I
Lfl»tifDIJKER iitlllEl
feö opzichte van -de politieke partijen, daar
de Bondsleden bij verschillende van die par
tijen zijn aangesloten. Voorstanders van aan
sluiting bij id it sub-ooniité waren echter van
meening, dat hier geen politiek aan ten grond
slag lag en dat het N.V.V. toch slechts een
vak vier eeniging was. Van andere zijde werd ge
tracht het tegengestelde aan te toonen: het is
een bijwagen van de S.D.A.P. In dit verband
werd bovendien de vraag geopperd, of werke
lijk de S.D.A.P. zoo'n gewenscht medestander
is in iden strijd voor de openbare school en
Bondsidealen. Gewezen werd op voorbeelden
in het Buitenland, in ons eigen lanid, in deze
omgeving. De S.D.A.P. te Zuktscharwoude b.v
stemde er voor om het hoofd der school 25
pet. meer loon te geven dan gelijkbevoegde
onderwijskrachten voor hetzelfde werk; een
overbodige L.T.B.-cursus moet worden gesub
sidieerd, een correspondentie in „Het Volk"
over het optreden van een niet S.D.-raadslid
beewes den persoonlijken strijd; dit raadslid
werd hard gevallen, omdat hij gestemd had
voor adhaesiebetuiging van het adres Werken
dam, aan alle gemeentebesturen, waarbij ver
haal mogelijk was op de ouders van kinderen,
die een middelbare of hoogere school in een
andere gemeente bezoeken. Ein wat bleek nu?
Dat in verschillende gemeenteraden in den
omtrek, St. Pancras, Barsingerhom, Zijpe enz.
de S.D. net stemden als dat niet-SJD.-raadslid,
dat in „Het Volk" werd aangevallen. In Anna
Paulowna wilde zelfs de s.d. Keuris adhaesie
beluigen in afwijking van het praeadvies van
B. en W. Op die gronden zou samenwerking in
dit sub-comité eer na- dan voordeel zijn.
Verschillende besprekingen hadden dienaan
gaande nog plaats vooral met betrekking tot
de vraag of ook de Vrijz. Dem. Bond, de Dem.
Partij e.a. niet even groote voorvechters zijn
voor goed onderwijs. Gewezen werd op Mr.
Marchant, Ketelaar, Lamers. Prof. Heeres e.a.
Tot slot staakten de stemmen over het mee
doen aan de actie van het sub-comité, zooaat
in verband met het-H.H. Reglement voorloopig
niet wordt meegedaan.
Bjh ijet treferemmm bleek, dat de meerder
heid was tegen aansluiting bij het N.V.V., vóór
samenwerking met puner -commissies en tegen
toelating van hoofden in den Bond.
Uit het jaarverslag van den Secr. bleek, dat
er een weinig opgewekt leven was, dat hei
aantal leden met 2 vermeerderde, dat er 4
huis'h. vergaderingen zijn gehouden, aat gea
dresseerd werd voo rhèt behoud van het Ver
volgonderwijs en wel met succes.
Het finantieel verslag van den penningmees-,
ter vermeldde een ontvangst van f ïyi.ÖlVs- Er
was een batig saldo van f 14.08-/2-
Een verslag van de corresp. van het Her
stellingsoord kon niet worden uitgebracht we
gens afwezigheid van de functioiiarésse.
Bij de nu volgende bestuursverkiezing werd
als voorzitter aangewezen de heer Du Burck,
onderwijzer op wachtgeld te Zuidscharwouae.
Als le secr. mej. A. J. Wouda te Noordschar-
wouue, tot penningmeester de heer A. P. .Pos
thumus te Ouükarspel; tot 2e voorz. de heer
C. va mTwuijver te Veenhuizen en tot 2e secr.
de heer A. Mol te Noordscharwoude.
Nog werd meegedeeld, dat in verband met
het bericht in verschillende kranten over het
bevorderen van het aantal leerlingen van de
bijz. school te Noordscharwoude ten koste van
de openbare, aan den heer Paarlberg te Oua-
karspel een bezoek was gebracht, doch 'dat
<le ontvangst niet bijzonder hartelijk was. Met
verontwaardiging werd bovenalen kennis ge
nomen van de wijze, waarop die correspondent
zich van de zaak' trachtte af te maken, door
een ingezonden stuk in de Sch. Crt., waarbij
nota bene ide indruk werd gegeven, alsof de
Correspondent te Noordscharwoude woonde.
