lEiiÉ' LSIiGEDWR COUMIiT.
TWtcut ttLAU.
Zaterdag 24 November 1923.
Karakter en hanescbi nt
4<W J, DAVIDS,
(Nadruk verbO(den.)
I.
:„Door de geringe beoefening der grapho-
„logie hier te lande is de persoon, die er iets
,,van weet, een beele „baas" in gezelschap.
„De lust om daarbij gewichtig te doen brengt
„hem er heel dikwijls toe, aan alle ook de
„onmogelijkste verlangens te voldoen. In
„enkele minuten en met behulp van enkele
„regels schrift, slaat hij er maar een slag in,
„zoolang het den gasten „amuseert". Met deze
woorden ving ik eenige maanden geleden een j
artikeltje aan over karakterlezen. En deze rege-
llen waren oorzaak, dat van verschUlenide kan-
fen gevraagd werd: „Is het dan waar, dat een 1
karakter uil een haadschift te distiilleeren valt?" f
„Wat moet men dan wel van de graphologie i
kennen om althans een betrouwbare meening 5
te kunnen verkondigen?" Deze vragen zijn aan-
leiding, dat ik in dit artikel zal trachten om 5
le. den ongeloovige, hij, die zijn schouders op-
haalt, indien hij hoort van graphplogie, van
mieening te doen veranderen en 2e. iets naders
omtrent deze schijnbaar geheimzinnige weten
schap te vertellen.
Reeds een zeer groot aantal jaren zijn bui-
tenlandsche graphologen, waaronder mannen
van naam als (Jrépieux-Jamin bezig geweest
statistieken te verzamelen. Zij bestudeerden de
handschriften van de bekendste mannen der
geheele wereld, waarvan het karakter bekend
was. De lezer, die even oyer het werken dezer
graphologen nadenkt, zal kunnen begrijpen,
welk een geweldige arbeid en jarenlange studie
er nopdig was om vrij zuivere statistische gege
vens te verkrijgen. Nog steeds worden deze ge
gevens aangevuld en men heeft eindelijk gra-
phologische regels kunnen bepalen, die al
thans vo,or iden grapholoog en hem, die begrijpt
en voelt, dat er „iets" uit een handschrift af
te leiden valt, vaststaan.
Iedereen is grapholoog.
In zekeren zin is iedereen grapholoog en
hecht ieder mensch ook waarde aan karak ter-
lezen uit handschriften!
Zegt men zelf niet dikwijls: „Hij zet de
puntjes op de i?" En wil dit dan niet zeggen,
dat de bedoelde persoon „precies" is. En deze,
door een ieder gebezigde graphplogische regel
gaat op ook! Bekijkt de handschriften van be
dien, idie u bekend zijn. Zij, die de puntjes pre
cies op de „i's" plaatsen, m.a.w., zij, die deze
stipjes nooit vergeten, kan men zeer accurate
personen noemen. Laat het toeval u echter
in dit geval niet bedriegen, 't'Kan zijn, dat
men eenige regels schrift van iemand ziet, waar
deze stipjes getrouw boven elke „i" zijn ge
plaatst, terwijl de schrijver, dit in andere ge
vallen niet doet. Men moet meer dan een en
kele geschreven regel van iemand als- materiaal
bezitten, wil men eenige juiste karaktertrek
ken er uit kunnen afleiden.
De DuitsCher Busse geeft aan voor een goed
onderzoek een minimum van 20 regels. Hij
waarschuwt tegen het oordeelvellen op een idei-
tier aantal; Crépieux-Jamin wijst op de nood
zakelijkheid van meer dan één schrijfproef, zop-
dat men kan nagaan in hoeverre de momen-
teele gemoedstoestand, 'die zich tooneïide bij
zonderheden verklaart.
Men kan dus veilig aannemen, dat alle ernst
ontbreekt indien slechts één wpord of een en
kele regel wordt verlangd.
J-tUlLLEïON.
