijlne kamer
te gaan," stotterde het meisje en trad op de
deur toe.
„Laat dat besluit varen, want het- is niet
uit te voeren; ik zo;u u dan imimers niet kunnen
Volgen, als ge het niet goedvoindt."
„Ik weet niet, hoe ik uwe woorden begrij
pen moet."
„O dat weet ge heel.goed. Ik heb lief, dan
sluit alles in."
,:,Uwe liefde boezemt me geen belang in),"
zeide Hedwig, die hare vrees met kracht be
dwong. „Ik verbied ,u echter met mij te spre
ken op zulk een toom, waartoe ik u nooit aan
leiding heb gegeven."
„Maar een kus roo.ven mag ik1 toch wel, als
ge my niet goedschiks toelaat, er een te
nemen."
„Ge hebt aan tafel zeker te veel gedron
ken en weet niet, met wie ge spreekt," riep
'Hedwig vertoornd uit.
„O jawel, met eene betooverende schoo|n-
heid, die van het eerste oogenblik af dat ik'
haar in haar morgengewaad' zag, mijn hart
ontvlamde. Wees niet wreed, Hedwig. Eens
word ik hier heer en meester en gelopf dat
het een niet te verachten lot is, meesteres van
Boszmer te worden."
Aan een voorname dame doet men echter
zulk een vraag in anderen vorm."
„Ieder heeft zijn eigen begrip en zijn eigen
vormen," zeide Juliaan lachend en naderde
Hedwig, die snel achteruit week en met inge
houden adem luisterde, of er niemand naderde.
Maa driepe stilte heerschte in het geheele slot,
[Cn zelfs haa rhulpgeroep zou onbeantwoord
blijven.
„Ik moet tot list myjn toevlucht nemen, om
V bbuw van het Academisch Ziekenhuis te IV
'den, die doo rde gewoonte als vanzelfsprekenli
aanvaard waren.... tot het groote tekn
eindelijk deed ingrijpen met als eerste gev0l
de arrestatie van den verantwoordelijken leia5
De commissie, di eeen en apder te onderzoek/'
krijgt, heett geen benydeinswaardige taak 7?
zat ïntusschen goed doen, ook eens bij de thai/
ontslagen arbeiders inlichtingen in te winijT
Zij kunnen misschien nog verrassende aan/!!
zingen geven, om de uit de bpeken verdwen/
sommen op te sporen. n
Een goede baioonfiig.
Een inwoner van Zand voort, die een port»
feuiile met een inhoud van f 100 aan geld/
waarde en nog eenige papieren gevonden hai
kreeg van den verliezer als belooning voor
eerlykheid f 50. 1J11
ifldiscne prinsen op Hiet Loo.
Naar wy vernemen, zal de Koningin in n
eerste dagen van de volgende week ten k/
ninkiijken p-aleize Het Loo ontvangen, tot het
aanoieden van gelukwenschen met haar 25
jarig regeeringsjuDüeum: Bangeran Arjp Koe
soemosoeao, prins van Solo, majoor van de,
generaien stat van het Ned. Indische lege/
komende als vertegenwoordiger vain den
soehioenan van boerakarta; Bange ran boen*/
wiajojo, prins van Djokjakarta, kapitein van
den generaled stat wan het Ned.-lnaische fe.
ger, ais vertegenwoordiger van den bultan van
Djokjakarta, en Maaiana, sultan Mohamed ka-
sim Aluin, sultan van npeioengan (Noord-Oira
Borneo).
Het omgeval te Diiemen.
Omtrent dit ongeval deelt de eene dame
aan de „Tel." nog het volgende mede:
De betreffende man en vrouw fietsten, in
de onmiddellijke nabijheid van ca. 8 a lo' an
dere jongelui aan de rechterzyde van de vaart
terwyi ik in dezeltde richting aan de linkerzijde
fietste. 1
Door een mij onbekende oorzaak, raakten
beiden blijkbaar hun stuur kwijjt, met het nood
lottige, doch op den gevaarlijken smallea
weg schier niet af te wenden gevolg, dat
zij tezamen te water reden.
