MiaiiiC
BE iiSDiO HLLE EEH DOOL
(Vervolg).
2e. Den minister van Waterstaat te berichten
dat wij ons standpunt blijven handhaven om te
verkrijgen dat door den gecentraliseerden Post
cheque en Girodienst: l
a. geen rentevergoeding over de saldi der post
rekening. 1
b. geen heffingen bij overschrijvingen worden
berekend.
Besloten wordt een desbetreffend adres te ver-;
zenden.
3e. Het Ministerie te verzoeken om aan de
Kamer een overzicht van de bedrijfsresultaten van
de Coop. In- en Verkoopver eens. „De Handelska
mer' te verstrekken.
De voorzitter zegt, dat men het op .de verga-,
deri ug- erover eens- was, dat de Handelskamer moest
worden opgeheven, of wordt voortgezet, maar dan
zonder 1 egeeringssteun. Deze steun beloopt thans
een bedrag van f 4.000.000, welk bedrag geheel
verloren zal gaan, en dan weer op 'de belasting
betalers zal moeten worden verhaald..!
(De lieer Wagenaar vraagt waarom door de re-
geering steun wordt verleend.)
De heer Grunwald zegt, dat de regeering meende,
dat de Handelskamer in de distributietijd pnjsre-r
gelend zou kunnen optreden, en men door het
verleenen van subsidie een einde zou maken aan>
de duurte. Maar dit is in geen enkel opzicht het
geval geweest Het heeft in het geheel niet plaats
gehad. Om handel te drijven, moet men zaken'
kennen, maar het gaat niet op dat door ambtenaren
enz. een coop, vereeniging wordt gedreven, die
in particuliere handen zeker resultaten zou kun
nen opleveren. Maar in 1919 meende men alles
te mogen doen, om den handel maar zooveel mo-
lijk naar beneden te werken. Het is een concur-
reeren tegen den handel met regeeringssteun.,
Daarom heeft men gemeend een adres te moeten
richten om hieraan een e.inde te maken.
(De indruk van de K. v. K. is, dat wanneer men.
de bedrijfsresultaten verkrijgt, meteen een einde,
is gemaakt aan het bestaan van een zoo onnut li,
chaam als de Handelskamer.,
Besloten wordt het desbetreffend adres te ver
zenden.
4-e. Minstens 2 maal per jaar een bijeenkomst
te hóuden door de Middenstandsvereenigingen in
ons district met het Bureau der Kamer teneinde
meerdere samenwerking in de toekomst te ver
krijgen. 1
Het voorstel wordt aangenomen.
Bespreking van het otitwerp-verordening tot re
geling van het verkee rop de wegen in verband
met het gebruik van motorrijtuigen en rijwielen.
Ingekomen is een afschrift van het rapport met
bezwaren daartegen van den Bond van Bedrijfsauto
houders in Nederland, af deeling Alkmaar, gericht
aan het gemeentebestuur te Alkmaar. (Commissie
van Strafverordeningen.
De heer Grunwald zegt dat men met belangstel
ling kennis genomen heeft van het adres van den
Bond van Bedrijfsautohouders. De verordening,
zcoals die door het gemeentebestuur is opgemaakt
behoeft echter wijziging, daar het verkeer door de
daarin opgenomen bepalingen ten zeerste wordt
belemmerd. De verkeerscommissie kon zich in
hoofdstrekking ook met hèt adres van den Bond
vereenigen en meende zich met een adres te moe
ten wenden tot de Comm. van Strafverorden. uit
den Alkm .Raad, om verandering te brengen in
de verkeers-verordening.*
De heer Grondsma meent, dat het verkeer moet
openstaan voor alle auto's. Alle afsluiting van stra
ten e.d. is volgens spr. uit den booze. Het is meer
da.' onzinnig. Waar een auto doorkan, moet de
weg openstaan, op elk uur van den dag.
De heer Grunwald zegt dat wij althans tegemoet
zijn gekomen aan de bezwaren van den Bond.
De voorzitter zou nog willen dat de bepaling,
dat een voorwerp niet naar achteren mag uitste
ken of. er moet een man achter loopen, kwam te
EEN GEVAARLIJKE GIFTMENGSTER:
DE MARKIEZIN DE BRiNVILLIERS (1676)
"vervallen* en dat vrijgelaten wordt het vervoer'van
uitstekende voorwerpende, maar de snelheid be
perkt wordt. Het is onmogelijk een dergelijke be
paling door te voeren, waardoor dè handel wordt
l
ter te moeten voorstellen, dat voorwerpen naar
achteren, 2 M. mogen uitsteken.