Een ieder past onbewust de eerste hoofd -
gtelling der graphologie toezich een fniciruk
vormen uit een ontvangen schriftuur. Een
'koopman, die. een „vertrouwd persoon" zoekt
zal een sollicitatiebrief ter zijne leggen, yjanneer
deze overladen is van krullen cn halen. En als
men een brief ontvangt met overtuigende
woorden van vreugae ol smart, dan zal men
weinig of geen geiopf slaan aan ae vermelde
aandoeningen, indien de brief gecalligrafeerd,
m.a.w. „schoon" geschreven is.
Heeft men een eersten inuruk van het ge
heel gekregen, dan eerst kan men er toe over
gaan toe ae beschouwing aer regels, woorden
en iet te is om te contrpleeren en de gegeven
statistische regels in toepassj(ng te brengen.
Goede, betrouwbare resultaten kan men ech
ter alleen verkregen, als de beoefenaar be
schikt over een anaiyseerenden geest, een
groote psychologische kenms eneen zeker
talent tot combine eren heeft. Alles wat men
in een schrift vindt, moet getoetst en bestu
deerd worden. Ook mag men niet alleen een
oordeel vellen over een hawuteekening, daar
uit de enkele lecters hiervan meestal, niet een
geheel 'karakter af te leiden valt.
Over handteekeningen in het bijzonder ech
ter later.
HoüandsChe graphologen zijn er nog niet toe
overgegaan, werken pver handschrift en ka
rakter tp licht te doen zien. Wel verscheen
eenilge jaren geleden een wer'kje van P. A.
Soer, waaruit ook hier een en ander is ont
leend welk werkje weinig oorspronkelijks
leerde en in hoofdzaak een vertaling was van
gedeelten van het standaardwerk van Crépieux-
'Jamin- Is 't, omdat wij nuchtere Hollanders
ons niet gaarne met z.g. obscure wetenschap
pen inlaten, zooals ik al dikwijls de grapholo
gie zeer onjuist hoorde betitelen, dat een de
gelijk werk hier geen opgang maakt? 't Lijkt
de eenige reden. Moge dan dit artikel er toe
bijdragen, dat men voortaan wat minider onge-
loovig doet, indien men over graphologie hoort
spreken en het den amateur een zekere leid
draad geven bij de studie in het karakterlezen.
De zeer logische grondregel der graphologie
luidt. Hoe duidelijker, hoe meer in 't oogsprin
gend het graphologische kenteeken uitkomt,
des te sterker is ook de betrokken karakter
trek bij den schrijver ontwikkeld. Een klein
vorbeeld ter verduidelijking- Plaatst men zon
der mankeeren altijd de puntjes op de i, j en
ij, dan noemen we den schrijver accuraat. Ver
geet hij het zoo nu en dan, dan behoeft hij
nog niet slordig te zijn, hetgeen wel het geval
is bij personen, die deze stipjes, evenals kom
ma's in jde meeste gevallen weglaten. Plaatst
men niet alleen boven de genoemde letters
stipjes, doch doet men dat ook boven cijfers
en woorden, dan kan men den schrijver te
aocuraa t noemen. D eze merk waardige schrijf-
^„afwijking" vinden we dan ook meestal bij
wantrouwende en achterdochtige personen.
De eerste indruk.
Harmonisch (gelijkmatig) schrift ijs een der
kenmerken van iemand met een oprecht, doel
bewust karakter, terwijl ongelijkmatig schrift
op opbruisendheid wijst en de leelijke karak
tertrek onoprechtheid.
Natuurlijk moet nagegaan worden of het on
gelijkmatige schrift geen andere oorzaken heeft,
in hoofdzaak kan dit door ziekte en... drank
misbruik veroorzaakt worden. Onder harmo
nisch schrift wordt niet verstaan schoonschrift.
