Htmt LawltojmiauMiH!
OE MBDMDJLLE EHIOOOH.
Zaterdag 23 Februari 1924.
BINNENLAND
De Zomertijd.
De Belgische autoriteiten onderhandelen ,naar
men van, officieele zijde verzekert, met de regee
ringen van Frankrijk, Nederland en Engeland, ten
einde tot een gemeenschappelijke regeling van het
vraagstuk van den zomertijd te geraken. Het wordt
te Brussel waarschijnlijk geacht, dat de zomertijd
op 15 April zou kunnen beginnen om op 15 October
te eindigen.
„De Temps" meldde, dat de Fransche regeering
besprekingen heeft aangeknoopt met de Belgische
en Engelsche regeering, om tot een gemeenschapp©
lijke regeling van den zomertijd te komen.
Tot riog toe begint de zomertijd in Frankrijk,
in den nacht volgend op den laatsten Zaterdag in
Maart em eindigt in den morgen van den eersten
Zaterdag in October (zooals nu ook voor ons land
is bepaald), maar in geval van een internationale
regeling is de Fransche regeering gemachtigd den
aanvangsdatum te verschuiven naar den derden. Za
terdag in April en den einddatum terug te brengen
naar den tweeden of den derden Zaterdag in Sep
tember.
Rijwielbelasting.
Verschenen is het Voorloopig Verslag der Twee
de Kamer op het wetsontwerp tot heffing eener
belasting op rijwielen.
Verschillende leden hadden ernstige bezwaren.
Enkele jaren geleden is het rijwiel als grondslag
voor de personeele belasting vervallen en werd ter
goedmaking van de daardoor ontstane derving van
inkomsten de belasting naar den grondslag „huur
waarde" verhoogd. Naar hun meening behoort een
belasting, die is afgeschaft, niet na zoo korten tijd
opnieuw te worden ingevoerd. Daartegen bestaat!
te meer bezwaar, omdat groote belangen worden/
aangetast. Het. rijwiel wordt terecht genoemd „het
paard van de democratie." Voor arbeiders en
kleine boeren is het rijwiel onmisbaar. Geen reke
ning wordt gehouden met de draagkracht. Bo
vendien is de belasting te hoog in verhouding tot
de waarde van het rijwiel. Vele rijwielen worden
voor f30 aangeschaft. Ook de inningskosten zullen
te hoog zijn. Andere leden verklaarden, onder de
tegenwoordige omstandigheden met het wetsonte
werp te zullen meegaan.
Het leven van den boer.
Een lezer schrijft aan bet „Hbl."
In uw Kameroverzicht dato 15 Febr. spreekt
u aan 't slot uit d;e veronderstelliilng, dat .heit
boerenleven door de stedelingen weinig gekend
wordt. Dat zal wiel zoo zijn. Ik wil 't er daarom
op wagen u eens te schrijven hoe onder een
groot deel van de boeren in de veenkoloniën
geleefd wordt. Dit zijn dan de niet-kapitaal1-
krachtige kleine boeren met een boerderij, in
eigendom of in huur tot pl.m. 15 H,A. groot,
lie uwer oriënteering diene: Ik ben veertig
jaren in 't bedrijf geweest, 'hiervan 'heb ik ook
een vijftal jaren een boerderij op de Groning-
scihe klei gedreven.
Toten ik dertien jaren was werd ik van de
sichool genomen en moest direct al mee helpen
aardappels poten. Ale morgen te kwart na vijf
op om |te zes uur klaar te zijn voor 't landwerk.
Dien geheelen morgen flink gewerkt, te acht
uur was 't schaften en werden de roggeboter-
hams gegeten, 's Middags te twaalf uur kwa
men wij thuis voor 't. middagmaal, te één uur
was 't weer aantreden tot 's avonds zes uur.
Zoo ging 't vroeger met de werkzaamheden
des voorjaars en des zomers dag aan dag,
week aan week, en zoo gaat het vrijwel nog.
Ten tijde dat het koren rijp is wordt het ech
tier anders, dan begint het zichten. Dit is een
zwaar karwei en dat gaat als 't warm weer is
iniet best midden op den 'dag. Dan gaat de
kleine veenkoloniale boer meestal 's morgens
niet later dan vier uur de deur uit aan 't zich
ten. Te den uur of half elf keert hij naar huis,
Dm van 's 'namiddags twee uur tot zes nog een
lapje te zichten, Meestal wordt hij vergezeld
door een huisgenoot, die 't gesneden graan
bpbindt. 's Avonds acht uur half negen gaan
deze menschen te bed.