De heer Hoogland acht het een groot gevaar,
dat voorwerpen mogen uitsteken, onbepaald van
welke lengte ook. Daarom was spr. verheugd het
voorstel te zien van den Bond, dat niet meer dan
2 M. werd aangevraagd. Maar voor Alkmaar acht
spr. het een klein bezwaar om bij vervoer van,
langere voorwerpen, ontheffing van de bepaling
te vragen. Men rekent er in den regel niet op,
dat een .voorwerp zoover uitsteekt.,
pe voorzitter zegt dat de verordening vóór de
stad is, en bij doorvoering daarvan, zpu men ge
regeld naar ltet politiebureau moeten gaan ..om
•ontheffing te vragen.
De heer Grondsma verklaart zich tegen de ge-
heele verordening.
De heer Dokter wijst op de onbewaakte over
wegen en is het met den heer Hoogland eens,
dat men een dergelijk uitsteeksel niet verwacht.
Daarom ook acht spr. het noodzakelijk een grens
te stellen voor het uitsteken van de t evervoerera
voorwerpen.
De heer Ringers zegt dat weinig van zulke lange
voorwerpen worden vervoerd en acht het geen
bezwaar ontheffing aan te vragen,
De heer Grunwald zegt het dan eens te zijn met
den heer Grondsma dat men hier in Nederland te
veel gereglementeerd wordt. Bij vervoer van dus
danige voorwerpen neemt men toch de noodige
voorzorgen Alkmaar moet aan de bezwaren van
den handel tegemoet bomen. Door een dergelijke
bepaling zou men een firma dwingen zich elders
te vestigen. Laten wij daarom het voorstel van
den voorzitter aannemen en de lengte onbeperkt
laten.
Het voorstel wordt hierna aangenomen, met de
bepaling van inachtneming van een snelheid, die
geen gevaar oplevert voor het verkeer. 1
De heer Ringers stemt blanco.
De voorzitter. Wij weten nu, welke medewerking
wij vam hem hebben te verwachten,
Mededeeling van den voorzitter der Handqlsre-,
gistercommissie, in verband met ingekomen adres
sen, welke al dan niet een verlaging der jaarlijk-
sche bijdrage voor de Kamers beoogden.
De heer Kolster zegt dat de Kamer al niet reeds
die subsidies kan geven, die daar op een goede
plaats zouden worden besteed. De bijdragen die
de ingeschrevenen in ons district aan de Kamer
moeten betalen, zijn niet van dien aard, dat. aan
den minister kan worden verzocht een verlaging
van de inschrijvingsbedragen te bepalen. 1
Vierslag vain den heer Hoogland inzake West-
friesche kanaal vereeniging
M. H.
Uw vertegenwoordiger in de Westfrièsche
Kanaalvereeniging of Commissie van Aalst
vraagt allereerst 'hem te verontschuldigen voor
het feit dat door hem de laatste maanden zoo
weinig mededeelingen zijn gedaan. De oorzaak;
hiervan is geweest dat de Commissie van Aalst
po.tseling haar plannen, vervat in het rapport
Ringers, 'zeer ernstig becritiseerd zag in hoofd
zaak door Prof. M- F. Visser. Van Wagenin-
gen, d' emeende veel beter en veel go-c-dkooper
de zaak voor elkaar te kunnen zetten. Nu is
c-riteek bij ieder plan van eenige^ beteek mis.
