van ffeü ïheSs'cK vöorköröande de: tusschenpoo-
zendekoortsen veroorzaaktDeze ontdekking
stelt ons in staat':1e diagnose zuiver te stellen,;
waardoor verwarring mét andere koortsige ziek
ten vermijdbaar is geworden. Voor 'het individu
ftvas dit van groot belang, doch minder voor
de massale bestrijding. D,eze zou eerst mogelijk
worden nadat Ross in een bepaalde muggen
soort den overbrenger van de malaria-parasie
ten' van den lijder op anderen had herkend.
Thans scheen het begin van den triomf over
deze voor sommige landstreken zoo. moordda
dige ziekte te zijn aangebroken. Het was slechts
noodig de levenswijze en de gewoonten der
malaria-muggen te bestudeeren, om daarna op
wiskundig zekere 'wijze maatregelen te kunnen
aangeven, waarmede (de malaria te bannen zou
zijn.
Het ppgenbBk» (waarop men de rol herkende,
wielke het nietige insect speelt bij een ziekte,
die tot heviga epidemiën aanleiding geeft, ligt
thans reeds meer 'dan--iwintig jaar achter ons;
maar dé schóone droom is nog niet in vervul
ling gegaan. Zonder twijfel hebben de achter
eenvolgende ontdekkingen aan de mensobheid
groote voordeden verschaft,, doch een verdwij
nen van de malaria als volksziekte was daar
van niet het gevolg. Wel werd het mogelijk
om het individu gedurende zijn verblijf in ma
laria-streken tegen ide ziekte te beschermen
en 'kwamen (daar groote werken tot stand zon
der opoffering van tal van menschenlevens, die
iaidners zonder twijfel aan de malaria ten offer
waren gevallen. De. maatregelen genomen bij
bet graven van het kanaal van Panama ter
Voorkoming van Ide tusschenpoozende koortsen
onder het werkvolk leverden een prachtig re
sultaat op. Doch dit verhinderde niet, dat thans
de kanaalzone geenszins malaria-vrij is en de
bevolking van' 'de steden Colon en Panama nog
niet onttrokken lis aan de aanvallen van de
malariamug.
Het probleem is verplaatst uit de werkplaat
sen Ider wetenschap naar de practijk. Plet is
niet meer 'de vraag wat noodig is om dezen
geesel der menschheid op te heffen,, maar wel
op welke wijze dit in de praktijk nagestreefd
kan worden.
Deze nieuwe taak is de moeilijkste gebleken,
ook in verband met de gr op te bedragen,, welke
bet zou (kosten, indien wij, niet lettende op de
.•uitgaven, eenvoudigweg de maatregelen gingen
toepassen, die 'zeker tot het doel zoudén voeren.
„Bezint, eer gij begint" mag hier wel ons
devies zijn. Wat scheen eenvoudiger dan alle
broedplaatsen van Ide malaria-muggen op te
ruimen, dan wel tot broedplaats ongeschikt te
maiken. Op verschillende plaatsen is men daar
mede aangevangen, doch de verwachte resul
taten bleven in vele gevallen uit. Deze misluk
king werd begrijpelijk, toen men tot de weten
schap) (kwam, dat de mug, waarvan men de
broedplaatsen had opgeruimd, niet de gevaar
lijkste malaria-overbrenger was, doch dat dit
werk in (die streek werd verricht door een mug
gensoort, die andere broedplaatsen uitzoekt.
Dan wel (dat de mug over groot-ere afstanden
zich kon 'voortbewegen dan de breedte der
landstrook, welke mén gaassaineerd had.
Broeden ide muggen' in watervlakten die voor
visch- en (veeteelt of voor landbouw van econo
mische beteekenis zijn, dan zal het resultaat van
Ide bevordering van de volksgezondheid ge
volgd kundfen worden door een zoo groot eco
nomisch verlies, idat men van het toepassen dei-
ontworpen maatregelen moet afzien.
Deze bezwaren zijn ook bij de malaria-bestrij
ding in de provincie Noordholland terdege ge
voeld. En zoo was het niet mogelijk om bei
de malaria te bestrijden volgens de methoden,,
welke elders beproefd en onder bijzondere om
standigheden gpede resultaten hadden opge
leverd. Zoo (kunnen wij b.v. wijzen op het vol
komen succes van de assaineering van Si'boga,
een plaatsje op de Westkust van Sumatra ge
legen ,;en waar de drooglegging van den bodem
door middel van drains de malaria heeft doen
verdwijnen. Een resultaat,, idat nog op weinig
andere plaatsen zoo volkomen is bereikt.
