MiaiiiC BE iiSDiO HLLE EEH DOOL (Vervolg). 2e. Den minister van Waterstaat te berichten dat wij ons standpunt blijven handhaven om te verkrijgen dat door den gecentraliseerden Post cheque en Girodienst: l a. geen rentevergoeding over de saldi der post rekening. 1 b. geen heffingen bij overschrijvingen worden berekend. Besloten wordt een desbetreffend adres te ver-; zenden. 3e. Het Ministerie te verzoeken om aan de Kamer een overzicht van de bedrijfsresultaten van de Coop. In- en Verkoopver eens. „De Handelska mer' te verstrekken. De voorzitter zegt, dat men het op .de verga-, deri ug- erover eens- was, dat de Handelskamer moest worden opgeheven, of wordt voortgezet, maar dan zonder 1 egeeringssteun. Deze steun beloopt thans een bedrag van f 4.000.000, welk bedrag geheel verloren zal gaan, en dan weer op 'de belasting betalers zal moeten worden verhaald..! (De lieer Wagenaar vraagt waarom door de re- geering steun wordt verleend.) De heer Grunwald zegt, dat de regeering meende, dat de Handelskamer in de distributietijd pnjsre-r gelend zou kunnen optreden, en men door het verleenen van subsidie een einde zou maken aan> de duurte. Maar dit is in geen enkel opzicht het geval geweest Het heeft in het geheel niet plaats gehad. Om handel te drijven, moet men zaken' kennen, maar het gaat niet op dat door ambtenaren enz. een coop, vereeniging wordt gedreven, die in particuliere handen zeker resultaten zou kun nen opleveren. Maar in 1919 meende men alles te mogen doen, om den handel maar zooveel mo- lijk naar beneden te werken. Het is een concur- reeren tegen den handel met regeeringssteun., Daarom heeft men gemeend een adres te moeten richten om hieraan een e.inde te maken. (De indruk van de K. v. K. is, dat wanneer men. de bedrijfsresultaten verkrijgt, meteen een einde, is gemaakt aan het bestaan van een zoo onnut li, chaam als de Handelskamer., Besloten wordt het desbetreffend adres te ver zenden. 4-e. Minstens 2 maal per jaar een bijeenkomst te hóuden door de Middenstandsvereenigingen in ons district met het Bureau der Kamer teneinde meerdere samenwerking in de toekomst te ver krijgen. 1 Het voorstel wordt aangenomen. Bespreking van het otitwerp-verordening tot re geling van het verkee rop de wegen in verband met het gebruik van motorrijtuigen en rijwielen. Ingekomen is een afschrift van het rapport met bezwaren daartegen van den Bond van Bedrijfsauto houders in Nederland, af deeling Alkmaar, gericht aan het gemeentebestuur te Alkmaar. (Commissie van Strafverordeningen. De heer Grunwald zegt dat men met belangstel ling kennis genomen heeft van het adres van den Bond van Bedrijfsautohouders. De verordening, zcoals die door het gemeentebestuur is opgemaakt behoeft echter wijziging, daar het verkeer door de daarin opgenomen bepalingen ten zeerste wordt belemmerd. De verkeerscommissie kon zich in hoofdstrekking ook met hèt adres van den Bond vereenigen en meende zich met een adres te moe ten wenden tot de Comm. van Strafverorden. uit den Alkm .Raad, om verandering te brengen in de verkeers-verordening.* De heer Grondsma meent, dat het verkeer moet openstaan voor alle auto's. Alle afsluiting van stra ten e.d. is volgens spr. uit den booze. Het is meer da.' onzinnig. Waar een auto doorkan, moet de weg openstaan, op elk uur van den dag. De heer Grunwald zegt dat wij althans tegemoet zijn gekomen aan de bezwaren van den Bond. De voorzitter zou nog willen dat de bepaling, dat een voorwerp niet naar achteren mag uitste ken of. er moet een man achter loopen, kwam te EEN GEVAARLIJKE GIFTMENGSTER: DE MARKIEZIN DE BRiNVILLIERS (1676) "vervallen* en dat vrijgelaten wordt het vervoer'van uitstekende voorwerpende, maar de snelheid be perkt wordt. Het is onmogelijk