atijd te verwachten en pok vaak nuttig. Öf d:t
hierr ook het geval is geweest betwijfel ik ech
ter wel, want voor hen die ernstig bet rapport
Ringers hebben bestudeerd en vooral 'die er aan
sprakelijk voor waren was het zeer merkwaar
dig dat de zoo oppervlakkige bestrijding van
prof. Visser gesteund kon wonden door eeme
zoo hoogstaande vereeniging als de Vereeni
ging' cbt"ontwikkeling vah.&en Landbouwri-n
Holland's Noprderkwaftiqr, té''hieèr bevreem
ding wek'tè dit, daar gedoemde vereeniging
zich vroeger had uitgesproken als voorstander
van de kanalisatie en dit bevestigde door harer
zijds een Üd, de 'heer D. de Boer, in de Com
missie te benoemen. Welk lid een belangrijk
deel aan het rapport heeft bijgedragen en het
geheel met zijn naam onderteekeode. Begrij
pelijk is dunkt mij dat de Commissie van Aalst
door deze 'bestrijding begon te zeggen, wat
nu? U is bekend het optreden, van Prof. Vis
ser te Alkmaar en de weerlegging van 'hel
door hem idaar aangevoerde, door leden van
die Commissie van Aalst, t.w. ingenieur Ringers
en vooral de thans overleden heer Vlieger. Ik
behoef daar niet verder op sn te gaan, de Ka
mer weet dat of kan ddt weten. De Commissie
van Aalst was door deze bestrijding wel ver
sterkt maar niet voldaan, daar het eigenlijk,
•zoolang er van die Pró'f. geen schriftelijke be
strijding of betere -plannen verschenen waar
men eenig houvast aan kón hebben, voor
die. commissie een vechten tegen windmolens
was, waarna de Commissie ook besloot hem
verder met rust te laten tojtdat er van hem
iets in bet licht zou verschijnen, waartoe hij
eigenlijk verplicht was. <-■-
Hierin is (door de Ver. feft ontwikkeling van
den Landbouw in Holland's Noorderkwartier
een goed werk gedaan, waarvoor wij dankbaar
kunnen zijn, (want door haar werd ons onlangs
aangeboden een brochure getiteld „Critische
Beschouwingen naar aanleiding van het Rap
port over de Kanalisatie in Westfrieslhnd door
M. F, Visser, L. I. Hoogleeraar aan de Land
bouw Hoogeschool te Wageningen. Door die
zelfde vereeniging werd het verzoek gedaan
om over (dat ontwerp eeee bespreking te mogen
hebben tusschen leen door 'haar benoemde Com
missie en |de Commissie van Aalst.
Deze vergadering heeft plaats gehad op 11
Januari j.l. in het gebouw van de Ned. Han
del Mij. Tegenwoordig waren alle leden der
vereeniging, behalve wegens ziekte de heer
Prins Burgemeester van Grootebroiek en de
heer Peek Dijkgraaf van bet Hoogheemraad
schap van de uitwaterende sluizen in Kcnne-
merland en West-Friesland. Voor'den heer
Poock was plaatsvervanger de hèer Kerkkamp.
Ook waren nog aanwezig, behalve de heer
Smeenge, voorzitter, ide secretaris en een paar
leden van het Hoofdbestuur van de Vereeni
ging „Schuttevaer".
Voor |de Ver. tot ontwikkeling van den Land
bouw in Hollands Noorderkwartier waren aan
wezig ide heer G. Nobel Lutjewinkel in onze
Kamer welbekend met.den heer E. Covers Dz.
van Alkmaar, benevens de. heer Koster van
Berkhout.
D;e Voorzitter 'stelde voor, dat de drie heeren
gelegenheid zouden (hébben om zooveel moge
lijk vragen ite stellen, waarvan door allen ge
bruik werd gemaakt. Natuurlijk liepen de vra
gen meestal over de punten, welke de schijn
hadden van niet practisch en te duur zijn. Ik
zal 'niet Over al die vragen afzonderlijk verslag
geven, maar mij bepalen tot de mededeellng,
dat aile vragen zoodanig konden worden be
antwoord 'en belicht dat vooral het technische
gedeelte hetwelk het meest door den heer Rin
gers werd behandeld in elk geval als het beste
maar ook nog als het minst kostbare uitkwam.
De bewering, dat de kanalen te groot opgezet
waren, werd zeer duidelijk door de volgende
.vergelijking weerlegd. Het ons bekende Noord-
Hiollondsche Kanaal meet in doorsnee tot de
waterlijn 145 Meter, de ontworpen kanalen 54
Mieter. Hierdoor is toch wel duidelijk aange
toond dat de bewering van 'te groote opzet
eigenlijk niet meer''is dan een praatje of liever
een. blunder voor den professor. Wat betreft
beangen-vragen- enz. werden door andere le
den', vooral door den heer No,ordeloos van
Grootebroek, voor zoover betreft het ge-deelt
Hoorn-Ehkihuizen en voor Schagen, Kolhotn
enz. door den 'heer Helder van Schagen- al-
doende beantwoord, terwijl Uw vertegenwoor
diger, die als 'het0 ware aangewezen was voor
het gedeelte Alkmaar, het daardoor he: 1 gc -
makkelijk had, want dat deel vond noch bij
den roepfsso'b,. noch bij de Commissie tviiig
bestrrijding. Nadat ide Commissie geen vragen
meer had 'te doen werd er van een zijd.' d-, r
Westfrièsche Kanaalvereeniging gevraagd of
nu vragen gesteld mochten Worden aan
Commissie vain drie, hetgeen wérd goedgevon
den. Ëièn paar vragen van meer of mindere
beteekenis werden gedaan waarop een rede
va dien voorzitter volgde, die liet uitkomen,
dat het jammer was dat menschen als Pror.