Uitsluitend wordt met deze uitdrukking be
doeld, in één geschreven stuk één soort schrift
te hebben gebezigd. Het schrift van „verstand-
menschen" van koele naturen, van bureaucra
ten in merg en been onderscheidt zich door
zijn bijzondere correctheid; de letters zijn
ieder voor zich zelf zorgvuldig afgewerkt.
terwjjl geen brutaal haaltje de correctheid in
gevaar brengt. Is dit schrift bovenalen buiten
gewoon regelmatig, dan kunnen we den schnj -
ver rekenen onder de lieaen, die zeer bekrom
pen zijn en pedant. Vergist u echter ook 'hier
niet, laat men u geen schrift van een kennisje
ter onderzoek geven... oat nog in de 6e of 7e
klas der lagere school zit en u een „keurig
stukje werk" voorlegt.
Dit, vóór wat betreft den algemeenen indruk,
die bet te onderzoeken schrijtmatenaai op den
grapholoog maakt. Nu eersc Kan men 't eigen
lijke onderzendt begonnen wormen.
Hoe scheever 't schrift, hoe gemoedelijker
't karakter is van den schrijver. Lieden met
een steeds opgewekte stemming hebben ge
woonlijk een wat men noemt te schuin
schrift. Schrift zonder uitarukKtng (zonder ha
len en dikten; vindt men bij zenuwachtige moi
schen; deze schrijven ook meestal ongelijk.
letters.
Menschen met energie, mannen „van dt
daad", Schrijven eenvoudige, krachtige gelijx
matige letters en halen. OnwiHekeurig dena
ik hier aan het handschrift van BroeKhuys, ae
man van de ter ziele gegane gok-lo t erij en hei
dagblad „De Dag" en ik diep met gemengde
gevoelens een „lot" op uit mijn lessenaar om
de handteekening van Broekhuys te bewonde
ren. Deze handteekening isy graphologisch de
hanidteekening van den man „van de daad".
Een leek kan er zelfs den trek „brutaliteit" uit
afleiden.
Het weglaten van de voorletter (een teeken
van „praats", van hier ben ik'' en ^,wat zeg
je wel van me") de wijd uit elkaar geschreven
letters, het kenmerk van royaliteit liggen er
eveneens in.
y Graphologen noemen het bovendien dom
en pedant een handteekening of naam zonder
voorletter(s) te schrijven. Misschien, dat enke
len, 'die onbewust hun vpUedigen naam op de
straatdeur lieten jzetten, dit thans zullen laten
wijzigen.
(Wordt vervolgd).
BUITENLAND
- Een Weemsch professor, dr. Adolf Lorenz,
verklaart het steeds toenemende aantal echt
scheidingen uit de onvoldoendheid van den
-verlovingstijd. Het „ja" is er gewoonlijk een
beetje al te gauw. Een jongeman ontmoet een'
jong meisje in de danszaal, in de lunchroom,
op het tennisveldDe bliksem slaat in
„Haar moet 'k hebben! H,4ér en géén ander!
En direct!" Binnen acht dagen: verloving. B/n-
nen twee maanden trouwen. Resultaat geen
jaar is voorbij, of'de tortelduifjes zijn geschei
den.
Volgens den Weenschen professor zou het
anders gaan, wanneer er een flinke verlovings
tijd was, 5 jaar op z'n minst. Gedurende dien
proeftijd zouden immers de candidaten naar
den huwelijkstaat gelegenheid hebben elkaar
.te leeren kennen. Want, zoo. zegt hij, van-
elkaar-gaan en echtscheiding zijn niet het ge
volg van slecht karakter der echtgenooten,
maar van niet-met-elkaar-overweg-kunnen,
'dordat ze elkander niet zorgvuldig genoeg heb
ben leeren kennen. En hij eischt nu, dat de
wetgever voor het vervolg een verlovingstijd
van vijf jaar verplicht stelt.
V,
Een Hongaarsch blad verhaalt van een
uiterst tragisch familiedrama, dat zich onlangs
jn het Hongaarsche dorp Tatsalva afgespeeld
moet hebben- Daar kwam op zekeren dag een
HOOG SPEL.
Laten wij het samen eens blijven, Otto."
Vilde zij zeggen, „ik weet het nu,'tis alles praia,
Willem heeft gelijk, vergeleken bij jou op
rechte, sterke liefde."
