NIEUWE Nieuwsblad voor LAN GE DIJK en Omstreken. Zaterdag1 17 November 1928 N taarzen er, Wa Verf- 5. iers, ;sen Donderdag- 15 November 1923 32e Jï ar gang- 32e •J-argra^ per 3 maanden f 1,15 k J. H. KEIZER. aCO 135. MTEWB. rKLWMHNM as >or f 144.628 it ongeveer taf beneden tegen hem s vader plotse d. Leonore zag 1 den nek paars lapen hoog op lit hun kassen t buffet, greep rs aan, sleurt 1 om te belconi lauwporseleilnen ar beneden viel; ster van woede, stompte haar aar eindelijk waardeloos pa. onreinheid ge spartelde eerst toen liet het stompen, alleen ndje „ampóen n de strafbete rermend in het ver op dé han aaam in elkan ngeschrompeld, 1 en met bloe vader zich nu eeglijk op haar aar geest om gang van dolt tige mishand lleen een tintje eenige glazen nog rooder en de hij: :1 heeft moeten ook beter u, wat u hier s worden. Wil bespreken?" e zij op' vasten in hier tegen juist toen hij op handen en toe, greep verborg haar lalde op hart en schreiend nl" nj elijke welke >op is lende innen F O 134. wntuk TikenwM ss OIJklR CÖIIRAHT. Dese courant verschijnt ^Dinsdags, Donderdags en Zaterdags. ABONNEMEKTÖi'RUS REDACTEUR-UITGEVER IDBXlti loordicharwoude. PRIJS 1> E fiLiI) ÏRTEM'lïSi Tam 1—t regel* 75 et., elke regel meer 18 et. Sroote letters of Tignetten worden naar plaatsruimte berekend. Brieves reohtetreek* een den Uitgever. Dit nummer bestaat uit 2 Bladen. EERSTE BLAD. hfaatseiijk Nieuws Maandagavond trad ten lokale van den heer P. Kramer te Zuidscharwoude op Mej. N. Me nagé Challa van N. Niedorp voor de N. V. en den A.N.G.O.LB;. met de voordracht „Rutter- ford en Zoon". Tooneelspel in 3 bedrijven. Ongeveer 80 personen warem aanwezig. De voorz., de heer Jb. R,utsen, van de N. V. opent de bijeenkomst en spreekt daarbij de vol gende rede uit: Dames en Heeren, Namens de af deeling Langendijk van de N. V. en A.N.G.O B, heet ik u welkom. In 't bijzonder juffr. Challa van N.N. die heden avond ten beste zal geven Rutterford en Zoon". We kennen allen de avonden die gegeven .worden voor zang, muziek en tooneel. De avond die nu gegeven wordt, waarin een per soon verschillende personen naar voren brengt is voor de meestem iets nieuws. Wel hébben verscheidenen van ds. Sc'hermerhorn zoo, iets gehoord of al eens meer de spreekster van hedenavond, maar een bekendheid met derge lijke avonden in 't algemeen zooals over muziek, zang en tooneel is er niet. Ik hoop dan ook 'dat voor u en voor de Spreekster 'tgeen gegeven wordt mag bren gen een gevoel naar meer van dergelijke avon- m. Vrienden, deze avond, georganiseerd door de G. O.-bew. alhier staat niet geheel in 't teeken der geheelonthouding, ik geloof ten minste niet dat de voordracht daarvopr geschre ven is, vandaar dat ik in de opening even onze zaak wensch naar voren te brengen, de zaak welke tot uiterste consequentie heeft: een drank vrije samenleving. Of die er komen zal? de meeningen kunnen daarover verschillen, maar waar we niet over van meening verschillen, is dat in de gezinnen waar een of meer leden van dat gezin zich veel door de alcohol be dwelmen, 'tdoor ons allen voor dat gezin als een geluk beschouwd wordt als de alcohol FEUILLETON. TE HOOG SPEL. Maar met een nijidige beweging van zijn voet stiet 'hij; haar van zich, en nu barstte zij in een hartstochtelijk langgerekt huilen uit, dat haast niets menschelijks meer had en de rijke zalen van het huis vervulde met zijn duldeloos pijn lijke klanken. VI. De heer Mac Dunolly en Leonore deden beiden of zij niets meer hoorden en traden m i kamer tegenover de eetzaal. Dat was nu eerst het ideaal van een salon of boudoir naar Leonore's hart; in het genot van rond te zien en te bewonderen, vergat zij het vreeselijke tooneel zoo pas 'doorleefd, hoor- jie zij! niet meer het schrikaanjagend jammeren in het mishandelde kind. Alles vergulde meubels, bekleed met het fijn ste