Het was (daarom goed gezien kan de wieten
schappelijke malaria-commissie 'èh haren voor
zitter, Dr. Aidershof, om ernstig te waarschu
wen tegen (het vroegtijdig aanvaarden van as-
FEUILLETON.
TE HOOQ SPEL.
saineeringsplann&n nog vopr een diepgaand
vooronderzoek had bewezen,, dat van Jle te
nemen maatregelen succes te verwachten was.
Onderzoekende en voorzichtig tastende kjvam
dnen tot de -overtuiging, dat de weg ter gfóer-
winning gezocht moest worden in het vernieti
gen van de mug gedurende haar winterslaap.
Daar ligt voor onze noordelijke stroked; het
kwetsbare punt. waarvan gebruik is te i mak en
om deze dnsectesnsoort liefst geheel uit te roeien,
maar, waar dit niet mogelijk zal zijln, belangrijk
in aantal te reduceeren. Middelerwijl' Warden
proeven genomen om ook de larven in de
broedplaatsen het leven onmogelijk te maken,
doch men dient nog af te wachten, of dit- een
hoofdstrijdmiddel zal vormen, dan wel' een hulp
middel zal zijn.
Daarentegen is het buiten kijf, dat, wanneer
de zoo dicht in de nabijheid van den mensch
overwinterende mug gedurende zijn wintersklap
wordt opgezocht en vernietigd, de volgende
romergeneratie minder talrijk zal wezen1 Hoe
ver die vermindering moet gaan, opdat dé-cir
kel verbroken wordt, die bestaan moet tuSsChen
den malaria-zieken mensch, ,den anopheles en
andere personen, ten einde de malaria-parasie
ten in de gelegenheid te stellen in het leven
te blijven,;dat is een punt, waarover nog geen
positief oordeel kan geveld worden.
Maar idit is zeker, dat het verbreken dier
cirkels eerder zal gelukken, naarmate het aan
tal muggen, dat aan het einde van den winter
overblijft, geringer en geringer is. Dit te berei
ken was de bedoeling van de muggenvernieti-
ging, zooals deze reeds sedert eenige jaren
wordt riggestreefd. Welk resultaat daarmede is
verkregen, valt niet gemakkelijk te beoordee-
len. Die vermindering van het 'aantal voorgeko
men malaria-gevallen gedurende het afgeloopen
laar in verhouding tot de- vorige jaren tinag
wellicht toeval zijn, doch kan ook, zij het slechts
gedeeltelijk door genomen maatregelen zijn
veroorzaakt. Dit laatste zal men meer mogen
aannemen, naarmate de muggenvernietlging in-
ensiever geschiedt 1 En dit is mogelijk, wan
neer ide geheele bevolking meewerkt, om ge
durende den winter de overwinterende muggen
tg 'te zoieken en te dooien. Want aan wie zal
liet beter kunnen gelukken, ie in hms omstal
ui winterslaap verblijvende muggen te vernieti-
den ,dan de bewoners van het huis, die .yoort-
durenid het oog hebben op alle localiteiten.CEn
als dit werk wordt gedragen door zoovele"han
den, speur tochten worden begonnen me t zoo -
vele oogéfi, daar moet d.e overwinning ons zijn.
Zal het gelukken de 'bevolking in hqajj ge
heel op te wekken aan deze kr iti s.t o ch t ende e 1
te nemen? Wie zal 'het zeggen? Maar het. doel
is (de poging waard en zoo wordt liet dooBrttiij
ten zeerste gewaardeerd,, dat u, mijne heieren,
zich beschikbaar hebt willen stellen teneinde
een" ernstige poging te wagen om de bevSliilng
van Noordholland in haar eigen belang daartoe
a(p (te wekken.