Visser, met zulke oppervlakkige ongemotiveer
de critiek fculke groote plannen van zooveel
belang zich (gerechtigd achten deze tegen te
houden .p.v. van te bevorderen.
Hierna kreeg uw vertegenwoordiger nog' ge
legenheid te Vragen of de Commissie van drie
au ha [deze conferentie, waar de oppervlakkig
heid van 'de critiek van Prof. Visser zoo dui
delijk uitkwam ook voorstanders van hel Plan
Ringers zouden wezen en zoo mogelijk propa
gandisten', daarvóór. Deze vraag bleef echter
onbeantwoord. (Misschien bewaart de heer No
bel idit voor onze vergadering). Wel werd weder
een vraag 'gesteld door den heer Koster aan
mij (daar ik mij als schipper 'had uitgelaten en
vroeg genoemde 'heer mijn oordeel of het te
verwachten was Idat er van het kanaal ten hun
nent ook zoo druk gebruik gemaakt zou worden
in de toekomst.
Op die vraag meende ik' te moeten antwoor
den, 'dat profeteeran gemakkelijk' gaat, maar
dat ik mij daarvan zou onthouden, maar rlat
ik, gezien hetgeen in mijn leeftijd bij ons zich
had ontwikkeld 'in de zeer bekrompen vaart
een aanwinst van een schippérsbevolking heb
zien ontstaan om trotsch op te zijn en dat :k
geen reden had te denken dat het bij hen
anders zou 'gaan en ik hun Van harte, toe-
wenschte dat het zoo zou wonden als bij ons.
Wij hebben schippers die overal willen komen,
die overal durven komen, maar de taak van b.
kanaalvereeniging en ook van den heer Koster
r.a. is te zorgen dat ze overal kunnen komen.
P. S. Uw vertegenwoordiger had nog ge
legenheid ter tafel1 te brengen de gegevens
betreffende deri omzet aan de veiling te Broek
op Lang-endijk over het jaar 1923. Deze om
zet was leenigszins hooger dan vorige jaren
ook die in oorlogstijd opgegeven waren vod
de Westfriesche kanaalvereeniging en dus wil
een oorlogscijfer genoemd werden. Hierin lag
|evens een antwoord op wat prof. Visser schreef
op blz. 10 waar hij beweert dat vooruitgang
te verwachten komisch aandoet.
De heer Nobel zegt met belangstelling ken
nis te hebben genomen van het verslag. Spr.
verklaart nog geen verdere mededeelingen ra
kunnen doen namens de Comm. uit de Vereen,
tot Bevordering van den Landbouw in Holl-
N oordefkwartier.
Die heer Hoogland vraagt of nu niet deri
(Vervolg).
Intusschen was ook de reeds meergenoemde
Penautier in hechtenis genomen. In zijn om
geving hadden zich al even zonderlinge ver
schijnselen voorgedaan. Penautier was van zeer
geringe afkomst. 'Hij huwde een dochter van
een zekere Lesecq, 'die een der grootgrondbe
zitters in Languedoe was. Zoodoende verkreeg
Penautier reeds 'goede betrekkingen. De post
van ontvanger-generaal van de Fransche ker
kelijke inkomsten, die een jaarlijksch revenu
van 60.000 livres gaf, trok hem echter in hét
frijzonder aan. Een zekere Hanijvel de St. Lau
rence bezette (dezen post, en Penautier sloeg
hem samenwerking voor. Deze werd echter af
gewimpeld, en het gevolg daarvan was, dat
Penautier zoodanig wist ie intrigeeren, dat Ha-
nijvel's voorganger weer aan het bewind kwam
en hem verdrong. Later was St. Laurence op
nieuw aan de beurt; korten tijd nadat dit heit
geval was, kwam hij op zeer geheimzinnige
>vijze aan zijn einde. Penautier ging met de. we
duwe van St. Laurence een soort dading aan;
hij zou ide functie waarnemen en haar laten
deelen in ide winsten. Dat ales ging goed,
totdat ide ontdekkingen uit de cassette van St.