zeegroen, bleek, als verschoten brokart; porseleinen bouquetten slingerden zich om de lamp, om de vazen, de spiegels, overal amou- retten en statuetten van biscuit, geincrusteer- de kastjes en tafeltjes van rozenhout, alles even verrukkelijk, even rocooo, even njk. Zonde, dat twee zulke menschen, twee hal ve wilden als die vader en die dochter, hier huishielden I Als zij hier eens meesteres was en Otto meester. Ja, zij beiden pasten hier volkomen, zij deden die arme meubels eer aan, terwijl zij nu hier hulpeloos beklagens waardig stonden ten ,haar aankeken als wilden I Fft S£Kg$Ql: wordt verbannen. Spreekwoordelijk is het haast dat door een ieder wordt gezegd ,,'tWas te wenschen 'dat idie personen geheelonthouder werden." Ik gaf u zeker in dat u velen die uit goedheid en gulheid zoo, iemand alcoholische drank toedienen, evengoed dat zullen beamen. Maar vrienden, de drankbestrijding is niet enkel voor onze 20 of 30000 gedegenereerden, die menschelijkerwijs haast niet meer te redden zijn, maar voor 'tgeheele volk voor de toe komst en vooruitbrenging van 'tpeil der be schaving. En nu mag oogenschijnlijk er een vooruitgang ten goede merkbaar zijn, zoo zelfs, dat een geheelonthouder mij onlangs verzeker de: ,,'t lijkt me niet meer noodig er iets voor te doen, de toestand is zoo geheel anders, zooveel beter dan twintig jaar geleden", maal ais dat ook niet 't geval was, ik geloof zeker, dat de grootste optimist onder- de drankbestrij ders 't hoofd in den schoot zou leggen. Maar de geschiedenis heeft ons geleerd dat stilstand achteruitgang is. In 1845 telde Ierland meer .dan 5 millioen onthouders, wat vooral voort kwam uit den ongeloofeüjken invloed der lei ders vooral Pater Mafheu, Hun dood deed alles weer verloopen. Het bezielende element was weg. De methode van werken dier dagen bê- stond dan veelal in overhalen „bekeereq", 't zelfde dat ook in onze vereenigingen is voor gekomen, van personen die zich zoo maar op gaven en niet dieper op de zaak ingingen en naderhand verdwenen, ze waren tijdelijk be keerd, maar niet overtuigd. Vandaar dat de georganiseerde drankbestrij ding naast de individueele propaganda te baai neemt de wettelijke actie. Om u daarover een overzicht te geven, de opening van deze ver gadering zou geen opening meer zijn. De actie die in al de landen gevoerd wordt de nog grooteren strijd tegen 't machtige drankkapi taal, vooral in de landen waar verbod is, geven heel veel stof tot bespreking. Geen strijd tegen de caféhouders als zoodanig, 't zal die wat uit maken waar ze hun brood mee verdienen met alcoholische of andere dranken. Trouwens de vlucht van 't vereenigingsleven 't moderne verkeer, 't marktwezen maken het de bestaanszekerheid van veel zaken daarop is gebaseerd en niet op 't jeneververbruik. „Blijf bij ons! Gij zijt van ons ras, wij be hooren bij elkander, u erkennen wij als ko ningin." Hij wees haar de kleine sofa aan; hij zelf gilng tegenover haar zitten in een delicieus fau teultje, waariin hij dacht zij paste als een kikvorsch op een gouden schotel. Zwaar haalde hij| adem, telkens droogde hij zich de zweetdroppels van het gezicht en Leo- hore vond hem afschuwelijk met zijn door toorn vertrokken en misvormd gezicht; uit elk der lifcteekenen scheen zijn wreedheid te gluren, de wreedheid die altijd door bleef klinken in 'het nog niet bedaarde kermen van het kind in de achterkamer; de wijm besmette zijn blauw paarse lippen en zijn bloed- en waterachtige oogen keken wezenloos voor zich uit. „Ik geloof 'dat wij hier een mooi fabléau- vivant opvoeren, „La Bielle et la Béte", neen, waarlijk dié man is wat al te erg. Maar dit sa lonnetje is snoezig, precies mijn smaak. Ik houd niet van' dat zoogenaamde artistieke, die prulversiering met waaiers, draperieën, Ma- kart-bouquetten, Perzische kleedjes. Dit is veel nieuwer en gedistingeerder 1" Zoo