een dergelijke be paling door te voeren, waardoor dè handel wordt l ter te moeten voorstellen, dat voorwerpen naar achteren, 2 M. mogen uitsteken. De heer Hoogland acht het een groot gevaar, dat voorwerpen mogen uitsteken, onbepaald van welke lengte ook. Daarom was spr. verheugd het voorstel te zien van den Bond, dat niet meer dan 2 M. werd aangevraagd. Maar voor Alkmaar acht spr. het een klein bezwaar om bij vervoer van, langere voorwerpen, ontheffing van de bepaling te vragen. Men rekent er in den regel niet op, dat een .voorwerp zoover uitsteekt., pe voorzitter zegt dat de verordening vóór de stad is, en bij doorvoering daarvan, zpu men ge regeld naar ltet politiebureau moeten gaan ..om •ontheffing te vragen. De heer Grondsma verklaart zich tegen de ge- heele verordening. De heer Dokter wijst op de onbewaakte over wegen en is het met den heer Hoogland eens, dat men een dergelijk uitsteeksel niet verwacht. Daarom ook acht spr. het noodzakelijk een grens te stellen voor het uitsteken van de t evervoerera voorwerpen. De heer Ringers zegt dat weinig van zulke lange voorwerpen worden vervoerd en acht het geen bezwaar ontheffing aan te vragen, De heer Grunwald zegt het dan eens te zijn met den heer Grondsma dat men hier in Nederland te veel gereglementeerd wordt. Bij vervoer van dus danige voorwerpen neemt men toch de noodige voorzorgen Alkmaar moet aan de bezwaren van den handel tegemoet bomen. Door een dergelijke bepaling zou men een firma dwingen zich elders te vestigen. Laten wij daarom het voorstel van den voorzitter aannemen en de lengte onbeperkt laten. Het voorstel wordt hierna aangenomen, met de bepaling van inachtneming van een snelheid, die geen gevaar oplevert voor het verkeer. 1 De heer Ringers stemt blanco. De voorzitter. Wij weten nu, welke medewerking wij vam hem hebben te verwachten, Mededeeling van den voorzitter der Handqlsre-, gistercommissie, in verband met ingekomen adres sen, welke al dan niet een verlaging der jaarlijk- sche bijdrage voor de Kamers beoogden. De heer Kolster zegt dat de Kamer al niet reeds die subsidies kan geven, die daar op een goede plaats zouden worden besteed. De bijdragen die de ingeschrevenen in ons district aan de Kamer moeten betalen, zijn niet van dien aard, dat. aan den minister kan worden verzocht een verlaging van de inschrijvingsbedragen te bepalen. 1 Vierslag vain den heer Hoogland inzake West- friesche kanaal vereeniging M. H. Uw vertegenwoordiger in de Westfrièsche Kanaalvereeniging of Commissie van Aalst vraagt allereerst 'hem te verontschuldigen voor het feit dat door hem de laatste maanden zoo weinig mededeelingen zijn gedaan. De oorzaak; hiervan is geweest dat de Commissie van Aalst po.tseling haar plannen, vervat in het rapport Ringers, 'zeer ernstig becritiseerd zag in hoofd zaak door Prof. M- F. Visser. Van Wagenin- gen, d' emeende veel beter en veel go-c-dkooper de zaak voor elkaar te kunnen zetten. Nu is c-riteek bij ieder plan van eenige^ beteek mis. atijd te verwachten en pok vaak nuttig. Öf d:t hierr ook het geval is geweest betwijfel ik ech ter wel, want voor hen die ernstig bet rapport Ringers hebben bestudeerd en vooral 'die er aan sprakelijk voor waren was het zeer merkwaar dig dat de zoo oppervlakkige bestrijding van prof. Visser gesteund kon wonden door eeme zoo hoogstaande vereeniging als de Vereeni ging' cbt"ontwikkeling vah.