NIEUWE Nieuwsblad voor LANGEDIJK en Omstreken. baar: Dinsdag 21 Augustus 1923. 32e Jaar? per 3 maanden f 1,15 J. H. KEIZER. Be haiiaiisatie ttan Uiesi-iriesiaiia. feuilleton. Ho. 97. iü-irswfc, TELKPHMm BS LANGIDIJKIK COIIRAIT. Deze courant verschijnt Dinsdags, Donderdags en Zaterdags. IBOHHEMENTSFKIJgj REDACTEUR-UITGEVER BUSSEL: loordirharwoude. PB IJ 8 DEK IS EKl'EI I,li Ji l Yiij 1— i regels 78 et., elke regel meer 18 et. Groote letten of vignetten worden naar plaatsruimte berekend, Brieven rechtstreeks «na den Uitgever OFFICIEEL herijk van maten en gewichten. Burgemeester en Wethouders van Zuid- scharwpude maken bekend: a. dat dit jaar voor den herijk van maten en gewichten zittjng zal worden gehouden: te Oudkarspel op 7 September 1923 van I—4 uur. te Oudkarspel op 10 September 1923 van II—1 uur en van 25 uur. te Oudkarspel op 11 September 1923 van 9—12 uur en van 1—4 uur. in een lokaal van de N.ed. Herv. Kerk aldaar. b. dat de maten en gewichten schoon, droog en roestvrij moeten worden aangeboden om onderzocht te kunnen worden; c. dat betaald moet worden voor het jus- teeren van gewichten en wel ten bate van 'sRijks schatkist; d. dat de maten en gewichten,, die gestem peld worden met hef afkeuringsmerk niet in winkels enz. teruggebracht mogen wor den; e. dat de maten en gewichten voor het einde van het jaar 1923 gestempeld moeten zijn ;met de letter a en dat er bij verzuim of ver hindering om van de onder a genoemde zittjng gebruik te maken, nog gelegenheid bestaat maten en gewichten te laten herijken aan het ijkkantoo rte Amsterdam, Brouwersgracht 276 op eiken Maandag en Vrijdag, van tot 3V2 uur. 'ju' f. dat de milligramgewichten njet op de her- ijkzitting, maar alleen aan de ijkkantoren her ijkt kunnen worden. (zij moeten per post franco worden opgezon den, tegelijk met een postbewijs tot een bedrag van zooveel maal 10 cent, als het aantal aan geboden millagramgewiohten bedraagt). Zuid-Scharwoude 20 Augustus 1923. De Burgemeester, VAN. SPENGLER. 1 De Secretaris, S. PARMA. (Vervolg en slot). Het tweede bezwaar dat men naar voren brengt, is, dat het kanaal Hoorn-Alkmaar niet de gewensdhte richting zoude hebben- Dit 'zoude moeten loopen Hoprh Purmerend. Want, zoo zegt men, van Hoorn naar Am sterdam via Alkmaar is een veel te lange om weg. Zoo beschouwd, is het bezwaar juist. Maar EEN EEREWOORD. Per brief meldde hij graaf Peter zijn ver trek, maar gaf niet de plaats op, waar hij heen ging; het eenige wat hij vipeg was, of de graat zijne belofte zou houden. Toen hij, het park verlatend, de puiinhoopen van het afgebrande huisje voorbijreed keek hij iets nauwkeuriger. De koetsier, die a merkte, zeilde: „Een nietswaardige heeft dien brand ge- %t'idht." „Om welke reden gebeurde dat? ,„De een of andere vijand van de oude Ge. - trud schijnt het gedaan,te hebben, men v. haar voor rijk." 1ki „Als zij rijk was, zou zij wel nliet m zulk een bouwvallig huisje wonen. i „Waar moet dan zoo'n boerenvrouw heeni zoo iemand gevoelt zich het meeste thuis op de plek waar zij altijjd gewoont heeft, philo- sopheerde de koetsier. Juliaan antwoordde iniet. 