Htmt LawltojmiauMiH! OE MBDMDJLLE EHIOOOH. Zaterdag 23 Februari 1924. BINNENLAND De Zomertijd. De Belgische autoriteiten onderhandelen ,naar men van, officieele zijde verzekert, met de regee ringen van Frankrijk, Nederland en Engeland, ten einde tot een gemeenschappelijke regeling van het vraagstuk van den zomertijd te geraken. Het wordt te Brussel waarschijnlijk geacht, dat de zomertijd op 15 April zou kunnen beginnen om op 15 October te eindigen. „De Temps" meldde, dat de Fransche regeering besprekingen heeft aangeknoopt met de Belgische en Engelsche regeering, om tot een gemeenschapp© lijke regeling van den zomertijd te komen. Tot riog toe begint de zomertijd in Frankrijk, in den nacht volgend op den laatsten Zaterdag in Maart em eindigt in den morgen van den eersten Zaterdag in October (zooals nu ook voor ons land is bepaald), maar in geval van een internationale regeling is de Fransche regeering gemachtigd den aanvangsdatum te verschuiven naar den derden. Za terdag in April en den einddatum terug te brengen naar den tweeden of den derden Zaterdag in Sep tember. Rijwielbelasting. Verschenen is het Voorloopig Verslag der Twee de Kamer op het wetsontwerp tot heffing eener belasting op rijwielen. Verschillende leden hadden ernstige bezwaren. Enkele jaren geleden is het rijwiel als grondslag voor de personeele belasting vervallen en werd ter goedmaking van de daardoor ontstane derving van inkomsten de belasting naar den grondslag „huur waarde" verhoogd. Naar hun meening behoort een belasting, die is afgeschaft, niet na zoo korten tijd opnieuw te worden ingevoerd. Daartegen bestaat! te meer bezwaar, omdat groote belangen worden/ aangetast. Het. rijwiel wordt terecht genoemd „het paard van de democratie." Voor arbeiders en kleine boeren is het rijwiel onmisbaar. Geen reke ning wordt gehouden met de draagkracht. Bo vendien is de belasting te hoog in verhouding tot de waarde van het rijwiel. Vele rijwielen worden voor f30 aangeschaft. Ook de inningskosten zullen te hoog zijn. Andere leden verklaarden, onder de tegenwoordige omstandigheden met het wetsonte werp te zullen meegaan. Het leven van den boer. Een lezer schrijft aan bet „Hbl." In uw Kameroverzicht dato 15 Febr. spreekt u aan 't slot uit d;e veronderstelliilng, dat .heit boerenleven door de stedelingen weinig gekend wordt. Dat zal wiel zoo zijn. Ik wil 't er daarom op wagen u eens te schrijven hoe onder een groot deel van de boeren in de veenkoloniën geleefd wordt. Dit zijn dan de niet-kapitaal1- krachtige kleine boeren met een boerderij, in eigendom of in huur tot pl.m. 15 H,A. groot, lie uwer oriënteering diene: Ik ben veertig jaren in 't bedrijf geweest, 'hiervan 'heb ik ook een vijftal jaren een boerderij op de Groning- scihe klei gedreven. Toten ik dertien jaren was werd ik van de sichool genomen en moest direct al mee helpen aardappels poten. Ale morgen te kwart na vijf op om |te zes uur klaar te zijn voor 't landwerk. Dien geheelen morgen flink gewerkt, te acht uur was 't schaften en werden de roggeboter- hams gegeten, 's Middags te twaalf uur kwa men wij thuis voor 't. middagmaal, te één uur was 't weer aantreden tot 's avonds zes uur. Zoo ging 't vroeger met de werkzaamheden des voorjaars en des zomers dag aan dag, week aan week, en zoo gaat het vrijwel nog. Ten tijde dat het koren rijp is wordt het ech tier anders, dan begint het zichten. Dit is een zwaar karwei en dat gaat als 't warm weer is iniet best midden op den 'dag. Dan gaat de kleine veenkoloniale boer meestal 's morgens niet later dan vier uur de deur uit aan 't zich ten. Te den uur of half elf keert hij naar huis, Dm van 's 'namiddags twee uur tot zes nog een lapje te zichten, Meestal wordt hij vergezeld door een huisgenoot, die 't gesneden graan bpbindt. 