&en Landbouwri-n Holland's Noprderkwaftiqr, té''hieèr bevreem ding wek'tè dit, daar gedoemde vereeniging zich vroeger had uitgesproken als voorstander van de kanalisatie en dit bevestigde door harer zijds een Üd, de 'heer D. de Boer, in de Com missie te benoemen. Welk lid een belangrijk deel aan het rapport heeft bijgedragen en het geheel met zijn naam onderteekeode. Begrij pelijk is dunkt mij dat de Commissie van Aalst door deze 'bestrijding begon te zeggen, wat nu? U is bekend het optreden, van Prof. Vis ser te Alkmaar en de weerlegging van 'hel door hem idaar aangevoerde, door leden van die Commissie van Aalst, t.w. ingenieur Ringers en vooral de thans overleden heer Vlieger. Ik behoef daar niet verder op sn te gaan, de Ka mer weet dat of kan ddt weten. De Commissie van Aalst was door deze bestrijding wel ver sterkt maar niet voldaan, daar het eigenlijk, •zoolang er van die Pró'f. geen schriftelijke be strijding of betere -plannen verschenen waar men eenig houvast aan kón hebben, voor die. commissie een vechten tegen windmolens was, waarna de Commissie ook besloot hem verder met rust te laten tojtdat er van hem iets in bet licht zou verschijnen, waartoe hij eigenlijk verplicht was. <-■- Hierin is (door de Ver. feft ontwikkeling van den Landbouw in Holland's Noorderkwartier een goed werk gedaan, waarvoor wij dankbaar kunnen zijn, (want door haar werd ons onlangs aangeboden een brochure getiteld „Critische Beschouwingen naar aanleiding van het Rap port over de Kanalisatie in Westfrieslhnd door M. F, Visser, L. I. Hoogleeraar aan de Land bouw Hoogeschool te Wageningen. Door die zelfde vereeniging werd het verzoek gedaan om over (dat ontwerp eeee bespreking te mogen hebben tusschen leen door 'haar benoemde Com missie en |de Commissie van Aalst. Deze vergadering heeft plaats gehad op 11 Januari j.l. in het gebouw van de Ned. Han del Mij. Tegenwoordig waren alle leden der vereeniging, behalve wegens ziekte de heer Prins Burgemeester van Grootebroiek en de heer Peek Dijkgraaf van bet Hoogheemraad schap van de uitwaterende sluizen in Kcnne- merland en West-Friesland. Voor'den heer Poock was plaatsvervanger de hèer Kerkkamp. Ook waren nog aanwezig, behalve de heer Smeenge, voorzitter, ide secretaris en een paar leden van het Hoofdbestuur van de Vereeni ging „Schuttevaer". Voor |de Ver. tot ontwikkeling van den Land bouw in Hollands Noorderkwartier waren aan wezig ide heer G. Nobel Lutjewinkel in onze Kamer welbekend met.den heer E. Covers Dz. van Alkmaar, benevens de. heer Koster van Berkhout. D;e Voorzitter 'stelde voor, dat de drie heeren gelegenheid zouden (hébben om zooveel moge lijk vragen ite stellen, waarvan door allen ge bruik werd gemaakt. Natuurlijk liepen de vra gen meestal over de punten, welke de schijn hadden van niet practisch en te duur zijn. Ik zal 'niet Over al die vragen afzonderlijk verslag geven, maar mij bepalen tot de mededeellng, dat aile vragen zoodanig konden worden be antwoord 'en belicht dat vooral het technische gedeelte hetwelk het meest door den heer Rin gers werd behandeld in elk geval als het beste maar ook nog als het minst kostbare uitkwam. De bewering, dat de kanalen te groot opgezet waren, werd zeer duidelijk door de volgende .vergelijking weerlegd. Het ons bekende Noord- Hiollondsche Kanaal meet in doorsnee tot de waterlijn 145 Meter, de ontworpen kanalen 54 Mieter. Hierdoor is toch wel duidelijk aange toond dat de bewering van 'te groote opzet eigenlijk niet meer''is dan een praatje of liever een. blunder voor den professor. Wat betreft beangen-vragen- enz. werden door andere le den', vooral door den heer No,ordeloos van Grootebroek, voor zoover betreft het ge-deelt Hoorn-Ehkihuizen en voor Schagen, Kolhotn enz. door den 'heer Helder van Schagen- al- doende beantwoord, terwijl Uw vertegenwoor diger, die als 'het0 ware aangewezen was voor het gedeelte Alkmaar, het daardoor he: 1 gc - makkelijk had, want dat deel vond noch bij den roepfsso'b,. noch bij de Commissie tviiig bestrrijding. Nadat ide Commissie geen vragen meer had 'te doen werd er van een zijd.' d-, r