Ik' heb gedurende deze voorbesprekingen,
die op zoo aangename wijze verhepen, waarge
nomen ,hoe gij allen popelt om de werkzaam
heden aan 'te vangen, overtuigd als gij zijt?,- dat
een goed begin het halve -were beteekeiit. En
niet minder geldt dit voor uwen aanstaanden
voorzitter, die gedurende de laatste jaren' reeds
met zooveel ijver en toewijding werkza^Wï is
geweest om 'deze groote volksactie voor tè'be
reiden en (die u tot gids zal zijn op den moei
lijken weg, die u zeker wacht. Want bezwaren
zullen *u 'niet -gespaard worden, daar ben ik
zeker van (en daarvoor heb ik u reeds bij de
eerste besprekingen gewaarschuwd. Doch als
bij u (d| vaste wil voorzit om die bezwaren te
overwinnen, dan 'zal dit gelukken, ook al. mag
daar menig jaar mee gemoeid zijn. Moc^uw
wierk, n.l. het verdwijnen van de malaria, in
dieze vruchtbare,, igiaar waterrijke streken suc
ces hebben, tiantzdlt-gij itevens een belangrijk
aandeel genomen "heb ben in het beschermen
van Ide volgende generatie dezer bevolking,
wier zonen en dochceren zich zullen gaan ves
tigen in 'de polders, die aan de Zuiderzee' staan
ontwoekerd te worden. Daar zal in de eerste
jaren na de. drooglegging de malaria gaan
heerschen, zooals wij dit bij alle droogmake
rijen hebben (waargenomen. Doch uwe commis
sie :z!al (dan het geheim hebben ontsluierd om
de landwiffnihg tot een zegen voor 'de bevol
king te maken, daar zij, niet afgemat door ma
laria, kracht zal hebben om landbouw en vee
teelt in 'de nieuwe polders te vestigen. Ik
wiemsch u (allen toe dat oogenblik te mogen
beleven, opdat gij trots kunt zijn op den pio
niersarbeid door u verricht, welke arbeid he
den aanvangt. Met de beste wenschen voor
het slagen 'van uwe pogingen en onder dank
zegging voor fuwe krachtige medewerking bij
de voorbesprekingen ondervonden en niet min
der voor (de medewerking van de hoofdbesturen
van Het Witte en van het Roodie Kruis, open
ik deze uwe eerste vergadering, en geef di
leiding aan luwen voorzitter, aan Dr. Alders'hof
ijgOver.
UIT DEM OMTREK
XXI.
-Daisy beweende haar vader oprecht, maar
.(het was 'piet meer de smart, die haar zou ver-
vuld hebben als hij eenige jaren te voren ge
storven was; berouw over hun scheiding ver
stoorde haar zielerust ook niet want bij herha
ling had haar vader in den laatsten tijd haar
geschreven, dat hij zich verheugde over den
loop dien de zaken in den laatsten tijd genomen
hadden, over haar verblijf op de kostschool en
.over de hoop van een' spoedig weerzien.
Maar juist idit wederzien was het, dat Daisy
met schrik vervulde; wederzien beteekende im
mers vertrek uit Holland, scheiding van haar
^herbaren oom, ^een samenleven met de anti
pathieke. stiefmoeder, en zoodra haar eerste
smart bedaard was, kwam het egoïstische denk
beeld haar onwillekeurig troosten, dat zij nu
piet wieg behoefde te gaan, dat zij hier kon
blijven haar leven' l'ang.
Met de volgende mails kwamen er echter
voor Willem ontmoedigende tijdingen. Leonore
schreef hem, dat geen bewijzen gevonden wer
den om Daisy's wettige afkomst te staven.
Haar geboorteakte vermeldde eenvoudig Gla
dys1 Smith als haar •moeder, maar nergens was
jets te vinden dat op de huwelijksakte har er
SINT PANCRAS.
Zondag speelde ^rone I tegen D.T'.S(, I te Oud--
karspel en wist met oJ te winnen. i
De wedstrijd Vrone II—Bergen II welke hier
gespeeld zou worden, wérd wegens onvoltalligheid
van Bergen niet gespeeld, terwijl Vrone III een
gelijk oo tegen Heiloo II wist te presteeren,
hetgeen een mooie prestatie genoemd kan worden.
ouders leek, wel, van een vroeger huwelijk
van Mac Du'nolly. Bijgevolg ontving )zij niets
van haar vaders vermogen, dat geheel op Ja
mes en op haarzelf overging.
Zij wachtte zich wel, haar broer iets te -ver
tellen van hetgeen zij over Daisy's ouders wist
en wat feenig licht over haar afkomst kon wer
pen. Een menigte formaliteiten moesten er
plaats hebben voor de voogdijstelling van het
meisje, en eindelijk slaagde Willem er in, zich
.tot haar voogd te laten benoemen.