's Avonds acht uur half negen gaan deze menschen te bed. Is 't 'koren gezicht en 't weer loopt mee, dan iii. JUSTITIEELE DWALINGEN: VEROOR DEELINGEN VAN D'ANGLADE (1687) EN LEBRUN (1689). (Vervolg). Geheel anders, veel eigenaardager en karak teristieker is hei geval reet Lebrun dat van on geveer denzelfden tijd dateert. Deze Lebrun tvas bijna 'dertig jaren als huisknecht in dienst bij een izekere mevr. Mazel, idie in de Rue Macons Sorbonne te Parijs een ruime woning had. Een zo; olange diensttijd had Lebrun tot heel wat meer dan huisknecht gemaakt; hij was in 'ziekeren zin de intendant van zijne meesteres, en in ondergeschikte zaken haar rechterhand, haar vertrouwde. Hij was reeds jaren lang ge huwd', maar teneinde buitenshuis zijne vrijheid onverkort te bezitten, woonde hij met zijn gezin hiet ver van het huis zijner meesteres, em bracht slechts dan den nacht in haar huis door, wan neer late avondpartijen of andere, hem opge legde diensten daartoe leidden. Mevr. Mazel twee zqneln; de oudste Riené de Savorn- nières, raadsheer, was enkele jaren tevoren met een spilzieke Vrouw getrouwd, tegen welke haar. schoonmoeder een „l'ettre 'de cachet" had we ten te verkrijgen; zoo nu en dan ontsnapte de jonge levenslustige Vrouw uit haar verbanning, maar werd door bet wakend oog van mevr. Mazal steeds weer teruggebracht. De tweede mm, Savpnnières, fde Lignières wa:s verliefd begint direct de oogst. Dit is ook geen gemak kelijk werkje, echter dit duurt voor den veen koloniaal maar weinige dagen, 't Gaat echter diwijls tot 's avonds acht uur want vanwege de dauw kan 's morgens niet vroeg worden be gonnen met de stoppels te ploegen en te eg gen om 't land van kweekwortels en ander on kruid te zuiveren. Begin September begint het aandappelrooien. Die herfst is voor den veenkolonialem bo.er d* drukste tijd van 't jaar. Dan begint hij 'smor- gens dikwijls al voor vijf uur te werken en met 'sf middags een uur schafttijd werkt hij tot 's| avonds zes uur. De aardappels moeten wor den gerooid en ingekuild, 't land eischt zijn behandeling, daar tusschen moet dan gedurig aardappels aan de fabriek worden afgeleverd. Ook wil de boer graag een partijtje mooie aard - appels aan de consumptie leveren het uitschot moet dan weer voor de fabriek klaar gemaakt worden. Het land moet geploegd worde'n voor rogge, die rogge moet gedorscht en gezaaid worden, er moet kunstmest worden gestrooid. De suiker bieten moeten worden gezaaid en afgeleverd, het loof moet worden ingekuild. De poot aard appels moeten gesprteerd en ingekuild worden. Die veenkoloniale boer houdt slechts weinig v©e, echter dit vee eischt ook zijn dagelijkschi /org. Uit het bovenstaande kan u wel afleiden dat deze menschen, als andere, breede groepen van de bevolking van hunne vacanties profi- teeren, geen tijd hebben om eens een badplaats te bezoeken of om eens buitenslands te gaan kijken. Zij hebben werkelijk een zwaar leven, maar gelukkig bijna zonder uitzondering voelt de boer zich onder deze omstandigheden nog. niet zoo ongelukkig. Hij houdt van zijn plaats en hij heeft ambitie voor zijn werk en zijn bedrijf zit vol emotie. Vol interesse volgt 'hij den ontwikkelingsgang van zijn veldvruchten, hij informeert naar de prijzen der producten en hij 'kijkt om naar zijn vee. In negen van de tien gevallen staat de boerin haar man trouw ter zijde. Zij1 melkt de koeien, voiedert de kal veren en varkens en zorgt