Is 't 'koren gezicht en 't weer loopt mee, dan
iii.
JUSTITIEELE DWALINGEN: VEROOR
DEELINGEN VAN D'ANGLADE (1687)
EN LEBRUN (1689).
(Vervolg).
Geheel anders, veel eigenaardager en karak
teristieker is hei geval reet Lebrun dat van on
geveer denzelfden tijd dateert. Deze Lebrun
tvas bijna 'dertig jaren als huisknecht in dienst
bij een izekere mevr. Mazel, idie in de Rue
Macons Sorbonne te Parijs een ruime woning
had. Een zo; olange diensttijd had Lebrun tot
heel wat meer dan huisknecht gemaakt; hij was
in 'ziekeren zin de intendant van zijne meesteres,
en in ondergeschikte zaken haar rechterhand,
haar vertrouwde. Hij was reeds jaren lang ge
huwd', maar teneinde buitenshuis zijne vrijheid
onverkort te bezitten, woonde hij met zijn gezin
hiet ver van het huis zijner meesteres, em bracht
slechts dan den nacht in haar huis door, wan
neer late avondpartijen of andere, hem opge
legde diensten daartoe leidden. Mevr. Mazel
twee zqneln; de oudste Riené de Savorn-
nières, raadsheer, was enkele jaren tevoren met
een spilzieke Vrouw getrouwd, tegen welke haar.
schoonmoeder een „l'ettre 'de cachet" had we
ten te verkrijgen; zoo nu en dan ontsnapte de
jonge levenslustige Vrouw uit haar verbanning,
maar werd door bet wakend oog van mevr.
Mazal steeds weer teruggebracht. De tweede
mm, Savpnnières, fde Lignières wa:s verliefd
begint direct de oogst. Dit is ook geen gemak
kelijk werkje, echter dit duurt voor den veen
koloniaal maar weinige dagen, 't Gaat echter
diwijls tot 's avonds acht uur want vanwege de
dauw kan 's morgens niet vroeg worden be
gonnen met de stoppels te ploegen en te eg
gen om 't land van kweekwortels en ander on
kruid te zuiveren. Begin September begint het
aandappelrooien.
Die herfst is voor den veenkolonialem bo.er d*
drukste tijd van 't jaar. Dan begint hij 'smor-
gens dikwijls al voor vijf uur te werken en met
'sf middags een uur schafttijd werkt hij tot
's| avonds zes uur. De aardappels moeten wor
den gerooid en ingekuild, 't land eischt zijn
behandeling, daar tusschen moet dan gedurig
aardappels aan de fabriek worden afgeleverd.
Ook wil de boer graag een partijtje mooie aard -
appels aan de consumptie leveren het uitschot
moet dan weer voor de fabriek klaar gemaakt
worden.
Het land moet geploegd worde'n voor rogge,
die rogge moet gedorscht en gezaaid worden, er
moet kunstmest worden gestrooid. De suiker
bieten moeten worden gezaaid en afgeleverd,
het loof moet worden ingekuild. De poot aard
appels moeten gesprteerd en ingekuild worden.
Die veenkoloniale boer houdt slechts weinig
v©e, echter dit vee eischt ook zijn dagelijkschi
/org.
Uit het bovenstaande kan u wel afleiden dat
deze menschen, als andere, breede groepen
van de bevolking van hunne vacanties profi-
teeren, geen tijd hebben om eens een badplaats
te bezoeken of om eens buitenslands te gaan
kijken. Zij hebben werkelijk een zwaar leven,
maar gelukkig bijna zonder uitzondering voelt
de boer zich onder deze omstandigheden nog.
niet zoo ongelukkig. Hij houdt van zijn plaats
en hij heeft ambitie voor zijn werk en zijn
bedrijf zit vol emotie. Vol interesse volgt 'hij
den ontwikkelingsgang van zijn veldvruchten,
hij informeert naar de prijzen der producten
en hij 'kijkt om naar zijn vee. In negen van de
tien gevallen staat de boerin haar man trouw
ter zijde. Zij1 melkt de koeien, voiedert de kal
veren en varkens en zorgt voor de kippen. Zij
(helpt zoo mogelijk bij 't zichten en inhalen
en bij 'het aat'dappchooien mee. Heeft het boe
rengezin kinderen die boven den leerplichtigen
leeftijd zijn, Idajn gaan in de mees'te gevallen
deze mee in 't bedrijf werken.