Leonore schreef, dat z-oodra haar zaken af-ge-
wikfcfld waren, zij naar Holland zoü komen
met'(jaar kind om daar tevens maatregelen te
nemen ten einde Daisy schadeloos te stéllen
voor 'de achteloosheid van haar vadert alle
vragen die Willem haar overigens stelde, be
handelde zij als niet geschied.
„iZij heeft het mooi gedaan," zeide hij met
een zweem van bewondering in zijn stem, „haar
systeem is geweest: „Zij er uit en ik ér in!'
Vader en dochter zijn op zijde geschoven. Pra-
da heerscht nu oppermachtig ov-sr haar geld
in haar.huis, dat zij eerst als dienstbare betre
den heeft."
Oitto -had het dezer dagen ook druk; zijn
moeder was vrij plotseling gestorven en -nu
rustte de zorg op zijn broertjes en zusjes1'ge
heel op hem. Hij was naar den Haag geweest
tot regeling der zaken en zoodra hij w-aei op
AnkeLoo was, zocht hij zijn vriend dadelijk op.
„Kijkï; een-s, wat ik onder moiedefs papieren
ST. MAARTEN.
Zondagavond j.l. werd de Ie gemeentelijke
samenkomst alhier gehouden in de N. Herv.
Kerk. Dat deze avorad een ander doel had dan
de gewone kerkdienst was reeds dadelijk' bij
het binnenkomen te zien, diaar de banken waren
aangezet met stoelen er om heen, de asch-
bakjes op (tafel en zelfs een papieren zak met
kleine versnapering er in ontbrak ook niet, zoo-
\iat het geheel huiselijk was ingericht.
Jammer, dat zich niet meerderen ter kerk
gang hadden opgemaakt, daar de bespreking,
heden gehouden, zeer onderhoudend en leer
zaam was.
Door Ds. Tihholt werd 'deze bijeenkomst ge
opend welke in korte woorden doel en werken
dezer bijeenkomsten uiteenzette en van deze
wijziging in goede richting "Veel goeds voor ons
vrijzinnig-protestanten hoopte te o,ogs|ten. Na
het zingen van Gez. 1961 en 2 kreeg de heer
Ds. Onnekes uit den Helder het woord, wielke
mededeelde het heden te zullen hebben over
„Wat wij vrijzinnig protestanten alzoo niet en
wel gelooven". Een uitleg werd gegeven over
de vrijzinnig Godsdienstige mensehbesohpu-
wing. Spr. -toonde aan, -dat gelijk er omtrent
den maero-kosmos (het Heelal) onderscheidene
beschouwingen zijn, dit ook het geval is met
den micro-kosmos (den mensch). Allereerst
werd het standpunt der materialisten weerge
geven, die alleen kennen stof en onbewuste
kracht, waarbij de kracht is een uitvloeisel'
van^de stof „ofane phosphor k-ein gedanken";
liefde is werking van het reukorgaan; denken
is een uitvloeisel1 van de hersenen. Uitvoerig
wordt deze beschouwing door spr. bestreden
(het genie, de krachtzinnige). Indien de mensch
stofjes ware, hoe dan te verklaren zijn geloo
ven, ideal-iseeren. Een kachel gelooft niet, een
koe gaat niet ter kerk, bouwt ge-en 'cathedral-en,
de keten langs den dijk hebben geen hooge
aspiraties. Was stof het een e§i al', dan zou
een koe wegens ettelijke ponden stof (vleesch,
meer waard zijn dan een mensch, een olifani
uitgaan boven onze gebrekkige broeder, dan
stonden Jezus-, Pinsen e.a. achter bij athleten,
tyeesc'hklompen- van -stoffelijke kracht. Was stof
het een -en al ^hoe dan te verklaren, dat een
mensch, téjjen 0e' wetten van de stof in, juist
'het stoffelijke 'leven offert om het hooger leven
te behouden.