voor de kippen. Zij (helpt zoo mogelijk bij 't zichten en inhalen en bij 'het aat'dappchooien mee. Heeft het boe rengezin kinderen die boven den leerplichtigen leeftijd zijn, Idajn gaan in de mees'te gevallen deze mee in 't bedrijf werken. Em de inkomsten van deze boeren? Diat hangt van de omstandigheden af. Als men een boeren gezin heeft waarvan de vader met een paar zoons en ook nog een dochter al het werk doen, dan heeft zoo'n gezin gemiddeld een èoed bestaan. Als echter diezelfde kinderen b.v. bij het onderwijs dienstbaar waren en ze brachten dan hunne salarissen allemaal thuis, dan 'had zoo'n gezin veel grooter inkomen. Maar nemen wij als voorbeeld een boer met 15 H.A. land zonder noemenswaardig kapitaal, die dus die koopsom vopr zijn boerderij moesi leenen en 'hiervan rente moet betalen of ingeval hij huurboer is ide huur; nemen wij aan dat deze boer geen kinderen heeft die hem in het .bedrijf bijstaan, dan is zoo'n boer heel blij als hij f 1500 inkomen heeft per jaar. Als het heel mooi gaat, heeft hij f 1000 méér, en'als het sledhl gaat heeft hij niets. Treft hij, als hij met zijn bedrijf begint, direct een slecht jaar, dan moet hij al een goedhartigen geldschieter hebben of goede menschen moeten borg voor them zijn, anders is hij als boer weg. Omdat deze boer het riskante van zijn bedrijf _kent, spaart hij van zijn inkomen van f 1500 liefst f 300 a 400 over'. Heeft hij een best jaar, dan spaart hij f 1000. Daarvoor moet hij zich 'dan vele gemakken en genoegens ontzeggen, die andere menschen, welke zéker zijn van hun salaris, er wel af durven nemen. Ten onrechte wordt hij dan soms betiteld als „gierige boer". Hij durft echter niet anders te leven want hij weet niet wat het volgende jaar hem zal bren gen. Wat de prijzen betreft van zijne producten, hangt ihij geheel af van de wereldmarkt. Als in Japan de arbeiders voor weinig geld werken, dan biedt bij een goeden oogst daar te lande de Japansóhe aardappelmeelfabrikant het meel goedkoop aan en o,ok het Hollandsch aardap pelmeel moet tegen dien concurreerenden prijs op eèin weduwe, wier gedrag de moeder niet aanstond, zoadat 'zij tot dusver het huwelijk had weten te beletten. Een huisgenoot van mevr. Mazal \vas een zekere Abbé Poulard, die in het drama overigens geen rol speelt. Maar als huisgenoot moest hij beschikken over een huissleutel en (daartoe had Lebrun de zijne, die hem jarenlang was toevertrouwd, moeten afstaan. Iiij had toen een huissleutel genomen, waarvan mevr. Mazel het bestaan blijkbaar niet meer wist, en op die wijze was hij niet zoo aaö de uren (van sluiting van de woning gebonden as zonder sleutel het geval zou zijn geweest. Maar het bezit van dezen sleutel, hoe onbetee- kenend ook, o|p rich zelf, zou zijn verderf wor den. Op een ochtend nu, 'dat Lebrum het gewone belsignaal uit (de kamer zijner meesteres ver wachtte, dat zij de hulp harer kamenier be hoefde, bleef (dit teeken uit. Lebrun maakte zich ongerust; den vori.gcn avond had hij, laat thuis komende hij en de zijnen hadden een sou- pertj egehad een der deuren van het huis op onverklaarbare wijze open gevonden. Hij luisterde aan Ide deur; met hem luisterden met ingehouden adem de twee dienstboden. Geen geluid werd uit de kamer van mevr. Mazel' ver nomen. De dienstboden veronderstelden een beroerte; Lebrun, steeds meer ongerust, dacht aan iets veel ergers. Men riep het parket, de dieurren werden opengebroken en men vond mevr. Mazel vermoord in haar bed liggen. Plet pierkwaardige was, dat, niettegenstaande in geleverd worden. Bieden' de" Russen 'de rogge goedkoop aan, zooals