Daarna sluiting.
Plaatselijk Nieuws
SPOORBRUG BOTERHUIZEN.
Naar wij vernemen, is bericht ontvangen van
de Directie der N ederlandsche Spoorwegen,
dat bovenbedoelde brug -nog dit jaar een be
langrijke wijziging zal pndergaan.
De doorvaart behoudt dezelfde breedte, ter-
'wijl deze belangrijk dieper zal worden gemaakt.
Naast deze doorvaart zal een doorlaat van
het stroomend water worden gemaakt ter
breedte van 3 Meter.
De aanbesteding zal binnen enkele maanden
plaats vinden.
UIT DEN OMTREK
ST. PANCRAS.
In aansluiting op ons bericht, betreffende
'het vertrek van den heer Gutter, en daarmee
in verband staande vacature voor gemeente
raadslid, kunnen wij mededeelen, dat zijn op
volger, de heer K. Lek, zich een benoeming zal
lat-en welgevallen.
FEUILLETON.
NORA.
In een der elegantste apaprtementen van het
„Hotel Impérial" te Genève rustte een jonge
vrouw op de sofa. Zooals zij daar lag, met het
ktine, -aoor zwarte kant omhulde hoofd tegen
de roode kussens geleund, terwijl hare blontu
lokken zacht en zwaar over hare schouuers
hingen ,en hare handen met loo-me bevallig
heid in haren schoot rustten, leverde zij, zonae,
juist schoon te zijn, een bekoorlijk schouwspel
op. Alles aan haar uueilyk was lijn cn wazi&,
zooaat men bijna teiugü^insa-e voor zulk een
leederheid, ede zoowel bij de mènschon als
bij de planten, helaas 1 slechts het kenmerk van
een snel verwelkenden bloei is.
Hare rust scheen ook door zwakte noodza
kelijk te worden gemaakt, want hare blikken
vlogen met zekere gejaagdheid door het ver
trek, en vestigden zich bij elk gedruisch vol
gespannen verwachting o.p de -deurom ttadeiijk
daarna ongeduldig op een reis'klokje te blijven
turen, dat op 'een tafeltje naast de sofa stoma.
Terwijl de groote wijzer zich langzaam, maar
gestadig voortbewoog, kon zij hare onrust niet
langer bedwingen, en zich half oprichtend, riep
zij eene oude vrouw, die in een aangrenze-na
vertrek bezig was en wier,breedegestalte her
haaldelijk door de openstaande deur zichtbaa,
werd.
„A-nnel" riep zij, maar in weerwil van de
inspanning haa Ihare stem toch niet veel klam
„Anne! is miss Nora nog nt-et terug?"
„Kleine miss bij mijnheer is," zriue -de our
vrouw in haar getnoiken taaltje. Zoowel hai
bruinachtige kleur als de uitheemsch-e vorm
van haar gelaat bewezen, dat zij niet van Euro
pee sch -eafkomst was. „Kleine miss ook zeer
goed geborgen is bij mijnheer. Missis (vooi
mistress, mevrouw) heeft volstrekt niet noo-ujg
ongerust te zijn," voegde zij er op geruststellen
den toon bij. „ZulKn wd komen, als tijd is.
Mijnheer de directeuf nooit terug vóór elf uurl"
NIEUWSTIJDINGEN.
Een jong paartje, zij 18 hij 22 jaar, woonach
tig te Deventer, zou Woensdag aldaar in het hu
welijksbootje stappen. Zoo aanstonds zouden de
rijtuigen komen om het bruidspaar naar het stads
huis te bregnen. Bruigom meende echter nog wel
zooveel tijd te hebben, dat hij even zijn pasgekochte.
hoed kon ruilen en bruidje stemde toe, gaf hem
nog raad, welken hoe hij moest kiezen.
Na eenig wachten was bruigom nog niet terug
De rijtuigen kwamen, vertrokken dan voor een
kwartiertje, keerden weer en nog was hij er niet.
Bruigom was en bleef uit.
Kennissen van het jonge paartje kwamen later
vertellen, dat bruigom per trein naar België was
verti okken. Hij had zich bedacht voor het telaat
was.