Croix ter oore van' de weduwe van St. Laurence
kwamen. Toen werd ook Penautir's naam in
de vergiftigingszaak gemengd. Men kwam hem
vrij plotseling (arresteeren, terwijl hij zat te
schrijven; verschrikt Scheurde hij zijn brief stuk
en slikte de stukken in, die hem later weer
werden afgenomen, ien weinig duidelijke, zin
sneden bleken te bevatten. Tijdens zijn ver
blijf werid Ide markiezin de Brinviliers opnieuw
op een dwaalspoor gebracht; een zekere Bar
bier wist 'zich tot haar vertrouwde op te wer
pen. Hem Vroeg zij pen en inkt en. zij .schreef
een brief aan Penautier om dezen te verzoe
ken 'haar te helpen. In dien brief, duidde zij
aan, dat 'zij meer wist van de verhouding, 'die
ei' tusschen 'Penautier en St. Croix zou hebben
bestaan, maar haar beschuldigingen bléven
FWR»
Het vonnis tegenover de markiezin de Brin
viliers stond vast. Niet alleen waagde niemand,
ook niet onder haar naaste bloedverwainpen,
liet om ivoor haar in de bres te springen, en
kon haar man, door zijn schuldeischers .ver
volgd, zich nauwelijks staande houden. -Haar
sChuid was 'te -duidelijk bewezen. Dienaangaan
de verkeerden de rechters in geen twijfel,, maai
wel omtrent de vraag of zij medeplichtigen had
en zoo ja welke. Te dien aanzien heeft gerui-
men tijd (de opvatting bestaan als zoude de Pa-
rijsche rechtbank er toe hebben medegewerkt
om deze medeplichtigen in nog hooger'"krin
gen- verkeerende dan zij, te sparen; als zou
men haar eerder hebben belet te sprekend dan
haar daartoe hebben aangezet. Do stukken, die
op idit proces betrekking hebben, bewijzen het
tegenovergestelde. Want, om haar tot spreken
te brengen, heeft men 'de hulp ingeroepen, van
een geestelijke, den doctor Pirot van de 'Sor-
bonne ,een theoloog van erkende beteekems.
Hij is er in geslaagd om geheel haar vertrou
wen te iwinneti, en nog voordat haar vonrns
aan haar bekend werd gemaakt, heeft deze alle
pogingen weerstrevende vrouw, tegenover luem
een vollédige bekentenis van haar zonden en
haar schuld afgelegd. Pilot's verklaringen, voor
zoover ideze hem uiteraard waren toegestaan,
vormen een merkwaaridig document in dit merk
waardig proces én 'doen duidelijker dan iets
anders gevoelen, Idat deze;zelfde markiezin de
Brinvilliers, moordenares ongetwijfeld, toch on
der zijn invloed als Christin is gestorven. Zij
heeft een uitvoerig verhaal van haar schuld ge
geven ,maar Idaaruit kwam ook vast te staan,
dat zij geen medeplichtigen had, geen andere
althans Idan St. Croix, die reegis voor een hoo
gleren rechter (dan 'de menschelijke was geroe -
pen. Zij had wel eens iets gehoord van zekere
verbintenissendie tusschen Penautier .en de
St. Croix bestonden en haar brief aan Penau
tier was niet anders geweest dan een soort, wan
hoopspoging om hem te verschrikken en zoo
doende tot hulp te (haren bate te brengen.
Zoozeer is Pirot, na een bijna onafgebroken
verkeer van idrie dagen met zijne boetelinge,
van die waarheid van het door haar gezegde
overtuigd geraakt, idat hij haar de absolutie niet
weigerde, voordat izij dein moeilijken gang naar
het schavot deed. In bijna elk opzicht toonde
zij, door haar rechters op het laatst scherp
ondervraagd, door een joelende menigte naar
het schavot begeleid, dat zij los was van de
aardeeen enkelen keer als haar oude trot is
van aristocratie terugkeerde, was eein vage aan
duiding van Pirot voldoende oni haar tot in
keer te brengen en haar verge ving'aan God ré
doen vragen. Zij werd veroordeeld om openlijk
in het hemd der misdadigers,, dragend een
zwanen toorts, boete te doen op de voorplaats
van het Hotel Dieu te Parijs en daar alle haar
zonden luid in het openbaar te bekennen; ver
volgens zou 'zij onthoofd worden en haar
lichaam worden verbrand. De straf. Is i"1 al' de
wreedheid dier dagen aan haar voltrokken; het
Parijsohe volk, anders-, gelijk ooggetuigen ver
zekeren, niet ongevoelig, had een zekere af
schuw van (deze zoo teere en frêle vrouw, die
niet minder (dan drie geslaagde en ettelijke mis
lukte pogingen 'tot moord op haar gewet-en had.