Voor ide stofvergoders kan er geen sprake
■zijn van hooger, van zedelijke verantwoordelijk
heid want aan stof, aan keien, aan sitee-n en
ij-ze-r stelt men geen eischen van reinheid en
naastenliefde. Voor hen moet Jezus zijn -een
dwaas Judas een wijze, moet de moeder, die
haar kind verwaarloost om stoffelijke zinnelijike
genietingen te bejagen, verstandiger zijn dan
zij, (die dat laatste laat gaan om zich voor haar
kind op fte offeren. Voor dèn stofvergoder is
er geen verschil in mens'tihen... 't Is alles stol
dat binnen enkele jaren verzinkt in het graf.
Hiertegenover stelt spreker de stelling dat de
mensch bovenal is een geestelijk wezen.
Wij vrijzinnig-godsdienstigen (erkennen den
en brieven 'gevonden heb!" zeide hij en reikte
I-Willem een oude enveloppe over.
Hij keek hem verbaasd aan.
„Maar dat is Leonore's hanidl" riep hij uit.
„Ja zeker en nu is, het raadsel opgelost, waar
om mijn moeder mij zoo wantrouwde, waarom
zij weigerde,, mij haar geld af te staan en
waarom wij erger dan vijanden geworden zijn."
Willem las de briefjes, waarvan de eerste den
«datum droeg van den avond toen Leonore haar
woord terug gaf aan Otto; de andere waren
even slim en listig in elkander gezet en had
den blijkbaar 'niets anders ten doel dan Otto
tegen te werken en zijn taak nog zwaarder te
maken.
,,'t Verwondert mij niets," sprak Willem en
gaf hem de brieven weer terug na ze gelezen te
hebben, ,,'t Is écht Praiaal Zie je het nu -n?"
Otto schoof den ring, dien hij nog altijd
droeg, van den vinger en zeide
„Ja nu ken ik haar!"
„'t' Heeft lang geduurd. Misschien had je
jnog illusiën over het mooie, rijke weeuwtj-e!"
Daar ging de deur open en Daisy kwam bin
nen,, zoo frisch en liefelijk als de lentemorgen,
die buiten schitterde, haar handen vol veld
bloemen.
„Oom, mijnheer Waelbekel"
En voor 't eerst viel het Otto in, dat zij een
jong meisje en zelfs een heel mooi, lief jong
meisje was; voor 'teerst sedert zijn ongelukkige
liefde zag 'hij met vreugde naar een frisch
:=erns?*Mer'roS»de; als vleesc-Kefijïös- wezetis W«Id-
'ben de menscKem hartstochten," die' leiden' tot
bef'hlierschrikkelijkstè*;kwaa-dMaar als geëste-
ïijke wezens 'hebben wij ook een kroon; het
beeld van God,: die enk-el Geèst is, bleef ons
bij; en dit is onze redelijkheid, die wij in. <htj
beeld meer'tot uitdrukking doen komen. Daar
om strijden wij voor geestelijke verheffing «én
willen van de platte materialistische mensch-
bechouwing niets weten.
Ook na den val klinkt het Wootrd Gods (Gen.
3)„zie Ide mensch is geworden als onzer één,
kennende het goed en het kwaad". Tal van
uitspraken uit (den bijbel worden door spr. aan
gehaald, die ingaan tegen het „tot niets goeds
•n staat", als de zaligsprekenden „gij zijt het
lioht der wereld, het zo,ut dercaarde"; „weet
gij ni-et (dat gij; Gods tempel zijt en dat de
Godsgeest in u woont"? „zuivere en onbevlekte
godsdienst voor God den Hemelscben Vader
is weduwen en weezen bezoeken in den druk
en zich zeiven onbevlekt bewaren voor Je. we
reld"; „volg niet het kwade na maar het goe
de; „Wie God goed dopt is uit God"; ,;wi-e
kwaaid doet 'heeft God niet gezien". Trouwens
in aecooxd daarmede is de handeling van dui
zenden; denkt aan allerlei reddingen ten koste
van eigen léven; denk aan onze martelaren;
aan iden man die zelf gered, weer in de woeste
zee springt om te redden de poes, die klagend
op het wrak overbleef. Is, dat „tot niets goeds
in staat" ?Zegt gij 'dat van uw ouders, uw leer
meester? zeggen ouders- bij den doop dat van
hun kinderen?