Em de inkomsten van deze boeren? Diat hangt
van de omstandigheden af. Als men een boeren
gezin heeft waarvan de vader met een paar
zoons en ook nog een dochter al het werk
doen, dan heeft zoo'n gezin gemiddeld een
èoed bestaan. Als echter diezelfde kinderen
b.v. bij het onderwijs dienstbaar waren en ze
brachten dan hunne salarissen allemaal thuis,
dan 'had zoo'n gezin veel grooter inkomen.
Maar nemen wij als voorbeeld een boer met
15 H.A. land zonder noemenswaardig kapitaal,
die dus die koopsom vopr zijn boerderij moesi
leenen en 'hiervan rente moet betalen of ingeval
hij huurboer is ide huur; nemen wij aan dat
deze boer geen kinderen heeft die hem in het
.bedrijf bijstaan, dan is zoo'n boer heel blij als
hij f 1500 inkomen heeft per jaar. Als het heel
mooi gaat, heeft hij f 1000 méér, en'als het
sledhl gaat heeft hij niets. Treft hij, als hij
met zijn bedrijf begint, direct een slecht jaar,
dan moet hij al een goedhartigen geldschieter
hebben of goede menschen moeten borg voor
them zijn, anders is hij als boer weg. Omdat
deze boer het riskante van zijn bedrijf _kent,
spaart hij van zijn inkomen van f 1500 liefst
f 300 a 400 over'. Heeft hij een best jaar, dan
spaart hij f 1000. Daarvoor moet hij zich 'dan
vele gemakken en genoegens ontzeggen, die
andere menschen, welke zéker zijn van hun
salaris, er wel af durven nemen. Ten onrechte
wordt hij dan soms betiteld als „gierige boer".
Hij durft echter niet anders te leven want hij
weet niet wat het volgende jaar hem zal bren
gen.
Wat de prijzen betreft van zijne producten,
hangt ihij geheel af van de wereldmarkt. Als
in Japan de arbeiders voor weinig geld werken,
dan biedt bij een goeden oogst daar te lande
de Japansóhe aardappelmeelfabrikant het meel
goedkoop aan en o,ok het Hollandsch aardap
pelmeel moet tegen dien concurreerenden prijs
op eèin weduwe, wier gedrag de moeder niet
aanstond, zoadat 'zij tot dusver het huwelijk
had weten te beletten. Een huisgenoot van
mevr. Mazal \vas een zekere Abbé Poulard, die
in het drama overigens geen rol speelt. Maar
als huisgenoot moest hij beschikken over een
huissleutel en (daartoe had Lebrun de zijne,
die hem jarenlang was toevertrouwd, moeten
afstaan. Iiij had toen een huissleutel genomen,
waarvan mevr. Mazel het bestaan blijkbaar niet
meer wist, en op die wijze was hij niet zoo aaö
de uren (van sluiting van de woning gebonden
as zonder sleutel het geval zou zijn geweest.
Maar het bezit van dezen sleutel, hoe onbetee-
kenend ook, o|p rich zelf, zou zijn verderf wor
den.
Op een ochtend nu, 'dat Lebrum het gewone
belsignaal uit (de kamer zijner meesteres ver
wachtte, dat zij de hulp harer kamenier be
hoefde, bleef (dit teeken uit. Lebrun maakte zich
ongerust; den vori.gcn avond had hij, laat thuis
komende hij en de zijnen hadden een sou-
pertj egehad een der deuren van het huis
op onverklaarbare wijze open gevonden. Hij
luisterde aan Ide deur; met hem luisterden met
ingehouden adem de twee dienstboden. Geen
geluid werd uit de kamer van mevr. Mazel' ver
nomen. De dienstboden veronderstelden een
beroerte; Lebrun, steeds meer ongerust, dacht
aan iets veel ergers. Men riep het parket, de
dieurren werden opengebroken en men vond
mevr. Mazel vermoord in haar bed liggen. Plet
pierkwaardige was, dat, niettegenstaande in
geleverd worden. Bieden' de" Russen 'de rogge
goedkoop aan, zooals tegenwoordig het geval
is, dan moet onze boer daartegen concurreeren
en hij moet met veel te lagen prijs genoegen
nemen, anders mag hij zijn rogge houden.