tegenwoordig het geval is, dan moet onze boer daartegen concurreeren en hij moet met veel te lagen prijs genoegen nemen, anders mag hij zijn rogge houden. Overal in de wereld zijn menschen die min der gelukkig zijn in zaken en ook onz'e boer heeft een enkelen bekende of misschien wel een familielid die door ongelukkige omstan digheden van 't bedrijf is afgeraakt. Deze voorbeelden zijn gelukkig niet heel' tal rijk maar ze zijn ook een waar schrikbeeld voo dien boer. Buitendien wil hij graag een som metje overleggen om bij gelegenheid een stuk land te koopen of te huren om de inkomsten een beetje grooter te maken. En dan' als de kinderen huwbaar zijn moeten deze ook weer op een plaats worden* geholpen. Dat kost vrijwat geld en als Ide oudersde kinderen wet kunnen steunen, dan komen ze niet aan den gang. Buitendien gaat het de kleine boeren ook al niet anders als 'de kleine ambtenaren, die liefst hunine kinderen laten stU'deeren voor dokter, rijks-ontvanger enz.; ook deze boeren zien 't liefst dat hunne kinde ren wat beter of wat grooter plaats krijgen dan zij zelf hebben. En dat gaat natuurlijk niet anders dan met groote opofferingen gepaard. En dan weegt nog wel' 't allerzwaarste om toch zuinig te leven, de zorg voor den ouden dag. Pensioen krijgt hij wet, en als 't even kan, dan wil hij zich later zelf redden; ook daarom is 't aanpakken en zuinig wezen. Na tuurlijk behoeft hij 't kapitaal, noodig vopr zijn ouldien dag, niet heelemaal zelf over te sparen. Want ook al begint hij zonder geld doordat zijne ouders zich bij een' geldgever hebben borg gesteld., dan erft hij toch later in de meeste gevallen van zijne ouders een klein kapitaal wat dan leen heele steun voor hem is. 't Gebeurt nog eens een enkelen keer dat ik in ©en 'courant een nieuwsbericht zie onder 't motto „Nog landhonger". Dan volgt ieeln mededeeüng dat een zekere boerderij voor te.en jaar bij ver'kopp een zekere som heeft Opgebracht en dat deze zelfde boer derij nu weer verkocht is en nog zooveel meer heeft opgebracht. Daar volgt dan vaak een be schouwing op Idat het zeker mei ;den landbouw niet zoo slecht staat enz. Men bedenke toch. dat jonge boeren heel dik wijls het risico van 't bedrijf op zjch nemen op ihoop van zegen. Vele liefhebbers hebben omdat voorgaande jaren 't zelfde deuntje werd gezon gen dat 't land veel te duur was ,al een paar jaren laten voorbijgaan; daarom ais 't nu niét al te mal1 wordt, dan wagen ze het. Nu is het tegenwoordig al heel' riskant. Met die valuta-misère vertrouwen vele menschen zich bij landbezit nog 't beste. Dat drijft de prijzen omhoog en dit is een kwaad géval vo,or jonge boeren. Maar men spreke niet te veel van landhonger. De boer wordt toch niet zooals een ambtenaar door wet of verordening be schermd. Ik 'denk.wel eens: als bij een of an dere vacature 'de sollicitanten naar een ambt eens mochten inschrijven waarvoor zij 't baan tje wel wilden waarnemen, dan zouden wij vooral tegenwoordig wat te zien krijgen. Dan zouden er misschien jonge menschen zijn dit 't voor de helft deden of misschien een derde van ide 'som 'die hun nu bij verordening wordi gewaarborgd. Zou een of ander correspondent dan ook schrijven: „nog steeds baantjes-hon ger"? NfEUWSTtJDiNGEN Van een bruiloftspak. Een jonge man wiens vader te Gaanderen woont zou in het huwelijk treden. Zooals het behoort werd ook de vadei op de bruiloft genoodigd. De oude heer was evenwel niet in' het bezit van een „gekleed pak", en ter bruiloft gaan in een gewoon alledaagsch pakje kon toch ook niet. Gelukkig herinnerde hij zich, zegt de „Amst. Crt." dat zijn broer