'Men zegt ook, dat er gisteren eelne onbe kende Zigeunerin bij 'haar was, van wie men vermoedt, dat zij den brand heeft gesticn.. de beschouwing zelve is fout. Welke schipper toch zal, als hij van Hoorn naar Amsterdam wil of omgekeerd, niet, zoo- land de Zuiderzee nog open is, den zeeweg kiezen? En, als straks het kanaal door den Hoornschen Hoppolder gereed is, niet dat 'kanaal? Voor rechtstreeksche verbinding tusschen Hoorn en Amsterdam is het kanaal Hoorn - Alkmaar niet ontworpen; die verbinding be- stadt. Het kanaal Hoorn—Alkmaar is ontworpen, omdat het door een streek zal loopen, waar speciaal behoefte aan een waterweg bestaat. Waarom dan niet de richting HoornPur merend gekozen? Het zal mij en de binnenvaart zeker hoogst aangenaam zijn, wanneer ook daar een kanaal komt. Maar, moet uit bezuinigingsoverwegingen ge kozen worden tusschen Hoorn—Alkmaar en Hoorn-Purmerend, dan verdient eerstgenoemd frasee de voorkeur omdat: 1. dat fracee hoegenaamd geen waterver binding heeft; 2. dat het andere fracee, zij het dan ook onvoldoende, waterweg verbinding bezit door de Purmer en Bieemster Ringvaart. Laten dus de voorstanders van kanalisatie in Westfriesland en dat zijn duizenden - - niet door het bezuinigen a la Prof. Visser, later tot de droeve ontnuchtering komen: nu zijh eenige millioelnen verprutst, waaraan we niets hebben; laat men zich houden aan het wel overdachte plan der commissie-van Aalst. Stellig, dat plan is niet te breed opgezet. Naar de meening van „Schuttevaêr" nog te eng. Waarom? Omdat de aansluitende waterweg Amster dam—Rotterdam, in den bestaarden toestand 7.50 M. breedte, doorlaat; m omdat de sluizen op het Maikkianaal en Wil- helminakanaal 7.50 M. wijd zijn; omdat in Friesland grootere doorvaartwijdte van sluizen te wachten zijn; omdat dus dddrom een doorvaartwijdte van 7 M. geen verband houdt met de ruimte op aansluitende vaarwegen en dit te hinderlijk' en nadeelig voor het scheepvaartverkeer in de a.s. kanalen zal zijn. „Schuttevaer' 'heeft tevens bedenking tegen de groote ombocht, die het kanaal rond Enk huizen maakt, en tegen den te westelijken loop van het kanaal door de Streek'. „Schuttevaer" zoude wijder esluizen ,wen- sdhen en de scheepvaart dóór Einkhuizen en kort langs de Streeker veilingen verlangen. „In idien tijd kan zij al lang weg zijn." ;„Men heeft haar in een kroeg gezien, waar zij een halve kan wij|n kiocht en met een bank noot betaalde." De koetsier was onder het vertellen lang- zamer gaan rijden; toein 'hij', echter geen ant woord meer kreeg, legde hij de Jtweep over de paarden. In de dichtsbijzijnde stad aangekomen, steeg Juliaan in een hotel af, en na den koetsier teruggezonden te hebben, bestelde hij eens kamer. Na verloop van een kwartier werd aan zijne deur geklopt, en trad er een groote, niet meer jonge man, de kamer binnen. („Het is tijd, 'dat je komt," zeide hij:, zijn hoed op een stoel werpend, „heb je het geld meegebracht?" „De helft van de afgesproken som." ,,En de andere helft?" ;"De zaak is immers maar voor de helft ge lukt." „Hoezoo?" Ik zag. met eigen oogen, dat het' huis tot den grond afbrandde. Mij zul je niet bedriegen." 