Maar zij keerde zich niet om, zij sprak deze
woorden niet uit, zij stapte door langs de
dubbele rij huizen, met de smalle lichtstreep
onder de gordijnen, of donker door de geslo
ten blinden; zij sloeg de zijstraat in, waar haar
gehaat tehuis zich bevond, en ging de altijd
half openstaande deur binnen.
In de gang walmde als naar gewoonte de
lamp en kwam de petroleumlucht haar tege
moet; alles scheen haar nog burgerlijker en
armzaliger toe 'dan vóór haar vertrek; zij maak
te de zijdeur open, en een benauwde lucht,
door slechte steenkolen veroorzaakt, steeg haar
jn de neusgaten, de kachel gloeide rood; als
naar gewoonte was haar vaider ingedut bij de
tafel, waaraan Willem z<at te schrijven.
.„Hé, Pradal"
„Goedenavond!" zeide zij, wierp haar taschje
op tafel en ontdeed zich van hoed en mantel.
De Baron deed een grommend geluid hoo-
ren, keek half versuft op en sloot toen weer
zijn oogen.
„Als ik geweten had, dat je aankwam, zou
ik Bietje naar het station hebben gestuurd,
zeide Willem. 1
i„Dank je wel. Ik kten den weg en loop
honderdmaal liever alleen dan met die stoet
haspel naast mij."
„Is 'tmis?"
„Wat mis?"
„Met die conditie van jou?"
„Och, wat conditie! Gebruik toch zulke mei
dentermen niet." i.
l„Vertel mij maar 'hoe je het genoemd wil
hebben, maar liever zeg eerst gauw of je ge
slaagd bent."
„Geloof je van niet?'.'
„Je bent zoo allerliefst gehumeurd, dat ik
niets anders denk dan dat je een vergeefschen
tocht hebt gemaakt."
Nu werd de Baron heelemaal wakker, wreef
zich de oogen uit en trachtte langzamerhand
meer tot bezinning te komen; eindelijk be
merkte hij zijn dochter.
„Hé, ben jij daar, kind? Ben je al lang hier?
Waarom niet gezegd dat je aankwam, dan had
ik je afgehaald, dat was meteen een verzetje
voor mij geweest. Foei, foei, is me dat slapen!
.„Geen wonder, als u ook stookt of wij vijf
tien graden vorst hebben; 'tis hier niet uit
te houden van benauwdheid."
'„Kom, vertel nu maar eens, hoe je het ge
had hebt. Denk dat wij hier een paar honger
lijders zijn, die hunkeren naar een nieuwtje
als naar ©en bete brood 1 Bien je niet gelukki-
ger geweest idan je tweehonderd en zoo-veel
voorgangsters? Ik was er bang voor."
„Wie zegt 'dat?" vroeg Leonore smbbig.
„Gelukkig maar, Pradal" zeide de Baroin
met zeer veel zalving; „blijf gerust in je ouder
lijk huis. Daar behoor je, en zoolang je vader
en broer nog een stukje brood hebben, deelen
zij het met je."
,,'tls me wat moois, dat ouderlijk huis, en
Leonore lachte minachtend; „je zoudt er voor
je plezier in blijven."
,,'tls aan de dochter het aantrekkelijk te
maken," verklaarde Willem; „mooier levens
doel kan zij niet hebben, dat heb ik je meer
gezegd."
Och', jelui praat naar je wijs bent. Ik ben
wel degelijk klaargekomen, en zóó prachtig
als je maar wenschen kan. Salaris zooveel1 als
ik verkies, het huis voor mij en het kind alleen,
desnoods mag jij. en Pa. bij me inwonen; mijn
heer vertrekt en laat allés aan my over.
Triomfantelijk zag zij hem aan; haar wangen
gloeiden nu door de opgewondenheid, alle
Imatte lusteloosheid, alle weifelen en tobben
was uit haar geest verdwenen.