Een vluchteling.
Nauwelijks was de rechtszitting te Maastricht
afgeloopen, of men werd opgeschrikt door een
feilen kreet „houdt hem" houdt hem". Een paar
hardloopende gestalten waren intusschen voorbij-
gerend den stijlen Minnebreursberg af, die door de
platgetrapte sneeuw de gladheid van een rodelbaan
had gekregen. De uitroep gold een zekeren M,
uit Heerlen, een nog jonge man, die door de re
cherche aldaar was aangehouden verdacht van het
stelen van een partij autobanden. Hij was dien
morgen onder politiegeleide naar Maastricht over
gebracht om bij den officier van justitie yoorge-,
leid te worden en deze had bepaald dat hij voor-,
loopig in het ^naast het justitiepaleis gelegen huis
van bewaring zou worden ingesloten. Op het laat
ste oogenblik werd hem echter de drang naar vrij
heid te sterk, aldus meldt de „Tel." Plotseling
rukte hij zich los, was met ëén sprong de trap-,
pen af en rende met een formidabele vaart de
gladde, besneeuwde helling af. Zijn vervolger steeds
roepende, liep echter vlugger, juist zou hij hem
vastgrijpen toen hij kwam te vallen. Een paar bur
gers, die de helling opkwamen, stoven verschrikt
voor den hollenden man terzijde, inplaats van hem
tegen te houden, zooals hun door de inmiddels
weer opgesprongen politiebeambte werd toegeroe
pen. De dief die zijn kans grooter zag worden,
repte zich nog harder en juist zou hij den hoek
van de Tongerschestraat omslaan, toen hij een
paar stevige rijksambtenaren ontmoette, die door
het geroep opmerkzaam geworden ,snel de situ
atie overzagen en den vluchteling tegenhielden.
„Hij heeft haar zeker weer daarheen meege
nomen," sprak de jonge vrouw fluisterend bij
«zichzelf. „Hij weet niet -w-ac hij doet; ik moet
er eens met hem over spreken. O, mijn
arm kindl"
Kwam het door den fluisterenden toon, of
kwam het door de ontroering, genoeg, een
hevige, schorre hoestbui stoorde haar in hart
alleenspraak en schokte haar zóó, -dat haar
hoofd vermoeid naar achteren gleed.
„Waarom missis zich windt voor niets op?"
riep ide oude vrouw knorrend. „Missis zich
pog maken zelf ziek, en dan wordt mijnheer
boos. Toen missis nog zelf was jonge miss, zij
akijid zachitmoeuig en geduldig was, maar
tegen wooruig aauelijk als vuurv lammetjes 1"
„Ja, maar toen had ik ook voor niemand te
201 g-un, outre Anne; toen waren het mama en
gij, die voor my zorgden, en ik was ge
zond!" voegde zij er met een diepen zucht bij.
„Gij ook nu gezond kondt zijn, als ge maar
wildetl" bromde de oude vrouw weer. „Maar
onrustig leven doet kwaad."
„Neen, het leven niet; ik wo-rd immers voort
durend zoo trouw en zorgvuldig verpleegd?
Maar hier zit hetl" En zij drukte de hana
op de borst. Bovendien, die martelende zorg,
dat doiet mij geen goed... Maar luister eens,
Annel Daar komen zij aajnil" liet zij er luider
en haastiger op volgen.
Er lieten zich werkelijk vlugge, maar zachte
voetstappen hoore-n. Op hetzelfde oogenblik
werd de deur met -een ruk geopend, en vloog
er een klein meisje naar binnen, dat met een
Hartstochtelijke beweging 'hare armen om den
iials harer moeder sloeg.
„Mamal mamal" riep zij geheel buiten adem,
„,wat kan ik het nu prachtig! Ik? heb staande
gereden, evenals juffrouw Elise; en ik ben al
door den hoepel gesprongen óók!"
„Wat glo-eit -ge, en wat hebt ge een kleur,
lieve Noral" isprak hare moeder, terwijl zij het
donkere haar van heur voorhoofd wegstreek.
„O, Alfred! dus hebt ge haar tóch weer meege
nomen?" wendde zij zich nu op verwijtenden
toon tot leen lang, zwaar gebouwd man, die on-
middellijk na het kind was binnengetreden.