1 ,Maar de bewoonsters werden gered. Het huis had er voor mijn part nog wel honderd jaar kunnen staan. Dat kan ik niet helpdn. Ik heb volgens Schuttevaer" vroeg in de commissie-van Aalst nog om méér. Laat men van andere zijde nu niet aandringen op zóóveel minder dat men late rzegt: weggegooid geld. Laat men trachten die kanalen in Westfries land te verkrijgen, die een zegen voor Wcs+- friesland zelve en voor de binnenvaart zullen worden. PLAATSELIJK NIEUWS OUDKARSPEL. „HET KLEINE TOONEEL." „DE SUIKERFREULE." Gisteravond kwam het algemeen bekende gezel schap ..Het Kleine Tooneel" in het lokaal van den heer C. Vis te Oudkarspel, en bracht daar voor. het voetlicht „De Suikerfreule" blijspel in 3 be drijven door Henri vas Wermeskerken. Wei wisten wij,, war wij van „Het Kleine Too neel" zouden kunnen verwachten, maar kenden den inhoud van het stuk niet. Waar echter werd geschreven dat dit een ver volgt was van „Tropenadel", daar konden wij niet anders denken, dat dit stuk ook zou doortrokken zijn van een frisschen, opgewekten geest, zooals dit in „Tropenadel" het geval is. En toch. Ook al vinden wij het stuk zonder eeni ge moraal, eender eenige strekking, opgebouwd als het ware uit kleine episoden, zoo had het stuk niet dal kunnen zijn wat het thans geweest is, wanneer een ander gezelschap dan „Het Kleine Tooneel" het voor 't voetlicht had gebracht. Juist dit gezelschap verstaat de kunst om var. niets ,,iets" te maken. En juistdit was ook thans het geval. Alleen door een groot uitbeeldingsvermogen ver mag men sommige geestelooze dingen tot een lachwekkende scène te maken. En die kunst ver staan de medespelende leden. 1 Maar wij willen niet voortgaan met min of meer scherpen critiek te oefenen. Men heeft gisteravond de aanwezigen doen ge nieten van „frisch,, vlot en opgewekt spel", waar- doet vele topneeltjes tot hun recht werden ge bracht. Waardoor de lachspieren werden opgewekt en men verlangen ging, welke oplossing aan ver schillende inier-mezzo's zou worden gegeven. Ook al konden wij niet met den inhoud van het stuk dweepen, het is een blijspel, een stuk, echt geschikt om de lachspieren in beweging te brengen om voor een oogenblik andere gedachten opzij té zetten, „er uit" te wezen, om den geest eens te verfrisschen door een opgewekten, gezonden lach. Hebben wij tot nu toe niets anders gezegd, dan het s tuk dit, het stuk dat, wij willen toch ook nog even bij.de spelenden verblijven, Waai alle medespelenden ons, zoowel als zooveel anderen, van nabij bekend zijn, zal men onwillekeu rig gfeneigd zijn, te zeggen, daarbij denkende aan andere gegeven recensies, „het zal wel weer .het zelfde fluitje zijn, waarmee de vpgelaar lokt." Ja, maar hadden wij dan voor den een een pluim pje, voor den ander een afkeuring, „maar over het algemeen was de vertolking goed", thans mogen, wij toch zeker met volle overtuiging van allen zeggen, dat er „schitterend spel" gegeven is. Zonder uitzondering. Maar zeker mag daarbij in het bijzonder een woord van hulde gebracht wor den aan Bet je, de vrouw van Van der Kooy, de Kattenburgsche. Door haar optreden, door haar vertolking van haar rol, heeft zij de aandacht van de aanwezigen op zich gevestigd gehouden. Haar, vertolking was meesterlijk. 1 Zoo heeft „Het Kleine Tooneel" ook gisteravond zijn naam hoog gehouden. Het dilettantisme is hier tot kunst geworden. Een kunst, die gisteravond door allen zeker gewaardeerd is geworden. Het was een gezellige kermis-Maandagavond. je bevelen gehandeld; waarom heb je dan geen beteren tijd opgegeven?" li,Het geeft niets meer er oyer te praten, hier is het geld." „Ik wil óf alles óf niets." ,,Ik heb nu njet meer bij1 mijl," „Dat js niet waar. Je kunt zooveel krijgen als je wilt." „Daar vergis je je in. Ik krijg nu slechts als aalmoes wat mij later zal toebehooren. Je moet wachten." „En als ik dat niet doe?" !