dacht zij, terwijl de heer Mac Dunolly langzamerhand op zijn verhaal kwam en ook het akelig huilen van 'de kleine meid gaande weg verstierf. „U heeft daar een akelig tooneel' bijgewoond freule!" begon de man tegenover haar einde lijk, geprikkeld en tevens kunstmatig tot be daren gebracht door haar kalme, van zooveel zelfbeheersching getuigende houding. „Aangenaam was het niet precies," ant woordde Leonore, zonder van stem of uitdruk king te veranderen, ,„En nog eens, toch spijlt het mij niet dat u Öaarvati getuige is gieweest. Nu kan u mef En nu mogen enkele acties bij velen een onaangenamen klank in de oor en geven, bijv. 'tapverbod, verbod is eenmaal een onaange naam iets, maar gelijk meer verboden, zijn ze eenmaal doorgewerkt dan wordt 't als van zelf sprekend aangenomen, vooral als gemerkt wordt 't goede er van. Ik behoef enkel maar te noemen om in de lijn te blijven van 't vergunningsstelsel', 't tapver bod bij verkooping enz. Vrienden, op een onzer vorige bijeenkom sten is naar voren gebracht, dat gedurende de jaren van 't bestaan van onze beweging er wel geen moment geweest zal zijn dat we maat schappelijk allemaal voor zoo'n ernstig pro bleem staan als heden ten dage. 't Bedrijfs leven, de werkeloosheid, alles teekent er naar dat we volop in de misère zitten. Dan leest hij nog voor een artikeltje uit de Blauwe-weék-Courant, van de hand van den heer Hermans, wethouder van Arnhem, waarin de gevolgen van drankmisbruik voor de ge zinnen duidelijk naar voren komen. Dan verkrijgt 'de spreekster van hedenavond hét woord tot het vertolken van de voordracht „Rutterford en Zoon" Dq. »joon van den ouden Rutterford is ge trouwd met een meisje beneden den stand, dien zijn vader wenschte, en Mary, met haar man in huis bij haar schoonvader heeft veel te lijden en veel aan te hooren want meerma len wordt haar haar afkomst verweten. Haar schoonvader is een niets en niemand ontziend eman, die zich door eigen kracht tot groote hoogte heeft opgewerkt en alleen werkt voor zijn glasfabriek „De Rutterford" en zijn kinderen heeft opgevoed en laat leven zooals hij dat weinscht. De kinderen die zich aan hem moeten onderwerpen, en dan diep en innerlijk zeer getroffen is, wanneer hij ontdekt dat zij niet die krachtige naturen hebben zooals hij dat zoo innig wenschte. Zijn zoon Johan, de man van Mary, heeft een belangrijke uitvinding gedaan, welke kan leiden tot het herstellen van den toestand der glasfabriek, die door verouderde systemen steeds meer met verliezen gaat werken, en meermalen hebben heftige scènes plaats over bennis van zaken oordeelen en antwoorden op de vragen, die ik u ga stellen." „Gebeuren zulke scènes hier dikwijls?" vroeg Leonore, „Zoo dikwijls als Daisy zich weer onhebbelijk toont. Soms in weken niet, soms alle dagen of zelfs tweemaal per dag. Hoe is 'tmogelijk! zou men zeggen, en wij hebben elkander afgo disch lief." Hij nam het hoofd in de handen en een zware zucht deed zijln sijn sterk lichaam schok ken1. „En wat is het einde daar nu van?" ,,U heeft het gezien. Het kind kruipt naar mijl toe om vergiffenis te vragen. Gewoonlijk ben ik dan al gekalmeerd door de uitbarsting; ik neem haar in mijn armen, kus en liefkoos haar, neem haar mede naar de toko's en geef haar wat haar hartje begeert. Maar vandaag, omdat u er bij was, voelde ik mij nog woeden- jder, en heb haar opnieuw mishandeld. Nu Imoet ik straks eens gaan zien, hoe 'thaar gaat. Curieus! Dat arme kind, zij kan het niet Hielpen," „En nu wil u een gouvernante nemen om dat opvoedingssysteem te vervolgen?" Hij zag haar bij die stellige vraag verbaasd aan. „Wel neen! Hoe komt u daaraan? Juist het tegenovergestelde. Mijn arme Daisy is door en door bedorven, maar toch zoo'n goed kind au fond. We zijn nog geen twee jaar in Holland; in Iridië, op mijn villa te Buitenzorg, heeft het kind volle vrijheid genoten. Ik had geen tijd er mij mee 'te bemoeien." „,En haar moeder?" .