^ïjn vbart -was- echterzoo gróót, en dooi? de glad
heid een plotselinge zwenking onmogelijk, dat bij
de" botsing het drietal in de sneeüw rölde. Nu was
echter de rechercheur ook weer ter plaatse en
hij had den vluchteling spoedig te pakken, zoodat
het met M.'s kortstondige vrijheid gedaan was.
Zonder verderen tegenstand, eenigszins verdoofd
door den val, werd hij teruggebracht en aan de
gevangenbewaarders overgegeven.
Een misdadig echtpaar.
Maandagavond vervoegde zich in een hotel nabij
het Centraalstation te Utrecht, een tweetal vreem-
delngien, een dame en een heer, die voor een nacht
een Kamer voor logies vroegen. De heer sprak
half Fransoh, half Vlaamsch, en was daardoor
moeilijk te verstaan. In het logiesboek vulde hij
in J. Datrois en echtgenoote. Zij betrokken da
delijk hun kaamer en wilden den volgenden mor
gen 0111 9 uur gewekt worden. Tot zoover was alles
heel gewoon, doch den volgenden morgen reeds
heel vroeg kwam de recherche informeeren of er
in het hotel dien nacht een tweetal Belgen gelo
geerd had. De hotelier liet het logiesboek zien,
en daaruit bleek, dat de personen, die de recher
che zocht in het hotel waren. Bif de recherche was
namelijk uit Brussel een verzoek tot aanhouding
van bedoelde personeif ingekomen, omdat zij ver
dacht werden van het plegen van een moord.
;Op 5 Februari j.l. is er nl. een moord gepleegd
op een chauffeur van een auto in een veld bij Em
rnerin in België. De moordenaars, een man en
een vrouw, hebben na het plegen van den misdaad
den auto buitgemaakt en dezen verkocht. Sinds
dien hebben zij in België rondgezworven en zijn
toen Maandag uit. Antwerpen naar Utrecht geko
men na vooraf hun bagage naar het station te
Utrecht gezonden te hebben.
De rechercheurs, wetende dat het een gevaarlijk
heerschap was en dat hij ongetwijfeld gewapend
zou zijn, besloten af te wachten, totdat zij in de
ontbijtzaal zouden komen. Eerst te elf uur gingen
zij aan tafel. Nauwelijks waren zij gezeten, of de
rechercheurs arresteerden hen.'
Alles ging zoo vlug, dat de Belg geen gelegen
heid han om zijn revolver te trekken. Hij was nl.
in het bezit van een groote geladen browning-re
volver. 1
Beide vreemdelingen, die behoorlijk van papie
ren voorzien waren, werden zóoals reeds gemeld
werd naar het hoofdbureau der politie overgebracht
waar hun door den hoofdinspecteur der recherche
den heer Brandt, een verhoor werd afgenomen.
Zij ontkenden evenwel, iets van den bedoelden
moord af te weten, terwijl de man verklaarde dat
zij plan hadden om in Utrecht te blijven wonen
en daar werk te zoeken als bouwvakarbeider.
Een vreemde verklaring, daar in de bouwvakken
in België veel meer werk is dan in Holland. Uit
het verdere onderzoek bleek ook meldt de „Tel."
dat de „echtgenoote" van den Belg een meisje was
uit Lens in Noord Frankrijk.
De recherche heeft beide personen ter beschik
king van de justitie gesteld, in afwachting van
een eventueel verzoek tot uitlevering van de Bel
gische Justitie.
Het tweetal is overgebracht naar het Huis van
Bewaring in de Gansstraat.
Faillissementen in Nederland.
Volgens mededeeling van het Handelsinformatie
bureau van Van der Graaf Co/s Bureaux voor
den Handel, zijn over de afgeloopen week, éihdi-
gende 29 Februari, in Nederland uitgesproken 83
iaillissementen, tegen 55 faillissementen in dezell
de week van het vorige jaar.
Van 1 Januari tot en met 29 Februari 1924 774
faillissementen tegenover 682 over hetzelide tijd
perk van het vorige jaar.
Voor dé rechtbank te Zutphen heeft ee
rrecht gestaan 'de arts C. J. M. uit Apeldoorn,
aie iin Januari in zijin tuin stukjes vleesch, ge
drenkt in strychnine heeft neergelegd voor üaax
komende hond-en.