Westfrièsche Kanaalvereeniging gevraagd of nu vragen gesteld mochten Worden aan Commissie vain drie, hetgeen wérd goedgevon den. Ëièn paar vragen van meer of mindere beteekenis werden gedaan waarop een rede va dien voorzitter volgde, die liet uitkomen, dat het jammer was dat menschen als Pror. Visser, met zulke oppervlakkige ongemotiveer de critiek fculke groote plannen van zooveel belang zich (gerechtigd achten deze tegen te houden .p.v. van te bevorderen. Hierna kreeg uw vertegenwoordiger nog' ge legenheid te Vragen of de Commissie van drie au ha [deze conferentie, waar de oppervlakkig heid van 'de critiek van Prof. Visser zoo dui delijk uitkwam ook voorstanders van hel Plan Ringers zouden wezen en zoo mogelijk propa gandisten', daarvóór. Deze vraag bleef echter onbeantwoord. (Misschien bewaart de heer No bel idit voor onze vergadering). Wel werd weder een vraag 'gesteld door den heer Koster aan mij (daar ik mij als schipper 'had uitgelaten en vroeg genoemde 'heer mijn oordeel of het te verwachten was Idat er van het kanaal ten hun nent ook zoo druk gebruik gemaakt zou worden in de toekomst. Op die vraag meende ik' te moeten antwoor den, 'dat profeteeran gemakkelijk' gaat, maar dat ik mij daarvan zou onthouden, maar rlat ik, gezien hetgeen in mijn leeftijd bij ons zich had ontwikkeld 'in de zeer bekrompen vaart een aanwinst van een schippérsbevolking heb zien ontstaan om trotsch op te zijn en dat :k geen reden had te denken dat het bij hen anders zou 'gaan en ik hun Van harte, toe- wenschte dat het zoo zou wonden als bij ons. Wij hebben schippers die overal willen komen, die overal durven komen, maar de taak van b. kanaalvereeniging en ook van den heer Koster r.a. is te zorgen dat ze overal kunnen komen. P. S. Uw vertegenwoordiger had nog ge legenheid ter tafel1 te brengen de gegevens betreffende deri omzet aan de veiling te Broek op Lang-endijk over het jaar 1923. Deze om zet was leenigszins hooger dan vorige jaren ook die in oorlogstijd opgegeven waren vod de Westfriesche kanaalvereeniging en dus wil een oorlogscijfer genoemd werden. Hierin lag |evens een antwoord op wat prof. Visser schreef op blz. 10 waar hij beweert dat vooruitgang te verwachten komisch aandoet. De heer Nobel zegt met belangstelling ken nis te hebben genomen van het verslag. Spr. verklaart nog geen verdere mededeelingen ra kunnen doen namens de Comm. uit de Vereen, tot Bevordering van den Landbouw in Holl- N oordefkwartier. Die heer Hoogland vraagt of nu niet deri (Vervolg). Intusschen was ook de reeds meergenoemde Penautier in hechtenis genomen. In zijn om geving hadden zich al even zonderlinge ver schijnselen voorgedaan. Penautier was van zeer geringe afkomst. 'Hij huwde een dochter van een zekere Lesecq, 'die een der grootgrondbe zitters in Languedoe was. Zoodoende verkreeg Penautier reeds 'goede betrekkingen. De post van ontvanger-generaal van de Fransche ker kelijke inkomsten, die een jaarlijksch revenu van 60.000 livres gaf, trok hem echter in hét frijzonder aan. Een zekere Hanijvel de St. Lau rence bezette (dezen post, en Penautier sloeg hem samenwerking voor. Deze werd echter af gewimpeld, en het gevolg daarvan was, dat Penautier zoodanig wist ie intrigeeren, dat Ha- nijvel's voorganger weer aan het bewind kwam en hem verdrong. Later was St. Laurence op nieuw aan de beurt; korten tijd nadat dit heit geval was, kwam hij op zeer geheimzinnige >vijze aan zijn einde. Penautier ging met de. we duwe van St. Laurence een soort dading aan; hij zou ide functie waarnemen en haar laten deelen in ide winsten. Dat ales ging goed, totdat ide ontdekkingen uit de cassette van St. Croix ter oore van' de weduwe van St. Laurence kwamen. Toen werd ook Penautir's naam in de