Pirot vergezelde haar, gelijk hij haar beloofd
had, tot op hét schavot; tot op het laat
ste oogenblik verleende hij haar geestelijken
bijstand; tolt ,op het moment, dat de bijl van
den scherprechter, geoefend als deze was, met
een enkelen slag het vonnis voltrok, gevoélde
zij hem in haar nabijheid.! Pat heeft haar ïustig
de straf,, haar door..de. wrekende m-enschheid
opgelegd, doen laanvaarden.
Welk een o-pzieh dit vonnis te Parijs wekte,
blijkt duidelijk tuit 'de geschriften van de gees
tige -schrijfster, idae wij in Madame de Sévigné
kennen Vier uren, zoo-getuigt zij,'heeft de mar
kiezin de 'Brinvilliers noodjg gehad om aan de
rechters een verhaal te do-en van haar schuin
en haar leven; bij al haar pogingen tot vergif-
ging waren liefde, wraak en het verbergen van
mis-dad-en dooreeog-emengd. Zij die de exccude
gezien hebben, zeiden dat zij het schavot moe
dig had bestegen. Zij bracht er ruim een half
uur op door, omdat, naar de zeden van dien
tijd, de 'beul eerst, gelijk het in de volksuit
drukking heette, haar toilet' moest maken, lil
het bijzonder haar dik haar geheel moest af
snijden. Parijs is nooit, aldus de Sévigné, zoo
vol belangstelling geweest. „Ik heb op ae brug
van Notie Dame gestaan en i-k heb met anders
gezien -dan een groote muts „die de Brinvilliers
vermoedelijk uit 'schaamte zooveel mogelijk
pver haar hoofd trok", Het voprlezen van het
vonnis verschrikte haar; zij begreep de daarin
gebruikte uitdrukkingen (natuurlijk niet alle; zij
vroeg h-et ten tweede male te lézen, hetgeen
geschiedde. De wagen-, waarin zij -eqrst naar het
hotel Dieu, vervolgens naar h-et schavot -wev.i
gebracht, was klein, ongemakkelijk; de Brin
viliers -en haar biechtvader vonden er slechts
plaats aan Ide voeten van den beul', terwijl de
helper van |den beul h-et span paarden mende.
De aandrang om het schavot was zoo groot, dal
slechts met moeite het schavot kan wonden ge
nadend en bestegen. M-en had de onkiesc-hh- -
gehad om Degrais aan te wijz-en als degen
die met zijne sol-daten de gevang-ene moest be
waken. Trouwens, Ideze verhalen lezende,
vraagt men zich af of een wei-overlegde pogin;
tot ontsnapping, IdOor haar bloedverwanten
voorbereid, zoo onmogelijk zou zijn gewees-
Parijs heeft wel stouter stukjes in- die dag- a
aanschouwd 1
1
En Penautier? Ook tegen -dezen werd he:
proces voortgezet, maar zonder eenig succes
Men 'kon alle mogelijke vermoedens koester.:
t-eg-en de'n generaal-ontvanger,- -die overigens
door minister 'Colbert als zeer bekwaam werd
geroemd en wiens positie zonderling genoeg
d-oor het. gebeurde niet geschaad werd. Maar
m-en 'kon, zoo- hij al iets misdaan haid, hem
niets bewijzen. Zeker, hij had St. Croix gekend,
met hem verkeerd, maar wat beteekende dat
Hij 'had op St. Croix' verzoek, en zulks onder
een aangenomen naam, aan het echtpaar -k
Brinvilli-ers geld gel-eend, en een deel dier
schuld -door' 'zijn zaakgelastigde laten innen,
maar hij- had dat gedaan om St. Croix ee'n ge
noegen te idoien. Penautier, zoo hij even schul
dig was als de markiezin, was ongetwijfeld vee-
behendiger en voorzichtiger -en kon niet lang
in arrest gehouden worden; kort-en tijd nadat
de markiezni de B-rinvillliers het schavot ha-
bestegen en ide zorg voor haar kinderen -
die zij oprecht liefhad, maar die zij desalniette
min toch Ihaid gepoogd te vergiftigen aa"
haar zuster en aan haar biechtvader had -opg»
drag-en, liep (hij weer vrij -door de ParijscF
.straten en verheugde zich in hét aanzien val
«jjn functie!
(Wordt vervolgd).