zich wel eigenaar van een dergelijk pak mocht noemen. Weliswaai was het niet nieuw de man was er reeds driemaal in getrouwd maar toch in alle geval "beter dan het colbertje van den adspirant schoonvader. Op het verzoek of hij het pak voor den gedenkwaardigen dag mocht leenen werd toestemmend geantwoord, zoo (haar khmer ide brandkast stpind en de sleutel •daarvan' in haar linnenkast aanwezig was, schijn baar geen geld was gestolen; althans Lebrun constateerde, 'dat de brandkast vrijwel geheel gevuld was. Het gerechtelijk onderzoek begon en vanaf het oogenblik, dat men vernam, dat Lebrun over een huissleutel beschikte, waarvan zijne meesteres het bestaan niet wist, viel op hem de aandacht. Een doek, door den moorde naar achtergelaten, werd hem op bet hoofd gepast, doch bleek te kl'ein. Uit de houding van de vermoorde kon men opmaken, dat zij rich tegen 'den moordenaar had verweerd en •'bloedsporen waren overal1 te vinden; bij Lebrun vond men geen enkel bloedspoor, ook geen enkel Udteeken van krabben of schrammen. Het hemd van den moordenaar, dat door dezen was achtergelaten, bleek met het linnengoed van Lebrun miet de minste overeenkojms't te hebben. Het Ihaar, idat in de hand van de ver moorde was gevonden, geleek niet op het zijne.. Maar ondanks dit alles, ondanks dat eene huis zoeking niet het minste bewijs tegen hem op leverde, nam men hem en zijne eohtgenoote gevangen, eenvoudig omdat zij naar het oordeel der Justitie ide eenige schuldigen konden zijn. Wel was door de waschvrouw, geroepen,om de identiteit van jhet bewuste hemd vast te steilten, verklaard, idat dit haar deed denken aan het linnengoed van leen zekeren Berry, een be diende, die een vorig jaar wegens diefstal door mevr. Mazel was weggejaagd, maiar daarop sloeg men Inauwehjks acht. dat op den vastgestelden datum de schoonvader in spé met het gekleede costume in een pakje bi'i zich optrok naar de naburige stad, waar het huwe lijk voltrokken zou worden. Alles liep schitterend van stapel. Het pak bewees uitmuntende diensten De vader had evenwel den smaak van het feest vieren te pakken gekregen en meende dat een Hein nafuifje in zijn eentje in de groote stad Arn- nem verkieselijker was boven het onmiddelüjk te- -ugkeeren naar het stille Gaanderen. En zoo ge schiedde. In de stad gekomen had hij gauw een café ontdekt, maar waar zijn dorst grooter was dan -ijn geldvoorraad, kwam hij op het noodlottig idéé het gekleede bruilfotspak, dat hij inmiddels .veer had uitgetrokken bij een koopman te ver- coop en. Hij kreeg hiervoor de kapitale som van 2.50 die weldra eveneens in vloeibaar koren was omgezet. Zonder geld, zonder pak maakte hij zich op om naar Gaanderen te loopen. In Apeldoorn had hij er echter genoeg van en meldde zich bij het Leger des Heils. Opnemen kon men hem daar niet dus schoot hij nog niet veel op. Weer nam hij de beenen op en liep terug naar Arnhem, waar hij zcih bij de politie meldde en het verhaal vertelde. De politie heeft het pak opgespeurd en nu hangt- het af van de goedertierenheid van den broer, of de feestende schoonvader al dan niet vervolgd zal worden wegens verduistering. De speelzucht in West-Zeeuwsch-VIaainlderen. Men schrijft ons: In Zeeuwsch-Vlaanderen, West-Dleel, krioelt het1 om zoo te zeggen van de biljardkegelwed- strijden, waarvan er in elk dorp een of meer zijn ingericht, en waar ieder, groot en klein, arm en rijk aan deelneemt. Als prijzen worden uitgeloofd, een varken, fietsen, klokken, gramo- phoons, enz., zelfs geldprijzen van f 75'. Er zijn spelers die er als 't ware een beroep van ma ken ©n van het eene dorp