„Is die man gek?" vroeg Willem, „leen
•meisje idat hij voor het eerst ziet, zoo'n ver
trouwen te geven."
„Dat moet hij weten. Ik ben gekomen, ik
heb gezien en overwonnen. Reeds o,ver veertien
dagen moet ik daar zijn"
„Maar kind, het lijkt een sprookje En hij
wil ons ook daar hebben, die mijnheer Mac
Dunolly? Maar dat gaat niet."
„Dat heb ik ook gezegd! Dus daar spreken
wij maar niet meer over!" haastte Leonore
te zeggen, en toen begon zij te vertellen, zoo
spraakzaam ©n levendig als Willem haar nooit
te voren gezien had.
Zij zorgde er natuurlijk voor, alles wat zij te
zeggen had, zoo zorgvuldig mogelijk te ziften;
die bemoeial van een Willem en dat oude kind
van een vader behoefden niet alles te weten.
Er werd veel geïdealiseerd; Mac Dunolly
werd een echte gentleman, Daisy een wilde
bloem; van het afstootende tooneel, dat zij
bijgewoobd had; sprak zij geen woord, wel
van' de groote liefde tusschen vader en doch
ter, maar van de eischen, die hij haar stelde,
vermeldde zij niet anders dan dat hij er op
gesteld was dat zijn kind haar sprekend even
beeld zou worden.
„Van buiten toch altijd?" vroeg Willem.
„,Deug ik idan van binnen niet?" gaf zij
scherp terug.
,,,OCh, je hebt daar eenvoudig heelemaal'
niets," plaagde hij, maar zeide intusschen al
schertsend zijn oprechte meening; zij deed of
zij niets gehoord had en ging voort met ver
tellen over dat prachtige huis en die meubelen,
en die bedienden en die fijne lunch.
„Dan is 'tgeen wonder, dat het ouderlijke
huis je afvalt," zuchtte Willem, „alles zoo vol
maakt te vinden."
'Amerikaan in de dorpsherberg, die vertelde
'25 jaar geleden naar Amerika vertrokken te
zijn en 'daar een belangrijk vermogen verdiend
4te hebben- Hij vroeg naar z'n ouders en ver-
jnam tot z'n groote vreugde, dat beiden nog,
leefden, maar dat ze hem, daar ze jaren niets
van hem vernomen hadden, al reeds als gestor
ven hadden betreurd. De Hongaarsche Ameri
kaan vroeg idea waard hem niet te verraden en
begaf zich naar z'n ouders, die hem niet her
kenden. Hjj wilde zich eerst den volgenden
dag bekend maken en vroeg aan z'n ouders
nachtverblijf, waarbij Mj zeide, veel geld bijj
zich te hebben.
De ouders, die geen vermoeden hadden, wien
ze herbergden, besloten den rijken Amerikaan
uit den weg te ruimen en zich z'n geld toe
te eigenen. Ze wilden hem in den slaap over
rompelen en vermoorden. Vooraf ging de vader
naar de herberg, om zich moed in te drinken.
Daar vroeg hem de waard naar z'n Amerikaan-
schen gast. Uit vrees voor ontdekking van de
ueraamde misdaad loochende de vader een
gast te hebben, waarop de herbergier het ge-
neim openbaarde: de rijke Amerikaan was nie-
-nand anders dan de vermiste zoon. Vol vreug
de rende de vader naar huis, maar daar vond
hij z'n zoon reeds badende in z'n bloed. De
vrouw had den vreemdeling met een scheer
mes de keel doorgesneden. Toen ze vernam
wie haar slachtoffer was, kreeg ze een aanval
van krankzinnigheid. De zoon verkeert :|n le
vensgevaar.
De Wolvenplaatf.