vergiftigingszaak gemengd. Men kwam hem vrij plotseling (arresteeren, terwijl hij zat te schrijven; verschrikt Scheurde hij zijn brief stuk en slikte de stukken in, die hem later weer werden afgenomen, ien weinig duidelijke, zin sneden bleken te bevatten. Tijdens zijn ver blijf werid Ide markiezin de Brinviliers opnieuw op een dwaalspoor gebracht; een zekere Bar bier wist 'zich tot haar vertrouwde op te wer pen. Hem Vroeg zij pen en inkt en. zij .schreef een brief aan Penautier om dezen te verzoe ken 'haar te helpen. In dien brief, duidde zij aan, dat 'zij meer wist van de verhouding, 'die ei' tusschen 'Penautier en St. Croix zou hebben bestaan, maar haar beschuldigingen bléven FWR» Het vonnis tegenover de markiezin de Brin viliers stond vast. Niet alleen waagde niemand, ook niet onder haar naaste bloedverwainpen, liet om ivoor haar in de bres te springen, en kon haar man, door zijn schuldeischers .ver volgd, zich nauwelijks staande houden. -Haar sChuid was 'te -duidelijk bewezen. Dienaangaan de verkeerden de rechters in geen twijfel,, maai wel omtrent de vraag of zij medeplichtigen had en zoo ja welke. Te dien aanzien heeft gerui- men tijd (de opvatting bestaan als zoude de Pa- rijsche rechtbank er toe hebben medegewerkt om deze medeplichtigen in nog hooger'"krin gen- verkeerende dan zij, te sparen; als zou men haar eerder hebben belet te sprekend dan haar daartoe hebben aangezet. Do stukken, die op idit proces betrekking hebben, bewijzen het tegenovergestelde. Want, om haar tot spreken te brengen, heeft men 'de hulp ingeroepen, van een geestelijke, den doctor Pirot van de 'Sor- bonne ,een theoloog van erkende beteekems. Hij is er in geslaagd om geheel haar vertrou wen te iwinneti, en nog voordat haar vonrns aan haar bekend werd gemaakt, heeft deze alle pogingen weerstrevende vrouw, tegenover luem een vollédige bekentenis van haar zonden en haar schuld afgelegd. Pilot's verklaringen, voor zoover ideze hem uiteraard waren toegestaan, vormen een merkwaaridig document in dit merk waardig proces én 'doen duidelijker dan iets anders gevoelen, Idat deze;zelfde markiezin de Brinvilliers, moordenares ongetwijfeld, toch on der zijn invloed als Christin is gestorven. Zij heeft een uitvoerig verhaal van haar schuld ge geven ,maar Idaaruit kwam ook vast te staan, dat zij geen medeplichtigen had, geen andere althans Idan St. Croix, die reegis voor een hoo gleren rechter (dan 'de menschelijke was geroe - pen. Zij had wel eens iets gehoord van zekere verbintenissendie tusschen Penautier .en de St. Croix bestonden en haar brief aan Penau tier was niet anders geweest dan een soort, wan hoopspoging om hem te verschrikken en zoo doende tot hulp te (haren bate te brengen. Zoozeer is Pirot, na een bijna onafgebroken verkeer van idrie dagen met zijne boetelinge, van die waarheid van het door haar gezegde overtuigd geraakt, idat hij haar de absolutie niet weigerde, voordat izij dein moeilijken gang naar het schavot deed. In bijna elk opzicht toonde zij, door haar rechters op het laatst scherp ondervraagd, door een joelende menigte naar het schavot begeleid, dat zij los was van de aardeeen enkelen keer als haar oude trot is van aristocratie terugkeerde, was eein vage aan duiding van Pirot voldoende oni haar tot in keer te brengen en haar verge ving'aan God ré doen vragen. Zij werd veroordeeld om openlijk in het hemd der misdadigers,, dragend een zwanen toorts, boete te doen op de voorplaats van het Hotel Dieu te Parijs en daar alle haar zonden luid in het openbaar te bekennen; ver volgens zou 'zij onthoofd worden en haar lichaam worden verbrand. De straf. Is i"1 al' de wreedheid dier dagen aan haar voltrokken; het Parijsohe volk, anders-, gelijk ooggetuigen ver zekeren, niet