„Die heeft zij reeds heel vroeg verloren!" „Was zij een Indische?" „Neen1, een Engelsche. 'Daisy bleef onder deze uitvinding, die de oude R. wil gebrui ken tot weder hooger opvoeren van zijn fabriek, terwijl Johan de waarde van zijn uitvinding wenscht betaald te zien. Richard, zoon van R., hulpprediker, vraagt zijn vader toestemming naar een andere plaats te mogen gaan, bij welk onderhoud hij tevens optreedt als pleitbezorger voor een jonge knecht, die geld gestolen heeft van R. en wan neer het ook de moeder van den jongen niet gelukken mag vergiffenis te erlangen, wreekt zij zich in haar woede door te verklaren dat zijn dochter Jeannette een liaison heeft met Martin, zijn vertrouwde, zijn meesterknecht. Dez ewordt door den ouden R. gedwongen de uitvinding van zijn zoon, welke hij in zijn bezit heeft als helper, te overhandigen, waarna Martin en Jeannette uit fabriek en huis worden weggezonden. Wanneer dan Johan dit komt te weten, ver laat ook hij het huis zijns vaders en blijft Mary met haar zoontje achter bij haar schoonvader. Dan gevoelt R. zich van alles verlaten en in een gesprek met Mary, komt het einde van het tooneelspel dat haar zoon de opvolger zal worden in de fabriek en voelt R. dat dit het eenige is waarvoor hij nog heeft te werken. Schitterend heeft mej. Challa zich van haar taak ge.kweten om de verschillende personen uit te beelden en 'te laten spreken. Deze sym pathiek edame heeft haar auditorium weten te boeien, haar voordracht onder ademlooze stilte doen aanhooren. En hij is waard, neen hij moet door volle zalen worden gehoord. Want door in grooten getale aanwezig te zijn wordt haar de waardeering getoond, waarop zij recht heeft. Door haar gave op deze wijze tot uiting te brengen, door uitbeeldingsvermogen, gès- tes, waaraan gepaard een heldere voordracht, doet zij verlangen naar meerdere van deze avonden, avonden die in het teeken der kunst staan. Dat meerdere van deze avonden dan ook mogen volgen. De voorz. brengt in zijn sluitingswoord deze begaafd edame zijn dank voor haar optreden, voor de wijze waarop zij het stuk heeft uitge beeld. Na een woord van dank aan de opgekb- menen sluit hij de bijeenkomst. opzicht van een onbeduidend mensch, een... een nicht van mij, die samen met mij het kind bedierf. Eindelijk merkte ik 'dat het niet dan ger zoo ging, Daisy verwilderde geheel en al. Ik bracht haar naar kostschool. Nergens kon men haar houden; toen heb ik besloten, dit huis voor mijn kind in te richten en haar daarin te laten wonen met een gouvernante, in afwach ting dat ik mijn zaken in Indië geregeld heb en hier weer kan terugkomen voorgoed." v Leonore zeide niets, maar bleef hem zwij gend aanzien; hiji ging een weinig minder op zij|n gemak voort: „Maar u begrijpt dat het een moeilijke keuze is, aan een vreemde vrouw mijn kind en mijn huis toe te vertrouwen. Ik heb alles beproefd, advertentiën, recommandatiën, agentschappen, maar tot nu toe vergeefs. Ik kan er nog niet in slagen die zeldzame parel te vinden." Zij is misschien onvindbaar." ,Neen," antwoordde hij kortaf en verzonk' toen in nadenken; na een poos sproing hij op pn liep de kamer uit, met de woorden: „Neemt u mij niet kwalijk, ik kom dadelijk terug." „Gekke Chinees!" dacht Leonore en amu seerde zich weer met het vertrek in zijn klein ste bijzonderheden te bewonderen. ,„Wat een genot dat alles zijn eigendom te mogen noemen, 'tis zotnde en jammer! zulke lui!" Daar kwam hij weer terug, oogenschijnlijk veel kalmer dan zooeven; er was zelfs iets van een lach in zijn oogen en om zijn lippen. ,Zij slaapt; zij hebben haar op de canapé gelegd, de tranen liggen haar nog qp de wan gen! Arm, arm kind!" Leonore glimlachte een weinig spottend.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1923 | | pagina 1