De wolvenplaag neemt in verschillende stre
kten van Rusland verontrustende afmetingen
aan, aldus „Izwestia". De wolven vertoonen
zich op klaarlichten dag in d ©hoofdstraten van
de dorpen, verscheuren schapen, vallen paar
den en koeien aan. Er waren ook veel gevallen
van aanvallen op menschen. De verliezen, die
'de boeren lijden, zijn zeer groot, maar de bevol
king staat machteloos tegenover dez ©plaag,
fn sommige streken worden jagersbeniden ge
vormd, die systematische razzaia's onder vie
wolven organiseeren, doch ook hiervan zijn de
resultaten voorloopig niet groot. De regeering
heeft besloten hulp te verleenen aan alle ver-
eenigingan, die zich ten doel stellen de wol-
yenplaag te bekampen. Er worden prijzen uit
geschreven en de verkoop van schietkruit en
patronen is vrijgegeven. Tevens wordt de mo
gelijkheid overwogen de garnizoenen voor dit
doel te gebruiken.
De uitvoering van het Vredesverdrag»
De „Associated Press" publiceert een uit
treksel uit het rapport van Herrick, den Ameri-
kaanschen ambassadeur te Parijs, over de bij
eenkomst der gezanten-conferentie van Maan
dag. Het rapport meldt, dat Lord Crewe den
gezanten mededeelde, dat Engeland hoopte,
dat Frankrijk volledig de ernstige gevolgen
van een verder eafzonderlijke actie, welke het
bestaan der entente in gevaar zou brengen,
zou overwegen. Crewe voegde hieraan toe, dat
Engeland geneigd zou zijn tot het terugnemen
Van zijn vertegenwoordigers uit de verschil-
ende intergeallieerde lichamen, indien de Fran-
schen zulk een politiek, tegen de Britsche wen
schen in. zouden doorzetten. De Itaüaansche
ambassadeur steunde de Britsche houding, ter-
jwiji ,de Belgische het weten, dat hij niet met
Frankrijk mee kon gaan, zonder eerst de re
geering te Brussel te raadplegen. Cambon deed
Öaarop de eerste belangrijke concessie, door
te verklaren, dat Frankrijk niet voornemens
is territoriale sancties aan te wenden.
,,'tls een lot uit de loterij!" verklaarde de
Baron en stond op, vast besloten gebruik te
maken van deze gelegenheid om weg te ko
men naar d esodeteit.
Ter eere van zoo'n heuglijke gebeurtenis kon
er wel een grog of wat op staan; maar Willem
zag zijn manoeuvre.
„Kom, vadertje! Blijf nu thuis! Onze Lady is
nog maar zoo kort in ons midden. Niet waar,
Prada, je trakteert vanavond toch zeker op
een flesch wijn!"
>„Papa moet het zelf weten'; als hij zoo weinig
gesteld is op hetgeen ik te vertellen heb, dan
moet hij ma^r gaan. Ik ben nog lang niet aan
'teind." i
Schoorvoetend ging de oude heer weer zitten
en Leonore zette haar verhaal voort; zij vergat
niets, geen vaas op den schoorsteen, geen
schilderij aan den muur.
„En moet je dat alles nu dirigeeren, kind?"
vroeg Willem bezorgd. „Zoo'n gecompliceerde
huishouding?"
i,,0, dat is niets, er is een huishoudster en
een paar meiden en een knecht. Daar ben ik
niets bang voor!"
„Maar het kind?"
„Dat speel ik ook wel; klaar."
En nu vertelde zij hoe vleiend mijnheer had
gesproken van haar broer, den held van Pama-
nangan, en hoe daardoor de naam van Asse-
leyn reeds bij hem bekend was.
„Zie je wel! Dat zeg ik altijdl" galmde de
Baron uit; „jelui jonge menschen geven veel
te weinig om namen en om adel. 't Is tegen
woordig mode daar den neus voor op te trek
ken, maar dat hoor je nul Als Leonore niet
haar vollen naam onder dien brief had gezegd,
dan kon je er wel zeker van zijn dat ze nul
op het rekest had gekregen, maar nu, je be
grijpt wat dat zoo'n parvenu kleedt, te kunnen
zeggen: „Mijn dochter is toevertrouwd aan de
zorg van freule Asseleyn van Arsenede." Neen,
de adel heeflt veel, heel veel goeds-"