De president van de rechtbank sprak zijn
verwondering er. over uit, dat iemand als be
klaagde zulk een gevaarlijk gif had ne-erge
leg'd binnen het bereik van passeerende-n. Tal
van honden zijn aan de vergiftiging gestorven.
„!Hoe gaat het u, schat?" vroeg hij, zich
liefdevol tot 'haar buigend en een kus op haar
voorhoofd drukkend, zonder op haar verwijt
acht te slaan.
„O, Alfred 1" herhaalde zij, terwijl zij hem
met een weémoedigen blik aanzag.
Hij haalde zijne schouders op, en keerde
zich ongeduldig om. Maar de kleine meid, die
volhardend met hare beide handen het gelaat
harer moeder weer naar haar toedraaide, bleet
ondertusischen doorbabbelen. „Och mama, luis
te rdan toch eens naar mij: ik heb staande ge
reden, en ik ben door den hoepel gesprongen,
véél beter dan de kleine Wimbleton, die bijna
gevallen wasl"
Nu moet ge üw huispakje aantrekken, No-
ra," viel haar vader haar in de rede. „Laai
Anne met u mieegaan, dan kan zij u even hel
pen."
„Dadelijk, papa! Maar luister eerst nog
eens even, mamal Toen wij in het circus kwa
men, zette papa mij op ie nieuwe pony
„Maar Helena, hoe kunt ge toch zoo onver-,
stanuig zijn het kind nog langer op te hou
den?" wendde de heer zich min of meer ge
belgd tot haar. „Nora, ik heb u al zooeven ge
zegd, dat ge nu heen moet gaanl"
„Ga dan, liefjel" zeide hare moeder nu ook.
„Later 'kunt ge mij wel alles vertellen." De
kleine, onthutst idoor den. ongewoon strengen
toon van haren vader, verliet de kamer.
Die jonge vrouw rustte weer stil met haar
hoofd op (de sluimerrol der sofa; de man bleef
zwijgend voor het venster staan. „Alfred 1" riep
zij een oogenblik later, zacht en vriendelijk; en
toen hij zich omkeerde, stak zij hem hare hanu
toe.
Hij vatte idie hand in de zijne, en bracht haa:
aan zijne lippen. „Willen wij vrede sluiten?1
vroeg hij, en zijne donkere oogen lachten
haar tamelijk ondeugend toe.
„,!0, kom hierl ik heb u in zoo langen
tijd niet bij mij gehad 1" sprak ziji liefdevol,
terwijl zij hem vasthield.
Hij schoof een stoel bij, waarop hij vlak naast
de rustplaats plaats nam, zoo dat zijn arm haai
omvatten kon en haar hoofd op zyn schouder
Bekl. zeide dat hij veel last van 3e Handen
Ihad gehad. Hij was genegen oe gcieaën; scïïauc
te vergoeden.
Het O.M. vroeg vrijspraak wegens gebrek
aan bewijs. Zijns inziens was niet komen vast
te staan, dat beki. den opzet heeft gehad,
toen in de dagvaarding bedoelden hond te do
tten.
Te Dan Haag wordt de melkprijs met 2
ent per liter verlaagd.
Vermoedelijk afkomstig uit het Herzogs-
wald op Duitsch gebied, tusschen Coevpraen
en Boertange, vertoone. nzich bij de sneeuw-
peiioae vossen in de Terapelsche bosschen.
Enkele komen zelfs nabij de boerderijen. Zoo
werd er dezer dagen een drietal geschoten in
het Koelingerbosch en twee dezer dieren nabij
Beilingwolde.
BUITENLAND
Canada.
Volgens 'een telegram uit Quebec heeft een
brand gewoed in het gebouw der Unionbank
aldaar. De schade bedraagt 500.000 dollar.
Volgens een telegram uit Sancta Barbara
woedt een groote boschbrand in een ge
deelte van het bosch en heeft een groot hotel
en andere gebouwen verwoest. Mett is den
brand nog niet meester.
De sneeuwstorm.
Tengevolge van den sneeuwstorm der laatste
dagen is het electriseh tramverkeer te Akem
geheel gestremd. Ook het verkeer op de lijn
AkenKerkradeHerzogenrath is gestremd.