Overal in de wereld zijn menschen die min
der gelukkig zijn in zaken en ook onz'e boer
heeft een enkelen bekende of misschien wel
een familielid die door ongelukkige omstan
digheden van 't bedrijf is afgeraakt.
Deze voorbeelden zijn gelukkig niet heel' tal
rijk maar ze zijn ook een waar schrikbeeld voo
dien boer. Buitendien wil hij graag een som
metje overleggen om bij gelegenheid een stuk
land te koopen of te huren om de inkomsten
een beetje grooter te maken.
En dan' als de kinderen huwbaar zijn moeten
deze ook weer op een plaats worden* geholpen.
Dat kost vrijwat geld en als Ide oudersde
kinderen wet kunnen steunen, dan komen ze
niet aan den gang. Buitendien gaat het de
kleine boeren ook al niet anders als 'de kleine
ambtenaren, die liefst hunine kinderen laten
stU'deeren voor dokter, rijks-ontvanger enz.;
ook deze boeren zien 't liefst dat hunne kinde
ren wat beter of wat grooter plaats krijgen dan
zij zelf hebben. En dat gaat natuurlijk niet
anders dan met groote opofferingen gepaard.
En dan weegt nog wel' 't allerzwaarste om
toch zuinig te leven, de zorg voor den ouden
dag. Pensioen krijgt hij wet, en als 't even
kan, dan wil hij zich later zelf redden; ook
daarom is 't aanpakken en zuinig wezen. Na
tuurlijk behoeft hij 't kapitaal, noodig vopr zijn
ouldien dag, niet heelemaal zelf over te sparen.
Want ook al begint hij zonder geld doordat
zijne ouders zich bij een' geldgever hebben borg
gesteld., dan erft hij toch later in de meeste
gevallen van zijne ouders een klein kapitaal
wat dan leen heele steun voor hem is.
't Gebeurt nog eens een enkelen keer dat ik
in ©en 'courant een nieuwsbericht zie onder 't
motto „Nog landhonger".
Dan volgt ieeln mededeeüng dat een zekere
boerderij voor te.en jaar bij ver'kopp een zekere
som heeft Opgebracht en dat deze zelfde boer
derij nu weer verkocht is en nog zooveel meer
heeft opgebracht. Daar volgt dan vaak een be
schouwing op Idat het zeker mei ;den landbouw
niet zoo slecht staat enz.
Men bedenke toch. dat jonge boeren heel dik
wijls het risico van 't bedrijf op zjch nemen op
ihoop van zegen. Vele liefhebbers hebben omdat
voorgaande jaren 't zelfde deuntje werd gezon
gen dat 't land veel te duur was ,al een paar
jaren laten voorbijgaan; daarom ais 't nu niét
al te mal1 wordt, dan wagen ze het.
Nu is het tegenwoordig al heel' riskant. Met
die valuta-misère vertrouwen vele menschen
zich bij landbezit nog 't beste. Dat drijft de
prijzen omhoog en dit is een kwaad géval vo,or
jonge boeren. Maar men spreke niet te veel
van landhonger. De boer wordt toch niet zooals
een ambtenaar door wet of verordening be
schermd. Ik 'denk.wel eens: als bij een of an
dere vacature 'de sollicitanten naar een ambt
eens mochten inschrijven waarvoor zij 't baan
tje wel wilden waarnemen, dan zouden wij
vooral tegenwoordig wat te zien krijgen. Dan
zouden er misschien jonge menschen zijn dit
't voor de helft deden of misschien een derde
van ide 'som 'die hun nu bij verordening wordi
gewaarborgd. Zou een of ander correspondent
dan ook schrijven: „nog steeds baantjes-hon
ger"?
NfEUWSTtJDiNGEN
Van een bruiloftspak.