„Je zult het doen, ons wederzijdsch belang eischt het. De ondergang van den een brengt het verderf van den apder mee." Hij reikte zijh makker een pakje banknoten, die deze morrend aannam. „Hoe'staan de zaken?" vroeg hij daarna. „Goed luidde het antwoord." „Heeft nog niemajnd eenige verdenking op gevat?" '„In 'hét minst niet. Mijne papieren zijn in prde. Dat is de hoofdzaak... Hoe lang blijf je nog in deze buurt?" „Ik ga mij hier voorgoed vestigen. Jij bent ,piet iemand, dien men Ui-t het oog kan Vér liezen,'' Juliaan lachte gemaakt, „Geloof je, dat ik 'het Majoraat zal ver jUIT DEN OMTREK SINT MAARTEN. Evenals v oorgaande jaren, zullen alhier op Maandag en Dinsdag van kermis, kinder- en volks spelen worden gehouden, waarbij tevens voor dames een wedstrijd in versierde fietsen, zal worden ge houden. Bij den heer Zwakman zal Maandagavond van kermis optreden de alom bekende humorist Daar. Pooi. SPORT tN WtUSTKIJDEN OUDE NIEDORP. Ter gelegenheid van de kermis werden door V.V.V. twee wedstrijden gehouden om twee lauwerkransen. Om twee uur floot scheidsrechter Klink D. O.S.K.O. en V V.V in het veld. Beide clubs tellen enkele invallers, wat aan de spelkWali- teit veel afdeed. Den geheelen wedstrijd was het anders een gelijk opgaand spel, met beurte lings beide doelen in gevaar. Bij het einde van den wedstrijd was de stand 1—1. In de nu vol gende verlenging was D.O1.S.K.O zpo geluk kig om twee maa lh'et net te vinden zoodat zij den kam pwoninen met 31. Hierna Vrone 1N.V.V. 1. De sj>elkwaliteit is in dezen wedstrijd veel beter .Vooral van Vrone's zijde wordt zeer goed samengespeeld in devoorhoede, terwijl in de halflinie eveneens verband is, de ach terhoede werkte schitterend. Vrone weet eerst 'tweemaal te doelpunten, waarna N.V.V. door Peereboom de eer weet te redden. Dit -was, met den linksbinnen, de eenigie goede in de voorhoede. Op den rechter wenk werd Ver schrikkelijk geknoeid. Vrone wist nogmaals te doelpunten en won alzoo verdiend met 31. Scheidsrechter Klink leidde, ten aanzien van een talrijk publiek, zeer goed. In café De Jong werden hierna door den Voorzitter de lauwerkransen uitgereikt. laten ,om mijn vroeger, ellendig léven weer te gaan leiden?" Dat niet, „maar men zou je kunnen herken nen én dan wegjagen." „Wat moet er met de Zigeunerin gebeuren?" vroeg de vreemdeling na een poosje. .„Is zij nog hier?" riep Juliaan verschrikt. ,„Ik heb haar in een kelder geborgen." „Dat is onvooreichtig. Men heeft verden king en doet onderzoek naar haar. „Dan is het niet geraden, haar te laten ver trekken. Als men aan het geval niet meer dénkt, kan zij weggaan." ,;,En als men haar vindt!" „Men zal haar niet vinden. Ik heb haar, toen zij reeds' beschonken bij mij kwam, nog meer laten drinken en in een kelder opgeslo ten; in een paar dagen wordt zij niet nuchter,"' „Eene vervelende geschiedenis. Ik dacht, dat zij al lang over de grenzen was; zij) had nóg in dienzelfden nacht moeten weggebracht wor den," Verlaat je maar op, mij. Wij.' zijn al lang met elkaar in kennis,, maar je kunt me nog geene onbekwaamheid verwijten." .„Tot aan die herberg is men haar óp het spoor. De koetsier, die mij hjerheen reed, ver telde hét mij. Zij is daar gezien en heeft, dom genoeg ,een banknoot ingewisseld."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1923 | | pagina 1