naar het andere trekken om te kunnen deelnemen, waardoor hun gezin er onder leidt wegens de hooge uit gaven vam de liefhebbers, die boyendien ook nog aan Bacchus offeren. Op deze manier zijn in dit district reeds enkele duizenden guldens verspeeld. Meenemde, idat men hier 'heeft te doen met een hazardspel', heeft de marechaussée te Oost- brug aldaar een inval gedaan en alles in be slag genomen, reglementen, kegels, lijsten der spelers, puntenboekjes, zelfs het geld. Omgevallen. Toen de chauffeur van den heer R. ten Wol- de te 'Olderberkoop Zondagavond met een 12- tal passagiers naar Noordwolde reed, geraakte o depn 'hoek Zamdhuizen, door een defect aan de stuurinrichting, ide auto onklaar. Ze kantel de en kwam terecht in een naast den weg zijnden greppel. Van de inzittenden kwamen de meesten met den schrik vrij, doch een drie tal hunner liep nogal verwondingen op door de rondvliegende glasscherven. De inmiddels ge roepen geneesheer verbond de gewonden, waar na het gezelschap loopeode de terugreis naar Oldieberkoop aanvaardde. De passagiers waren tegen ongelukken tijdens de reis verzekterd; de auto, welke nog al beschadigd was, echter niet. Als een merkwaardig toeval kam nog gemeld worden, dat juist op den hoek een tweetal per sonen bij elkaar stond te praten. Terwijl de autobus naderde, moet één dezer gezegd heb ben: „,Ik ga naar jou kant toe". Had deze persoon zulljs biet gedaan, dan zou hij zeer zeker door fde auto., welke juist op die plaats omviel, verpletterd zijn. Gearresteerd. De voortvluchtige Zottl, die den Nederlander Theodoor Moormann eenigen tijd geleden heeft opgelicht voor een bedrag van 1.2 milliard Kro nen ,is, naar V. D. seint, te Krems bij Weenen gearresteerd. Twee kimiteren «door het ijs gezakt. Twee kinderen vam acht em negen jaar, Van Dijk geheeten, wonende te de Krim bij Co - vordem, zijn tijdens afwezigheid der ouders uooi het ijs gezakt en 'verdronken. Kinld verbrand. Te Weert-Boshoven viel een kind van twee jaar in een ketel kokend veevoeder. Die kleme is aan ide gevolgen o,verleden. Tegen Lebrun pleitte, hoe vreemd het ook moge klinken, het feit, dat de brandkast vrij wel onaangetast was gevonden 1 Immers, het was bekend, dat zijn meesteres hem een legaat van 6000 livres zo unalaten. Hij had dus bij haar dood belang, zonder uit haar brandkast te behoeven te stelen 1 Mem herinnerde zich toen ook, 'dat hij de eerste was geweest, die op het intact zijn der brandkast de aandacht had gevestigd, en, hem eenmaal verdenkende, vond men daarin een nieuwe aanwijzing. Men vroeg zich niet af of er niet anderen waren, die min stens evenveel belang hadden bij den dood van ide arme vrouw; of niet haar beide zonen doo,r haar dood nog meer gediend waren dan /deze 'knecht, (die haar dertig jaren trouw en eerlijk had 'gediend. Men wilde den moord ver klaren, men 'had een dader, waarom zou men nog naar een ander zoeken? De behandeling van het geding tegen Lebrun vertoont in .'gelijke mate de oppervlakkigheid aan het geding tegen Di'Anglade eigen. Zoo niet veel erger. Want, terwijl ten opzichte van de zaak van D'Anglade slechts zekere onacht zaamheid kan worden verondersteld, is1 de mo gelijkheid geenszins uitgesloten, dat men wel degelijk aan Ide beide zonen van mevr. Mazel dacht, doch deze, die een hooge positie inna men, van welke de oudste tot de raadsheeren behoorde, wilde sparen. Liever dus een onsc'hul idige, idie de aandacht op zich gevestigd had, voor wien niemand opkwam, veroordeeld dan deze hooggeplaatste schuldigen gestraft.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1924 | | pagina 3