Aan het 'einde van zijn bietoog wees spr. op
■de onsterfelijkheid, die dan vooral "moet wor
den aangenomen als mep den mensch meer
dan stbf, als geestelijk wezen beschouwt. Naar
'dien geest zijn wij „kinderen Gods", en naar
dien geest (hebben wij deel aan de eeuwigheid
Gods. De geest is meer dan kracht de geest
is bewuste kracht, bewust van zich zelf en
zijn omgeving. Als stof eeuwig is... hoeveel
meer idan (de geest I Ook de vrijzinnig-gods
dienstigen handhaven het onsterfelijkheidsge-
loof. Wie zijn geestelijk leven in -stand
'houdt en (het niet -doodt, wie in dit opzlich(t
betracht de lessen van Jezus, zich overgeeft
aan Hem als Herder... dren, verrijst het licht
al klaarder te midden van de duisternissen
dezer aarde en van het graf.
Die gaat gelooven en vertrouwend voort en
Jrerricht, niet nutteloos, maar blijft, de-els
werkt en zoekt, wetend dat alle arbeid, hier
voor het nageslacht, maar grootendeels ook
voor hem zelf als geestelijk kapitaal, een hoo
ger bezit, waarop hij voort kan en zal bouwen,
de eeuwigheid door.
Door Ds. Tinholt werd nog een en ander ge
vraagd en medegedeeld, waarop deze bijeen
komst wend gesloten met het zingen van Gez,
274: 1. I I i
NitUWöTluD.NGEN
Auto-ongeluk.
Zaterdagnacht is de auto van de firma Dag
gers' Schoenenfabriek, waarin mevrouw Th.
Daggers en 'haar kinderen zatën, met een te
groote bocht over de klapbrug te Veerdam ge
reden, waardoor de auto in het kanaal stortte.
Die inzittenden konden gered worden; de chauf
feur, B:. Kassens, een bekend voetballer van
Veendam 1, werd dood opgehaald. De voetbal-
wedstrijd AlridesVeendam te Meppel is dien
tengevolge uitgesteld.
Een Duitscih douanebeambte doodgeschoten.
Tie Rimburg aan de grens vervolgde Vrijdag
avond een Duit-sche douanebeambte een smak-
'Jkelaar, die uit ons land verboden goederen
1 in Duiitschland trachtte te brengen. Toen de
douanebeambte den smokkelaar dicht genaderd
was, schoot deze plotsjliq-g..met een revolver
den, beambte dood'. 'De smokkelaar vluchtte.
Een 'dolle hond.
Op 1de -Br-eedstraat te Utrecht bevond zich
een hondje, dat teekenen van dolheid ver-
loonde en naar de voorbijgangers beet. Hei
liep ten slotte een winkel van een aardappelen-
Jiandelaar in de Predikheerenstraat binnen,
waar de politie het dier onder zakken wist te
vangen en het zoo in een mand naar de Vee-
artsenijkundige Hoogeschool vervoerde ter on
derzoek.
De pl7-jarige mej. S. werd door het beest
gebeten. Na voorloopig bij dr. Nieuwemhu^jzen
aan de Oude Gracht behandeld te zijn, is zij
per verdere behandeling naar de rijksklinieken
©egaan.
De aardappelenwinkel1 is dadelijk ontsmet
geworden. i 1
Eemstig auto-ongeval.
Gistermiddag tusschen vijf en zes uur is een auto
mobiel met zes óf zeven personen tusschen de
Hakkeiaarsbrug en Naarden in het water gereden,
waarbij een vrouw verdronken is. De Crt. had een
onderhoucUmet den heer W. Hepner te Amster
dam en dïèns chauffeur, den heer J. Lansing, die
het ongeltik hebben zien gebeuren, alsmede met
den heer T. v. d. Neut, die ook enkele bijzonder
heden kon meedeelen. Hetj verhaal, van den heer
Hepner volgt hier:
„Ik reed hedennamiddag omstreeks halfzes %ujn
-. auto op' wég naar Amsterdam '"tusschen Naarder.
vrouwengelaat, voor 't eerst viel het hem r
dat men geen Prada behoefde te zijn 01$, indruk
tie maken, om zijn hart te vervullen van liefde,
verdriet of verbittering.
„Vindt u die bloemen niet heerlijk, Oom? Ik
heb in het bosch zoo'n prachtig bed lelietjes
van dalen gevonden. Is dat uw lievelingsbloem
niet?"
,„De mijne ten minste," antwoordde Otto.
„Heus.oh mijnheer! Wil ik u dan wat geven?"
(Wordt vervolgd).