De in de nabijheid rijdende personen stegen
toen ai en stonden aan den kant tse deliberee-
ren, doch staken geen hand uit tot redding,
hetgeen ons, die het aan den overkant machte
loos moesten aanzien, daar geen onzer zwom
men kon, niet weinig verbaasde en ergerde.
Wij riepen herhaaldelijk den beiden menschen
iets toe te steken, hetgeen, daar zy slechts
plm. 1 Meter van den oever waren, zeker re
sultaat zou hebben gehad, doch hierop werd
aan de overzijde met een zee rflauwe aarze
lende poging gereageerd, welke tot niets leidde
Zoodoende moesten wy het aanzien, dat de
twee menschen verdwenen, zonder dat er maar
éen pognig gedaan was, dit te verhinderen. De
later opdagende hulp kon niets meer uitrichten.
Het meisje heet Anna Maria Bunderen. Haar
vader, die politiebeambte te Amsterdam is, ver
klaarde, dat hij haar des middags hall vier nog
op de Mauritskade, in gezelschap van den jon
gen man -had zien ryden.
De jongeman is D. Overloop genaamd.
Iemand, in een wherry gezeten, die het an-
ygeval op een paa rhonderd meter afstand
zag gebeuren, streek het zeil en voer naar de
plek, waar de beide menschen verdwenen wa
ren. Hij zag het lichaam der vrouw onder water
drijven. Om beschadiging met een haak te
voorkomen, dook hy gekleed, maar slaagde
er niet in haar boven te brengen. Nog een
paar andere personen begaven zich te water,
my van hem te bevrijden en tyd te winnen,"
dacht zij, want zij. begreep, dat zij met hem
alleen, in een gevaarlijken toestand was.
Daarom ging zij weer zitten en sprak kalm:
„Daar gij mij zooeven een huwelijksaanzoek
hebt gedaan, zou ik graag van uwe omstandig
heden meer willen -weten, want ik vertrouw die
niet goed"
De list gelukte. Juliaan werd opmerkzaam1
én vroeg zichtbaar ontsteld: „Wat bedoelt ge
daarmede?"
„Dat men hier eene eigenaardige meenjng
over u heeft."
„En welke dan?" vroeg Juliaan 'die zijne
liefdesverklaring scheen vergeten te hebben-
Hedwig aarzelde, zy wist niet goed wat zij
zo uantwoorden.
jjMen zegt dat gie in het geheel niet op de
Al vary's gelykt."
„Zy twijfelen aan myne afkomst, niet waar,
dat wilt gij zeggen. Ik heb al lang gemerkt,
dat zij iets tegen mij' in met schild voeren- Ze
zouden mij hier graag vandaan hebben, wam
als toekomstige eigenaar van Boszmer ben ik
hun niet welkom. Ik ben echter niet bang voor
hen- Wat zegt men wel van my?"
„Niets bijzonders. Men vindt uwen plots."
lingen terugkeer zoo vreemd," antwoordde
'Hedwig, terwjjl zij; naar de klok keek, wi
slinger heden al zeer langzaam scheen heen en
weer te gaan.
„Het is niet vreemd, maar verschrikkelijk
voor hen," zeide Juliaan spottend. „Maar bij
is het omgekeerd; gij kunt van geluk spreken,
in een oogwenk den toekomstigen heer van
Boszmer veroverd te hebben."
„In Hedwig streden vrees en ergernis Dij
deze pralende, brutale woorden, die een edel
man onwaardig waren en die hem in han'
oogen tot een avonturier stempelde. Zij zweeg
en keek hem vragend aan.
„Wilt gy mijne bondgenoote worden tegen
myne vele vijanden?" ging hij fluisterend voort,-
„en gelukkig worden?"
„Uwe bondgenoote, wat heeft dat te be-
teekenen?"
(Wordt vervolgd), j