Een jonge man wiens vader te Gaanderen woont
zou in het huwelijk treden. Zooals het behoort
werd ook de vadei op de bruiloft genoodigd. De
oude heer was evenwel niet in' het bezit van een
„gekleed pak", en ter bruiloft gaan in een gewoon
alledaagsch pakje kon toch ook niet. Gelukkig
herinnerde hij zich, zegt de „Amst. Crt." dat zijn
broer zich wel eigenaar van een dergelijk pak
mocht noemen. Weliswaai was het niet nieuw
de man was er reeds driemaal in getrouwd
maar toch in alle geval "beter dan het colbertje
van den adspirant schoonvader. Op het verzoek
of hij het pak voor den gedenkwaardigen dag
mocht leenen werd toestemmend geantwoord, zoo
(haar khmer ide brandkast stpind en de sleutel
•daarvan' in haar linnenkast aanwezig was, schijn
baar geen geld was gestolen; althans Lebrun
constateerde, 'dat de brandkast vrijwel geheel
gevuld was. Het gerechtelijk onderzoek begon
en vanaf het oogenblik, dat men vernam, dat
Lebrun over een huissleutel beschikte, waarvan
zijne meesteres het bestaan niet wist, viel op
hem de aandacht. Een doek, door den moorde
naar achtergelaten, werd hem op bet hoofd
gepast, doch bleek te kl'ein. Uit de houding
van de vermoorde kon men opmaken, dat zij
rich tegen 'den moordenaar had verweerd en
•'bloedsporen waren overal1 te vinden; bij Lebrun
vond men geen enkel bloedspoor, ook geen
enkel Udteeken van krabben of schrammen.
Het hemd van den moordenaar, dat door dezen
was achtergelaten, bleek met het linnengoed
van Lebrun miet de minste overeenkojms't te
hebben. Het Ihaar, idat in de hand van de ver
moorde was gevonden, geleek niet op het zijne..
Maar ondanks dit alles, ondanks dat eene huis
zoeking niet het minste bewijs tegen hem op
leverde, nam men hem en zijne eohtgenoote
gevangen, eenvoudig omdat zij naar het oordeel
der Justitie ide eenige schuldigen konden zijn.
Wel was door de waschvrouw, geroepen,om de
identiteit van jhet bewuste hemd vast te steilten,
verklaard, idat dit haar deed denken aan het
linnengoed van leen zekeren Berry, een be
diende, die een vorig jaar wegens diefstal door
mevr. Mazel was weggejaagd, maiar daarop
sloeg men Inauwehjks acht.
dat op den vastgestelden datum de schoonvader in
spé met het gekleede costume in een pakje bi'i
zich optrok naar de naburige stad, waar het huwe
lijk voltrokken zou worden. Alles liep schitterend
van stapel. Het pak bewees uitmuntende diensten
De vader had evenwel den smaak van het feest
vieren te pakken gekregen en meende dat een
Hein nafuifje in zijn eentje in de groote stad Arn-
nem verkieselijker was boven het onmiddelüjk te-
-ugkeeren naar het stille Gaanderen. En zoo ge
schiedde. In de stad gekomen had hij gauw een
café ontdekt, maar waar zijn dorst grooter was dan
-ijn geldvoorraad, kwam hij op het noodlottig
idéé het gekleede bruilfotspak, dat hij inmiddels
.veer had uitgetrokken bij een koopman te ver-
coop en. Hij kreeg hiervoor de kapitale som van
2.50 die weldra eveneens in vloeibaar koren was
omgezet. Zonder geld, zonder pak maakte hij zich
op om naar Gaanderen te loopen. In Apeldoorn had
hij er echter genoeg van en meldde zich bij het
Leger des Heils. Opnemen kon men hem daar niet
dus schoot hij nog niet veel op. Weer nam hij de
beenen op en liep terug naar Arnhem, waar hij
zcih bij de politie meldde en het verhaal vertelde.
De politie heeft het pak opgespeurd en nu hangt-
het af van de goedertierenheid van den broer, of
de feestende schoonvader al dan niet vervolgd zal
worden wegens verduistering.
De speelzucht in West-Zeeuwsch-VIaainlderen.
Men schrijft ons:
In Zeeuwsch-Vlaanderen, West-Dleel, krioelt
het1 om zoo te zeggen van de biljardkegelwed-
strijden, waarvan er in elk dorp een of meer
zijn ingericht, en waar ieder, groot en klein,
arm en rijk aan deelneemt. Als prijzen worden
uitgeloofd, een varken, fietsen, klokken, gramo-
phoons, enz., zelfs geldprijzen van f 75'. Er zijn
spelers die er als 't ware een beroep van ma
ken ©n van het eene dorp naar het andere
trekken om te kunnen deelnemen, waardoor
hun gezin er onder leidt wegens de hooge uit
gaven vam de liefhebbers, die boyendien ook
nog aan Bacchus offeren.