ongevoelig, had een zekere af schuw van (deze zoo teere en frêle vrouw, die niet minder (dan drie geslaagde en ettelijke mis lukte pogingen 'tot moord op haar gewet-en had. Pirot vergezelde haar, gelijk hij haar beloofd had, tot op hét schavot; tot op het laat ste oogenblik verleende hij haar geestelijken bijstand; tolt ,op het moment, dat de bijl van den scherprechter, geoefend als deze was, met een enkelen slag het vonnis voltrok, gevoélde zij hem in haar nabijheid.! Pat heeft haar ïustig de straf,, haar door..de. wrekende m-enschheid opgelegd, doen laanvaarden. Welk een o-pzieh dit vonnis te Parijs wekte, blijkt duidelijk tuit 'de geschriften van de gees tige -schrijfster, idae wij in Madame de Sévigné kennen Vier uren, zoo-getuigt zij,'heeft de mar kiezin de 'Brinvilliers noodjg gehad om aan de rechters een verhaal te do-en van haar schuin en haar leven; bij al haar pogingen tot vergif- ging waren liefde, wraak en het verbergen van mis-dad-en dooreeog-emengd. Zij die de exccude gezien hebben, zeiden dat zij het schavot moe dig had bestegen. Zij bracht er ruim een half uur op door, omdat, naar de zeden van dien tijd, de 'beul eerst, gelijk het in de volksuit drukking heette, haar toilet' moest maken, lil het bijzonder haar dik haar geheel moest af snijden. Parijs is nooit, aldus de Sévigné, zoo vol belangstelling geweest. „Ik heb op ae brug van Notie Dame gestaan en i-k heb met anders gezien -dan een groote muts „die de Brinvilliers vermoedelijk uit 'schaamte zooveel mogelijk pver haar hoofd trok", Het voprlezen van het vonnis verschrikte haar; zij begreep de daarin gebruikte uitdrukkingen (natuurlijk niet alle; zij vroeg h-et ten tweede male te lézen, hetgeen geschiedde. De wagen-, waarin zij -eqrst naar het hotel Dieu, vervolgens naar h-et schavot -wev.i gebracht, was klein, ongemakkelijk; de Brin viliers -en haar biechtvader vonden er slechts plaats aan Ide voeten van den beul', terwijl de helper van |den beul h-et span paarden mende. De aandrang om het schavot was zoo groot, dal slechts met moeite het schavot kan wonden ge nadend en bestegen. M-en had de onkiesc-hh- - gehad om Degrais aan te wijz-en als degen die met zijne sol-daten de gevang-ene moest be waken. Trouwens, Ideze verhalen lezende, vraagt men zich af of een wei-overlegde pogin; tot ontsnapping, IdOor haar bloedverwanten voorbereid, zoo onmogelijk zou zijn gewees- Parijs heeft wel stouter stukjes in- die dag- a aanschouwd 1 1 En Penautier? Ook tegen -dezen werd he: proces voortgezet, maar zonder eenig succes Men 'kon alle mogelijke vermoedens koester.: t-eg-en de'n generaal-ontvanger,- -die overigens door minister 'Colbert als zeer bekwaam werd geroemd en wiens positie zonderling genoeg d-oor het. gebeurde niet geschaad werd. Maar m-en 'kon, zoo- hij al iets misdaan haid, hem niets bewijzen. Zeker, hij had St. Croix gekend, met hem verkeerd, maar wat beteekende dat Hij 'had op St. Croix' verzoek, en zulks onder een aangenomen naam, aan het echtpaar -k Brinvilli-ers geld gel-eend, en een deel dier schuld -door' 'zijn zaakgelastigde laten innen, maar hij- had dat gedaan om St. Croix ee'n ge noegen te idoien. Penautier, zoo hij even schul dig was als de markiezin, was ongetwijfeld vee- behendiger en voorzichtiger -en kon niet lang in arrest gehouden worden; kort-en tijd nadat de markiezni de B-rinvillliers het schavot ha- bestegen en ide zorg voor haar kinderen - die zij oprecht liefhad, maar die zij desalniette min toch Ihaid gepoogd te vergiftigen aa" haar zuster en aan haar biechtvader had -opg» drag-en, liep (hij weer vrij -door de ParijscF .straten en verheugde zich in hét aanzien val «jjn functie! (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1924 | | pagina 4