In België sneeuwde het gisteren aanhou
dend. Het tram- én treinverkeer had veel
vertraging.
De Broeker Raad lieeft onomwonden,
,(Op aandrang wellicht ook geschied).,
Den Secretaris weggezonden,
'Om welke reden, weet men niet.
Het kleine vleugje medelijden,
Dat gloeide in des raactshds borst,
Vervloog weldra, 't was niet te mijden,
Naar de bevelen van hun vorst.
„Wat dacht ge, vroede, wijze vad'ren,"
Zoo sprak hij toornig en ontstemd,
„Durft gij me met 't voorstel nad'ren,
Hem te behouden, mijn Scribent?
Wat dacht ge, dat na die vergrijpen,
lk hem nog langer naast mij duld?
Onmooglijkl En naar mijne pijpen
Danst gij; gaat hij, door eigen schuldI"
De Raad, die 's vorsten gramschap speurde,
Door zulk een taai en overmoed,
Hij boog 't hoofd, zeer diep en keurde
Opnieuw d' ontslagaanvrage goedl
Zoo ziet men: zeven vroede vad'ren
In wijsheid groot; maar klein in moed;
Wanneer zij met hun vorst vergad'ren,
Weerklinkt 't „Wat HIJ doet is goedl"
ALLERLEI
Een causerie over Couranten.
Gisteravond hield de heer J. W. Enschedé in
het Persmuseum te Amsterdam een causerie over
couranten. Na een en ander verteld, te hebben ovef
net begin van het courantenwezen, dat ongeveer
gelijktijdig te Amsterdam en te Antwerpen als
een boekverkoopersspeculatie in het eerste kwar
taal der zeventiende eeuw begon, werd een en an;-
der verteld over onze moderne couranten in haar
historische ontwikkeling. Het kenmerk van een
courant was en is gebleven het nieuwsblad ,dat
op vastgestelde tijden verschijnt op korten termijn
in ieder geval binnen een week. Het nieuwsblad
heeft zich vaak ontwikkeld, vooral sinds het mid
den der vorige eeuw tot politiek en staatkundig
orgaan, bovendien zijn in den loop der tijden allerlei
rubrieken toegevoegd aan het oude nieuwsblad,
die echter het karakter als zoodanig niet gewij
zigd hebben: advertenties, familie-berichten, beurs
eri koersnoteeringen, weerberichten, kunstbeschou
wingen, enz. enz. Juist de advertenties waarin het
gansche bonte leven van handel en nijverheid zich
weerspiegelen, maakt, dat couranten groote docu-
menteele waarde hebben voor de kennis van het
lieden en verleden. De nieuwstijdingen daarentegen
nebben naar het oordeel van den heer Enschedé
minder waarde voor de kermis van het vroegere
gemeenlijk, daar men omtrent het verhaalde van
elders beter en nauwkeuriger is ingelicht.
Over allerlei onderdeelen van een courant zou uit
vo-erig te handelen zijn. Formaat, zetwijs, kop, illus
tratiê, drukwijs en wat al niet meer. Slechts over
een paar onderdeelen werd, ter wille der beknopt
heid, gesproken, in de eerste plaats over de fa
milie-berichten, die honderd jaar geleden in wijd-
Jieunde.
„Maar een strafpredikatie krijg ik tóch!'
begon hij weder, half schertsend, „en nu bo
venal, omdat ik u niet ontloopen kan! Ik lees
het reeds in uwe oogen: waarom naamt gij
Nora mede?"
„Gij hebt goed gelezenl" gaf zij hem ten
antwoord. „Ja, waarom hebt gij dat gedaan,
nadat ik u toch zoo dringend verzocht had,
het te laten?"
„Waarom? Och, gij vrouwen zyt verschrik
kelijk met uw „waarom" 1 Nu, eenvoudig omdat
ik er geen weerstand aan kon bieden. Het kind
heeft buitengewoon veel talent: gracieus als
een Elfe, maar moedag als een man, waar
om zou aik mij het genoegen niet gunnen, ffiijn
kind in mijn vak op te leiden? Zij zal een kun
stenares van den eersten rang worden!" ging
hij min of meer enthousiast voort.
„Mijne dochter een paardrydster?!" herhaal
de Helena met pynlyken nadruk.
- (Wordt vervolgd).