Op deze manier zijn in dit district reeds
enkele duizenden guldens verspeeld.
Meenemde, idat men hier 'heeft te doen met
een hazardspel', heeft de marechaussée te Oost-
brug aldaar een inval gedaan en alles in be
slag genomen, reglementen, kegels, lijsten der
spelers, puntenboekjes, zelfs het geld.
Omgevallen.
Toen de chauffeur van den heer R. ten Wol-
de te 'Olderberkoop Zondagavond met een 12-
tal passagiers naar Noordwolde reed, geraakte
o depn 'hoek Zamdhuizen, door een defect aan
de stuurinrichting, ide auto onklaar. Ze kantel
de en kwam terecht in een naast den weg
zijnden greppel. Van de inzittenden kwamen
de meesten met den schrik vrij, doch een drie
tal hunner liep nogal verwondingen op door de
rondvliegende glasscherven. De inmiddels ge
roepen geneesheer verbond de gewonden, waar
na het gezelschap loopeode de terugreis naar
Oldieberkoop aanvaardde. De passagiers waren
tegen ongelukken tijdens de reis verzekterd;
de auto, welke nog al beschadigd was, echter
niet.
Als een merkwaardig toeval kam nog gemeld
worden, dat juist op den hoek een tweetal per
sonen bij elkaar stond te praten. Terwijl de
autobus naderde, moet één dezer gezegd heb
ben: „,Ik ga naar jou kant toe". Had deze
persoon zulljs biet gedaan, dan zou hij zeer
zeker door fde auto., welke juist op die plaats
omviel, verpletterd zijn.
Gearresteerd.
De voortvluchtige Zottl, die den Nederlander
Theodoor Moormann eenigen tijd geleden heeft
opgelicht voor een bedrag van 1.2 milliard Kro
nen ,is, naar V. D. seint, te Krems bij Weenen
gearresteerd.
Twee kimiteren «door het ijs gezakt.
Twee kinderen vam acht em negen jaar, Van
Dijk geheeten, wonende te de Krim bij Co -
vordem, zijn tijdens afwezigheid der ouders uooi
het ijs gezakt en 'verdronken.
Kinld verbrand.
Te Weert-Boshoven viel een kind van twee
jaar in een ketel kokend veevoeder. Die kleme
is aan ide gevolgen o,verleden.
Tegen Lebrun pleitte, hoe vreemd het ook
moge klinken, het feit, dat de brandkast vrij
wel onaangetast was gevonden 1 Immers, het
was bekend, dat zijn meesteres hem een legaat
van 6000 livres zo unalaten. Hij had dus bij
haar dood belang, zonder uit haar brandkast
te behoeven te stelen 1 Mem herinnerde zich
toen ook, 'dat hij de eerste was geweest, die op
het intact zijn der brandkast de aandacht had
gevestigd, en, hem eenmaal verdenkende, vond
men daarin een nieuwe aanwijzing. Men vroeg
zich niet af of er niet anderen waren, die min
stens evenveel belang hadden bij den dood
van ide arme vrouw; of niet haar beide zonen
doo,r haar dood nog meer gediend waren dan
/deze 'knecht, (die haar dertig jaren trouw en
eerlijk had 'gediend. Men wilde den moord ver
klaren, men 'had een dader, waarom zou men
nog naar een ander zoeken?
De behandeling van het geding tegen Lebrun
vertoont in .'gelijke mate de oppervlakkigheid
aan het geding tegen Di'Anglade eigen. Zoo
niet veel erger. Want, terwijl ten opzichte van
de zaak van D'Anglade slechts zekere onacht
zaamheid kan worden verondersteld, is1 de mo
gelijkheid geenszins uitgesloten, dat men wel
degelijk aan Ide beide zonen van mevr. Mazel
dacht, doch deze, die een hooge positie inna
men, van welke de oudste tot de raadsheeren
behoorde, wilde sparen. Liever dus een onsc'hul
idige, idie de aandacht op zich gevestigd had,
voor wien niemand opkwam, veroordeeld dan
deze hooggeplaatste schuldigen gestraft.